De Taalkanjers - Thema 1 HANDLEIDING SUGGESTIES VOOR LINKEN In de les WO kun je een echte buddyboom planten op een zichtbare plaats op school. Gebruik dat moment om uit te leggen wat een boom nodig heeft om te groeien. Maak afspraken met de klas om de boom samen te verzorgen doorheen het schooljaar. 24
De buddyboom DOELEN Schrijven De leerlingen schrijven over een ervaring, ondersteund door visueel materiaal. Spreken De leerlingen delen belevenissen en ervaringen met klasgenoten. MATERIAAL Taalboek p. 23 Kopieerblad 1..1 Luisterfragment 1..1 Extra materiaal jong boompje of tak met vertakkingen (bv. appelboom), stroken met schrijflijnen (wit A4-papier) Attitudes en andere leerinhouden De leerlingen voelen zich een deel van de groep(en) waartoe ze behoren. De leerlingen beschrijven in een eenvoudige taal hoe ze bepaalde situaties beleven en hoe ze zich daarbij voelen. LEERLIJNEN Dit kwam eerder aan bod De leerlingen werken met visuele en niet-visuele boodschappen. Dit komt later aan bod De leerlingen geven boodschappen op een visuele of niet-visuele manier weer en houden hierbij rekening met het communicatieschema. VERLOOP Aanzet 1 Woorden voor vrienden Kern 2 Vrolijke vrienden 3 De vriendschapsboom in het taalboek 4 Een echte vriendschapsboom Reflectie 5 Nabespreken 6 Buddyboom planten VOOR DE Je kopieert kopieerblad 1..1 per twee leerlingen. Schaf een jong boompje aan om nadien ergens te planten, bv. een appelboom. Wanneer een boom planten niet mogelijk is, kun je ook een tak met voldoende vertakkingen meenemen naar de klas. Je knipt stroken uit waarop de leerlingen kunnen schrijven. Zoek een manier om ze aan de tak te bevestigen: met touwtjes, door er een gaatje in te maken 25
AANZET VERLOOP 1 Woorden voor vrienden Je knoopt aan bij het Taalkanjerverhaal en vertelt de leerlingen dat het erg fijn is om vrienden te hebben. Soms heeft een groep of een bende waar je bij hoort een naam. Hoe heet de groep van Mo, Raf, Sander, Noor, Loes en Samia die samen avonturen beleven ook alweer? (de Taalkanjers) De volgende Taalkanjerverhalen zullen ook over hun vriendschap gaan. Wat betekent vriendschap ook alweer? (wat je als vrienden of vriendinnen voor elkaar doet) Wat vind jij belangrijk in een vriendschap? (eigen antwoord) Je zegt dat er heel wat woorden zijn die vriend betekenen. Laat de leerlingen nadenken over welke woorden dat kunnen zijn. Je vult eventueel aan met voorbeelden als maat, kameraad en buddy. Ook de afkorting bff kunnen de leerlingen aanbrengen (best friends forever). Je verwoordt het doel van de les. Vandaag leer je om voor een klasgenoot een persoonlijke boodschap te schrijven met een passende tekening. KERN luisterfragment 1..1 taalboek p. 23 2 Vrolijke vrienden Je vraagt aan de leerlingen wie een lied over vriendschap kent. Laat hen daarover vertellen. Je vertelt de leerlingen dat ze zo n lied over vrienden en vriendschap gaan horen. Je geeft de opdracht goed op te letten bij de dingen die de zanger plezierig vindt. Na het beluisteren zullen de leerlingen vragen oplossen bij het lied. De leerlingen luisteren aandachtig naar het lied Vrolijke vrienden. Ze kunnen de tekst volgen in het taalboek. Je vraagt de leerlingen naar hun mening over de melodie en de inhoud van het lied. Hoe voelt de zanger zich? (vrolijk, blij) Hoe zou hij willen dat jij je voelt bij zijn lied? (ook vrolijk en blij) Waar wordt de zanger vrolijk van? (de zon die ons wekt, de vogels die zingen, lekkere dingen...) Aan wie denken jullie bij het beluisteren van dit lied? (eigen antwoord) Over welke fijne herinneringen wordt er gezongen in het lied? (over samen kamperen, samen trekken, samen dansen bij het kampvuur...) Wie heeft er ook een fijne herinnering aan een kamp, een logeerpartijtje of een uitstap samen? (eigen antwoord) Je laat de leerlingen in heterogene duo s over hun herinneringen spreken. Ze bespreken met wie ze de mooie herinnering delen, waar het plaatsvond, wanneer... taalboek p. 23 3 De vriendschapsboom in het taalboek Je vertelt aan de leerlingen dat ze zo meteen enkele teksten en tekeningen zullen bekijken van kinderen die ook mooie herinneringen hebben aan hun (vrolijke) vrienden. De leerlingen bekijken de vriendschapsboom in het taalboek. Bespreek de tekeningen en de teksten kort. 26
Met wie deelde de schrijver een leuke herinnering? (met Joren en met Marie) Over welke mooie herinneringen gaat het? (over een uitstap naar zee en over een verjaardagsfeest) Hoe kun je weten dat het feest een verjaardagsfeest is? Het staat niet in de tekst. (op de tekening zien we een taart met kaarsjes en een kroon) Zou de schrijver in de zomer of in de winter met Joren naar de zee gegaan zijn? Hoe kunnen we dat weten? (in de zomer, want op de tekening hebben de kinderen hun zwembroek aan) De leerlingen ontdekken dat tekeningen een meerwaarde kunnen betekenen bij teksten. 4 Een echte vriendschapsboom Toon de leerlingen de jonge boom die je met hen zult planten, bv. een appelboom. Je legt de opdracht aan de leerlingen uit, namelijk dat ze op het kopieerlad een mooie herinnering aan een vriend of vriendin mogen tekenen. Ze schrijven daarbij aan wie ze een mooie herinnering hebben en vullen de zin aan. Daarna kunnen ze elkaars strook bekijken en lezen. Je laat een uitdagingsleerling als voorbeeld de zin op het kopieerblad aanvullen. Sta stil bij de zinsbouw en hoe je een goede zin bouwt. een klas- of schooluitstap een avontuur dat ze beleefden een leuk moment uit de turnles een toffe voetbalwedstrijd... De bedoeling is dat de leerlingen ontdekken dat de aanwezigheid van een vriend het moment bijzonder maakte. SPELLINGSTIP Bij het schrijven maak je de leerlingen attent op volgende spellingsregel: - Om de korte klanken te zin: Sam is gek op zus. - Om de lange klanken te zin: Aap eet zuurkool. - Om de andere klanken te zin: Loes liet fleur uit. kopieerblad 1..1 TIP Je overloopt de 5 W s met de leerlingen en stimuleert hen om de informatie in hun zin te verwerken. Wat moet je doen? (tekenen en schrijven) Waarover moet je tekenen en schrijven? (over vrienden, vriendschap, mooie herinneringen) Hoe ga je schrijven? (ik denk eerst na met wie ik de herinnering deel en schrijf dat op de eerste regel, daarna vul ik de zin aan) Hoe ga je tekenen? (ik denk aan de herinnering en maak daarbij een passende tekening) Wie zal de strook lezen en/of de tekening bekijken? (vrienden uit de klas) diff.: aanloop Je neemt de aanloopgroep bij je en biedt hen ondersteuning door bijkomende vragen te stellen. bv. Over wie wil je schrijven? Waarom kies je die vriend? Wat doen jullie zoal samen? 5 Nabespreken De leerlingen hangen hun papieren stroken in de buddyboom. Je pikt er enkele stroken uit en bespreekt de boodschap erop kort met de leerlingen. Zij vertellen waarom die herinnering bijzonder is voor hen. REFLECTIE Waar was je op dat moment? (eigen antwoord) Wie was er bij je? (eigen antwoord) Waarom was het leuk? (eigen antwoord) Wat doe je op de tekening? (eigen antwoord) Hoe vonden jullie het om je herinneringen op de stroken te schrijven? Wat vonden jullie van de schrijfopdracht? (eigen antwoord) 27
TIP Wanneer een boom planten niet mogelijk is, kun je ook een tak meenemen naar de klas. Die tak dient voldoende vertakkingen te hebben, zodat de leerlingen er hun stroken aan kunnen hangen. De tak kan in een pot met potgrond worden gezet en een plaats krijgen in de klas. Je kunt ook een boom in de buurt van de schoolomgeving zoeken, die de leerlingen dan omvormen tot buddyboom. Je kunt de boom ook tekenen op een grote flap papier. 6 Buddyboom planten De buddyboom wordt geplant. Je kunt er met de leerlingen voor zorgen dat hij altijd gevuld is met fijne herinneringen door de opdracht op andere momenten te herhalen. Reflecteer ook nog op het thema. Hoe heet het thema ook alweer? (Wat een toffe bende!) Jullie maakten kennis met de bende van Sander. Wie was die toffe bende? (de Taalkanjers, maar ook onze klasgroep) Welke les uit het thema is jullie bijgebleven? Waarom? (eigen antwoord) Leerden jullie elkaar ook beter kennen? Wat hebben jullie dan over elkaar geleerd? (eigen antwoord) Hoe hebben jullie de start van het nieuwe schooljaar ervaren? (eigen antwoord) Vinden jullie het fijn in de klas? Wat zouden jullie graag veranderen? (eigen antwoord) Wie kent onze klasgroet nog? (eigen antwoord) De buddyboom TAALBOEK Vrolijke vrienden : Vrolijke, vrolijke vrienden Vrolijke vrienden, dat zijn wij. Vrolijke, vrolijke vrienden Vrolijke vrienden, dat zijn wij. Als wij samen gaan kamperen in het bos of op de hei 1, dan klinkt het wel duizend keren vrolijke vrienden, dat zijn wij. En gaat stil de avond komen, zingen, dansen wij bij het vuur. Tot wij in onze tent gaan dromen in het late, late uur! Bob Davidse, Vrolijke vrienden s Morgens komt de zon ons wekken en de vogels zingen blij. Dan is het tijd dat wij gaan trekken door de dennen, bos of hei 1. Twee of drie die koken eten, brengen lekkere dingen mee. Dat is iets dat wij wel weten, wie op kamp is, eet voor twee! 1 de hei: een terrein waarop bijna alleen heideplanten groeien 23 28