Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Transcriptie

1 Ecoduct Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Wat is dat dan precies, een ecoduct? Zo vroeg een jonge reebok aan een oude Nou jongen, sprak toen senior verrukt Ik weet een foefje om dat te onthouden De E-C-O van ecoduct die staat Voor Even Comfortabel Oversteken Waardoor je dus een snelweg over gaat En daarbij niet je poten hoeft te breken En kijk je dan naar de D-U-C-T Van ecoduct, dat staat volgens dit weetje Voor Dieren Uitwissel Contact Tracé Da s handig hè? Begrijp je het een beetje? Jawel, zei toen de jonge reebok vlug Een ecoduct is dus een ezelsbrug (gedicht van Frank van Pamelen, ) Maak nu zelf ook een gedicht over de Natuurbrug. Als mensen het lezen, weten ze wat is. Het mag een heel serieus gedicht zijn, maar een grapje erin vinden mensen ook altijd leuk.

2 Maak een maquette van de Natuurbrug Er wordt over de Natuurbrug gesproken. Mensen proberen uit te leggen hoe die er nu uit gaat zien. Je kunt een heel verhaal houden, maar je kunt de Natuurbrug ook proberen na te maken. Dat doe je natuurlijk niet op ware grootte, want hij is nog groter dan de school. Je maakt hem na, maar dan een stuk kleiner. Dat noemen ze een maquette. De leukste en mooiste zullen ook echt worden gebruikt rondom de opening van de Natuurbrug. - Ga in groepjes aan de slag - Gebruik de informatie over de Natuurbrug de beschikbaar is - De maquette mag niet groter zijn dan 1 bij 1 meter. - In de maquette moet je natuurlijk de snelweg verwerken, maar ook de dingen die er voor de natuur worden aangelegd. - Maak het zo, dat je het kunt vervoeren. Alles moet goed vastgezet of vastgelijmd worden. De school organiseert zelf een wedstrijd waarbij de beste drie maquettes worden uitgekozen.

3 Superspringers en renners Springen Er zijn dieren die heel goed kunnen springen. Dat is natuurlijk heel handig als je snel wilt oversteken. Je gaat nu zelf kijken of jij een goede springer bent. Nodig: - Trek buiten een streep voor de zandbak of op het gras. Bij het springen moet je voor de streep met je sprong beginnen. - Centimeter/rolmaat - Zet in of op de grond de afbeeldingen van de 6 dieren. Laat zien hoever de dieren met hun recordsprong zijn gekomen. Dit kun je ook door de kinderen zelf laten doen. De dieren zijn: Veldmuis 30 cm Kikker 80 cm Sprinkhaan 120 cm Vos 150 cm Konijn 300 cm Eekhoorn 400 cm De kinderen proberen het record van een van de dieren te halen. Iedereen mag het een paar keer proberen. Welke kinderen zijn superspringmuizen, springkikkers, sprinkhanen, en zo verder. Wie wordt de superspringer die met de minste sprongen het snelst de weg over kan steken? Rennen Rennen voor je leven, dan moeten dieren regelmatig doen. Maar niet iedereen is even snel. Een das loopt niet echt hard, maar kan dat wel lang volhouden. Een vos kan een sprintje trekken en schiet weg om bijvoorbeeld een konijn te pakken. Die snelheid houdt hij niet lang vol. Wat ben jij: een das of een vos? Je moet twee afstanden lopen. Een daarvan is kort, maar twintig meter. De andere is langer. De route wordt bij school uitgezet. Meet met een stopwatch hoelang je over de beide stukken doet. Als heel de klas loopt, weet je uiteindelijk wie de snelste vos of de sterkste das is.

4 Afstandkaartjes 30 cm 80 cm 120 cm 150 cm

5 Afstandkaartjes 300 cm 400 cm

6 Gebieden worden verbonden De natuurbrug verbindt twee natuurgebieden met elkaar. Aan de oostkant van de weg ligt Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Het Landgoed Huis ter Heide ligt juist aan de andere kant van de weg. Beide terreinen zijn van Natuurmonumenten, die het gebied onderhoudt. Zoek nu uit welke dieren daar leven en welke gebruik gaan maken van de Natuurbrug. a. Bekijk de kaart en zoek de Loonse en Drunense Duinen en Huis ter Heide. b. Teken op de kaart de plek waar de Natuurbrug wordt aangelegd. c. Hoe zien de beide gebieden er uit? Is er bos, moeras, stuifzand, een ven, akker, weiland, staan er huizen? d. Welke dieren zijn bijzonder voor De Loonse en Drunense Duinen? Hoe en waar leven die? e. Welke dieren zijn bijzonder voor Huis ter Heide? Hoe en weer leven die? f. Welke dieren kunnen gebruik gaan maken van de Natuurbrug.

7 Wie eet wat? Het is feest op de Natuurbrug. Alle dieren zijn uitgenodigd. Vrijwel iedereen wil ook graag komen. Het wordt vast heel gezellig. Maar nu zitten we wel met een probleem bij het inrichting van de eettafels. We zijn vergeten te vragen wat iedereen wil eten. Kun jij helpen? We willen een menukaart maken waarop de dieren kunnen zien welk lekker hapje speciaal voor hen gemaakt is. Kun jij voor ons uitzoeken wat het lievelingseten van de gasten is? Hieronder staat de menukaart. Daarop staan ook de dieren die komen. Zet achter de naam het favoriete hapje waar je dat dier echt blij mee kunt maken. Je mag ook twee of drie dingen invullen, als het dier heel veel lekker vindt. Lieve gasten, fijn dat jullie er zijn. We maken er een fijn feest van. We hebben ook voor een lekker hapje gezorgd. Voor iedereen staat zijn eigen favoriete eten klaar. Eekhoorn Das MENU Bosmuis Sprinkhaan Ree Vos Kikker

8 Herkennen van geluiden De Natuurbrug gaat de Loonse en Drunense Duinen verbinden met de natuur in het gebied Huis ter Heide. Je kunt met de kijker de omgeving afzoeken, maar veel dieren zitten verstopt. Ze leven in de bomen, tussen het gras of in de grond. Als natuuronderzoeker is het heel belangrijk dat je ook de geluiden van de dieren kent. Als je ze hoort, dan weet je ook zeker dat ze er zitten. Ga naar Je vindt daar 18 verschillende geluiden. Vul het schema in. De dieren die je te horen krijgt, staan er al in. Luister goed naar de geluiden. Probeer te ontdekken welk dier je hoort. Zet het nummer van het geluid achter het goede dier. Ook is het belangrijk om te weten of dat dier ook in de buurt van de Natuurbrug of in de beide natuurgebieden leeft. Ken je het geluid niet, probeer dan uit te zoeken wat het kan zijn. Ken je het dier niet, zoek het dan op in een boek of op internet. Dier Nummer van het geluid Kun je dat dier rondom de Natuurbrug verwachten? Bosuil Bij Edelhert Ezel Gorilla Groene kikker Hond Koekoek Leeuw Merel Olifant Roodborstje Schaap Specht Veldkrekel Wild zwijn Wilde eend Zwarte kraai

9 We houden een enquête Enquête naar de ruimte voor mens en dier Zowel mensen als dieren willen een plekje om te leven. Daar kunnen ze eten, slapen en veilig wonen. Ook zorgen ze ervoor dat er kinderen of jongen komen. Daar heb je natuurlijk wel ruimte voor nodig. Mensen denken na hoe ze hun omgeving willen inrichten. Omdat je overal rekening mee moet houden, is dat voor ons best moeilijk. Wordt er wel voldoende rekening gehouden met de dieren, want die mogen niet meepraten als de gemeente nieuwe plannen maakt. Met een groepje leerlingen ga je een enquête houden. Het moet gaan over de ruimte voor mensen en dieren. Het kan gaan om de schoolomgeving, maar je mag ook een veel groter gebied kiezen. Het is leuk als je ook vragen stelt over de Natuurbrug. Wat vinden de mensen hiervan? Welke ideeën hebben zij over het samenleven van mensen en dieren in een gebied? Wat moet je doen? - Je moet van te voren bedenken waarover je meer wilt weten. Daarover ga je vragen maken. Die stel je straks aan allerlei mensen. - Aan wie ga je de vragen stellen? Zijn het de kinderen van school, de ouders of de bezoekers van een bos? - Een enquête houd je met een vragenlijst. Maak goede vragen. Begin niet meteen met de belangrijkste vraag. Laat mensen even wennen. - Probeer zoveel mogelijk informatie te krijgen. Vraag bijvoorbeeld niet: U vindt het zeker ook belangrijk dat er een Natuurbrug is. Stel de vraag anders. Zo kun je beter vragen: Hoe belangrijk vindt u het dat er een Natuurbrug komt? Laat hen dan aangeven hoe belangrijk ze het vinden. - Het invullen van een vragenlijst kost tijd. Maak dus niet te veel vragen, maximaal 15. Zet ze op papier zodat je ze gemakkelijk kunt invullen. Liefst met hokjes om aan te kruisen. - Maak een plan wanneer en waar je de enquête wilt houden. - Heb je de ingevulde vragenlijsten, werk die dan uit. Geef per vraag aan welke antwoorden zijn gegeven. Maak daarvan een verslag. Je kunt het ook laten zien aan de andere kinderen in de klas. - Kijk ook of je iets met de resultaten kunt doen. Mogelijk krijg je ideeën hoe je de mensen en de dieren een betere ruimte kunt geven om te leven. Misschien ga je wel een actie opzetten.

10 Iedereen gaat zijn eigen weg Er komen steeds meer mensen op deze aarde. De wereld wordt steeds drukker. Ook de stad of het dorp waar we wonen wordt nog steeds groter. Er worden niet alleen huizen bijgebouwd. De mensen die daar wonen willen natuurlijk ook te voet, met de fiets of met de auto de straat uit. Voor de mensen wordt het er niet altijd beter op. Het wordt drukker en er is meer verkeer. Misschien moet je ook wel verder weg om een keer de natuur in te gaan. Op veel plaatsen liggen straten, snelwegen, spoorlijnen en kanalen. Handige wegen voor de mens. Maar de dieren kunnen die niet of moeilijk oversteken. Zij kunnen geen kant meer op. Mensen hebben hun eigen wegen nodig. De wegen waar de dieren over lopen, moeten ook open blijven. Hoe vind jij dat de mensen dit moeten doen, als ze voldoende rekening houden met de dieren. Doen ze dat nu al? Of heb je nog tips hoe dat beter kan?