Beoordelingsformulier niveau 2 / Project Beroepsoriëntatie / Fontys ABV Tilburg / 2013-2014 student Meike Gooier *VT *DT *semester 3 4 5 6 datum Juni 2014 *vakbeoordeling docenten (en) Praktijk: Huib Fens, Henk Geraedts Kunsttheorie: Manus Groenen Onderwijstheorie: Dorianne Vervoort *domeinbeoordeling *aankruisen wat van toepassing is Op de achterzijde van het beoordelingsformulier worden de competenties en bijbehorende gedragsindicatoren beschreven die ten grondslag liggen aan de beoordeling. De precieze criteria die gehanteerd worden bij het Project Beroepsoriëntatie zijn aan het einde van dit document weergegeven. kwalificatie comp. omschrijving cijfer A1 beeldende kwaliteit, proces en ontwikkeling continuïteit, sturing proces onderzoeksgerichtheid authenticiteit A2 adequate toepassing materiaal en techniek, voldoende variatie relatie inhoud/vorm/functie A3 theoretische onderzoek en brongebruik brede verkenning werkveld helder en correct geschreven onderbouwing product OT en TdK correcte bronvermelding/brongebruik min. 3 bronnen toelichting 7 Interessant uitgangspunt, vorm nog niet helemaal helder. 6.5 Kwaliteit van het beeld draagt het concept, is nu nog niet het geval. Technisch en inhoudelijk aanscherpen. 5,3 Gezamenlijk vooronderzoek, prima. Stem nog beter onderling af wat je onderzoekt en noteert hierover > jullie zijn samen verantwoordelijk, dat is meer dan een nietje erdoor. Erg veel slordige spelfouten. Bijzondere (en leuke) keuze voor onderzoeksvraag, niet direct voor de hand liggend. Je hanteert verschillende manieren van bronvermelding door elkaar, niet doen. Naar alle bronnen in je bronnenlijst moet je verwijzen in je tekst! Voor OT gebruik je voldoende bronnen. De informatie die je uit deze bronnen haalt is wel summier. Ga dieper in op de leeftijdsgroep HAVO 4! Je onderwijs- en vakvisie ontbreekt. Indirect komen wel aspecten van je visie terug in bijvoorbeeld de profielbeschrijving. (OT: 6.5) TdK: TdK onderzoek is onvoldoende. Je hebt zoals het er nu uitziet maar 1 (zwak) artikel gebruikt voor het TdK deel en dat is te merken aan de inhoud. Het thema is zeer interessant en bewonderenswaardig, maar de uitwerking is door gebrek aan kennis/onderzoek niet zo sterk. (TdK: 4) B reflectieve kwaliteiten t.a.v. eigen werk en dat van anderen (inclusief bronnen) 6 Cijfer Praktijk: 6
beeldend zelfkritisch, zicht op werkproces beeldend werk kunstbeschouwelijk positioneren profielbeschrijving (geïntegreerde opdracht) product matcht met eigen criteria relatie domeinen De punten die je in je profielbeschrijving hanteert zijn erg algemeen. De koppeling met je voorafgaande theoretisch kader komt niet goed naar voren. Er zijn ook dubbelingen, bv: kennis van de leeftijdsgroep kan al impliceren dat iets duidelijk en helder moet zijn, dat je positief moet denken, e.d. Je product voldoet redelijk aan je eigen criteria. Je zou zelf de link mogen leggen. Je moet proberen hogere eissen te stellen aan jezelf in je TdK onderzoek. Je maakt je er te gemakkelijk van af. C D E G pedagogische houding en inzicht aansluiting doelgroep didactische vaardigheden authenticiteit en kwaliteit product aansluiting doelgroep kwaliteit presentatie interpersoonlijk functioneren in sociaal verband aanwezigheid, begeleidbaarheid houding Omgevingsgerichtheid koppeling beeldend werk aan maatschappelijke en culturele fenomenen minimaal 2 praktische bronnen (excursies e.d.) 7 Je verwijst naar informatie uit verschillende bronnen als het gaat om de doelgroep (= prima), maar de informatie die je geeft is wat te kort door de bocht. Leg beter uit wat bv. de theorie van Parsons is, zodat de lezer snapt wat dat betekent voor de leeftijdsgroep in het V.O. Tussen de regels door zien we dat je je zeker verdiept hebt in de leeftijdsgroep. Maak dit explicieter door een koppeling met theorie uit bronnen te maken. 5,5 Je presentatie is net voldoende. Probeer meer afwisseling in te bouwen, meer (inter)actie te laten plaatsvinden. Inhoudelijk is je presentatie voldoende. Doelgroep + onderwijs- en vakvisie: zie comp C. Naast een gebrek aan kennis over de inhoud, waardoor de kwaliteit achter blijft, blijft je product een beetje droog, had wat verrassender/innovatiever gemogen. De keuze voor het onderwerp wordt erg gewaardeerd. 6,5 Cijfer Praktijk: 7 Aanwezigheid prima. Laat wat meer van jezelf (van je werk) zien, dan kunnen we iets gerichter feedback geven. 6,5 Cijfer Praktijk: 7 Je hebt je wel breed georiënteerd. Ben je ook zelf op excursie geweest? Blijkt niet uit je bronnenlijst. Als je interesse hebt in het maken van tentoonstellingen en curatorschap is het erg belangrijk dat je veel bezoekt. aandachtspunten / advies: Competentie A3, TdK deel aanvullen en de resultaten in het product verwerken. > inleveren in herkansingsweek augustus. Let op tikfouten (regelmatig slordige fouten) en taalfouten. Advies vragen mag altijd, wees niet bang om te laten zien wat je aan het doen bent en erover te praten. Feedback maakt het eindresultaat namelijk sterker.
handtekening: Instructies docent en student: Bij een domeinbeoordeling volgt de docent het protocol Domeinbeoordelingen. Bij een domeinbeoordeling moet dit formulier ondertekend worden. Dit kan op 2 manieren. o Optie 1: dit formulier digitaal invullen, printen, ondertekenen, scannen en digitaal versturen aan betreffende student en de fasecoördinator ter archivering. o Optie 2: je maakt eenmalig een JPG van je handtekening, plaatst deze digitale handtekening in het beoordelingsdocument en slaat dit document als PDF op. De beoordeling verstuur je digitaal aan betreffende student en de fasecoördinator ter archivering. De student neemt dit formulier op in het digitaal portfolio (Wordpressblog). Te beoordelen competenties en gedragsindicatoren (uit: Overal ramen, zie portal ABV): A1 CREËREND VERMOGEN 1 De student kan zelfstandig een beeldend proces op gang brengen, dit proces kwalitatief onderhouden en afronden. A1.1 je ontwikkelt autonome beeldtaal d.m.v. onderzoek en gericht experiment A1.2 je hebt zichtbaar aandacht besteed aan ontwerpend of toegepast verbeelden A2 CREËREND VERMOGEN 2 De student creëert beelden in uiteenlopende disciplines en drukt de eigen beeldende visie uit met adequate middelen. A2 je ontwikkelt beeldende vaardigheden en een persoonlijke werkwijze, gekenmerkt door samenhang in materieel-technische verscheidenheid B VERMOGEN tot REFLECTIE en ONTWIKKELING De student kan het eigen beeldend handelen, het kunsttheoretisch handelen, het pedagogisch en didactisch handelen beoordelen, in onderling verband hanteren, en zo nodig verbeteren. B.1 je ontwikkelt 'beschouwingsvermogen' dat o.a. blijkt uit het kunnen onderhouden van een beeldend proces in inhoudelijke en materiële zin B.2 je bent je bewust van de belangrijkste opvattingen en ideeën die in verschillende cultuurperioden gehanteerd worden, en de mogelijke invloed daarvan op je eigen werk B.3 Je bent in staat om je opvattingen over beroep te verwoorden, en planmatig aan de gewenste beroepsmatige ontwikkeling te werken B.4 je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken E INTERPERSOONLIJK VERMOGEN De student functioneert open en oprecht in een sociaal verband en je communiceert daarbij effectief. E.1 je toont betrokkenheid en enthousiasme op de ABV en in je stageschool E.2 je communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non-verbaal E.3 je corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag Specifieke criteria Project Beroepsoriëntatie: Praktijk:
De continuïteit van je beeldend proces, ben je er wekelijks zichtbaar mee bezig geweest? Hoe breed was je onderzoek /proces? Zijn door jou relevante ideeën naast elkaar onderzocht? Heb je vanzelfsprekendheden vermeden? Werden een of meerdere ideeën varianten onderzocht/uitgewerkt? Ben je potentiële mislukkingen niet uit de weg gegaan? Waren je keuzes duidelijk en doelgericht? Was je in de beeldende analyse zelfkritisch en had je inzicht in eigen werkproces? Kan jij je eigen werk analyseren en kunstbeschouwelijk positioneren en kun je het relateren aan maatschappelijke en culturele fenomenen? Heb je inzicht in de relatie tussen inhoud/vorm/functie van je eigen werk? Zijn de beeldende middelen, materialen en technieken adequaat ingezet (passen bij concepten)? Het werk is authentiek; in hoeverre heb je een eigen/wijze benadering van het beeldend probleem laten zien? Brengt je werk iets teweeg, heeft het iets extra s, nodigt het uit tot discussie? Geïntegreerde opdracht: Brede verkenning gekozen werkveld gebaseerd op theoretisch én praktisch onderzoek. Diepgaande analyse gekozen doelgroep gebaseerd op theoretisch bronnen. Beschrijving onderwijs- en vakvisie gebaseerd op gevarieerde bronnen. Onderwijs- en vakvisie omvatten in ieder geval pedagogisch/psychologische en vakdidactische aspecten die consequent met elkaar zijn. Deze visie bouw je in je afstudeerjaar verder uit. Concrete en inhoudelijke profielbeschrijving (minimaal 10 kenmerken) gebaseerd op het vooronderzoek. Helder en correct geschreven verslag. Product niet clichématig, wel authentiek. Product visueel aantrekkelijk vormgegeven. Product voldoet aan eigen gestelde criteria (6 criteria). Product sluit aan bij gekozen doelgroep. Product gaat echt over beeldende kunst en/of vormgeving (kan praktisch of theoretisch). Product komt voort uit onderwijs- en vakvisie. Product is inhoudelijk onderbouwd, zowel vanuit kunstheorie als onderwijstheorie. Ontwerpcriteria vloeien logisch voort uit vooronderzoek. Bronvermelding en bronnenlijst volgens APA-normen. Minimaal 3 theoretische bronnen voor zowel TdK als OT. Daarnaast gebruik je ook bronnen voor het beeldend werk. Minimaal 2 praktische bronnen voor vooronderzoek (interview, zelf georganiseerde excursie,.) in kader onderzoeksvraag. Presentatie afgestemd op deelnemers. Presentatie aantrekkelijk om naar te kijken en luisteren. Presentatie is (inter)actief. Presentatie is inhoudelijk sterk. Aanvullende beoordelingscriteria voor het totale project Beroepsoriëntatie: Begeleidbare opstelling (minimaal 80% aanwezigheid). Deelname aan verplichte excursies. Vastleggen feedback docenten gedurende gehele proces voor alle drie de domeinen. Vastleggen ontwikkeling (proces, producten) op eigen Wordpressblog. Reflectievermogen; je bent in staat de relatie tussen de 3 domeinen Praktijk, Kunstheorie en Onderwijstheorie te verwoorden. Omgevingsgericht.