Visie op Industrie. Sectorrapport 2009



Vergelijkbare documenten
Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Zakelijke dienstverlening

Macro-economische Ontwikkelingen

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Conjunctuurenquête Nederland

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015

Economie in 2015 Kans of kater?

Conjunctuurenquête Technologische industrie. november 2016

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Productie licht gedaald in vierde kwartaal

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Dienstensector houdt vertrouwen

61e Ondernemerspanel. MKB-Nederland TNS NIPO

Minder sterke groei industrie in tweede kwartaal

Omzet industrie daalt

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

UIT groei en conjunctuur

2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

Michiel Verbeek, januari 2013

Minder faillissementen in 2016

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Conjunctuurenquête voorjaar 2013

Industriële omzet stijgt opnieuw

Economie en MKB Ondernemen met tegenwind

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

FME Postbus AD Zoetermeer T E I HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2016

Voor wie verstandig handelt! Toenemende risico s

Starters zien door de wolken toch de zon

Conjunctuurtest voorjaar 2012

Omzet industrie daalt, productie vrijwel gelijk

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.

Eindexamen vwo economie 2014-I

Lagere afzetprijzen drukken nog steeds omzet

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Internationale varkensvleesmarkt

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

VVMA Congres 18 mei 2010

M Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Visie op Bouw en Vastgoed. Sectorrapport 2009

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête najaar 2015

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder?

Nederlandse economie in zicht

Outlook Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Prijsafname zorgt opnieuw voor omzetdaling industrie

Hieronder vindt u de belangrijkste sheets uit de presentatie van Mr. Drs. J. Wijn, zoals deze zijn vertoond tijdens de 'ABN AMRO blikt

Visie op de Nederlandse economie in 2014

Ontslaggolf op komst. Resultaten december 2008

Crisis en herstel in de bouwsector

Visie op 2010 Hoop op herstel

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Meting economisch klimaat, november 2013

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Eindexamen economie vwo II

Macro-economische Ontwikkelingen

Atradius Landenrapport

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Economische visie op 2015

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Nederlandse economie in zicht

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Marktontwikkelingen varkenssector

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Minder starters in 2016

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Macro-economische Ontwikkelingen

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Conjunctuurtest voorjaar 2011

Omzet industrie daalt opnieuw

Koufront vanuit het westen

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Monitor Bouwketen. Voorjaar Marien Vrolijk

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Nettoresultaat Aalberts Industries stijgt met 34%

bouw sectormonitor november 2011

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

Huidig economisch klimaat

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Utrecht

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche TWEEDE HELFT 2016

Macro-economische Ontwikkelingen

Transcriptie:

Visie op Industrie Sectorrapport 2009

Visie op Industrie Inhoud Voorwoord 3 Inleiding 4 Visie op Nederland 5 Interview met Jan Kamminga 9 Samenvatting 12 Elektrotechnische groothandel 13 Kunststofindustrie 15 Machine-industrie 17 Metaalbewerkingsindustrie 19 Metaalproductenindustrie 21 Meubelindustrie 23 Verpakkingsmiddelenindustrie 25 Leeswijzer 27 Colofon 29 2 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Voorwoord Geachte lezer, De Nederlandse industrie is ondanks haar beperkte zichtbaarheid in de samenleving van groot belang voor de Nederlandse economie. Naast enkele multinationals met aansprekende namen zoals Philips, ASML, VDL, Aalberts Industries en Stork, bestaat de Nederlandse industrie voor het merendeel uit anonieme industriële MKB toeleveranciers. De industrie is hard getroffen door de wereldwijde vraaguitval. Omzetdalingen groter dan 20% zijn eerder regel dan uitzondering. Toeleveranciers aan vroegcyclische sectoren zoals automobiel- en halfgeleiderindustrie, consumentenelektronica, chemie, maar ook de bouw, zijn hard getroffen door de vraaguitval. Door haar grote afhankelijkheid van export is de Nederlandse industrie daarnaast ook getroffen door het lage Britse pond en de lage US dollar. Gelukkig verlichtten de sterk gedaalde prijzen van grondstoffen en energie in het laatste kwartaal van 2008 en begin 2009 enigszins de pijn van de producenten. De significante vraaguitval wordt tot heden nog gepareerd door de (historisch) goede financiële buffer van de meeste industriële bedrijven. Door hun plaats in de keten en de beperkte schaalgrootte, hebben de Nederlandse toeleveranciers vaak te weinig macht om prijsaanpassingen bij afnemers en grondstofleveranciers af te dwingen. Oplopende debiteurentermijnen, dure en beperkende exportverzekeringen en het feit dat de toeleverancier steeds vaker voorraadhoudend moet zijn voor de producent, zorgen ervoor dat de werkkapitaalbehoefte van industriële toeleveranciers sinds het laatste kwartaal 2008 enorm is toegenomen. Ons huidige economische denkmodel van altijd maar groei is niet meer zo vanzelfsprekend. Ik verwacht dat de periode 2009-2011 vooral in het teken zal staan van ondernemen in een krimpende markt. Het zal blijken dat bedrijven met een degelijke administratieve organisatie en een management team dat beschikt over een strategische visie, de huidige recessie sterk zullen doorkomen. Ondanks het feit dat afnemers tijdens de recessie een hogere prijssensitiviteit hebben, zal een onderscheidend product en/of proces haar meerwaarde laten zien in een periode van krimpende markten. Korte termijn kostenreductie is helaas onvermijdelijk. Echter, mijn advies aan de ondernemers is om de lange termijn doelstelling niet uit het oog te verliezen! Wij danken de heer Kamminga van de FME-CWM voor zijn bijdrage en wensen u veel leesplezier, David Kemps Sector Banker Industrie ABN AMRO Bank N.V. 3 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Inleiding Sectorpublicaties hebben een lange geschiedenis binnen ABN AMRO. Reeds begin jaren zeventig zag een voorloper van Visie op Sectoren (kortweg VOS) het daglicht. Waren in de eerste decennia de sectoranalyses alleen voor intern gebruik, vanaf 2004 worden ze voor een breed publiek voornamelijk via internet aangeboden. In Visie op Sectoren 2009 vindt u de visie van ABN AMRO op trends, ontwikkelingen en onze vooruitzichten in de industrie. De Visie op Industrie begint met de visie van ABN AMRO op de Nederlandse economie. Vervolgens treft u een interview aan met Jan Kamminga, voorzitter van FME-CWM, gevolgd door een samenvatting en 7 brancheanalyses. Elke brancheanalyse bestaat uit twee pagina s met een beschrijving van de bedrijfstakdynamiek en de vooruitzichten, maar bevat tevens een veelheid aan cijfers. De lezer krijgt hiermee inzicht in de trends, ontwikkelingen, vooruitzichten en andere (bedrijfs)economisch gerelateerde vraagstukken die relevant zijn voor een branche. De VOS 2009 is samengesteld op basis van talrijke bronnen. Er zijn zowel openbaar toegankelijke bronnen als eigen informatiebronnen gebruikt. Veel informatie is publiekelijk toegankelijk. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is een welbekende bron voor cijfers. Ook hebben we gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van brancheorganisaties in Nederland, diverse onderzoeks- en adviesbureaus en overheidsinstanties. Naast deze publiek toegankelijke bronnen heeft ABN AMRO Sector Research de beschikking over eigen informatiebronnen en databases. Een voorbeeld hiervan treft u op elke tweede pagina van de brancheanalyse waar het onderwerp werkkapitaal MKB wordt behandeld. Dit gedeelte geeft de ontwikkeling van het werkkapitaal van het MKB weer over een periode tot 2007. Wij hopen dat deze publicatie u stimuleert om met ABN AMRO en uw collega ondernemers van gedachte te wisselen over de uitdagingen voor uw sector in Nederland. 4 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Visie op Nederland Nederlandse economie in zware recessie In 2008 is de economische groei sterk teruggevallen. In het tweede en derde kwartaal was al sprake van krimp van de economie zowel in de eurozone als in Nederland. De situatie werd nog grimmiger in het najaar van 2008 toen alom duidelijk werd dat de gevolgen van de kredietcrisis veel ernstiger waren dan eerder was gedacht. Voor 2009 worden nu zeer negatieve groeicijfers verwacht. En ook voor 2010 verwachten we (gemiddeld) nog geen groei. Bovendien zijn de risico s groot. Het is zeker niet uitgesloten dat de correctie op de in eerdere jaren ontstane en nu geknapte bubbels nóg sterker is en de economie in een nóg diepere recessie terechtkomt. De afkoeling van de wereldeconomie begon al in de eerste helft van 2008. De groei - met name die in de VS - stond trouwens al vóór het begin van 2008 onder druk door de sterke terugval op de Amerikaanse huizenmarkt. Verder zorgde de in de zomer van 2007 begonnen kredietcrisis voor de nodige onzekerheid. Vervolgens liep de olieprijs in de eerste helft van 2008 op tot een recordhoogte. Dat zette de koopkracht in veel landen onder druk en daarmee de groei van de particuliere consumptieve bestedingen. In de loop van het jaar vertraagde de groei van de wereldeconomie van 4,3% jaar-op-jaar (j-o-j) in het eerste kwartaal tot net boven nul in het laatste kwartaal. Tezamen met de wereldeconomie liet ook de wereldhandel een afkoeling zien. Deze was trouwens al zichtbaar vanaf de nazomer van 2007. Eind vorig jaar nadat de kredietcrisis weer in alle hevigheid was opgelaaid - leek de wereldhandel compleet in te storten. In de maanden november tot januari kromp de handel ruim 6% per maand. Als gevolg daarvan lag het volume van de wereldhandel bij het begin van dit jaar zo n 17% onder het niveau van begin 2008! Sterke groeivertraging Nederlandse economie In 2006 en 2007 draaide de Nederlandse economie heel goed. Het bruto binnenlands product (BBP) nam die jaren met gemiddeld 3,5% toe. In 2008 viel de groei terug naar 2%. Daarmee deed ons land het in die jaren duidelijk beter dan de eurozone als geheel. Vooral in het laatste deel van 2007 was de groei hoog. In feite was vrijwel de hele gemiddelde groei van 2008 al gerealiseerd in 2007. Dat zet de Nederlandse prestatie in een wat ander licht. We zien dit ook als we naar de kwartaalcijfers kijken van 2008. In het eerste kwartaal steeg het BBP nog met 0,6% ten opzichte van het voorgaande kwartaal (k-o-k). Maar in de periodes daarna kromp de economie en ook nog eens steeds harder: van -0,1% k-o-k in het voorjaar naar -1,0% in het slotkwartaal. 5 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Visie op Nederland Economische groei Nederland 2,5% 5% 2,0% 4% 1,5% 3% 1,0% 2% 0,5% 1% 0,0% 0% -0,5% -1% -1,0% 01 02 03 04 05 06 07 08 groei k-o-k (l.a.) groei j-o-j (r.a.) -2% De afkoeling van de economie in de loop van het jaar wordt verklaard door de terugval bij vrijwel alle bestedingen. De consumptie stagneerde in het grootste deel van het jaar. Dat werd waarschijnlijk mede veroorzaakt door de forse inflatiestijging in het eerste halfjaar die de koopkracht onder druk zette. Alleen in de laatste maanden van het jaar namen deze bestedingen weer toe. De investeringen deden het aanvankelijk nog goed, maar in het tweede halfjaar eiste het afgenomen producentenvertrouwen, dat leed onder de dure olie en euro, zijn tol en gingen de investeringen dalen. De uitvoer kwam in het voorjaar onder druk. De vertraging van de wereldhandel en de alsmaar duurder wordende euro deden de uitvoer afnemen. Vooral tegen het eind van het jaar gingen de investeringen en de uitvoer onderuit. De toename van de consumptie voorkwam een nóg forsere krimp van de economie. Stand begin 2009 - vooruitzichten Waar staan we nu? Als we kijken naar de verschillende vertrouwensindicatoren, de barometers van het economisch weerbeeld, dan wijzen die op een heel slechte start van 2009. Eind vorig jaar hebben deze indicatoren een enorme duikvlucht gemaakt naar niveaus die we sinds de recessie van begin jaren tachtig niet meer hadden gezien. In het eerste kwartaal zijn deze indicatoren weliswaar gelukkig niet veel meer gedaald, maar doorgaans lagen ze in maart toch nog altijd op een iets lager peil dan eind vorig jaar. Vertrouwensindicatoren zijn gebaseerd op enquêtes. Daarmee zijn het zachte cijfers. De eerste harde cijfers van dit jaar waren echter ook slecht. Zo bleek dat het volume van de Nederlandse goederenuitvoer in januari 14% was gedaald ten opzichte van begin 2008. En ook de industriële productie liet in de eerste twee maanden met -12% j-o-j een enorme daling zien. De dramatische ontwikkeling sinds eind 2008 zien we ook terug bij de bezettingsgraad van het machinepark van de industrie. Tussen oktober en januari daalde de bezetting van 83% naar krap 77%. Ten slotte lag de ontvangst van nieuwe orders in de industrie ongeveer een derde lager dan begin 2008. Aan de neergang lijkt dus nog geen eind te komen. 6 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Visie op Nederland Bezettingsgraad industrie 88% 86% 84% 82% 80% 78% 76% 74% 72% 70% 90 92 94 96 98 00 02 04 06 08 09 Gelet op de enorme afname van de wereldhandel, zien we de Nederlandse uitvoer eveneens sterk dalen in 2009. De flink geslonken orderportefeuilles in de industrie bevestigen deze verwachting voor de verslechterde buitenlandse afzet. Bij de particuliere consumptie is sprake van verschillende, tegen elkaar in werkende factoren. De contractlonen nemen gemiddeld met ongeveer 3% toe. Veel cao s zijn vorig jaar afgesloten toen voor 2009 nog een inflatie van ruim 3% werd voorzien. De inflatie is echter hard gedaald en komt waarschijnlijk gemiddeld onder de 1% uit. Dat levert een flinke koopkrachtverbetering op voor de werkenden. Daar staat tegenover dat de werkloosheid, die overigens tot en met de eerste maanden van het jaar slechts licht is toegenomen, sterk zal stijgen. Dat is juist nadelig voor het beschikbaar inkomen in ons land. Bovendien zal het toenemende verlies aan banen het consumentenvertrouwen verder onder druk zetten. Daardoor gaat men mogelijk meer sparen in plaats van besteden. De particuliere consumptie zal dit jaar wellicht gelijk blijven of licht afnemen. Door de slechte afzetperspectieven, vooral in het buitenland, staan de investeringen onder zeer zware druk. De bezettingsgraad is al drastisch afgenomen. Winsten zullen teruglopen deels als gevolg van een stijging van de arbeidskosten per eenheid product. De afname van de werkgelegenheid volgt immers met vertraging de afname van de productie. Daarbij komt dat de banken hun leenvoorwaarden hebben aangescherpt. (Maar de kredietverlening aan nietfinanciële bedrijven is in de eerste twee maanden van 2009 wel iets toegenomen.) We gaan er daarom van uit dat de investeringen mogelijk met dubbele cijfers zullen afnemen. Rente is fors verlaagd Toen afgelopen najaar het financiële systeem in grote problemen kwam, hebben de centrale banken ingrijpende maatregelen genomen. Zo zijn de rentes in veel landen fors verlaagd. In de VS heeft de Fed haar rente teruggebracht naar bijna 0%. De ECB heeft weliswaar de rente in mindere mate omlaag gebracht, maar toch is ook hier de belangrijkste beleidsrente, de refi-rente, met 3 procentpunt verlaagd naar 1,25% in april. En alom wordt verwacht dat deze rente op korte termijn naar 1% wordt gebracht. De refi-rente is het tarief waartegen banken geld kunnen lenen bij de ECB. Sinds afgelopen najaar kan dat zelfs onbeperkt. Want in het kader van het steunen van de bancaire sector heeft de ECB het gebruikelijke maximum aan de toewijzing van liquide middelen tijdelijk laten vervallen. Onlangs heeft de ECB bekendgemaakt dat deze maatregel minstens tot na het einde van dit jaar van kracht blijft - en zo nodig nog 7 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Visie op Nederland langer. Een ander rentetarief van de ECB is de depositorente. Tegen deze rente kunnen banken middelen die ze (tijdelijk) over hebben, parkeren. Dat levert hun nu nog maar 0,25% op. Centrale banken buiten de eurozone hebben ook andere, niet-conventionele maatregelen genomen. De Fed bijvoorbeeld heeft twee nieuwe beleidsinstrumenten ingezet: kredietversoepeling (credit easing) en kwantitatieve verruiming (quantitative easing). Het eerste instrument betreft het aankopen door de Fed van schuldtitels uit de private sector. Bij het tweede instrument koopt de Fed staatsobligaties op. De bedoeling is dat daarmee ook de langere rentes naar beneden gaan. De ECB heeft aangekondigd ook met nieuwe nietconventionele maatregelen te komen. Welke dat zullen zijn, heeft ze nog niet gezegd. Door de sterke afkoeling van de economie zijn de lange rentes met name eind 2008 duidelijk naar beneden gekomen. We hebben het hier over het rendement op staatsobligaties. Het rendement op bedrijfsobligaties ligt daar sinds het begin van de kredietcrisis en vooral sinds het weer oplaaien daarvan in het afgelopen najaar, een stuk boven. Maar ook deze rentes zijn wat gedaald. In het eerste kwartaal heeft de neerwaartse trend niet doorgezet. Toch is er een redelijke kans dat de lange rente in de komende maanden iets verder zal dalen. Zo zit de economie voorlopig nog in een recessie. En indien de Fed haar aankopen van staatsobligaties verder gaat opvoeren, zal de rente in de VS wat dalen. Dat kan ook de lange rente in de eurozone meetrekken, zij het in mindere mate. In de tweede helft van het jaar kunnen de lange rentes weer iets oplopen. Forse krimp in 2009 Hoe lang de recessie zal aanhouden en hoe diep die zal zijn, is moeilijk te zeggen. Bij eerdere bankcrises bleek dat de economie enkele jaren nodig had om daarvan te herstellen, ten koste van een flinke economische krimp. En we mogen niet vergeten dat we nu te maken hebben met een mondiale crisis, niet een nationale. Maar centrale banken en regeringen hebben stevige tegenmaatregelen genomen. En we gaan ervan uit dat deze maatregelen gaan werken. We verwachten dat de Nederlandse economie dit jaar heel fors zal krimpen met 3 à 5%. Later in het jaar of in 2010 kan aan de krimp een eind komen dankzij de genoemde stimulans van de monetaire en begrotingsmaatregelen voor de wereldeconomie. Maar de gemiddelde groei in ons land zal in 2010 waarschijnlijk nog negatief zijn. Toch zou dit betekenen dat in vergelijking met eerdere bancaire crises in de wereld de schade voor de economische groei deze keer wat lager uitvalt. Dat tekent dan ook tegelijkertijd het negatieve risico dat aan ons scenario kleeft. In dit verband wijzen we ook op de forse daling van de inflatie. In maart was deze in de eurozone gedaald naar 0,6% - van 4% in de zomer van 2008. In ons land lag het cijfer in maart met 2,0% hoger. Vooral de ontwikkeling van de olieprijzen, en in mindere mate van de voedselprijzen, was voor de daling sinds afgelopen zomer verantwoordelijk. En dat geldt ook voor de verdere inflatiedaling die we voorzien óók in Nederland. Maar de recessie drukt de prijzen eveneens. Daardoor zou de inflatie in de zomer tijdelijk onder de nul kunnen uitkomen. Maar of het daarbij blijft? Door de recessie is er een ongekend grote onderbezetting in de economie aan het ontstaan. Die zal de inflatie drukken. We weten echter niet hoe groot het deflatoire effect daarvan kan zijn. 8 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Jan Kamminga, voorzitter en algemeen directeur van FME-CWM Nieuwe, harde verhoudingen in een andere tijd Jan Kamminga: Er is zeer grote onzekerheid in de technologisch-industriële sector. Orderportefeuilles lopen leeg. Er zijn bedrijven met een omzetverlies van 40, 50, of zelfs 60%. En toch: het beeld is niet in de hele sector hetzelfde. Het gaat nog redelijk goed in sectoren zoals de scheepsbouw, de energiesector en de gezondheidsector. Maar automotive is dramatisch. Duurdere consumentenelektronica, tv-installaties, dure keukensystemen - mensen wachten met het doen van dure aankopen. Kopen en betalen, dat gaat nog wel, maar zodra mensen verplichtingen moeten aangaan (afbetalingen of leningen), dan worden ze huiverig. Jan Kamminga Drie dingen zijn belangrijk. Ten eerste moet het bancaire systeem weer gaan draaien. Kijk, banken moeten geen kredieten geven aan bedrijven waarvan ze niet behoorlijk zeker zijn dat die aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Als banken een financiering voor een bedrijf echt onverantwoord vinden, is daar alle begrip voor. En banken zijn de laatsten die moeten bijdragen aan een soort ondersteuningsbeleid voor bedrijven zoals dat in de jaren tachtig heeft bestaan, toen is er, denk aan RSV, veel geld weggegooid. Voor zo n beleid pleit ik dus zeker niet. Maar banken moeten zich wel heroriënteren op hun taak en positie in de samenleving, waar ze eenvoudigweg nog niet uit zijn. Banken moeten terug naar de rol waarvoor ze bestaan: aan de ene kant spaargelden opnemen, aan de andere kant het verstrekken van leningen. Wat banken moeten gaan doen, is op een constructieve wijze meedenken met de bedrijven. Er zijn op dit ogenblik voortreffelijke bedrijven, waar helemaal niets aan de hand is, waar onbegrijpelijke opslagen worden gerekend op financieringen. Laatst hoorde ik nog van een ondernemer die, voor drie ton extra krediet, zijn vrouw en zijn kinderen garant moest laten staan. De opslag was zo hoog, dat die ondernemer het geld maar bij zijn schoonouders geregeld heeft. Er is een houding van banken: o, liever niet, loop mijn deur voorbij, alstjeblieft. Het tweede dat moet gebeuren: de innovatie moet op niveau blijven. Nederland wil een kenniseconomie zijn. Het vooroplopen in het ontwikkelen van producten, dáár moeten we het van hebben in de wereldwijde concurrentieslag. En ten derde moeten er andere oplossingen komen voor de arbeidsmarktproblematiek. We moeten in Nederland anders omgaan met werktijdverkorting of met deeltijd-ww, hoe je het ook wilt noemen. Het moet hier net als in Duitsland geregeld worden. Daar hebben 9 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie ze het systeem van Kurzarbeit. En kun je vrijdagmiddag om vier uur bellen dat je orders zijn ingestort, en dat je maandag nog maar de helft van het personeel voor 30% kunt laten werken. Om maar een voorbeeld te noemen. En dat wordt dan geregeld. In Duitsland kijken ze vooruit. Terwijl in Nederland kijken we terug: hier moeten we over de afgelopen twee maanden 30% minder omzet hebben gehaald dan de twee maanden daarvoor, wil je in aanmerking komen voor arbeidstijdverkorting. Dus je moet rekenen over de laatste vier maanden. Maar ja, het gaat erom; wat heb je volgende week donderdag aan orders. En daar wordt hier niet naar gekeken. Er is nog iets dat speelt in de arbeidsmarktproblematiek. Als er werknemers uit moeten, dan geldt nu het systeem van leeftijdscategorieën waarin degene die het laatst is binnen gekomen, er het eerste uitgaat. Maar in de technologisch industriële sector is veel meer vrijheid nodig, we moeten alle jonge, hoog opgeleide mensen die met computergestuurde machines kunnen omgaan, vasthouden in de bedrijven. Die hebben we heel hard nodig. Met het oude systeem van last in first out, raken we te veel jonge hoogopgeleiden kwijt. Minister Donner is genegen om het systeem soepeler te maken. Na deze crisis zullen de bordjes in de wereld totaal zijn verhangen. Daar ben ik van overtuigd. Het zal nooit meer zijn zoals het was. In Europa krijgt de industrie het uitermate moeilijk om te concurreren tegen opkomende landen, althans, wat wij vroeger opkomende landen noemden. Want eigenlijk zijn die er niet meer: straks zal blijken dat de landen waarvan wij nog dachten dat ze aan het opkomen waren, al lang opgekomen zijn. Of ons al voorbij zijn. Ik verwacht dat we een heftige concurrentiestrijd zullen moeten voeren. Een strijd die we alleen kunnen winnen als we slimmer zijn, sneller en preciezer zijn, als onze productieprocessen zijn geoptimaliseerd. De exportkredietverzekering is nagenoeg helemaal stil gevallen. Dat moet weer vlot getrokken worden. Het Eindhovense bedrijf VDL dat 518 bussen aan Dubai ging leveren, heeft de allergrootste moeite gehad om een exportkredietverzekering af te sluiten. De sjeik zelf zou betalen, meteen na levering, een gouden deal. Maar pas toen het bedrijf dreigde de productie naar België over te hevelen, is de verzekering voor de poorten van de hel weggehaald. We hebben een nieuw woord. Vroeger ging een bedrijf outsourcen. Onderdelen van het totale pakket aan activiteiten, werden overgebracht naar andere bedrijven. Het nieuwe woord is insourcen. Dat is het omgekeerde van outsourcen: activiteiten weer terughalen van externe bedrijven, om de eigen werknemers aan het werk te houden. Als het maar enigszins kan, moet je partnerships met toeleveranciers in stand houden, maar als je failliet gaat zonder in te sourcen, zonder die toeleveranciers buiten te zetten, soms op een harde manier, dan hebben die toeleveranciers er ook niks aan. Zo zie je, dat zijn allemaal nieuwe verhoudingen in een andere tijd. Het gaat een stuk harder, alleen maar in een poging om te overleven. Ik heb daar tragische voorbeelden van gehoord, de afgelopen tijd. Er zijn kansen voor de sector. In onze campagne van 1001 Klimaatoplossingen hebben we gezegd: dit is het moment voor de overheid om het voortouw te nemen bij de ontwikkeling en het toepassen van duurzame producten. Dat bepleitten we al vóór de crisis, maar nu is de 10 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie noodzaak extra groot geworden. Met duurzame producten kun je de research & development op de been houden, en een vernieuwingsslag realiseren, ook naar de markt toe. De overheid kan daarbij als launching customer fungeren en het voorbeeld geven voor de rest van Nederland. We moeten echt research en development-mankracht blijven hebben om in te kunnen spelen op deze maatschappelijke trend van duurzaamheid. Achterop raken kunnen we ons niet veroorloven. Onze voorsprong in de windenergietechnologie zijn we al kwijt. Met zonne-energie zitten we gelukkig nog niet op het achterhandje. De kansen die de duurzame trend biedt, moeten we benutten. Tips van Jan Kamminga Tip 1 Maak als bedrijf verschillende scenario s. Wat moeten we doen als het bedrijf 10% minder omzet haalt? En wat als dat 25 of 40% is? Hoeveel kostenreductie moet ik toepassen om te kunnen overleven? Het kan zijn dat bij een daling van 10% er nog niet in het personeel gesneden hoeft te worden, dat wil zeggen: de uitzendkrachten zullen er wel uit moeten. Bij 25% zal de hele flexibele schil weg moeten. Tip 2 Ga tot het uiterste om de bezuinigingen op innovatie en research & development tot een minimum te beperken. Het gaat om vernieuwing van producten. Als bedrijven mensen van de afdelingen research en development niet meer kunnen betalen, dan moeten die bijvoorbeeld tijdelijk geplaatst kunnen worden bij universiteiten of technologische instituten. Als we dat soort dingen niet doen, dan verdwijnen ze naar het buitenland om nooit meer terug te komen. Tip 3 Houd de lijnen naar buitenlandse relaties open. Het aantal handelsmissies loopt aardig terug, business tickets worden een stuk minder verkocht. Want ondernemers zeggen: mijn klanten kopen toch niets. Waarom zou ik nu naar het buitenland gaan? Maar als je die relaties een jaar niet meer gezien hebt, dan kost dat natuurlijk heel veel geld. Als je het laat opdrogen en de crisis is voorbij, dan kun je weer opnieuw beginnen. FME-CWM versterkt concurrentiepositie De vereniging FME-CWM (220 medewerkers) heeft tot doel de positie van de technologisch-industriële sector in de economie te versterken en mede daardoor de concurrentiepositie van haar leden te verbeteren. FME behartigt belangen van 6000 ondernemers die gezamenlijk 260.000 werknemers in dienst hebben. Van de gezamenlijke productie wordt 60% geëxporteerd. De totale omzet bedraagt 79 miljard. 11 Visie op Sectoren 2009

Visie op Industrie Samenvatting Samenwerking, innovatie, flexibiliteit, internationalisering en duurzaamheid zijn centrale thema s in de industrie. Ondernemers in de sector moeten blijven investeren in nieuwe technologieën om internationaal concurrerend te blijven. Samenwerking tussen leveranciers en opdrachtgevers en met kennis- en onderzoeksinstituten is van groot belang om de innovatiekracht te vergroten. Als gevolg van communicatie-, kwaliteits- en logistieke problemen wordt werk, dat werd uitbesteed aan lagelonenlanden, steeds vaker teruggehaald. Orderportefeuilles zijn sinds de tweede helft van 2008 gekrompen als gevolg van de economische crisis. In de sector daalt de omzet met gemiddeld 10 tot 15% in 2009. Branches die afhankelijk zijn van de bouw, staal-, auto- en consumentenelektronica-industrie worden hard geraakt omdat de vraaguitval hier het grootst is. Door de crisis zijn de grondstofprijzen voor alle branches enorm gedaald. De metaalprijzen op de wereldmarkt zijn vooral van belang voor de machine-industrie, metaalbewerkings- en metaalproductenindustrie. De houtprijzen zijn relevant voor de meubelindustrie. De verpakkingsmiddelenindustrie en kunststofindustrie zijn afhankelijk van de kunststofprijzen. Om op de lange termijn concurrerend te blijven, zullen bedrijven moeten focussen op kostenbesparingen, innovatie en efficiency. Op de korte termijn zullen ondernemers echter alles uit de kast moeten halen om de gevolgen van de enorme vraaguitval op de afzetmarkten te kunnen opvangen. 12 Visie op Sectoren 2009

Elektrotechnische groothandel Ondanks financiële crisis omzetgroei in 2008 Aanvullende diensten zullen moeten zorgen voor onderscheidend vermogen Productiedaling bij industrie en bouw zal leiden tot een omzetdaling van 10-15% in 2009 Branchebeschrijving De elektrotechnische groothandel maakt onderdeel uit van de technische groothandel. Bedrijven in deze branche leveren componenten en schakelmateriaal aan zakelijke klanten in onder meer de bouw en de industrie. De groothandel in wit- en bruingoed wordt niet tot deze branche gerekend. De branche kent een beperkt aantal grote internationale spelers, enkele tientallen middelgrote spelers en relatief veel kleinere spelers, voornamelijk agentschappen. De laatste jaren worden gekenmerkt door schaalvergroting. Trends en ontwikkelingen De elektrotechnische groothandel is heterogeen van aard. Sommige groothandelaren hebben een specialisme, bijvoorbeeld een smal maar wel zeer diep assortiment, gericht op elektrotechnische installateurs. Andere groothandelaren hebben een breed maar minder diep assortiment en richten zich op een scala van bedrijfstakken. Bedrijven verschillen ook qua geografische focus (regionaal, nationaal of internationaal). In het algemeen wordt het steeds moeilijker om qua assortiment onderscheidend te zijn. Hierdoor wordt operational excellence een steeds belangrijkere succesfactor. Het gaat dan vooral om het op tijd kunnen leveren van het juiste product tegen zo laag mogelijke kosten. ICT vormt hierbij een onmisbaar instrument. In vergelijking met de rest van de groothandel heeft deze branche minder last van de uitschakelingstendens, waarbij fabrikanten - vanwege margevoordelen - de groothandel overslaan en direct leveren aan de afnemers van de groothandel. De positie van de elektrotechnische groothandel wordt namelijk beschermd door de enorme diversiteit aan producten (waarvan veel met een korte productcyclus) en afnemers. Belangrijke afnemersgroepen voor de elektrotechnische groothandel zijn de industrie en de bouw/installatiebranche. Beide afnemersgroepen hebben de productie en omzet in 2008 zien groeien. Ook de elektrotechnische groothandel heeft daardoor in dat jaar, ondanks de financiële crisis, een omzetgroei gerealiseerd. Onze visie De industriële productie in West-Europa, het belangrijkste afzetgebied van de branche, zal in 2009 sterk dalen als gevolg van de economische recessie. Capaciteitsuitbreidingen blijven uit, maar industriële ondernemingen blijven onderhoud plegen. Dit legt een bodem onder de vraag naar elektrotechnische producten. De bouwproductie zal fors verminderen. In Nederland zal zelfs in de segmenten herstel, verbouw en onderhoud de productie afnemen. De branche zal echter pas in de loop van 2009 de effecten van de bouwkrimp voelen omdat zij laatcyclisch is. Niettemin verwacht ABN AMRO dat de totale omzet van de branche in 2009 een daling van 10-15% zal laten zien. Bedrijven zullen snel defensieve maatregelen gaan nemen zoals het Kerngegevens Aantal bedrijven (incl. ZZP-ers): 1.990 Aantal werknemers: 22.400 MKB-aandeel (aantal bedrijven): 96% MKB-aandeel (omzet): 25% reduceren van de kosten. De recessie zal de broodnodige consolidatie versnellen. Sommige bedrijven zullen hun werkzaamheden beëindigen dan wel opgaan in grotere partijen. Door groei in schaal zullen bedrijven beter in staat zijn om hun operational excellence (vooral het aspect lage prijs) gestalte te geven. Op termijn echter zal het steeds moeilijker worden om onderscheidend te zijn en de marges met het bestaande producten- en dienstenpakket op peil te houden. De branche zal zich daarom gaan richten op het bieden van aanvullende diensten door samen met afnemers kostenbesparende of omzetgenerende (service-) concepten te ontwikkelen dan wel taken van toeleveranciers en afnemers over te nemen. Websites www.nvg.nl www.wtg.nl www.uneto-vni.nl 13 Visie op Sectoren 2009

Elektrotechnische groothandel Bedrijfsgrootte naar aantal werkzame personen Bron: CBS Bij de cijfers zoals weergegeven in nevenstaande figuur zijn ook bedrijven zonder werknemers opgenomen. Tweederde van het aantal bedrijven betreft groothandelsondernemingen met 1 tot 5 werkzame personen. Dit zijn 1 tot 5 werkzame personen 66,3% vooral agentschappen. Vooral de laatste jaren worden gekenmerkt door schaalvergroting. >100 1,5% 50 tot 100 1,8% 20 tot 50 7,5% 10 tot 20 9,0% 5 tot 10 13,8% Exploitatiebeeld Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research Vanwege de hoogwaardigheid van de producten ligt de brutomarge op een hoger niveau dan bij de groothandel in het algemeen. Ook de arbeidskosten zijn fors hoger. Dit kan worden verklaard door het hogere kennisniveau Inkoopwaarde omzet 72,1% dat werknemers binnen deze branche moeten hebben ten opzichte van andere branches in de groothandel. Per saldo is het bedrijfsresultaat 1 procentpunt hoger dan Bedrijfsresultaat 5,9% voor de totale groothandel. Totaal overige kosten 10,3% Afschrijvingen op vaste activa 1,1% Arbeidskosten 10,7% Productie burgerlijke en utiliteitsbouw Bron: EIB, ABN AMRO Sector Research Een belangrijk deel van elektrotechnische artikelen vindt, ondermeer via installatiebedrijven, zijn weg naar de burgerlijke en utiliteitsbouw. In 2008 vlakt de groei binnen alle segmenten af. In de jaren daarna zal er sprake zijn van een bouwrecessie. De elektrotechnische groothandel zal pas in de loop van 2009 de negatieve effecten daarvan zien omdat zij laatcyclisch is. 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% -6% -8% -10% -12% -14% -16% 7,0% 7,5% 6,0% 3,8% 3,6% 2,1% 2,8% 3,1% 2,5% -0,5% -3,0% -4,6% -9,5% -10,3% -15,7% -15,7% 2006 2007 2008r 2009v 2010v Nieuwbouw Herstel en verbouw Onderhoud Omzetontwikkeling industrie Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research Naast de bouw vormt de industrie een belangrijke afnemersgroep. Na de recessie in de beginjaren van dit decennium neemt de omzet van de industrie tot en met oktober 2008 gestaag toe. Vanaf eind 2008 zwakt de omzetgroei af als gevolg van een voorzichtiger inkoopbeleid van afnemers als reactie op de financiële crisis. De huidige recessie zal ertoe leiden dat in een groot deel van de industrie de omzet zal dalen in 2009. index (2000=100) 160 140 140 133 120 123 100 106 100 100 101 97 95 80 60 40 20 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009v Bandbreedte voorspelling 14 Visie op Sectoren 2009

Kunststofindustrie Kostenbesparingen zijn belangrijk gezien de lage prijskracht Nieuwe materialen, energiebesparing en recycling nemen aan belang toe ABN AMRO verwacht voor 2009 een omzetdaling van meer dan 15% Branchebeschrijving De Nederlandse kunststofindustrie valt in drie groepen uiteen, namelijk de leveranciers van kunststofgrondstoffen, kunststofverwerkers en bewerkers en een groep die zich bezighoudt met recycling. De productie van kunststofgrondstoffen geschiedt door grote internationale spelers, de overige producten worden met name door MKB bedrijven gemaakt. De bedrijven uit deze branche vervaardigen een breed scala aan halffabrikaten en eindproducten voor zeer uiteenlopende afnemers, zoals de bouw en de auto-, consumentenelektronica- en verpakkingsmiddelenindustrie. Trends en ontwikkelingen De Nederlandse kunststofindustrie heeft een sterke internationale focus doordat circa 65% van de productie in het buitenland wordt afgezet. Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn de belangrijkste handelspartners. De grondstofprijzen in de branche stijgen al jaren harder dan de afzetprijzen waardoor de marges continu onder druk staan. Dit komt omdat de branche relatief klein is ten opzichte van haar toeleveranciers en afnemers en daardoor weinig marktmacht heeft. Door middel van product- en procesinnovaties en kostenbesparingen is men in staat om de hoge inkoopkosten te compenseren. Dit gebeurt door te investeren in efficiëntere machines en hooggekwalificeerd personeel. Afnemers willen dat toeleveranciers flexibeler worden. Men wil kortere levertijden, kleinere ordergroottes en een betere kwaliteit. Hoogwaardige kunststoffen, kunststofcomposieten, natuurvezels en biologisch afbreekbare kunststoffen worden in steeds meer producten toegepast. Nederland ligt op het gebied van het recyclen van kunststof achter ten opzichte van bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk. Er is in 2008 een nieuwe meerjarenafspraak energie-efficiency ondertekend, waarin de branche zich committeert om tot 2020 de energie-efficiency jaarlijks met 2% te verhogen. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar verbetering van de productieprocessen maar ook naar de logistiek en werkvoorbereiding. Onze visie De omzet in de kunststofindustrie is in 2008 met circa 3% gedaald. Dit kwam mede doordat de vraag naar auto s aan het einde van 2008 is ingestort. Voor 2009 is het beeld nog minder rooskleurig aangezien de orderpositie in 2008 al behoorlijk is verslechterd. ABN AMRO verwacht een omzetdaling van meer dan 15% doordat naast de auto-industrie ook de vraag op andere afzetmarkten zoals de bouw en de consumentenelektronica-industrie hard zal dalen. In 2008 kon de branche de hoge grondstofprijzen niet direct doorberekenen aan de klant. Hierdoor verslechterde de marges aanzienlijk. Pas in het laatste kwartaal van 2008 duikelden de grondstofprijzen waardoor bedrijven iets meer speelruimte kregen om de marges op peil te houden. De branche zal Kerngegevens in 2009 harder in de kosten moeten snijden dan het in de voorgaande jaren deed en de werkkapitaalpositie reduceren. De voorraden en debiteurenstanden moeten omlaag en met crediteuren zal onderhandeld moeten worden over verlenging van betalingstermijnen. Hierdoor wordt de financiële positie versterkt. Om de omzetdaling te compenseren zullen ongetwijfeld arbeidsplaatsen verdwijnen. Door al in de research en ontwerpfase met de industriële afnemers samen te werken zou men de inzet van de kunststofproducten verder kunnen vergroten. Door vooraf na te denken over hergebruik / demontage (in de biosfeer of technosfeer) kunnen fabrikanten goed inspelen op de duurzaamheidstrend ( cradle-to-cradle ). Websites Aantal bedrijven: 1.160 Bedrijven 100 werknemers: 65 Aantal ZZP-ers: 265 Omzet: EUR 7,4 mrd Exportaandeel: circa 65% Banen van werknemers: 28.900 www.nrk.nl Gem. omzet per bedrijf: EUR 6,4 mln www.plasticseurope.org Gem. omzet per werknemer: EUR 256.000 www.kunststofonline.nl 15 Visie op Sectoren 2009

Kunststofindustrie Omzetontwikkeling In de periode 2000-2007 was er sprake van een onafgebroken groei van gemiddeld 3%. In 2008 daalde de omzet licht met name als gevolg van de grote vraaguitval in de auto-industrie aan het einde van 2008. ABN AMRO verwacht dat de omzet in 2009 zwaar onder druk komt te staan en met meer dan 15% zal dalen. Exploitatiebeeld index (2000=100) 140 130 120 110 100 90 80 Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research 129 125 123 117 110 106 104 102 100 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007r 2008r 2009v Bandbreedte voorspelling Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research De inkoopwaarde van de omzet is de afgelopen jaren toegenomen als gevolg van de sterk gestegen grondstofprijzen. Deze waren niet direct door te rekenen aan afnemers waardoor de marges een dalende trend laten zien. Hierdoor zijn de verbruiksprijzen al jaren hoger dan de afzetprijzen. Om rendabel te blijven moeten bedrijven continu kostenbesparingen doorvoeren en via innoveren omschakelen naar producten met een hoge toegevoegde waarde. Bedrijfsresultaat 6% Overige bedrijfslasten 15% Inkoopwaarde 53% Arbeidskosten 22% Werkkapitaal MKB Afschrijvingen 4% Bron: ABN AMRO Sector Research Hoewel de totale werkkapitaalpositie in 2007 bijna niet Crediteurendagen Debiteurendagen Voorraaddagen veranderde ten opzichte van 2006, deed de samenstelling 120 dat wel. De kunststofverwerkende industrie ging later betalen waardoor het aantal crediteurendagen met 16 dagen steeg. Dit positieve effect werd echter teniet gedaan door de sterk gestegen voorraaddagen. 100 80 60 40 101 101 69 67 45 46 53 90 50 43 41 85 66 45 96 Dit werd veroorzaakt door de gemiddeld hogere inkoopprijzen in 2007 en de verbeterde orderportefeuille. dagen 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 Handel in kunststofproducten Bron: CBS De import van kunststofproducten steeg in de periode 3.000 2004-2008 met meer dan 30%. De export steeg in dezelfde periode met circa 25%. Productiedalingen in de auto- en consumentenelektronicaindustrie zorgden voor een krimp in de uitvoer van kunst- 2.500 2.000 1.500 1.760 2.180 2.230 1.860 2.000 2.440 2.180 2.680 2.310 2.640 stofproducten in 2008. 1.000 In 2009 zullen de in- en uitvoer behoorlijk dalen doordat behalve de auto-industrie ook de bouw de productie significant zal zien dalen. x 1 mln EUR 500 0 2004 2005 2006 2007 2008 Invoerwaarde Uitvoerwaarde 16 Visie op Sectoren 2009

Machine-industrie Verschuiving van werkzaamheden van OEM-ers richting toeleveranciers neemt toe Uitbesteed werk wordt wegens (kwaliteits)problemen en de huidige crisis vaker teruggehaald De omzet in de machine-industrie zal met 10-15% dalen in 2009 Branchebeschrijving De machine-industrie omvat bedrijven die zich bezighouden met de productie van algemene producten zoals pompen, hijs- en hefwerktuigen, verpakkingsmachines, interne transportwerktuigen en koeltechnische apparaten, en producten die specifiek bij een branche horen zoals de agrifood, de voedingsmiddelenindustrie en de chemische industrie. Tot deze industrie behoren ook de toeleveranciers van modules en systemen. In aantallen overheerst deze laatste groep binnen de branche. Trends en ontwikkelingen De machine-industrie heeft een zeer internationaal karakter en de concurrentiestrijd is fel. Fabrikanten van eindproducten (OEM-ers) zijn zich de afgelopen jaren steeds meer gaan focussen op research & development, eindassemblage en marketing. Standaard onderdelen worden uitbesteed en voor complexe onderdelen wordt samenwerking gezocht met toeleveranciers en kennisinstellingen. OEM-ers zijn op zoek naar partijen die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling om de time-to-market te reduceren. OEM-ers werken ook met minder toeleveranciers samen, maar wel intensiever. Minder schakels in de keten bevordert de snelheid van ontwikkelen en produceren en komt de efficiency ten goede. Toeleveranciers richten zich in toenemende mate op producten en processen waarin zij excelleren. Modulair ontwerpen wordt steeds belangrijker. Door modulair te ontwerpen is men beter in staat om klantspecifieke aanpassingen te implementeren zonder het gehele ontwerp aan te passen. Dit levert tijdsbesparingen op. Het uitbesteden naar lagelonenlanden wordt steeds vaker teruggedraaid door communicatie-, kwaliteits- en logistieke problemen. Bovendien hebben Westerse bedrijven fors in productietechnologie en automatisering geïnvesteerd en daarmee de concurrentiepositie verbeterd. Veel producenten kiezen in crisistijd voor inbesteding om de productiecapaciteit op peil te houden. De focus op kostenbesparingen blijft echter belangrijk, gezien de groeiende prijstransparantie. Onze visie De machine-industrie wordt hard geraakt door de kredietcrisis. De orderportefeuilles zijn sinds oktober 2008 flink gekrompen en de productie daalt eveneens hard. In 2009 daalt de omzet dan ook met 10 tot 15%. Investeringen in machines worden uitgesteld nu de vraag op eindmarkten, zoals de auto- en consumentenelektronica-industrie, drastisch afneemt. De machine-industrie is vanwege zijn kapitaalintensieve karakter en relatief hoge vaste lasten gevoelig voor conjuncturele schommelingen. Daarbij loopt het voor op de economische cyclus. Nu de afzet naar de voornaamste exportlanden is ingestort moet de branche snel omschakelen van een expansie- naar een contractiestrategie. Een aantal bedrijven heeft toestemming gekregen voor Kerngegevens werktijdverkorting. Deze regeling is tijdelijk en dient gebruikt te worden voor scholing. Dit heeft bedrijven de mogelijkheid gegeven werknemers kennis bij te brengen waar het normaal geen tijd voor heeft. Toch zullen bedrijven moeten gaan nadenken over saneringen in de personele sfeer om de kosten in de hand te houden. Hierbij zal het personeel met een tijdelijk contract als eerste verdwijnen. Positief is dat de meeste bedrijven er financieel goed voorstaan doordat zij met relatief weinig vreemd vermogen zijn gefinancierd. Hierdoor hebben zij een langere adem en kunnen, zodra de vraag aantrekt, weer hard aan de slag. De branche ondervindt veel hinder van de strengere eisen die gesteld worden aan exportverzekeringen. Websites Aantal bedrijven: 4.610 Aantal bedrijven 100 werknemers: 170 Aantal ZZP-ers: 1.625 Aantal werknemers: 93.800 Omzet: EUR 25,9 mrd Bezettingsgraad: 88% Afzet in buitenland: 60% www.fme.nl www.fpt-online.nl www.machinebouw.net www.nevat.nl 17 Visie op Sectoren 2009

Machine-industrie Omzetontwikkeling Na de economische dip van 2003, kende de machineindustrie vier onafgebroken jaren van groei. In 2008 daalde de omzet, door de gevolgen van de kredietcrisis met 4%. De verslechterde orderpositie en terugval in de productie eind 2008 zijn een voorbode voor 2009. We verwachten een terugval in omzet van 10 tot 15%. index (2000=100) 160 150 140 130 120 110 100 90 80 Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research 155 148 136 114 105 100 95 94 88 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007r 2008r 2009v Bandbreedte voorspelling Exploitatiebeeld Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research De inkoopwaarde als percentage van de omzet blijft stijgen doordat bedrijven meer zijn gaan uitbesteden. De arbeidskosten nemen hierdoor gestaag af. Inkoopwaarde 54% Ook zijn bedrijven door automatisering minder afhankelijk van personeel geworden. Het bedrijfsresultaat is de afgelopen jaren behoorlijk ver- Bedrijfsresultaat 9% beterd als gevolg van de wereldwijde economische groei. Overige kosten 13% Afschrijvingen 2% Arbeidskosten 22% Werkkapitaal MKB Bron: ABN AMRO Sector Research De werkkapitaalpositie is in 2007 met 5 dagen toegenomen ten opzichte van 2006. De toename werd veroorzaakt door een flinke stijging van de voorraaddagen die veroorzaakt werd door de toegenomen orderportefeuille. De machine-industrie wist deze stijging enigszins te dempen door meer gebruik te maken van leverancierskrediet. 100 80 60 40 Crediteurendagen Debiteurendagen Voorraaddagen 95 89 76 72 68 70 67 59 56 56 56 56 53 57 91 Hierdoor namen de crediteurendagen toe. dagen 20 0 2003 2004 2005 2006 2007 Handel in machines Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research Sinds 2002 is de handel in machines gestaag toegenomen. 60.000 Tot 2007 volgde de import de export van machines. In 2007 ontstond er een trendbreuk en steeg de export van machines, terwijl de import afnam. In 2009 zullen de import en export van machines waarschijnlijk lager gaan uitvallen doordat bedrijven door de 55.000 50.000 45.000 40.000 40.300 41.400 41.900 45.800 49.000 51.200 44.400 54.800 45.500 53.800 kredietcrisis hun investeringen hebben uitgesteld. x 1 mln EUR 35.000 30.000 2004 2005 2006 2007 2008 Invoerwaarde Uitvoerwaarde 18 Visie op Sectoren 2009

Metaalbewerkingsindustrie Flexibele automatisering en robotisering nodig om te kunnen concurreren met lagelonenlanden Gebruik composieten en hoogsterkte staal vraagt aanpassingen aan machines en gereedschappen Vooruitzichten metaalbewerkingsindustrie somber gezien de omzetdalingen op afzetmarkten Branchebeschrijving De branche omvat een scala aan activiteiten zoals smeden, persen, snijden, verspanen, buigen, profielwalsen, stampen, oppervlaktebehandeling, lassen en slijpen. Er bestaat een grote diversiteit aan ondernemingen, gelet op de aard van de werkzaamheden. Het overgrote deel van de bedrijven behoort tot het MKB, minder dan 1% van de bedrijven heeft meer dan 100 werknemers in dienst. Er zijn twee typen metaalbewerkers te onderscheiden: loonwerkers en bedrijven die op contractbasis werken. Trends en ontwikkelingen Bedrijven zijn de afgelopen jaren steeds meer gaan automatiseren en robotiseren om de kosten in de hand te houden en de concurrentie met de lagelonenlanden aan te kunnen. Hierbij is flexibiliteit erg belangrijk. Opdrachtgevers vragen om kortere leveringstijden, kleinere ordergroottes en een hogere bestelfrequentie. Om hier aan te voldoen zullen metaalbewerkingsbedrijven de planning en logistiek zo flexibel mogelijk moeten inrichten en de omsteltijden minimaliseren. Dit vergt grote investeringen in automatisering van de productie- en bedrijfsprocessen. Flexibiliteit wordt ook gecreëerd door het gebruik van gestandaardiseerde productiemethoden waarmee met een aantal machines een productiecel is op te bouwen. Daarnaast willen opdrachtgevers dat toeleveranciers meer meedenken en een deel van de R&D op zich nemen. Hierdoor neemt het belang van samenwerking toe, zowel binnen de productieketen als met kennisinstellingen. Het gebruik van hoogsterkte stalen en composietmaterialen vereist betere gereedschappen en nieuwe machineconcepten. Daarnaast neemt het belang van nieuwe productietechnieken toe. Lasersnijden is al jaren een standaardproces, terwijl laserlassen nog relatief weinig wordt toegepast. De specifieke voordelen van laserlassen zullen het gebruik van deze techniek stimuleren. De Europese richtlijn voor gevaarlijke stoffen, REACH, heeft er toe geleid dat bedrijven hun productieprocessen hebben moeten aanpassen. Onze visie In 2009 zal de groei die de metaalbewerkingsindustrie de afgelopen jaren kende, omslaan in krimp. Deze branche is in grote mate afhankelijk van de bedrijvigheid bij de afnemers in de machine-industrie en bouwnijverheid. Beide worden hard geraakt door de economische crisis. ABN AMRO verwacht in 2009 een omzetdaling in de machine-industrie van 10-15%. In de bouw daalt de nieuwbouwproductie met circa 10%. Vanwege het vroegcyclische karakter van de machine-industrie en het laatcyclische karakter van de bouw zal de metaalbewerkingsindustrie lang last hebben van de economische crisis. Door de vraaguitval zijn inkoopprijzen hard gedaald en zij blijven op een laag niveau blijven zolang de vraag niet aantrekt. Afnemers bedingen echter ook lagere Kerngegevens Aantal bedrijven: 4.610 Aantal bedrijven 100 werknemers: 30 Aantal ZZP ers: 2.350 Aantal werknemers: 32.500 prijzen waardoor de positieve effecten op de winstmarges beperkt zijn. Bedrijven worden door de economische crisis gedwongen om te reorganiseren en personeel te ontslaan. Investeringen in nieuwe productiemachines zullen veelal worden uitgesteld, gezien de onzekerheid over de duur van de crisis. Daardoor is er weinig behoefte aan uitbreiding van het machinepark. Positief is dat metaalbewerkingsbedrijven er financieel redelijk goed voor staan. Door meer met opdrachtgevers te gaan samenwerken in het ontwikkelingstraject van nieuwe producten en machines kunnen zij meerwaarde creëren. Websites www.fme.nl www.metaalunie.nl www.vraagenaanbod.nl www.metaalmagazine.nl 19 Visie op Sectoren 2009

Metaalbewerkingsindustrie Omzetontwikkeling machine-industrie De metaalbewerkingindustrie is grotendeels afhankelijk van de ontwikkelingen in de bouw en machine-industrie. De omzet van de machine-industrie steeg in de periode 2004-2008 als gevolg van de economische hoogconjuctuur. In 2009 zal de omzet met 10 à 15% dalen als gevolg van de economische crisis. De omzet van de metaalbewerkingsindustrie zal in navolging van de machine-industrie ook dalen in 2009. index (2000=100) 160 150 140 130 120 110 100 90 80 Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research 155 145 136 114 105 100 99 96 92 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007r 2008r 2009v Bandbreedte voorspelling Exploitatiebeeld Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research De inkoopkosten van metaalbewerkingsbedrijven zijn de afgelopen jaren flink gestegen als gevolg van de hoge metaalprijzen. Hier tegenover staat dat de arbeidskosten blijven dalen als gevolg van de toenemende automatisering. Onder de overige kosten vallen de energiekosten, die voor metaalbewerkingsindustrie circa 9% van de omzet bedragen. Vooral oppervlaktebehandelingbedrijven gebruiken veel energie. Bedrijfsresultaat 9% Overige kosten 22% Inkoopwaarde 50% Afschrijvingen 3% Arbeidskosten 16% Werkkapitaal MKB Bron: ABN AMRO Sector Research De werkkapitaalpositie is in 2007 met 17 dagen toegenomen door een significante stijging van het aantal 100 Crediteurendagen Debiteurendagen Voorraaddagen voorraaddagen. Deze stijging is het gevolg van enerzijds oplopende prijzen en anderzijds de toegenomen onderhandenwerkpositie. De debiteuren- en crediteurendagen daalden van 2006 op 2007. 80 60 40 62 52 79 73 51 83 60 49 62 64 52 64 59 46 83 20 dagen 0 2003 2004 2005 2006 2007 Inkoopprijzen metaalbewerkingsindustrie De volatiliteit van de staalprijzen was enorm in 2008. De prijzen stegen met meer dan 50% over de eerste helft van het jaar om vervolgens te dalen tot circa 30% onder het 5-jarige gemiddelde. Dit was het gevolg van de enorme vraaguitval vanuit China en de mondiale economische crisis. ABN AMRO verwacht dat de staalprijzen in 2009 op een laag niveau blijven. Echter, zodra de wereldeconomie weer aantrekt, zullen de prijzen weer stijgen. EUR/Mt Bron: Thomson Financial Datastream 900 800 700 600 500 400 300 200 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Warmgewalste bandplaten Koudgewalste bandplaten Gegalvaniseerde plaat Wapeningsstaal 20 Visie op Sectoren 2009