De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties"

Transcriptie

1 De competenties A Vertellen en voorlezen A 1.2 A1 A2 A3 A4 Je kunt verhalen om voor te lezen of te vertellen kiezen voor iedere leeftijdsgroep van de basisschool. Je kunt het voorlezen of vertellen van een verhaal voorbereiden, waarbij je rekening houdt met de bedoelingen van de activiteit, met achtergronden en kenmerken van de leerlingen, de omgeving (opstelling, eventueel benodigde materialen) en de betrokkenheid van de kinderen. Je kunt een verhaal voorlezen of vertellen in overeenstemming met de keuze, de bedoelingen, de achtergronden en kenmerken van de leerlingen en de omgeving, waarbij je gebruik maakt van verhaalelementen, stem en mimiek en eventueel hulpmiddelen. Je kunt verhalen een plaats geven in je onderwijs, zoals: een verhalenreeks plannen en een verhaal uitgangspunt van een thema laten zijn. A5 A6 A7 A8 A9 A10 Je kunt motiveren waarom voorlezen en vertellen zinvol zijn. Je kunt motiveren waarom je kiest voor voorlezen of vertellen. Je kent kenmerken van verhalen (genres) die geschikt zijn voor een bepaalde leeftijd en een bepaald doel. Je kent verhaalelementen als: personen, handelingsverloop, spanning, plot, en kunt die benoemen. Je kent de ontwikkeling van beginnende en gevorderde geletterdheid en je kunt aangeven welke functie voorlezen en vertellen in die ontwikkeling kunnen hebben. Je kunt aangeven hoe voorlezen en vertellen samenhangen met andere gebieden dan taalonderwijs. A11 A12 A13 A14 A15 Je bent in staat een verhaal voor te lezen op een wijze die past bij doel, leeftijd, genre en situatie. Je houdt (oog)contact met de luisteraars en activeert hen met vragen. Je maakt daarbij gebruik van verhaalelementen, stem, mimiek en eventueel hulpmiddelen. Je kunt verhalen, boeken en andere materialen gebruiken om de ontwikkeling van geletterdheid te stimuleren. Je kunt materialen bij een verhaal of verhalenreeks kiezen en exposeren, bijvoorbeeld op een verteltafel of in een boekenhoek. Taaldidactiek De competenties 1 van 14

2 B Mondelinge taalontwikkeling B 1.2 B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 Je kunt een onderwijsleeractiviteit uit een taalprogramma uitvoeren, waarbij je de beginsituatie en het lesdoel op een juiste manier vaststelt. Je kunt effectief communiceren met individuele kinderen. Je kunt een kringgesprek leiden, waarbij je structuur geeft aan het gesprek en zorgt voor adequate interactie. Je kunt zelfstandig een doelgerichte mondelinge taalactiviteit voorbereiden, uitvoeren en evalueren en maakt daarbij gebruik van gevarieerde didactische werkvormen. Je kunt observatielijsten en toetsen op het gebied van mondelinge taalontwikkeling voor jonge kinderen hanteren en interpreteren en aan de hand hiervan adaptief onderwijs toepassen. Je kunt het taalontwikkelingsniveau van leerlingen vertalen in een hulpplan dat binnen de klas kan worden uitgevoerd. Je kunt de interactie in de klas in verschillende situaties analyseren en je kunt verbeteringen doorvoeren. B8 B9 B10 B11 B12 B13 B14 Je kent de theoretische achtergronden van taalverwerving. Je kent de mondelinge taalontwikkeling van Nederlandstalige en niet-nederlandstalige leerlingen. Je kent de aanwijzingen in de handleidingen van de methode of de gevolgde methodiek met betrekking tot de les die je geeft. Je kent verschillende gesprekstechnieken gericht op jonge kinderen. Je kent interactieve didactische werkvormen gericht op jonge kinderen. Je kent observatielijsten en toetsen met betrekking tot mondelinge taalvaardigheid. Je kent de achtergronden en doelen van VVE (voor- en vroegschoolse opvang)- projecten. B15 B16 B17 B18 B19 B20 Je stelt open vragen en maakt gebruik van luisterresponsen. Je hanteert gespreksregels, structureert het gesprek en stimuleert de interactie tussen kinderen. Je kunt interactieve didactische werkvormen toepassen. Je kunt observatielijsten en toetsen mondelinge taalvaardigheid afnemen en interpreteren. Je kunt een hulpplan opstellen en uitvoeren. Je kunt interactiemomenten tussen leerlingen onderling en tussen leerkracht en leerlingen analyseren en belemmeringen daarin wegnemen. B 2.2 B21 B22 B23 Je kunt een eenvoudige onderwijsleeractiviteit op het gebied van mondelinge taalvaardigheid zelfstandig voorbereiden en uitvoeren. Je kunt communiceren met individuele leerlingen en met de groep. Je kunt zelfstandig een doelgerichte mondelinge taalactiviteit ontwikkelen, uitvoeren en evalueren en maakt daarbij gebruik van gevarieerde didactische werkvormen. Taaldidactiek De competenties 2 van 14

3 B24 B25 Je kunt effectief communiceren met individuele leerlingen en met de groep. Je kunt observatielijsten en toetsen op het gebied van mondelinge taalontwikkeling voor jonge kinderen hanteren en interpreteren en aan de hand hiervan adaptief onderwijs toepassen. B26 B27 B28 B29 B30 Je kent de theoretische achtergronden van mondelinge taalontwikkeling in de onderbouw. Je kent de mondelinge taalontwikkeling van Nederlandstalige en niet-nederlandstalige leerlingen. Je kent de aanwijzingen in de handleidingen van de methode of de gevolgde methodiek met betrekking tot de les die je geeft. Je kent taalstimulerende en uitdagende didactische werkvormen voor jonge kinderen. Je kent observatielijsten en toetsen met betrekking tot mondelinge taalvaardigheid. B31 B32 B33 B34 Je kunt een eenvoudige onderwijsleeractiviteit op het gebied van mondelinge taalvaardigheid begeleiden. Je bent je bewust van eigen uitspraak en stemkwaliteit en past je taalgebruik aan aan het taalbegripniveau van de kinderen. Je kunt een methodeonafhankelijke mondelinge taalactiviteit ontwikkelen, uitvoeren en evalueren en deze activiteit afstemmen op de beginsituatie. Je kunt observatielijsten en toetsen mondelinge taalvaardigheid afnemen en interpreteren. B 3.2 B35 B36 B37 B38 B39 B40 B41 Je kunt een les woordenschatontwikkeling geven en daarbij de juiste beginsituatie en doelstelling vaststellen. Je kunt onderwijs geven in woordenschatontwikkeling, waarbij je gevarieerde didactische werkvormen en de juiste didactische opbouw hanteert. Je kunt de didactiek van woordenschatontwikkeling toepassen in verschillende lessituaties en vakken. Je kunt adaptief woordenschatonderwijs geven. Je kunt relevante toetsen op het gebied van woordenschatonderwijs kiezen, afnemen en interpreteren. Je kent de aanwijzingen in de handleiding van de methode of de gevolgde methodiek met betrekking tot de les die je geeft. Je hebt kennis van de theorie van woordenschatontwikkeling. Je kent de didactische opbouw in het woordenschatonderwijs. Je kent de taalontwikkeling en specifieke problemen van niet-nederlandstalige en dialectsprekende leerlingen en het grote belang van woordenschatonderwijs voor deze kinderen. Je kent toetsen, methodieken en programma s op het gebied van woordenschatonderwijs. Taaldidactiek De competenties 3 van 14

4 B42 B43 B44 B45 Je kunt een onderwijsleeractiviteit begeleiden waarbij je uit gaat van de door jou vastgestelde beginsituatie en doelstelling. Je kunt een les ontwerpen, uitvoeren en evalueren en daarbij een aantal verschillende werkvormen bij woordenschatontwikkeling toepassen. Je kunt in je lessen aansluiten op het niveau van niet-nederlandstalige en dialectsprekende leerlingen. Je kunt zowel intentioneel als incidenteel woordenschatonderwijs geven. B 4.2 B46 B47 B48 B49 Je kunt een kringgesprek leiden, waarbij je structuur geeft aan het gesprek en zorgt voor adequate interactie. Je kunt interactie in de kleine kring uitvoeren en laat de leerlingen over complexe zaken doordenken. Je kunt een leergesprek leiden met een van tevoren vastgesteld doel. Je kunt tijdens een leergesprek in grote en in kleine groep op een juiste manier feedback geven aan kinderen op verschillende niveaus en verdieping aanbrengen naar het leerdoel. B50 Je kent de basisprincipes van gesprekstechniek. B51 Je kent verschillende gesprekstechnieken gericht op kinderen. B52 Je kent doelen en uitgangspunten van gesprekken om te leren. B53 B54 B55 B56 Je stelt open vragen en maakt gebruik van luisterresponsen. Je hanteert gespreksregels, structureert het gesprek en stimuleert de interactie tussen kinderen. Je kunt leerlingen stimuleren en ondersteunen in het gebruiken van complexe cognitieve taalfuncties, zoals redeneren, concluderen en voorspellen. Je ondersteunt de inbreng van individuele leerlingen door steeds aandacht te houden voor de inhoud, door daarbij passend taalaanbod te leveren en door goede, positieve feedback te geven. B 5.2 B57 B58 B59 B60 B61 B62 B 63 Je kunt leerlingen de opdracht geven iets te presenteren. Je kunt een les mondelinge taalvaardigheid geven (uit de methode) waarbij je de beginsituatie en het lesdoel op een juiste manier vaststelt. Je kunt functionele presentatieopdrachten geven, begeleiden en beoordelen. Je kunt een les mondelinge taalvaardigheid geven waarbij je gevarieerde didactische werkvormen hanteert. Je kunt observatielijsten en toetsen op het gebied van mondelinge taalvaardigheid hanteren en interpreteren en aan de hand hiervan adaptief onderwijs toepassen. Je kent de theoretische achtergronden van spreken en luisteren. Je kent de aanwijzingen in de handleiding van de methode of de gevolgde methodiek met betrekking tot de les die je geeft. Taaldidactiek De competenties 4 van 14

5 B 64 B 65 B 66 B 67 B 68 Je weet hoe spreken en luisteren in de taalmethode of de gehanteerde methodiek is geïntegreerd. Je kent de mondelinge taalontwikkeling van Nederlandstalige en niet-nederlandstalige leerlingen. Je kent de leerlijnen en de didactiek van het spreken en luisteren. Je kent observatielijsten en toetsen met betrekking tot mondelinge taalvaardigheid. Je weet hoe je feedback kunt geven bij spreek- en luisteropdrachten. B 69 B 70 B 71 B 72 B 73 B 74 Je kunt een uitvoerbare en functionele presentatieopdracht formuleren. Je kunt een les mondelinge taalvaardigheid uitvoeren volgens de richtlijnen in de methode of de gehanteerde methodiek. Je kunt instructie geven met betrekking tot de verschillende vaardigheden die leerlingen nodig hebben om een presentatieopdracht te kunnen uitvoeren. Je kunt de opdracht begeleiden en beoordelen. Je kunt een les mondelinge taalvaardigheid geven. Je kunt observatielijsten en toetsen mondelinge taalvaardigheid afnemen en interpreteren. Je kunt op een juiste manier feedback geven tijdens het spreken en luisteren. Taaldidactiek De competenties 5 van 14

6 C Beginnende geletterdheid C 1.2 C1 C2 C3 Je kunt activiteiten kiezen en uitvoeren waarmee de ontwikkeling van beginnende geletterdheid gestimuleerd wordt. Daarbij staan centraal: boekoriëntatie, verhaalbegrip, functies van geschreven taal, de relatie tussen gesproken en geschreven taal, het taalbewustzijn, het alfabetische principe, functioneel schrijven en lezen, technisch lezen en schrijven en begrijpend lezen en schrijven. Je bent je ervan bewust dat de activiteiten die betrekking hebben op beginnende geletterdheid deel uitmaken van een doorgaande lijn geletterdheid en kunt de activiteiten plaatsen binnen deze lijn. Je kunt je onderwijs afstemmen op de ontwikkelingsfases van geletterdheid waarin kinderen zich bevinden en op de daarop volgende fases, waardoor je ieder kind activiteiten in de zone van naaste ontwikkeling biedt. C4 Je kunt de tussendoelen van beginnende geletterdheid benoemen en toelichten. Ook kun je aangeven hoe de ontwikkeling daarna verloopt (gevorderde geletterdheid). C5 Je kunt leer- en ontwikkelingslijnen van beginnende geletterdheid in methodes en programma s in verband brengen met jouw kennis van de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid. C6 Je kunt problemen die kunnen optreden in de ontwikkeling van beginnende geletterdheid benoemen, omschrijven en mogelijke oorzaken aangeven. Ook kun je aangeven welke aspecten extra aandacht verdienen om de kans op dergelijke problemen te verkleinen. C7 C8 C9 Je bent in staat werkvormen te kiezen (en uit te voeren) waarbij je de kinderen in staat stelt zich te ontwikkelen in verschillende aspecten van beginnende geletterdheid. Je bent in staat de activiteiten die je kiest (en uitvoert) in de juiste volgorde aan te bieden. Je bent in staat activiteiten te kiezen (en uit te voeren) die aansluiten op het ontwikkelingsniveau van de individuele leerlingen in zijn groep. C 2.2 C10 C11 C12 C13 C14 Je kunt een geschikte leeromgeving inrichten (hoeken, intermediairs, ict-mogelijkheden enzovoort) en daarbij passende activiteiten kiezen en uitvoeren, gericht op de bevordering van de beginnende geletterdheid. Je kunt het spel van kinderen in de leeromgeving observeren en verdiepen, en erop aansluiten met uitnodigende vervolgactiviteiten. Je kunt, op basis van verschillende onderwijsopvattingen, aangeven waarom stimulerende leeromgevingen van belang zijn. Je kent de fases in de ontwikkeling van beginnende geletterdheid van jonge kinderen en je kunt die fases verbinden aan kenmerken van een geschikte leeromgeving. Je kunt in concrete activiteiten de leeromgeving op een goede manier integreren. Taaldidactiek De competenties 6 van 14

7 C15 C16 Je kunt de leeromgeving voor jonge kinderen zo inrichten en introduceren dat die voor kinderen betekenisvol is en dat ze gemotiveerd worden er te werken. Je kunt (spel)activiteiten van kinderen in de leeromgeving observeren en verdiepen, en er uitnodigende vervolgactiviteiten bij kiezen. C 3.2 C17 C18 C19 Je kunt verschillende verhalen, poëzie en prentenboeken voorlezen en vertellen aan jonge kinderen. Je bent je ervan bewust dat je hiermee onder meer bijdraagt aan de ontwikkeling van boekoriëntatie en verhaalbegrip. Je draagt zorg voor een goed leesklimaat, waarin kinderen worden gestimuleerd zelf boeken te kiezen. Je hebt aandacht voor verschillen in (voor)leesontwikkeling tussen kinderen en houdt daar rekening mee door verschillende werkvormen te kiezen. C20 Je kunt het omgaan met boeken, het voorlezen en vertellen in verband brengen met de ontwikkeling van beginnende geletterdheid, met verschillen in voorleesontwikkeling en met sociaal-culturele verschillen tussen leerlingen. C21 Je weet welke boeken geschikt zijn voor verschillende leeftijdsgroepen, en je weet welke rol bibliotheken kunnen spelen bij het verkrijgen van boeken. C22 Je kent mogelijkheden om een motiverend leesklimaat te scheppen. C23 C24 C25 Je beheerst de techniek van het voorlezen en vertellen. Je kunt de leeromgeving aanpassen zodat een goed leesklimaat ontstaat, bijvoorbeeld door het gebruik van intermediairs en de inrichting van een aantrekkelijke boekenhoek. Je kunt activiteiten aanpassen aan leerlingen met een langzame en leerlingen met een snelle ontwikkeling op het gebied van (voor)lezen. C 4.2 C26 C27 C28 Je kunt activiteiten kiezen en uitvoeren die taalbewustzijn en alfabetisch principe bevorderen. Je kunt die activiteiten plaatsen in het geheel van de ontwikkeling van geletterdheid. Je kunt je onderwijs afstemmen op de ontwikkelingsfase van taalbewustzijn en alfabetisch principe waarin kinderen zich bevinden en op daarop volgende fases, waardoor je ieder kind activiteiten in de zone van naaste ontwikkeling biedt. C29 C30 C31 C32 Je kent deze beide aspecten van beginnende geletterdheid en je kunt ze toelichten. Je kunt leerlijnen taalbewustzijn en alfabetisch principe in methodes en programma s in verband brengen met jouw theoretische kennis van deze tussendoelen. Je kunt problemen in de ontwikkeling van taalbewustzijn en alfabetisch principe benoemen, en mogelijke oorzaken en preventieve maatregelen aangeven. Je kunt aangeven waarom taalbewustzijn ook onderdeel uit maakt van het domein taalbeschouwing. Taaldidactiek De competenties 7 van 14

8 C33 C34 Je bent in staat spelletjes en werkvormen te kiezen en uit te voeren die taalbewustzijn en alfabetisch principe stimuleren. De keuze kun je afstemmen op niveaus van kinderen. Je kunt zulke activiteiten in de juiste volgorde aanbieden. C 5.2 C35 C36 C37 Je bent in staat onderwijs in aanvankelijk lezen te verzorgen. Je bent in staat met iedere gangbare methode voor aanvankelijk lezen onderwijs aan te bieden volgens de didactische principes waarop die methode is gebaseerd. Je bent in staat de vorderingen van kinderen met het aanvankelijk lezen te volgen. Ook kun je maatregelen nemen als die vorderingen niet goed verlopen. C38 C39 C40 Je kent de ontwikkelingsfases van beginnende geletterdheid en kunt iedere fase typeren. Je kent de gangbare theorieën van aanvankelijk lezen en kunt het aanvankelijk lezen plaatsen in de tussendoelen beginnende geletterdheid (taalbewustzijn, alfabetisch principe, functioneel schrijven en lezen, technisch lezen en schrijven start en vervolg en begrijpend lezen en schrijven). Je kunt de didactiek en de leerlijnen in methodes voor aanvankelijk lezen relateren aan jouw kennis van de ontwikkeling van geletterdheid. C41 Je kunt problemen benoemen die zich tijdens de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid kunnen voordoen. Je kunt mogelijke oorzaken aangeven en manieren om die problemen te signaleren en te voorkomen. C42 Je kent een aantal manieren om kinderen met leesproblemen hulp te bieden en je kunt een eenvoudig handelingsplan opstellen. C43 Je bent op de hoogte van de zorgstructuur binnen de school. C44 Je kent opvattingen over de benadering van kinderen van wie de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid sneller verloopt dan gemiddeld. C45 C46 C47 Je kunt met iedere gangbare methode voor aanvankelijk lezen onderwijs geven volgens de didactische principes waarop die methode is gebaseerd. Je bent in staat om observatie- en toetsinstrumenten te gebruiken om vorderingen van leerlingen te bepalen. Je kunt de principes van preteaching en reteaching met de materialen van de methode hanteren. Je kunt aan deskundigen uitleggen welke problemen in de ontwikkeling van beginnende geletterdheid zich voordoen bij individuele kinderen. C 6.2 C48 C49 C50 C51 Je bepaalt op het juiste moment het niveau van kinderen en je pleegt de juiste interventies. Je weet welke problemen zich voor kunnen doen tijdens de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid (waaronder het proces van aanvankelijk lezen). Je weet hoe je problemen op een effectieve manier kunt signaleren door middel van observatie en toetsen. Je kent manieren om kinderen met leesproblemen hulp te bieden en je kunt een eenvoudig handelingsplan opstellen. Taaldidactiek De competenties 8 van 14

9 C52 Je bent op de hoogte van de zorgstructuur binnen de school. C53 Je hebt kennis ten opzichte van de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid bij kinderen die zich sneller dan gemiddeld ontwikkeld. C54 C55 C56 C57 Je bent in staat de juiste instrumenten op een goede manier en op de juiste tijd te gebruiken en te interpreteren. Je kunt de principes van preteaching en reteaching met de materialen van de methode hanteren. Je kunt aan deskundigen uitleggen welke problemen in de ontwikkeling van beginnende geletterdheid zich voordoen bij individuele kinderen. Je kunt verschillen tussen leerlingen signaleren, je kunt mogelijke oorzaken aangeven en je onderwijs op individuele kinderen afstemmen. Taaldidactiek De competenties 9 van 14

10 D Gevorderde geletterdheid D 1.2 D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 Je kunt een les geven waarvan uitbreiding van de woordenschat het doel is en waarbij je gebruikmaakt van de didactische fasering die in het woordenschatonderwijs gangbaar is en van gevarieerde werkvormen. Je kunt relevante toetsen op het gebied van woordenschatonderwijs kiezen, afnemen en interpreteren. Je kunt leerlijnen en de didactische aanpak in programma s en methodes voor woordenschatontwikkeling in verband brengen met de kennis die je van woordenschatdidactiek hebt. De lessen in deze programma s en methodes kun je uitvoeren. Je kent de taalontwikkeling en specifieke problemen van niet-nederlandstalige leerlingen, van leerlingen afkomstig uit een taalarm milieu, en van dialectsprekende leerlingen. Ook ken je het grote belang van woordenschatonderwijs voor deze kinderen. Je hebt kennis van de theorie van woordenschatontwikkeling en van de didactische opbouw in het woordenschatonderwijs. Je kent toetsen, methodieken en programma s op het gebied van woordenschatonderwijs. Je kunt aangeven hoe woordenschatonderwijs samenhangt met andere gebieden dan taalonderwijs, en hoe je in andere vakken met dit onderdeel dient om te gaan. D8 Je bent op de hoogte van gemeentelijk en landelijk taalbeleid dat in verband gebracht kan worden met NT2. D9 D10 Je kunt in lessen aansluiten op het niveau van niet-nederlandstalige leerlingen, op leerlingen die afkomstig zijn uit een taalarm milieu en op dialectsprekende leerlingen en je taalaanbod hieraan aanpassen. Je kunt de didactiek van woordenschatontwikkeling, intentioneel en incidenteel, toepassen in verschillende lessituaties en vakken. D 2.2 D11 D12 D13 D14 D15 D16 Je kunt een (instructie)les voortgezet technisch lezen geven waarbij je gevarieerde didactische werkvormen hanteert. Je kunt methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen en observatielijsten gebruiken voor de verschillende fases van het technisch lezen om leesproblemen te signaleren en te verhelpen. Je kunt een les begrijpend lezen/informatieverwerving verzorgen met gevarieerde opdrachten en didactische werkvormen. Je kunt in een les begrijpend lezen/informatieverwerving hardop denken, adaptieve instructie, onderwijs op maat en coöperatieve werkvormen toepassen. Je kunt strategisch lees- en stelonderwijs toepassen in taalonderwijs en in andere vakken; in de andere vakken kun je zorgen voor functionele opdrachten. Je kunt methodegebonden en niet-methodegebonden toetslessen en toetsen voor begrijpend lezen uit onder andere het leerlingvolgsysteem afnemen en interpreteren. Taaldidactiek De competenties 10 van 14

11 D17 Je kunt op grond van toetsresultaten een handelingsplan voor voortgezet technisch lezen opstellen en uitvoeren. D18 D19 D20 D21 D22 D23 D24 Je hebt kennis van relevante actuele theorieën en opvattingen over lezen en leesonderwijs, evenals van didactische uitgangspunten, principes en werkvormen. Je kent het belang van preteaching bij begrijpend lezen. Je kent didactische uitgangspunten en principes en leerlijnen van een aantal methodes voor technisch en begrijpend lezen van groep 1 tot en met groep 8. Je kunt deze praktische uitwerkingen in verband brengen met je kennis van theorieën en opvattingen. Je kent niet-methodegebonden toetsen en observatielijsten op het gebied van technisch en begrijpend lezen en weet hoe die worden gebruikt. Je kent het verband tussen begrijpend lezen en begrijpend luisteren. Je kent verschillende leesvormen als niveaulezen, tutorlezen en duolezen. Je kunt problemen benoemen die zich kunnen voordoen bij het technisch lezen en spellen, waaronder dyslexie. Ook kun je mogelijke oorzaken van problemen aangeven evenals preventieve en remediërende maatregelen. D25 Je kent orthodidactische methodes en methodieken die zijn ontwikkeld om problemen bij begrijpend lezen te verhelpen. D26 D27 D28 D29 D30 D31 Je kunt, met en zonder methode, lessen verzorgen in technisch en begrijpend lezen en daarbij gevarieerde didactische werkvormen toepassen. Je bent je bewust van je eigen strategiegebruik en kunt zo fungeren als model voor je leerlingen. Je kunt coöperatief leren toepassen. Je kunt methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen afnemen en toetsresultaten vertalen naar de praktijk van het leesonderwijs. Je bent in staat leerlingen met problemen op het gebied van begrijpend lezen zo te begeleiden dat zij daar tijdens het onderwijs in het begrijpend lezen profijt van hebben. Je kunt orthodidactische methodes en methodieken voor begrijpend lezen toepassen. D 3.2 D32 D33 D34 D35 D36 D37 D38 Je kunt een les spelling geven en daarbij gevarieerde didactische werkvormen hanteren, rekening houden met verschillen in niveau en leerstijl tussen kinderen, en gebruikmaken van leeromgevingen. Je kunt niet-methodegebonden toetsen en observatielijsten afnemen en interpreteren voor de verschillende fases van spellen om spellingproblemen te signaleren en te verhelpen. Je kent achtergronden van ons spellingsysteem, didactische uitgangspunten en principes van het spellingsonderwijs en verschillende didactische werkvormen. Je bent je bewust van je eigen strategiegebruik en kunt fungeren als model voor je leerlingen. Je kent leerlijnen, didactische uitgangspunten en principes in een aantal methodes voor spellen voor groep 1 tot en met groep 8. Je kunt deze praktische uitwerkingen in verband brengen met je kennis van theorieën. Je kent niet-methodegebonden toetsen en observatielijsten voor spellen en weet hoe die worden gebruikt. Je kunt toetsresultaten vertalen naar de praktijk van het onderwijs in spellen. Taaldidactiek De competenties 11 van 14

12 D39 Je kunt problemen die zich kunnen voordoen bij spellen benoemen, waaronder dyslexie. Je kunt mogelijke oorzaken aangeven, evenals mogelijkheden voor remediëring en preventie. D40 D41 Je kunt spellinglessen verzorgen, met en zonder methode, en daarbij gevarieerde didactische werkvormen toepassen. Je kunt methodegebonden toetsen, observatielijsten en toetsen uit het leerlingvolgsysteem afnemen en interpreteren en op grond van resultaten je onderwijs afstemmen op het niveau van de leerlingen. D 4.2 D42 Je kunt lessen stellen en begrijpend/studerend lezen geven, waarbij je gevarieerde opdrachten en didactische werkvormen hanteert. D43 Je kunt in groep 3 tot en met 8 een les begrijpend/studerend lezen en stellen geven, waarbij je gevarieerde opdrachten en didactische werkvormen hanteert. D44 D45 Je kunt in groep 3 tot en met 8 een geïntegreerde les begrijpend/studerend lezen/stellen geven, waarbij je gebruikmaakt van: hardop denken, adaptieve instructie, onderwijs op maat en coöperatieve werkvormen. Je kunt strategisch lees- en stelonderwijs toepassen in anderen vakken en opdrachten en zorgen voor functionele opdrachten. D46 Je kent theorieën over strategisch lees- en stelonderwijs en je kunt aangeven hoe begrijpend/studeren lezen en stellen zich tot elkaar verhouden, vooral met het oog op het gebruiken van strategieën. D47 Je kent leerlijnen, recent verschenen methodes, gangbare didactische werkvormen op de terreinen begrijpend lezen/studerend lezen, informatieverwerving en stellen. Bij de leerlijnen kun je onder meer aangeven hoe strategisch taalgebruik al in de groepen 1 en 2 wordt ontwikkeld. D48 Je kunt uitleggen hoe modelling een rol speelt bij begrijpend lezen/informatieverwerving en stellen en je kent het belang van coöperatief leren. D49 Je kunt problemen benoemen die leerlingen kunnen ondervinden bij begrijpend lezen en stellen op het gebied van strategiegebruik, woordenschat en technisch lezen. Je kunt van die problemen mogelijke oorzaken aangeven, evenals mogelijkheden voor remediëring en preventie. D50 Je kunt lessen begrijpend lezen en stellen verzorgen, met en zonder methode, en daarbij gevarieerde didactische werkvormen toepassen. D51 Je bent je bewust van je eigen strategiegebruik en je kunt zo fungeren als model voor je leerlingen. Taaldidactiek De competenties 12 van 14

13 D 5.2 D52 D53 D54 Je kent enkele recent verschenen programma s en methodes die (onder meer) aanbod bevatten voor gevorderde geletterdheid. Je kunt van die programma s en methodes de uitgangspunten, didactische principes en leerlijnen aangeven. Je kunt lessen uitvoeren volgens de uitgangspunten, didactische principes en leerlijnen van deze programma s en methodes. Je kent de toets- en andere ondersteunende middelen van deze programma s en methodes; je kunt de toetsen afnemen en interpreteren. D55 D56 Je kent uitgangspunten, didactische principes en leerlijnen voor groep 1 t/m 8 van gangbare taalmethodes en kunt die in verband brengen met de kennis die je hebt van gevorderde geletterdheid. Je kent orthodidactische methodes en methodieken die zijn ontwikkeld voor de verschillende onderdelen van de gevorderde geletterdheid. D57 D58 D59 Je kunt een les verzorgen volgens het didactische model van de methode of het programma. Je kunt methodegebonden toetslessen geven en interpreteren. Je kunt toetsen uit het leerlingvolgsysteem afnemen en interpreteren. D 6.2 D60 D61 D62 Je bent bereid om leerlingen te motiveren om te lezen en kent een aantal manieren om die motivatie te bevorderen. Je kunt aangeven waarom lezen door kinderen belangrijk is. Je kent activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het lezen door kinderen. Ook heb je kennis van instellingen die je daarbij behulpzaam kunnen zijn. D63 Je hebt enige kennis van jeugdboeken voor de leeftijd van 8 tot 12 jaar. D64 Je kunt activiteiten organiseren die het lezen bevorderen. D 7.2 D65 D66 D67 Je kunt onderwijsmateriaal voor begrijpend lezen en stellen ontwerpen waarbij moderne communicatiemiddelen een rol spelen. Je kunt zelf ontwikkelde projecten op het gebied van gevorderde geletterdheid uitvoeren en hierbij nieuwe (ict-)ontwikkelingen gebruiken. Je kent mogelijkheden van ict-middelen als instrument bij onderwijs in gevorderde geletterdheid. Taaldidactiek De competenties 13 van 14

14 E Taalbeschouwing E 1.2 E1 Je kunt een les geven waarin mondelinge en/of schriftelijke taalbeschouwing centraal staat en daarbij kun je de juiste beginsituatie en doelstelling vaststellen. E2 Je hebt kennis van de theorie van de mondelinge en schriftelijke taalbeschouwing E3 E4 Je kunt in spontane uitingen al dan niet bewuste taalbeschouwing van de leerlingen herkennen. Je kunt al dan niet bewuste beschouwende activiteiten en overdenkingen bij geschreven taal van leerlingen herkennen. E5 Je kunt taalbeschouwingslessen uit taalmethodes verzorgen. E 2.2 E6 Je kunt taalbeschouwelijke elementen onderscheiden in mondelinge en schriftelijke taalactiviteiten, en daar aandacht aan besteden in geplande en incidentele situaties. E7 E8 E9 Je kunt op eigen niveau op verschillende manieren taalverschijnselen onderscheiden en benoemen. Je kunt taalbeschouwelijke inhouden en activiteiten benoemen die in het taalonderwijs van de basisschool belangrijk zijn. Je kunt die inhouden en activiteiten onderkennen in taalmethodes en in verband brengen met de ontwikkeling van de taalvaardigheid van leerlingen. E10 E11 Je kunt een les ontwerpen en een aantal werkvormen bij taalbeschouwing toepassen. Je kunt aan beschouwende activiteiten en overdenkingen bij geschreven taal en aan spontane taaluitingen van de leerlingen een stukje taalbeschouwingsonderwijs koppelen. Taaldidactiek De competenties 14 van 14

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving Inhoudsopgave Inleiding 1 Taal en taalonderwijs 1.1 Achtergrondkennis: wat is taal? 1.1.1 Functies van taal 1.1.2 Betekenis van taal 1.1.3 Systeem van taal 1.1.4 Componenten van de kennis over taal 1.2

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR INHOUDSOPGAVE Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs Stap 1: Leestijd blz. 3 Kwaliteit instructiegedrag blz. 3 Klassenmanagement blz. 4 Stap 2: Juist

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Quickscan taal- en leesonderwijs

Quickscan taal- en leesonderwijs Quickscan taal- en leesonderwijs Gegevens school Naam school Adres school Plaats Telefoon e-mail Datum invulling Ingevuld door Functie invuller directie IB-er RT-er taal/leescoördinator leerkracht gr:

Nadere informatie

Vakspecifieke competenties

Vakspecifieke competenties Vakspecifieke competenties Concept vakspecifieke competenties van de startende leraar basisonderwijs Primair onderwijs Vakspecifieke competenties Vakspecifieke competenties Concept vakspecifieke competenties

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1) Spreken en luisteren Beheerst het Nederlandse klanksysteem Spreekt vrijuit Neemt actief deel aan gesprekken in kleine groepen Neemt actief deel aan gesprekken in grote groepen Kan op eigen initiatief een

Nadere informatie

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2 Leesverbeterplan Enschede 2007-2010 Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2 PROJECTBUREAU KWALITEIT (PK!) Enschede, september 2010 Yvonne Leenders & Mariët Förrer 2 3 Leesverbeterplan

Nadere informatie

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal Gesprekken Wat is gespreksvaardigheid? Het subdomein gesprekken heeft betrekking op alle mondelinge taalactiviteit waarbij sprake is van interactie (van informele gesprekjes en kringgesprekken tot overleg,

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Wat ben ik? Wat staat bovenaan m n verlanglijst? Het programma: van pingpongen

Nadere informatie

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman. info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman. info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl Doel Aan de slag met je eigen leespraktijk didactiek informatie leerlijnen

Nadere informatie

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC Taalexpert De post-hbo opleiding Taalexpert heeft tot doel leraren en intern begeleiders toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van lees-/taalonderwijs op expertniveau. Alle

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN 1 = zeer oneens 2 = oneens 3 = eens 4 = zeer eens Zorgniveau 1 Leestijd 1. Leerkrachten in groep 1 en 2 besteden minimaal 5 uur per week aan doelgerichte taalactiviteiten

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) 36 Bijlage 5 Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) De schoolleider en de interne begeleider geven samen leiding aan het borgen van het leesonderwijs. Beiden hebben hierin

Nadere informatie

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. In dit document lees je wat het beroepsproduct Technisch gesproken reken ik daarop inhoudt. De vakken rekenen-wiskunde,

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4 Minor Dyslexie 2016-2017 Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4 Programma Vragen over theorie Tot nu toe Complexiteit van lezen: tussendoelen deelvaardigheden Minor Dyslexie 1-4 2 Vragen over theorie

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 CBS Maranatha Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 Doel: Doel van ons dyslexieprotocol is een zo goed mogelijke begeleiding van leerlingen met (dreigende) leesproblemen.

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Toetsen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Wat betekent dit voor het meten van de 21ste eeuwse taalvaardigheden? We hebben

Nadere informatie

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen 26-11-2014

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen 26-11-2014 Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen 26-11-2014 Annemarie Vink avink@hetabc.nl Dianne Roerdink droerdink@hetabc.nl Technisch lezen 8-10-2014 www.hetabc.nl 2 Programma

Nadere informatie

1 De kennisbasis Nederlandse taal

1 De kennisbasis Nederlandse taal Noordhoff Uitgevers bv De kennisbasis Nederlandse taal. De opzet van de kennisbasis. De inhoud van de kennisbasis. Toetsing van de kennisbasis. Hoe gebruik je Basiskennis taalonderwijs? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Taalbeleidsplan Geel kleuter en lager onderwijs. Deel 1

Taalbeleidsplan Geel kleuter en lager onderwijs. Deel 1 Taalbeleidsplan Geel kleuter en lager onderwijs. Deel 1 Doel 1: Het aantal kinderen met een voldoende taalvaardigheid (luisteren, spreken, schrijven en begrijpend lezen in functionele contexten) vermeerderen.

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Algemeen Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Maart 2015 o Groep 0/instroom: Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kunnen de muisvaardigheden geoefend worden door het programma Spelen met

Nadere informatie

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO Betsy Ooms Opzet Doel leesonderwijs (en spellingonderwijs) Doorgaande lijn Kenmerken goed leesonderwijs Extra aandacht voor monitoring, als belangrijk

Nadere informatie

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen Het IGDI model Leesverbetertraject Enschede 8/11/07 Het belang van goede Risicoleerlingen deden het bij goede leerkrachten net zo goed als gemiddelde leerlingen bij zwakke leerkrachten. Niets was effectvoller

Nadere informatie

Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen. IB-netwerkbijeenkomsten 16-17-18 januari 2012 Yvonne Leenders

Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen. IB-netwerkbijeenkomsten 16-17-18 januari 2012 Yvonne Leenders Voorbereidend lees- en rekenonderwijs in relatie tot het werken met groepsplannen IB-netwerkbijeenkomsten 16-17-18 januari 2012 Yvonne Leenders De onderwerpen Voorbereidend lees- en rekeonderwijs in kleutergroepen

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2. Analyse doelen Jonge kind

Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2. Analyse doelen Jonge kind Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2 Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam Naam leerkracht Groep leerkracht Naam beoordelaar Beoordeelde les Datum Bijzonderheden Dit formulier is bedoeld als invulformulier voor scholen die met de Kijkwijzer

Nadere informatie

Inhoud Trainersmap Verdieping

Inhoud Trainersmap Verdieping Inhoud Trainersmap Verdieping 2 Module 9 Taal Module 10 Rekenen/wiskunde en Science (basisonderwijs) Module 11 Sociaal-emotionele ontwikkeling - verdieping Module 12 Sensomotorische ontwikkeling - verdieping

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten. 1. Differentiëren Onderzoeken welke manieren en mogelijkheden er zijn om te differentiëren en praktische handvatten bieden om hiermee aan de slag te gaan. Vervolgens deze kennis toepassen in de praktijk

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken in de onderbouw = benutten van talenten in de onderbouw

Opbrengstgericht werken in de onderbouw = benutten van talenten in de onderbouw Opbrengstgericht werken in de onderbouw = benutten van talenten in de onderbouw SLO doelen: taal, rekenen en sociaal-emotioneel PO Conferentie,Zwolle Donderdag 3 november 2011 Gäby van der Linde Wat komt

Nadere informatie

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen Leerlingen met een opvallende ontwikkeling Hoe ga je om met leerlingen met speciale onderwijsbehoeften? Cruciaal in de zorgstructuur is de kwaliteit van instructie. Maar inspelen op onderwijsbehoeften

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Ogo en taal van methode naar bronnenboek

Ogo en taal van methode naar bronnenboek Ogo en taal van methode naar bronnenboek Help!! Wat nu?? Niet in 1 keer alles loslaten Gefaseerd invoeren van werken met OGO thema s Gefaseerd invoeren van taal binnen thema s ???Taaltrapeze en OGO???

Nadere informatie

OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN. Rianne Broeke 28 april 2015

OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN. Rianne Broeke 28 april 2015 OUDERAVOND KRITISCH EN BEGRIJPEND LUISTEREN Rianne Broeke 28 april 2015 INHOUD * Algemene taalontwikkeling van jonge kinderen * Wat is kritisch en begrijpend luisteren? * Waarom is kritisch en begrijpend

Nadere informatie

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Perspectief op de ontwikkeling van kinderen.. als kijken in een glazen bol? Wat is het ontwikkelingsperspectief?

Nadere informatie

Educatief arrangeren rond LOB

Educatief arrangeren rond LOB Educatief arrangeren rond LOB Vorige week Contact met de docent deze week NAW-gegevens via CF Afspraken met begeleider Maken van het Werkplan Voorbereiden van het interview Vragen naar aanleiding van vorig

Nadere informatie

Taal 100: een werkwijze om de taalontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs te verbeteren

Taal 100: een werkwijze om de taalontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs te verbeteren Ronde 7 Jeanny Duyf & Jørgen Hofmans TeleacNOT Contact: Jeanny.duyf@teleacnot.nl Website met digitale boekenhoek voor groep 4 Kinderen pakken steeds minder zomaar een boek om te lezen en kunnen daardoor

Nadere informatie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5 Mariët Förrer November - februari Doelen en accenten per groep Rol van intern begeleider / taalcoördinator IB en TC ook in deze periode Bewaken

Nadere informatie

(registeropleiding Post-HBO)

(registeropleiding Post-HBO) De coördinator Taal Kenniscentrum de Kempel Deurneseweg 11 5709 AH Helmond 0492-514400 Helga van de Ven h.ven@kempel.nl De coördinator Taal Kenniscenter de Kempel 2016 (registeropleiding Post-HBO) 1 De

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VISIEONTWIKKELING OP LEESONDERWIJS

GEMEENSCHAPPELIJKE VISIEONTWIKKELING OP LEESONDERWIJS AANSLUITING PO-VO ONTWIKKELING/ DIFFERENTIATIE GEMEENSCHAPPELIJKE VISIEONTWIKKELING OP LEESONDERWIJS Dit document bevat de procesbeschrijving van de leergemeenschap taal uit de ketenverbinding van Openbaar

Nadere informatie

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan Basisschool De Goede Herder Schakelklas plan 2008-2009 1. Inleiding Basisschool De Goede Herder participeerde in de periode 2002-2006 in het Helmondse Onderwijs- Kansenbeleid. Met een percentage gewichtenleerlingen

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl.

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

GOEDE. Leesstart. in groep 1 en 2. Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden. Dorien Stolwijk

GOEDE. Leesstart. in groep 1 en 2. Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden. Dorien Stolwijk GOEDE Leesstart in groep 1 en 2 Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden Dorien Stolwijk December 2007 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Een goede leesstart in groep 1 en 2 3 Hoofdstuk 2:

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie

Protocol leesproblemen en dyslexie 1 KC Den Krommen Hoek Protocol leesproblemen en dyslexie Verantwoording: Het protocol leesproblemen en dyslexie van kindcentrum Den Krommen Hoek is opgesteld op basis van het Protocol Leesproblemen en

Nadere informatie

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) Veiliger, vraagt naar algemeenheden: basis Overzichtelijk maar te globaal Niet gedifferentieerd in niveau ICALT Meer gedetailleerd, biedt mogelijkheden tot verdieping

Nadere informatie

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Uitgangspunten: De toewijzing van het arrangement gebeurt op basis van de onderwijsbehoefte van de leerling. De onderwijsbehoefte van een cluster

Nadere informatie

Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs Paul Filipiak

Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs Paul Filipiak Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs Paul Filipiak juli 2009 Schrapvoorstel Taal actief 3e versie Ten behoeve van intensiever woordenschatonderwijs 1 Schrapcriteria

Nadere informatie

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs?

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs? Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs? Taalconferentie 13 oktober Ineke Bruning WWW.CPS.NL Ineke Bruning i.bruning@cps.nl 06 25 065 512 Aan het einde van de workshop o Heeft u een beeld van wat eigentijds

Nadere informatie

Aanschuifmodule Een goede leesstart.

Aanschuifmodule Een goede leesstart. Aanschuifmodule Een goede leesstart. Een goede leesstart is van groot belang voor het met succes leren (technisch) lezen. Lang niet alle kinderen maken zo n goede start. Juist met het oog op deze kinderen

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

een korte introductie

een korte introductie een korte introductie Uitgeverij Bontekoe Zijpendaalseweg 91 6814 CG Arnhem 026 751 8901 info@uitgeverijbontekoe.nl Uitgebreide informatie vindt u op: www.uitgeverijbontekoe.nl Interveniërende methodiek

Nadere informatie

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: [...] De kleuter staat open voor hulp van juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De

Nadere informatie

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen Protocol Doublure 1.Inleiding Het doel van doublure is in eerste instantie dat een opgelopen achterstand het komende schooljaar wordt ingehaald zodat het kind in ieder geval de minimumdoelen van de basisschool

Nadere informatie

Planmatig werken in een taalrijke omgeving

Planmatig werken in een taalrijke omgeving De Driesprong Nieuwlande Planmatig werken in een taalrijke omgeving Naam Ina Doldersum - directeur - locatieleider Naam Hilde Timmerman - coördinator - taalcoördinator Leerlijn Taal/MT lid 52 leerlingen

Nadere informatie

Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen

Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen Siméa 16 april 2010 Loes Wauters en Annet de Klerk Professionalisering leerkracht D/SH Basiskennis PABO op gebied van

Nadere informatie

Visie leesbevordering

Visie leesbevordering Visie leesbevordering Leesbevordering zien we als basis van het totale leesonderwijs Zonder aandacht voor leesbevordering mist het technisch lezen een belangrijke stimulans. Leesbevordering is dus niet

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld VVE protocol IKC Juliana Weth. Rebellaan 142 3771 KA Barneveld 0342-412165 Inhoud Overstap van peuteropvang naar kleutergroep 2 Wat is VVE? 3 Doorstroming naar de 3 De warme overdracht 3 Aanbod van de

Nadere informatie

ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum

ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum Nelleke Belo, Susan McKenney & Joke Voogt 08/01/15 VELON Conferentie 11-03-2014 1 ICT & Onderwijs Trends en discussies in Nederland

Nadere informatie

Jaarverslag 2015/2016

Jaarverslag 2015/2016 Jaarverslag 2015/2016 Terugblik Het afgelopen schooljaar hebben we binnen het team gewerkt met vijf actiegroepen, te weten: 1. Visie 2. Zorg en Begeleiding 3. Effectieve Instructie 4. Leerinhouden 5. Jonge

Nadere informatie

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK AZC Dronten 2016-2017 Bijeenkomst 1 Lies.Alons@itta.uva.nl 1 ONDERWERPEN Scholing 2016-2017 De context van tweedetaalverwerving Didactiek in de NT2-les De praktijkopdracht

Nadere informatie

Geoptimaliseerde software voor gemak en ondersteuning. Heutink ICT dag 16 januari 2014

Geoptimaliseerde software voor gemak en ondersteuning. Heutink ICT dag 16 januari 2014 Geoptimaliseerde software voor gemak en ondersteuning Heutink ICT dag 16 januari 2014 Meer flexibiliteit in jaarplanning Nog veiliger door vernieuwde didactiek Meer aandacht voor leerlingen met zonaanpak

Nadere informatie

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is KRACHTIG LEESONDERWIJS Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is Handelingsgericht werken: - Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften - Transactioneel referentiekader (wisselwerking)

Nadere informatie

Niveau 2. VVE Aandacht voor geletterdheid met startblokken Groep 1

Niveau 2. VVE Aandacht voor geletterdheid met startblokken Groep 1 Dyslexieprotocol Niveau 1 Kwaliteit instructiegedrag en klassenmanagement, Juist gebruik van effectieve methodes voor aanvankelijk en voortgezet technisch lezen, Gebruik leerlingvolgsysteem ( rond technisch

Nadere informatie

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden. Ontwikkelingslijn: Ontwikkelingsveld 2: Eigenaar: Coöperatief leren Tandemleren Inge Kiers Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve

Nadere informatie

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave: 11-12-2007 Inhoudsopgave: 1. Dyslexie...3 1.1 Wat is het dyslexieprotocol?...3 1.2 Doel van het Protocol Dyslexie....3 1.3 Inhoud van het protocol...3 2. Preventie en interventiehandelingen...4 2.1 Groep

Nadere informatie

Schooljaarplan 2015-2016 Koning Willem-Alexander

Schooljaarplan 2015-2016 Koning Willem-Alexander Schooljaarplan -2016 Koning Willem-Alexander 1 e kolom: (S.)ignaal, (M.)eetbaar, (A.)cceptabel, 2 e kolom (R.)ealisatie, (T.)ijd Onderwerp (S.M.A.) Datum agendapunt (R.T.) Klaar? (T) Borging VCPO-NG scholen

Nadere informatie

Basisschool Koningin Juliana

Basisschool Koningin Juliana Basisschool Koningin Juliana Kwaliteitsonderzoek vroegschoolse educatie Datum vaststelling: 16 januari 2019 Samenvatting De inspectie heeft op 12 november 2018 een onderzoek uitgevoerd naar de vroegschoolse

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: Februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: Taal stellen

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

De Schoolwerkplaats school van nu

De Schoolwerkplaats school van nu 2015 De Schoolwerkplaats school van nu Visie en uitgangspunten Manon van der Linde Ilse Overzier Marjan van Baekel- Kan 1. Waar de Schoolwerkplaats voor staat Missie Wat we willen is dat alle kinderen

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1

Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1 Leerling volgen in hun ontwikkeling vanaf groep 1 SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Middagconferentie 25 mei Versnellen & Verrijken Yvonne Janssen Doelen workshop Bewustwording van complexiteit

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

Wereldverkenning in samenhang Taal & de thema s van DaVinci HEEFT TE MAKEN MET AL HET ANDERE, LEONARDO DAVINCI

Wereldverkenning in samenhang Taal & de thema s van DaVinci HEEFT TE MAKEN MET AL HET ANDERE, LEONARDO DAVINCI Wereldverkenning in samenhang Taal & de thema s van DaVinci ALLES HEEFT TE MAKEN MET AL HET ANDERE, LEONARDO DAVINCI inhoud workshop 1.Wat houdt de methode DaVinci in? 2.Waar liggen kansen voor taal binnen

Nadere informatie

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer Domein B1.1 Biologie leren Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen

Nadere informatie

Taal zonder een lees- en taalmethode, kan dat eigenlijk wel?

Taal zonder een lees- en taalmethode, kan dat eigenlijk wel? Taal zonder een lees- en taalmethode, kan dat eigenlijk wel? Gerri Koster MA SEN De Activiteit, Alkmaar/ s-hertogenbosch Landelijk Centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs g.koster@de-activiteit.nl

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 10 Stichting

Nadere informatie

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Beroepsstandaarden docent Nederlands De Beroepsstandaarden en Registratie in het Talenonderwijs (BiT) zijn ontwikkeld in opdracht van Levende Talen en in afstemming met het SBL. De beroepsstandaarden in dit document zijn uitgewerkt door een

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Aanbevelingen voor de leerkracht

Aanbevelingen voor de leerkracht 2012 Aanbevelingen voor de leerkracht Milou Visser Iselinge Hogeschool Goed rekenonderwijs begint bij de leerkracht! Een aantal didactische aandachtspunten die bij het werken aan een rekenverbetertraject

Nadere informatie

Inhoudelijke beschrijving Vversterk Basistraining per module

Inhoudelijke beschrijving Vversterk Basistraining per module Inhoudelijke beschrijving Vversterk Basistraining per module Module 1 De Nederlandse VVE-programma s en de Taallijn VVE Hoe ontwikkelen kinderen zich. ontwikkelingsgebieden. kerndoelen, tussendoelen, leerlijnen.

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Taalstimulering voor kinderen en volwassenen Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Enkele stellingen Taalontwikkeling 1. Voortalige fase: van 0 tot 1 jaar 2. Vroegtalige fase: van 1 tot 2,5 jaar Eentalige

Nadere informatie

1

1 Maak betekenisvolle onderwerpen bespreekbaar Individuele docententraining PPOZO DAG 1 PPOZO Marije Fris leerkracht basisonderwijs trainer & masterclassdocent St. DKJL Dag 1 donderdag 24 november Dag 2

Nadere informatie