Samenvatting Economie Hoofdstuk 7: Welvaart wie vaart er wel bij

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

ALGEMENE ECONOMIE /04

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Samenvatting Economie Boek 1

4.1 Klaar met de opleiding

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

H1: Economie gaat over..

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Jong & Oud

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Antwoorden stencils OPGAVE pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

H2: Economisch denken

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan euro.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, 12 en 13

Domein Welvaart en Groei

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Bruto binnenlands product

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Eindexamen economie 1 vwo I

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Vraag Antwoord Scores

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

UIT loonruimte en AIQ v1.1

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Vraag Antwoord Scores

Domein Welvaart en Groei

UIT inkomstenbelasting

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

Samenvatting Economie Consument en Producent

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Eindexamen vwo economie I

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

5,7. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april keer beoordeeld. Economie hoofdstuk 1 van module 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

5.1 Wie is er werkloos?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 EXAMEN: 2002-I

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6, 7 en 8

8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen

5.2 Wie is er werkloos?

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Eindexamen economie havo I

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Transcriptie:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7: Welvaart wie vaart er wel bij Samenvatting door een scholier 2484 woorden 9 juni 2007 6,6 24 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Nationaal inkomen 7.1 Bronnen en inkomen > in deze paragraaf kijken we naar inkomen van gezinnen die verkregen worden voor het beschikbaar stellen van productiefactoren Productie factor beloninag Natuur Pacht/huur Arbeid Loon kapitaal Rente(interest) Ondernemers activiteit winst 7.1.1 toegevoegde waarde produceren is niets anders dan met productie factoren waarde toevoegen aan ingekochte grondstoffen, hulpstoffen, halffabrikaten en diensten van derden. Al deze dingen behoren tot de bedrijfskolom, tussen elke 2 geledingen is een markt. Hulpstoffen bijvoorbeeld energie en diensten van derden, energie word niet in het eind product verwerkt, grondstoffen en halffabrikaten wel. Diensten van derden voorbeelden: reclamebureaus, transportbedrijven. Afschrijvingen dit is gelijk aan de waarde vermindering van de kapitaal goederen(machines en gebouwen). Bruto en netto toegevoegde waarde bruto is inclusief afschrijvingen en nette exclusief afschrijvingen Omzet aantal verkochte producten en/of geleverde diensten X de verkoopprijs Netto toegevoegde waard = bruto toegevoegde waarde afschrijvingen 7.1.2 nationaal product/nationaal inkomen beloningen productie factoren beloning uitleg Pacht/huur Grond gebruik voor productie(landbouw) of gebouwen die er opstaan Loon Beloning voor het beschikbaar stellen van de productiefactor arbeid Rente(interest) Beloning voor het sparen van het geld bij een bank winst Beloning voor de productiefactor ondernemersactiviteit Pagina 1 van 9

De overheid levert ook veel goederen en diensten(politie, justitie, en openbaar bestuur) alleen ze worden hier niet direct voor betaald. Toch levert de overheid een bijdrage aan de totale productie. Om hieraan een waarde toe te kennen stellen we het gelijk aan de som van de ambtenarensalarissen. BNP alle bruto toegevoegde waarde bij elkaar opgeteld NNP alle netto toegevoegde waarde bij elkaar opgeteld Nationaal product is de waarde van de totale productie in een land in een jaar Netto toegevoegde waard = totale beloningen productie Nationaal inkomen is het totaal aan inkomsten van de inwoners van een land in een jaar Conclusie Nationaal inkomen = nationaal product\ Het CBS berekent dit jaarlijks m.b.v. de gegevens van de belastingsdienst 7.2 de inkomstenbelasting Het kopen van producten en goederen hangt niet alleen af van de hoogte van het inkomen en de hoogte van de prijzen, maar ook van de belasting die ze moeten betalen. 7.2.1 de inkomstenbelasting volksverzekeringen dit zijn verzekeringen waardoor elke Nederlander verzekerd is. Voorbeelden zijn de AOW(dankzij de betaalde AOW premie krijgen 65+ deze uitkering), de ANW(dit krijgen gezinnen als de kostwinner overlijdt) en de AWBZ(dit krijgen mensen als zij te maken hebben met bijzondere ziektekosten (gehandicapt kind)). Werknemersverzekeringen voorbeelden WW(als ze onvrijwillig werkloos worden een uitkering geven), ZFW(vergoed medische kosten van werknemers). Loonheffing dit bestaat uit de loonbelasting en de premies volksverzekeringen UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen hieraan worden de premies werknemersverzekeringen aan afgedragen. Berekening van brutoloon naar nettoloon: Nettoloon = brutoloon loonheffing premies volksverzekeringen Opbouw van de loonkosten voor de werkgever is als volgt: Loonkosten = brutoloon + werkgeversaandeel in de premies werknemersverzekering Sommige mensen moeten niet allen belasting betalen over het brutoloon(loonbelasting en premies volksverzekering) maar ook over rente op obligaties en spaarrekeningen, dividend uit aandelen en winst uit een eigen zaak. Inkomstenbelasting > loonheffing kan gezien worden als een voorheffing hierop. 3 boxen heb je hierbij Box 1 Belastbaar inkomen uit werk en woningloon, pensioen, een sociale uitkering, winst uit een eigen zaak en inkomsten uit freelance werkzaamheden, eigen woning forfait (huurwaarde van je eigen woning genoemd) Box 2 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belangdit is in het geval als iemand(eventueel met partner) ten minste 5% van de aandelen in een BV of NV heeft. Box 3 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggeniedereen heeft in deze box een heffingsvrij vermogen (dit Pagina 2 van 9

was in 2001 17.600). bepaalde bezittingen blijven buiten beschouwing:1. de eigen woning2. roerende zaken voor persoonlijk gebruik zoals huisraad, auto, caravan3. voorwerpen van kunst en wetenschap die niet als belegging worden aangehouden4. groene beleggingen(door de overheid erkende milieu vriendelijke projecten) 7.2.2 Aftrekposten en het belastbaar inkomen in box 1 De in box 1 verschuldigde inkomstenbelasting(inclusief premies volksverzekeringen) worden geheven over het belastbaar inkomen. In de tabel hieronder zie je hoe je het belastbaar inkomen moet bereken. Bruto inkomen uit werkeigen woning forfait + Bruto inkomen uit werk en woningaftrekposten - Belastbaar inkomen 7.2.3 Het schijventarief en de heffingskorting in box 1 Schijventarief volgens dit schema wordt je belastbaar inkomen belast in box 1 Heffingskorting dit zijn kortingen die afgetrokken wordt aan het af te staan bedrag aan de belastingsdienst. 7.3 De progressie in de inkomstenbelasting progressief tarief hiervan is sprake als het belastingspercentage dat over je hele inkomen betaald stijgt naarmate je meer verdiend. Degressief tarief hiervan is sprake als het belastingspercentage dat je over je hele inkomen betaald, daalt naarmate je inkomen hoger wordt. Proportioneel als de belasting met het zelfde percentage verandert als waarmee het inkomen verandert. 7.3.2 oorzaken van progressie Schijventarief het word veroorzaakt door et schijventarief en door de heffingskorting. Heffingskorting versterkt de progressie in box 1 van de inkomstenbelasting. Inkomensnivellering dit is als de verschillen kleiner worden. Inkomensdenivellering dit is als de verschillen groter worden. Aftrekposten hierdoor is er sprake van inkomensdenivellering Marginaal tarief de mensen met de lager inkomens hebben hier meer profijt van dan de mensen met een hogere inkomens. 7.3.3 Subsidieregelingen en marginale druk Netto besteedbaar inkomen dit hangt niet alleen af van de tarieven van de inkomsten belasting. Ook inkomensafhankelijke subsidies(huur en studiefinanciering) spelen een rol. Marginale druk als we bij een stijging van het bruto inkomen rekening houden met zowel de progressie in de inkomstenbelasting als met subsidies spreken we hiervan. 7.4 7.4.1 Oorzaken en gevolgen van inkomensverschillen 7 oorzaken van (bruto) inkomensverschillen Pagina 3 van 9

1. schaarsteverschillen als mensen met bepaalde opleiding/bekwaamheden een kleine groep is, is deze groep schaars en kunnen ze meer inkomen vragen. 2. verwervingsverschillen ervaring en opleiding vallen hieronder 3. productiviteitsverschillen stukloon loon wat wordt bepaald naar de hoeveelheid je produceert 4. inspanningsverschillen mensen die meer willen inzetten zullen meer verdienen 5. verantwoordelijkheid hoe meer verantwoordelijk je bent hoe meer je zult verdienen 6. machtsverschillen persoonlijke macht en vakbonden met macht 7. vermogensverschillen als je allemaal extra dingen(huis, aandelen, grond) hebt kun je het verkopen/verhuren. 7.4.2 Het primair, secundair en tertiair inkomen primair inkomen de beloning voor het beschikbaar stellen van productiefactoren secundair inkomen vanuit het primair inkomen kunnen we dit berekenen als we rekening houden met: de inkomensoverdrachten van gezinnen aan de overheid en de instellingen die sociale verzekeringen uitvoeren. Inkomensoverdrachten aan de gezinnen, die gegeven worden door de overheid de instellingen die sociale verzekeringen uitvoeren. Inkomensoverdrachten geld uitgeven zonder dat de ontvanger van het geld een aanwijsbare tegenprestatie levert. Zo bereken we het secundair inkomen Primair inkomenrechtstreeks door gezinnen betaalde belasting en sociale premies -rechtstreeks door de gezinnen ontvangen subsidies en sociale uitkeringen + secundair inkomen Besteedbaar/vrij beschikbaar inkomen wordt ook wel het secundair inkomen genoemd. Tertiair inkomen vanuit het secundair inkomen kunnen we dit bereken. Dmv rekening te houden met indirecte belastingen en subsidies. Secundair inkomenbij het kopen van producten door gezinnen betaalde indirecte belastingen -Bij het kopen van producten door gezinnen ontvangen subsidies +Tertiair inkomen Het secundair inkomen is in Nederland minder scheef over de personen/gezinnen verdeeld dan het primair inkomen. Dit komt door de progressie in de inkomstenbelasting en het feit dat sociale uitkeren en subsidies vooral ten goede komen aan de lagere inkomensgroepen. 7.4.3 Koopkracht koopkracht hiermee wordt het reëel vrij beschikbare inkomen. Reëel hiermee bedoelen wij gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Vrij beschikbaar er is rekening gehouden met belastingen, sociale premies, subsidies en sociale uitkeringen. Inkomenspolitiek hierin speelt de koopkracht een centrale rol. Pagina 4 van 9

7.5 De Lorenz-curve Personele inkomensverdeling dit kunnen we weergeven dmv een Lorenz-curve. 7.5.1 de primaire inkomensverdeling Lorenz-curve een ononderbroken kromme geeft de personele inkomensverdeling weer en is gebaseerd op een tabel. Betekenis diagonale lijn dit is als 20% van de mensen, 20% van het inkomen verdienen, dus iedereen verdient evenveel 40% - 40%, 60% - 60%, 80% - 80%, 100% - 100%. 7.5.2 de secundaire inkomensverdeling secundaire inkomens is minder scheef dan de primaire inkomensverdeling. De secundaire Lorenz-curve ligt dichter bij de rechte lijn dan de primaire Lorenz-curve. Dit komt doordat de tarieven van de loon en inkomstenbelasting progressief zijn en doordat inkomensoverdrachten(sociale uitkeringen en subsidies) vooral bij de laagste inkomensgroepen terecht komen. De Lorenz-curve hoeft niet alleen voor personen te gelden, het kan ook voor gezinnen gelden. 7.5.3 De gevolgen van inkomensherverdeling gevolgen van inkomensverschillen Prikkel om te presteren een hoog inkomen kan je prikkelen om in te spannen Prikkel voor mobiliteit eerder verhuizen voor een goede baan Sociale onrechtvaardigheid als je een slechte gezondheid hebt vindt men het onrechtvaardig als je hierdoor een lager Migratie veel mensen vertrekken naar rijkere landen om daar een goede baan te vinden. Voorbeeld the American Dream 7.6 de categoriale inkomensverdeling categoriale inkomensverdeling dit laat zien hoe het nationaal inkomen is verdeeld over de beloningen voor het gebruik van de productiefactoren. 7.6.1 de loonquote loonquote is het aandeel van de loonsom van de werknemers in de netto toegevoegde waarde van de gezamenlijke bedrijven in een bepaald jaar. Je berekent de loonquote zo: loonsomloonquote ============================== X 100 Netto toegevoegde waarde van bedrijven Verandering loonquote dit hangt af van de verandering van de loonhoogte, de arbeidsproductiviteit en het prijsniveau. Verandering loonsom de loonsom stijgt met het percentage waarmee het loon stijgt. Verandering arbeidsproductiviteit de netto toegevoegde waarde van bedrijven stijgt met het percentage Pagina 5 van 9

waarmee de arbeidsproductiviteit stijgt. Verandering prijzen de netto toegevoegde waarde van bedrijven stijgt met het percentage waarmee de prijzen stijgen. 7.6.2 de loonruimte loonruimte benaming voor de stijging van de arbeidsproductiviteit + stijging van de verkoop prijzen. Het arbeidsinkomen en vermogensinkomen het inkomen wat verkregen wordt uit arbeid en als beloning voor het gebruik van de overige productiefactoren. 7.6.3 de arbeidsinkomensquote toegerekend loon zelfstandigen de beloning(deel van de winst) voor zelfstandigen dit is gelijk aan het gemiddelde loon van een werknemer in het bedrijfsleven. Arbeidsinkomensquote het deel van de netto toegevoegde waarde van de gezamenlijke bedrijven dat geldt als beloning voor het ter beschikking stellen van de productie factor arbeid. Dit bereken je zo: Loonsom + toegerekend loon zelfstandigenarbeidsinkomensquote = ------------------------------------------ -------------- X 100 Netto toegevoegde waarden van bedrijven 7.6.4 de reële arbeidskosten reële arbeidskosten per product hierbij wordt rekening gehouden met de verandering van de APT 7.7 de gevolgen van inkomensherverdeling Dit heeft gevolgen voor de omvang van het nationaal inkomen, werkgelegenheid, de aard van de productie en voor de bestedingen. 7.7.1 gevolgen van inkomensherverdeling voor het nationaal inkomen op de lange termijn Stijging van de loonkosten werkgevers meer loonbelasting en sociale premies afdragen voor een werknemer die bij hem in dienst is. Verslechtering concurrentie positie dit kan komen door de stijging van de loonkosten 7.7.2 gevolgen van inkomensherverdeling voor het nationaal inkomen op de korte termijn Dempen conjunctuurbeweging inkomens overdrachten veroorzaakt dit, bij hoog en laag conjunctuur 7.7.3 Afwenteling. Afwentelen door werknemers als een loonstijging wordt geëist zeggen we dat de werknemers de stijging van belasting- en sociale premiedruk afwentelen op de werkgevers. Afwentelen door werkgevers als de gestegen loonkosten worden doorberekend in de verkoopprijzen. Dan wentelen ze de stijging af op de consument. Hierdoor ontstaat er een loon prijsspiraal. Dit kan de concurrentie positie van Nederland verslechteren. 7.7.4 verslechtering van het investeringsklimaat. Pagina 6 van 9

Hoge loonquote hierdoor zijn de winsten laag, als het niet doorberekend kan worden gaat het ten koste van de winst van een bedrijf en worden de investeringen uitgesteld. Laag rendement v/d investeringen soms gaan ze helemaal niet door omdat het rendement en de rendementsverwachtingen te laag zijn. Gebrek aan geld voor investeringen, investeringen worden gefinancierd uit de winst, als de winst laag is moet het bedrijf gaan lenen en dat drijft de kosten weer op. 7.7.5 gevolgen voor aard en omvang van de bestedingen milieu heffingen doel hiervan is het stimuleren van milieu vriendelijke producten. Ecotax verhogen en belastingen die de arbeid duurder maken verlagen, neemt de werkgelegenheid toe. Natuur vervangen door arbeid dit veranderd de productie omdat de productiefactor arbeid meer wordt gebruikt en minder van de productiefactor natuur. 7.8 ingrijpen van de overheid in het marktproces motieven voor het ingrijpen in het marktproces kan zijn: de werkgelegenheid bevorderen, de inkomensverdeling indirect beïnvloeden, collectieve goederen en behoud van een goed leefmilieu tot stand brengen. 7.8.1 maximumprijzen maximum prijzen dit behoedt de consument voor het betalen van een te hoge prijs. Distributie stelsel hiermee kan de overheid het te kleine aanbod over zo veel mogelijk vragers verdelen. 7.8.2 minimum prijzen minimum/garantie prijs dit is om te voorkomen dat de aanbieders een te lage prijs krijgen voor een bepaald goed. Aanbod overschot dit koopt de overheid op tegen de minimumprijs. Interventieprijzen zo worden de minimum en maximum prijzen ook wel genoemd. Bodemprijs veilingen dit is vooral het geval bij de meeste veilingen van landbouwproducten. 7.8.3 buffervoorraden inkomen onzeker dit is vooral voor producenten als ze de ene keer een hoge prijs krijgen en de andere keer ene lage prijs, hierdoor weten ze niet waar ze aan toe zijn. Prijzen stabiliseren dit kunnen ze doen m.b.v. buffervoorraden dit zijn goederen die tijdens een goede oogst over zijn en worden opgeslagen voor als er een mindere oogst is. 7.8.4 vergunningen en quota vergunningen moet je aanvragen voor bijvoorbeeld: het organiseren voor een popconcert, woning bouwen, drank verkopen. Motieven kunne zijn: overlast voorkomen, een gezond leefmilieu houden, de gezondheid beschermen. Quotum dit is een maximale hoeveelheid. Exportquota dit is om de prijs hoog te houden en zeker te zijn van afzet. Pagina 7 van 9

7.8.5 convenanten, wetgeving en collectieve goederen. Convenant afspraken tussen de overheid en het bedrijfsleven. Wetten hiermee kan de overheid wel dwingen dat de convenanten worden nagestreefd. Collectieve goederen dit kan niet voortgebracht worden door het marktproces, omdat het niet splitsbaar is in individueel leverbare eenheden. 7.9 consumptie, productie en welvaart. Schaarste dit is een spanning tussen behoeften en middelen om in de behoeften te voorzien Welvaart is de mate waarin in behoeften wordt voorzien door het gebruik van productiefactoren. 7.9.1 consumptie en het milieu. Huishoudelijk afval de hoeveelheid hiervan wordt bepaald door de mate waarin de consumptie is. Milieuvervuiling dit kan veroorzaakt worden door productie in verschillende vormen zoals water-, lucht-, en bodemvervuiling. Aard van de consumptie autorijden is slechter voor het milieu dan fietsen. Ongewilde bijwerkingen dit hebben gevolgen voor de welvaart van anderen. Buiten de markt om hiervoor zijn geen prijzen vast te stellen. Externe effecten zijn onbedoelde bijwerkingen van productie en consumptie die buiten de markt om de welvaart van anderen beïnvloeden. Toekomstige welvaart, negatieve externe effecten kunnen ook de toekomstige welvaart negatief beïnvloeden. Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder te verhinderen dat toekomstige generaties in hun behoeften kunnen voorzien. Recycling het gebruik van duurzame producten zoals spaarlampen, het bet gebruik van milieuvriendelijk producten en een strenge milieu wet geven. 7.9.2 productiegroei en welvaart productiegroei en welvaart staan vaak op gespannen voet met elkaar. Dit blijkt de infrastructuur ook wel het wegennet genoemd. Tegengestelde welvaartseffecten de vraag is of de positieve effecten op wegen tegen de negatieve effecten. Reëel nationaal inkomen dit is het product per hoofd van de bevolking. Uitleg hieronder Reëel betekend gecorrigeerd voor prijsveranderingen, de toenamen van het reëel nationaal product(inkomen) is dus gelijk aan de productgroei. Slechte maatstaf het reëel nationaal inkomen per hoofd van de bevolking is tegenwoordig een slechte maatstaf voor de welvaart. 7.10 beïnvloeden van de consumptie door de overheid consumentisme consumentenorganisaties brengen de consument in een sterkere positie t.o.v.d. producent. Pagina 8 van 9

Consumentenbeleid maatregelen om de positie van de consument te versterken t.o.v.d. producent. Bemoeigoederen hierin stimuleert de overheid de consumptie dat in het belang van de consument en de samenleving. 7.10.1 consumentenorganisaties activiteiten consumenten organisaties: Vergelijkende warenonderzoeken doen Informatie en voorlichting geven over de aanschaf van producten Juridische bijstand verlenen bij problemen met leveranciers De overheid adviseren ten aanzien van wetgeving of voorschriften die belangrijk zijn voor de consument. De macht die de consumentenorganisaties door deze werkzaamheden hebben heeft in het algemeen een prijsdrukkend en een kwaliteitsverhogend effect. 7.10.2 subsidies huursubsidies, subsidies voor sport en cultuur, voor cultuurwaarden, voor milieubehoud, voor onderwijs. 7.10.3 heffingen accijns dit wordt door de overheid gebruikt om het gebruik van demerit goods af te remmen. Milieuheffingen het gebruik van milieuvervuilende grondstoffen en producten afnemen en probeert de overheid te bereiken dat de vervuiler betaalt. 7.10.4 voorlichting en geboden en verboden folders dit wordt gebruikt door de overheid om de consument te voorlichten. Etikettering waarschuwen voor gevaren van het gebruik van het product. Warenwet dit is de belangrijkste wet dat in verband staat met het gebied van houdbaarheid, veiligheid en leveringsvoorwaarden. Kosten dit is het nadeel van de bescherming van de consument Pagina 9 van 9