Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

Vergelijkbare documenten
december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 5 augustus 2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap, ontvangen op 25/02/2015;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 06/04/2012;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Landmaatschappij ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Betreft: aanvraag van de FOD Justitie om het Rijksregisternummer te gebruiken met het oog op het e-deposit pilootproject (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

Gelet op de aanvraag van Toerisme Vlaanderen ontvangen op 20/05/2014;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen ontvangen op 29 november 2017;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, afdeling Inspectie Economie, ontvangen op 13/07/2009;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ontvangen op 24/02/2012; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/01/2013;

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 12/06/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen, ontvangen op 15/01/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Pensioenen, ontvangen op 15/07/2014;

Gelet op de aanvraag van VMSW en de e-ib ontvangen op 19/04/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 17/02/2014;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 14/07/2011; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 20 oktober 2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Pensioenen ontvangen op 03/06/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Polder van het Land van Waas, ontvangen op 29/03/2016;

Gelet op de aanvraag van Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT), ontvangen op 08/11/2012;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Overheid, het Agentschap Binnenlands Bestuur ontvangen op 02/03/2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Gelet op de aanvraag van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, ontvangen op 19/03/2014;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen - Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse Overheid ontvangen op 19/10/2011;

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

1/9. evenals het. (hierna "WRR"); persoonlijke. werking van

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Gelet op de aanvraag van het Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid, ontvangen op 02/10/2014;

Gelet op de aanvraag van de VMM en AIV ontvangen op 29 maart 2017;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Justitie, ontvangen op 07/05/2013;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Directie Huisvesting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ontvangen op 08/07/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Gelet op de aanvullende informatie ontvangen op 18 april 2017, 8 juni 2017, 26 en 28 september 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de provincie Vlaams-Brabant, ontvangen op 21/02/2014;

Gelet op de aanvraag van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid, ontvangen op 11/04/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Provincie Vlaams-Brabant ontvangen op 30/10/2013;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03 en 12/05/2016;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/09/2013;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Gelet op de aanvraag van de vzw Aqua Flanders, ontvangen op 22/12/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

Transcriptie:

1/7 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 15/2014 van 19 februari 2014 Betreft: Aanvraag van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) tot machtiging voor het meedelen van het rijksregisternummer van eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan een sociaal verhuurkantoor (SVK) door een SVK via de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) aan VLABEL in het kader van het toekennen van een verlaagd tarief voor de onroerende voorheffing (RN-MA-2014-030) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 28/01/2014;

Beraadslaging RR 15 /2014-2/7 Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 19 februari 2014, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG. 1. VLABEL, hierna de aanvrager, verzoekt om gemachtigd te worden om vanwege een SVK via VMSW het identificatienummer van het Rijksregister te verkrijgen van eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan een SVK in het kader van het toekennen van een verlaagd tarief voor de onroerende voorheffing. II. VOORAFGAANDE OPMERKING 2. Onderhavig dossier, ingediend door de VTC, is een uitloper van de aanvraag ingediend door de aanvrager bij de VTC om gemachtigd te worden vanwege een SVK persoonsgegevens te verkrijgen van eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan een SVK in het kader van het toekennen van een verlaagd tarief voor de onroerende voorheffing. 3. De VTC machtigde 1 aanvrager om via VMSW de gevraagde persoonsgegevens te verkrijgen. 4. Gezien de VTC niet bevoegd is voor de mededeling van het rijksregisternummer, dat deel uitmaakt van de geplande gegevensstroom, werd het dossier van aanvrager voor dit aspect overgemaakt aan het Comité door de VTC. III. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG 5. In wat volgt wordt onderzocht of het rijksregisternummer van een natuurlijke persoon die eigenaar is van een onroerend goed dat verhuurd wordt aan een SVK, door een SVK mag worden meegedeeld aan aanvrager voor het doeleinde van het toekennen van een verlaagd tarief voor de onroerende voorheffing. 6. Het Comité stelt vooreerst vast dat aanvrager 2 en de SVK s 3 reeds gemachtigd zijn om toegang te hebben tot een aantal informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. 1 Beraadslaging VTC nr. 01/2014 van 22 januari 2014.

Beraadslaging RR 15 /2014-3/7 7. Gelet op het feit dat zowel de aanvrager als SVK s gemachtigd zijn om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken, kan het onderzoek van het Comité zich beperken tot het nagaan of de beoogde mededeling in overeenstemming is met de doeleinden waarvoor zowel de aanvrager als SVK s werden gemachtigd. 8. Voor het doel dat voorligt, nl. het kunnen toekennen van een verlaagd tarief voor de onroerende voorheffing aan eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan een SVK, kan aanvrager zich baseren op de bestaande machtigingen om hun rijksregisternummer te verkrijgen. 9. Voor de SVK s moet daarentegen vastgesteld worden dat de bewoordingen van het koninklijk besluit van 22 mei 2001 en de uitbreiding ervan door beraadslagingen RR nr. 41/2007 van 12 december 2007, RR nr. 70/2009 van 18 november 2009 en RR nr. 79/2013 van 11 december 2013 enkel machtigen toegang te hebben tot een aantal informatiegegevens van het Rijksregister en het nummer ervan te gebruiken met betrekking tot personen die huurder, koper of lener zijn van een sociale woning, sociale kavel of sociale lening, of van hen die zich hiervoor kandidaat stellen, maar niet met betrekking tot personen die eigenaar zijn van een onroerend goed dat verhuurd wordt aan een SVK. Gezien de bestaande machtigingen niet slaan op de eigenaar-verhuurder, kan een SVK hun identificatienummer niet gebruiken, ook niet in de externe betrekkingen met aanvrager 4. 10. Bijgevolg kan het onderzoek van het Comité zich ertoe beperken na te gaan of: het doeleinde voor het gebruik en de mededeling van het identificatienummer van het Rijksregister welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd is (artikel 4, 1, 2, WVP); het gebruik en de mededeling van het identificatienummer van het Rijksregister toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is in het licht van dit doeleinde (artikel 4, 1, 3, WVP). 2 Zie Koninklijk besluit van 30 januari 1998 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, juncto punt 29 van beraadslaging RR nr. 04/2010 van 17 februari 2010. 3 Koninklijk besluit van 22 mei 2001 tot regeling van de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en van het gebruik van het identificatienummer wat betreft de Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen en de uitbreiding ervan door beraadslagingen RR nr. 41/2007 van 12 december 2007, RR nr. 70/2009 van 18 november 2009 en RR nr. 79/2013 van 11 december 2013. De VTC was in zijn beraadslaging van oordeel dat het KB van 22 mei 2001 en beraadslaging RR nr. 41/2007 van 12 december 2007 enkel de huurder lijken te betreffen doch niet de eigenaars die verhuren aan een SVK. 4 Zo bekeken komt de aanvraag van VLABEL eigenlijk eveneens neer op een uitbreiding van de bestaande beraadslagingen van de SVK s inzake het gebruik van het rijksregisternummer, wat betreft de doelgroep (particuliere eigenaars die verhuren aan een SVK) en wat betreft het doel (het kunnen laten toekennen door VLABEL van een verlaagd tarief voor de onroerende voorheffing aan eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan een SVK).

Beraadslaging RR 15 /2014-4/7 A. DOELEINDE 11. De Vlaamse Codex Fiscaliteit voorziet in een verlaagd tarief van de onroerende voorheffing voor eigenaars van woningen die verhuurd worden aan een SVK en daarna als sociale huurwoning onderverhuurd worden aan sociale huurders. 12. Aanvrager beschikt echter niet over gegevens waaruit blijkt dat een persoon een onroerend goed verhuurt aan een SVK die onderverhuurt aan een sociale huurder. Zonder aanlevering van gegevens door de SVK via de VMSW kan aanvrager niet weten of een eigenaar van een onroerend goed recht heeft op het verlaagd tarief. 13. Het Comité is van oordeel dat het nagestreefde doeleinde welbepaald en uitdrukkelijk omschreven is in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP en artikel 5, tweede lid, WRR. Het is tevens gerechtvaardigd vermits de eruit voortspruitende verwerkingen gebaseerd zijn op artikel 5, eerste lid, e), WVP. 14. Het identificatienummer van het Rijksregister kan gebruikt worden in relaties met derden voor zover het kadert in de doeleinden met het oog op dewelke zij eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. 15. Het Comité stelt vast dat aanvrager op grond van artikel 5, tweede lid van het reeds vernoemd Koninklijk besluit van 30 januari 1998 gemachtigd is het identificatienummer te gebruiken in de betrekkingen die voor het vervullen van zijn taken noodzakelijk zijn met de overheden die ingevolge artikel 8 van de WRR zelf machtiging hebben verkregen om het identificatienummer te gebruiken en die optreden tot uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden. De mededeling van het nummer van betrokken eigenaars aan aanvrager zal vanuit dit oogpunt geen probleem stellen, indien de SVK s gemachtigd zijn dit nummer te gebruiken. 16. In de door de aanvrager toe te passen reglementering (de Vlaamse Codex Fiscaliteit) wordt verwezen naar de reglementering (Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren) betreffende de SVK. Hieruit blijkt duidelijk een wettelijke relatie tussen aanvrager en SVK wat het beoogde doel betreft. 17. Dat de mededeling gebeurt via VMSW steunt op de wettelijke ondersteuningsopdracht van de VMSW ta.v. de SVK s op grond van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse

Beraadslaging RR 15 /2014-5/7 Wooncode en het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode. 18. Uitgaande van het oorspronkelijke doeleinde van de gegevensverwerking, namelijk privéwoningen inschakelen voor de sociale huisvesting, kan een eigenaar die verhuurt aan een SVK wel verwachten dat diens identificatienummer als verhuurder aan een SVK wordt gebruikt door een SVK en wordt meegedeeld door een SVK aan aanvrager in het kader van het toekennen van de belastingvermindering waar de eigenaar recht op heeft. 19. Bovendien blijkt uit de reglementering van de SVK s dat, hoewel hun wettelijke opdrachten vooral betrekking hebben op de doelgroep sociale huurders, kopers en ontleners, ook dienstverlening ten aanzien van de eigenaar-verhuurder van een private woning deel uitmaakt van hun takenpakket (zie ter zake artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren) 5, hetgeen het gebruik van hun identificatienummer in de betrekkingen met de aanvrager rechtvaardigt. 20. Het gebruik door een SVK en de mededeling aan aanvrager van het rijksregisternummer van de betrokken eigenaars voor het beoogde doel is dus aanvaardbaar, gezien ze steunt op de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende aanvrager en SVK s. Er is een duidelijke gelieerde finaliteit voor het gebruik van het nummer van de eigenaar: om te vermijden dat het verlaagd tarief voor betrokken eigenaars dode letter zou blijven, is het inderdaad nodig om de gegevens van de SVK die nodig zijn voor de inkohiering (waaronder dus het rijksregisternummer van de betrokken eigenaars), via de VMSW op een automatische en gestructureerde manier aan te leveren aan aanvrager. B. PROPORTIONALITEIT B.1. Ten overstaan van het identificatienummer 21. Het identificatienummer van het Rijksregister is een uniek nummer waardoor een persoon zonder enige marge van vergissing wordt geïdentificeerd. Misverstanden of persoonsverwisselingen die zouden kunnen ontstaan n.a.v. homonymie en foutieve schrijfwijzen zijn uitgesloten. 5 Art. 2: Een sociaal verhuurkantoor heeft de volgende opdrachten : ( ); 3 in functie van het verruimen van het woningaanbod toegankelijk zijn voor de kandidaat-verhuurders en voor de verhuurders en hen begeleiden en ondersteunen met het oog op het verzekeren van de woningkwaliteit, overeenkomstig de normen, vermeld in artikel 3.

Beraadslaging RR 15 /2014-6/7 22. Het gebruik en de mededeling zal ervoor zorgen dat het nagestreefde doeleinde op een correcte manier gehaald kan worden, zodat het in het licht van dit doeleinde toereikend, ter zake dienend en niet overmatig kan beschouwd worden (artikel 4, 1, 3, WVP). B.2. Netwerkverbindingen 23. Er komt een netwerkverbinding - verstrekking van persoonsgegevens aan de hand van het identificatienummer - tot stand tussen SVK s en aanvrager. Het Comité neemt akte van de beoogde netwerkverbinding en stelt vast dat deze geen aanleiding geeft tot opmerkingen. 24. Het Comité vestigt er volledigheidshalve de aandacht op dat: indien er later andere netwerkverbindingen mochten tot stand komen, de aanvrager het Comité daarvan voorafgaandelijk op de hoogte moet brengen; het identificatienummer van het Rijksregister slechts gebruikt kan worden in relaties met derden voor zover het kadert in de doeleinden met het oog op dewelke zij eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. C. ANDERE MODALITEITEN 25. Gelet op het feit dat het rijksregisternummer van de betrokken eigenaar slechts één gegeven uitmaakt onder de andere gegevens waarvan de mededeling aan aanvrager werd gemachtigd door de VTC in beraadslaging VTC nr. 01/2014 van 22 januari 2014, is het gepast dat de mededeling van dit nummer door het Comité dan ook wordt gemachtigd onder dezelfde modaliteiten en voorwaarden inzake frequentie en de duur van de machtiging, bewaringstermijn, intern gebruik en/of mededeling aan derden en veiligheid 6 zoals uiteengezet in beraadslaging VTC nr. 01/2014 van 22 januari 2014. 6 Wat de veiligheidsaspecten betreft, kan er, aanvullend bij de vaststellingen in beraadslaging VTC nr. 01/2014 van 22 januari 2014, gewezen worden op beraadslaging RR nr. 79/2013 van 11 december 2013 waarin werd bevestigd dat de erkende sociale verhuurkantoren de nodige informatie inzake veiligheid (nl. veiligheidsconsulent en het veiligheidsbeleid) al hebben voorgelegd.

Beraadslaging RR 15 /2014-7/7 OM DEZE REDENEN het Comité 1 machtigt het gebruik door een sociaal verhuurkantoor van het identificatienummer van het Rijksregister van eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan een sociaal verhuurkantoor en het meedelen ervan via de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen aan de Vlaamse Belastingdienst voor het doeleinde vermeld in punt A en onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging; 2 bepaalt dat indien op een later tijdstip een wijziging wordt aangebracht aan de organisatie van de informatiebeveiliging die een impact kan hebben op de antwoorden die met het veiligheidsformulier aan het Comité werden verstrekt (aanstelling van een consulent inzake informatiebeveiliging en antwoorden op de vragen m.b.t. de organisatie van de beveiliging), de aanvrager een nieuwe vragenlijst i.v.m. de stand van de informatiebeveiliging naar waarheid moet invullen en aan het Comité bezorgen. Het Comité meldt de ontvangst ervan en behoudt het recht om daarop later eventueel te reageren; 3 bepaalt dat wanneer het Comité de aanvrager een vragenlijst met betrekking tot de informatiebeveiligingsstatus toestuurt, deze laatste de lijst waarheidsgetrouw moet invullen en terugbezorgen aan het Comité. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Mireille Salmon