Schoolplan 2008-2011 Schoolgegevens: Brinnummer: Directie: Adres school: Contact school: E-mail: Website: Wilhelminaschool 09 YL L.J. Harmsen Wilhelminalaan 59 8181 BA Heerde Tel.0578-693509 info@wilhelminaschoolheerde.nl www.wilhelminaschoolheerde.nl Bevoegd gezag: Stichting Cambium Adres bevoegd gezag: Dorpsstraat 36B 8181 HS Heerde Contactpersoon: R.Brandsma, algemeen directeur Contact bevoegd gezag: Tel. 0578-694169 E-mail: directeur@sichtingcambium.nl Website: www.stichtingcambium.nl 1
Inhoudsopgave Naam Inhoud 1 Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan 1.2 Verantwoording opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen 2 Schoolbeschrijving 2.1 Kenmerken van de school 2.2 Kenmerken directie en teamleden 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 3 Onderwijskundig beleid 3.1 Missie van de school 3.2 Visie(s): algemeen en specifiek KK = kwaliteitskaart 3.3 Identiteit 3.4 Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten 3.5 Taalbeleid 3.6 Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.7 Actief Burgerschap 3.8 ICT 3.9 Leertijd 3.10 Pedagogisch Klimaat 3.11 Didactisch Handelen 3.12 Zorg en begeleiding + LGF en langdurig zieken 3.13 Opbrengsten 4 Integraal personeelsbeleid 4.1 Organisatorische doelen 4.2 Schoolleiding 4.3 Integraal Personeelsbeleid Professionalisering 5 Organisatie & beleid 5.1 Organisatiestructuur 5.2 Structuur (groeperingsvorm) 5.3 Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en Risico-Inventarisatie ) 5.4 Communicatie (intern) 5.5 Communicatie (met externe instanties) 5.6 Communicatie (met ouders) 5.7 Voor-, tussen- en naschoolse opvang 6 Financieel beleid 6.1 Lumpsum financiering ondersteuning 6.2 Externe geldstromen 6.3 Interne geldstromen 6.4 Sponsoring 6.5 Begrotingen 7 Kwaliteitsbeleid 7.1 Terugblik Schoolplan 2003-2007 ( evaluatie ) 7.2 Analyse inspectierapport(en) 7.3 Analyse Quick Scan 7.4 Analyse oudervragenlijst 7.5 Analyse leerlingenvragenlijst 7.6 Analyse lerarenvragenlijst (MTO) 7.7 Het evaluatieplan 7.8 Kwaliteitsprofiel 7.9 Plan van Aanpak (2008-2009) 7.10 Plan van Aanpak (2009-2010) 7.11 Plan van Aanpak (2010-2011) 7.12 Plan van Aanpak (2011-2012) 2
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan Binnen onze Stichting (Cambium) is middels het strategisch beleidsplan en het beleidsdocument kwaliteitszorg geformuleerd wat wij belangrijk vinden als het gaat om de kwaliteit van onze scholen. Als afgeleide daarvan formuleren wij in dit schoolplan hoe wij daar de komende vier jaar verder vorm aan geven. Dit schoolplan heeft dus als focus: kwaliteit! Hoe is de kwaliteitszorg geregeld, wat zijn de kwaliteitsdoelen, wanneer zijn we tevreden? Wij zien het schoolplan als een levend, werkzaam document in de school, dat jaarlijks zal worden aangevuld met een evaluatie (jaarverslag) van het voorbije jaar en een concreet actieplan voor het nieuwe schooljaar op basis van het vierjarige plan van aanpak. Wij zien het schoolplan als: - Beschrijving van de kwaliteit, van de werkelijkheid (zo doen we dat) - Planningsdocument voor schoolontwikkeling (wat willen we verbeteren?) - Verantwoordingsdocument (naar overheid en ouders) Wij vinden dat kwaliteit op onze scholen te maken heeft met de volgende begrippen: a. Visie de school heeft een duidelijke visie en herkenbare identiteit de school draagt die visie enthousiast en duidelijk uit b. Onderwijs inhoud het onderwijs op school voldoet aan de kerndoelen op de school wordt bewust gewerkt aan: kennis, vaardigheden en houding op school leren de kinderen veel en behalen goede resultaten er wordt goed onderwijs gegeven (doen we de goede dingen; doen we die goed) c. Pedagogisch klimaat en schoolcultuur de school heeft een goed pedagogisch klimaat (geborgenheid, rust, orde, normen en waarden) op school heerst een goede sfeer de school is een veilige omgeving er is goede zorg, opvang en begeleiding de leerkrachten en kinderen gaan met plezier naar school de school levert maatwerk naar alle geledingen de school heeft een positieve uitstraling d. Competenties personeel er zijn hoge verwachtingen t.a.v. het personeel de school heeft deskundig en betrokken personeel, met goede pedagogische en didactische kwaliteiten de school heeft deskundige leiding e. Ontwikkeling de school werkt voortdurend aan ontwikkeling en groei (van kinderen en personeel) f. Verantwoorden de school is transparant en verantwoordt wat ze doet 3
1.2 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Uitgaande van het raamschoolplan van de B.O.C. (Cees Bos) hebben directie en schoolteam gediscussieerd over aanvullingen en aanpassingen op ons vorige schoolplan. Er zijn keuzes geformuleerd voor veranderings- c.q. verbeteringsonderwerpen voor de volgende vier jaar en er is een trajectplanning gemaakt ten aanzien van de keuzes. De medezeggenschapsraad heeft instemming verleend en het bestuur heeft na overleg met de directie het schoolplan vastgesteld. Dit is vastgelegd in respectievelijk het formulier instemming en formulier vaststelling, die als bijlagen zijn toegevoegd. 1.3 Verwijzingen: documenten en bronnen Omdat we het schoolplan als een werkzaam en levend document binnen onze schoolorganisatie willen zien, is gekozen voor een compacte vorm. In dit schoolplan wordt regelmatig verwezen naar documenten, protocollen en regelingen die op onze school te vinden zijn. Tussen schoolgids en schoolplan zijn belangrijke verbindingen ook al zijn er duidelijke verschillen. Het belangrijkste verbindingspunt is dat beide een middel zijn binnen het kwaliteitszorgsysteem van de school. Hierbij wordt zowel uitgegaan van door de wetgever gestelde doelen kerndoelen bijvoorbeeld als van door de school zelf vastgestelde missie en verbeterdoelen. De verbeterdoelen worden gekozen vanuit de missie en visie van de school. Ze passen ook bij de in algemene termen geformuleerde doelen en uitgangspunten van onze school. Missie, visie, algemene doelen en uitgangspunten gezamenlijk vatten wij op als een beleidskader voor goed onderwijs op onze school. Voor het opstellen van de schoolgids maken wij gebruik van de beleidsuitgangspunten die in dit schoolplan zijn vastgelegd. Ook de hier geformuleerde missie en visie vormen de basis voor de gids. In de schoolgids wordt verwoord wat het hier vastgestelde beleid voor de leerlingen en hun ouders betekent, hoe wij de geformuleerde doelen trachten te bereiken en wat er in de voorafgaande periode al bereikt is. 4
Hoofdstuk 2 Schoolbeschrijving 2.1 Kenmerken van de school Wilhelminaschool Wilhelminalaan 59 8181 BA Heerde Tel : 0578-693509 E-Mail: info@wilheleminaschoolheerde.nl Website: www.wilhelminaschoolheerde.nl Onze school behoort tot Cambium (Stichting voor Christelijk Basisonderwijs Noordoost Veluwe). Wij hopen dat onze school de beschermende plek is waar kinderen met plezier naar toe gaan en op een veilige en verantwoorde wijze leren en spelen. De afgelopen jaren heeft de school een kleine groei in leerlingenaantal laten zien. De Wilhelminaschool heeft op het ogenblik 7 groepen. Dat betekent dat er met combinatiegroepen wordt gewerkt. Elk jaar wordt bekeken welke combinaties gevormd gaan worden, afhankelijk formatieve ruimte, de groepsgrootte en de groepssamenstelling. Hierbij streven we naar een situatie waarbij groep 3 het eerste half jaar niet in een combinatie komt en groep 8 het tweede half jaar niet gecombineerd zit. Binnen de kleuterbouw werken wij vanuit programmagericht onderwijs, waarbij activiteiten worden gekozen die bij de ontwikkeling en de belevingswereld van het kind passen. 2.2 Kenmerken directie en leraren Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Ons personeel: handelt overeenkomstig de missie en de visie van de school; voelt zich collegiaal medeverantwoordelijk voor de school, de leerlingen en elkaar; is open, spontaan en positief en bestaat uit enthousiaste teamspelers. heeft oog voor kinderen en probeert het verschil te maken voor de kinderen; wil zich profileren als deskundig, gemotiveerd en betrokken; heeft hoge verwachtingen van elkaar; is ontwikkelingsgericht en veranderingsbereid; wordt aangestuurd door een bevlogen en deskundige leiding; is trots op onze organisatie. 5
Aantal teamleden per 1 augustus 2007: Directie OP OOP Ouder dan 50 jaar 4 1 Tussen 40 en 50 jaar 1 5 Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar 3 Jonger dan 20 jaar Totaal 1 12 1 Directie De Wilhelminaschool heeft één directielid; te weten de heer Bert Harmsen. Hij is inmiddels 9 jaar verbonden aan de Wilhelminaschool. De Wilhelminaschool heeft geen adjunct-directeur. Bij afwezigheid van de directeur is mevrouw Gerda de Jong aanspreekpunt. Ziekteverzuimcijfers Er is in principe weinig kortdurend of langdurend ziekteverzuim. De kengetallen in 2004-2005 en 2005-2006 zijn te wijten aan langdurige ziekte van twee teamleden. In beide gevallen was de ziekte niet werk gerelateerd. 05/06 04/05 03/04 02/03 ziekteverzuim 7,9 8,01 1,74 0,05 Cambium Landelijk 6,70 Specifieke specialismen team Binnen het team zijn een aantal taken persoonsgebonden. Gerda de Jong is Intern Begeleider (IB), Nathan Kalle is ICT er (Informatie en Communicatie Technologie), Gerda Stok van Til is RT er (Remedial Teacher) en Henk van der Maten is vakleerkracht muziek. 6
2.3 Kenmerken leerlingen Wij vinden het belangrijk dat kinderen het fijn vinden om op onze school te zijn, omdat aan hun basisbehoeften (een veilige omgeving, autonomie, competentie en relaties) wordt voldaan; De kinderen zijn trots op onze school en gaan met plezier naar hun school. De leerlingenaantallen verspreid over de verschillende wegingcategorieën: Jaar Totaal 1,00 1,25 1,70 1,90 0 0,3 1,2 1-10-2001 128 94 30 4 1-10-2002 144 103 34 7 1-10-2003 151 112 32 7 1-10-2004 150 112 31 7 1-10-2005 149 107 36 6 1-10-2006 157 90 21 6 29 8 3 1-10-2007 165 67 10 6 69 8 5 1-10-2008* 161 1-10-2009* 163 1-10-2010* 160 1-10-2011* 159 * prognose De leerling-populatie van onze school kent globaal de volgende kenmerken: voornamelijk autochtone, blanke kinderen een aantal kinderen uit vluchtelingengezinnen wonend in een gebied met een gemiddelde sociale context op school zijn een aantal leerlingen met Leerling Gebonden Financiering (het zogenaamde rugzakje) Voor ons onderwijs betekent dat, dat wij specifiek gericht moeten zijn op: het bieden van zorg op maat voor zowel de leerlingen met LGF als de leerlingen die extra zorg behoeven de zorg voor kinderen met een vluchtelingstatus 2.4 Kenmerken ouders en omgeving de school ligt in de wijk Molenkamp. Deze wijk ligt grotendeels ingeklemd tussen de Kamperweg en de Zwolseweg. Ook de buurtschap het Hoornerveen behoort tot het spreidingsgebied van onze school. de leerlingen komen uit verschillende milieus, zowel van handwerkers, hoofdwerkers, werknemers en werkgevers, ambtenaren, leraren en vrije middenstanders. ouders hebben over het geheel genomen een afgeronde middelbare opleiding of hoger ouders zijn betrokken bij school ruim 80% van de leerlingen heeft een Protestants Christelijke achtergrond de school neemt een duidelijke plaats in de gemeenschap in, zonder daarin een voortrekkersrol te spelen, en wil dit ook blijven doen Voor ons onderwijs betekent dat, dat wij specifiek gericht moeten zijn op: - de ontwikkeling van de mens in zijn sociale omgeving - het dienstbaar opstellen naar het dorp en de wijk 7
2.5 Prognoses: externe en interne ontwikkelingen Met het team is gesproken over toekomstige ontwikkelingen voor onze school en wij zijn van mening dat onze school de komende jaren te maken gaat krijgen met: huidige en te verwachten trends en ontwikkelingen in het onderwijs, in de omgeving waarin wij werken en in demografische kenmerken van de markt van leerlingen. Ook de wettelijke eisen die aan het schoolplan worden gesteld op het terrein van onderwijs, personeel en kwaliteitszorg, horen bij de externe ontwikkelingen. Onderwijskundige ontwikkelingen Regelmatig worden nieuwe kerndoelen in het basisonderwijs ingevoerd. Dit heeft niet direct een verandering van het onderwijsaanbod tot gevolg, maar biedt de scholen wel meer ruimte om zelf invulling te geven aan het onderwijs. In de afgelopen jaren is er steeds meer nadruk komen te liggen op het volgen van de ontwikkeling van leerlingen, met behulp van een leerlingvolgsysteem en in toenemende mate ook het van toetsen. Toetsen kunnen echter ook een ongewenste druk leggen op de prestaties van kinderen. Andere eisen van de maatschappij met daarbij de ontwikkeling van veranderende opvattingen over leren en onderwijzen (passend / inclusief onderwijs, het nieuwe leren, het leren leren, teamonderwijs op maat, coöperatief leren). Steeds snellere technologische ontwikkelingen in het onderwijs met directe gevolgen voor de wijze waarop wij ons onderwijs verzorgen. ( ICT o.a gebruik digitale schoolborden) Ontwikkelingen ten aanzien van organisatie en personeel Met ingang van het schooljaar 2006/2007 is voor de basisscholen in Nederland de lumpsumfinanciering ingevoerd. Dit geeft scholen een grotere vrijheid in de manier waarop zij hun geld besteden, maar vraagt anderzijds van scholen een grotere financiële expertise en een betere verantwoording van de uitgaven. In verband met de Wet op de Beroepen in het Onderwijs zijn in 2005 door het ministerie van OCW bekwaamheidseisen voor leerkrachten vastgelegd. Doel hiervan is de aandacht voor de ontwikkeling en het bijhouden van competenties van leerkrachten en andere werkers in het onderwijs te bevorderen. In het onderwijs en de methoden die wij gebruiken wordt steeds meer uitgegaan van het gebruik van de computer en informatiebronnen via het internet. Dit stelt hoge eisen aan de kennis van docenten ten aanzien van software en het veilig gebruik van internet. Het creëren van nieuwe functies en taken binnen de school (naast de IB-er en de RT-er bijvoorbeeld de coördinator / specialist taalbeleid, leesproblemen en dyslexie, (hoog)begaafdheid, kunstmentor, techniek). Het ontwikkelen van integraal personeelsbeleid inclusief het gebruik van bekwaamheidsdossiers. 8
Ontwikkelingen in de omgeving van de school Sinds 1 augustus 2003 geldt in Nederland een andere regeling voor het onderwijs aan leerlingen met een handicap of stoornis. Kern van het beleid is dat zij zo veel mogelijk naar gewone basisscholen gaan (Weer Samen Naar School).Wij maken gebruik van financiële regelingen en ondersteuning die in verband met het nieuwe beleid zijn gerealiseerd (zoals rugzakjes ). Vanaf 2010 zal de zorgplicht zijn intrede doen en zullen we passend onderwijs binnen de school moeten regelen. Schoolbesturen mogen dan een kind met een handicap of het nu doof, blind, zeer moeilijk lerend of gedragsgestoord is niet meer weigeren. Zij moeten het een plek bieden op een van de scholen die onder het bestuur vallen, of een passende oplossing vinden via een groter regionaal samenwerkingsverband van scholen. De Gemeente in Heerde heeft het voornemen om in 2010 en 2011 een Brede School te realiseren in Heerde-West en Heerde-Oost. Dit heeft grote gevolgen voor onze school, nl. een fusie met de Margrietschool en het participeren binnen een nieuwe Brede School. De brede school zal een samenwerkingsverband worden tussen partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen. Doel van het samenwerkingsverband is de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten. Een ander doel is een doorlopende, en op elkaar aansluitende opvang bieden. Het Christelijk onderwijs in Heerde is in ieder geval participant. Kinderopvang, welzijn, peuterspeelzaal, sport, cultuur, bibliotheek en andere instellingen zullen ook een onderdeel van de brede school zijn. De meeste ontwikkelingen zien we als uitdagingen., waarbij de ontwikkeling rond de Brede School en de daarmee samenhangende fusie de komende jaren het zwaartepunt zullen vormen. Als team hebben we afgesproken dat we een positief kritische insteek kiezen. Wij zullen trachten alle bedreigingen om te zetten in kansen. De school zal hierin een actieve rol spelen o.a. in samenwerking met collega-scholen van Stichting Cambium * Leerlingenprognose basisonderwijs Gemeente Heerde uitgevoerd door Pronexus 9
Hoofdstuk 3 Het onderwijskundig beleid 3.1 De missie van de school. 3.1.1 Identiteit. Onze school is een open christelijke school voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het jaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind, waarbij zelfstandigheid en verantwoordelijkheid belangrijke elementen zijn. Iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van leven en werken en de identiteit van de school kan onderschrijven, is van harte welkom op onze school. 3.1.2 Missie. Wij vinden het opvoeden in de eerste plaats een taak voor de ouders. Een deel van die opvoedende taak hebben ouders tijdelijk overgedragen aan de school. Er is dan ook een gezamenlijke taak en verantwoordelijkheid. Vanuit de eigen taak die de school heeft en vanuit zijn verbondenheid met de samenleving, vult de school die opvoedende taak in. Respect voor de eigen waarde van elk kind staat hierbij voorop. Hierbij moet het kind zich leren gedragen binnen de normen en waarden van gezin, school en samenleving. Iedere leerling hoort in de maatschappij goed te kunnen functioneren en moet daarvoor voldoende kennis en sociale vaardigheden ontwikkelen. Aan het bijbrengen van basisvaardigheden (lezen, taal en rekenen) besteden we veel aandacht. Bij de ontwikkeling van de sociale vaardigheden vinden we de volgende aspecten erg belangrijk: Het besef van zorg voor de zwakkeren, de bevestiging van het gevoel van eigenwaarde en het belang voor mensen om in een gemeenschap te leven. We proberen de kinderen een positief kritische houding bij te brengen, ook ten opzichte van zichzelf, zodat ze in staat zijn om zich in de maatschappij staande te houden. Wat de ontwikkeling van de kinderen betreft vinden wij: Dat we de kinderen niet alleen veiligheid moeten bieden, maar dat we hen moeten opvoeden tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Dat we als school rekening moeten houden met de multiculturele samenleving. Dat kinderen moeten leren omgaan met verschillen door handicaps, huidskleur en mogelijkheden. Dat kinderen moeten leren van fouten en conflicten. Dat kinderen de kans moeten krijgen om zich zo veelzijdig mogelijk te ontwikkelen. 10
3.1.3 Slogan en kernwaarden Kort samengevat is onze slogan: Wilhelminaschool: Onderwijs met meerwaarde! Onze kernwaarden zijn: - Samen leren en samen spelen - Positief betrokken naar elkaar toe en ook trots mogen zijn op jezelf - Een goede (pedagogische) sfeer - Geborgenheid en veiligheid - Ontmoeting; kennismaken met en kennisnemen van de wereld om je heen - Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en keuze - Wij leggen een basis: Kunnen zonder kennen kan niet! - Waarden en normen geïnspireerd vanuit onze christelijke identiteit - Laagdrempelig 3.1.4 Streefbeelden 1. Op onze school wordt in de groepen 1 t/m 3 gewerkt met het kiesbord. 2. Op onze school wordt vanaf groep 4 met taakformulieren gewerkt. Hierop geeft de leerkracht aan welke onderdelen door de leerlingen per dagdeel, per dag of per week gedaan moeten worden. Hierbij heeft de leerling de keuze in welke volgorde de taken worden afgerond. Vanzelfsprekend wordt dit proces zorgvuldig begeleid door de leerkracht. 3. Op onze school wordt systematisch aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. 4. Op school werken wij met een goed systeem voor kwaliteitszorg. 5. Op onze school werken alle medewerkers aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling. 3.1.5 Missiebeleid Beleid om de missie levend te houden: 1. Missie, slogan en kernwaarden komen 1 x per jaar aan bod in een teamvergadering aan het begin van elk jaar. 2. Missie en visie zijn opgenomen in een flyer. 3. In nieuwsbrieven wordt regelmatig verwezen naar de missie en visie van de school. 4. Missie en visie zijn opgenomen op de website. 5. In het scholingplan wordt steeds uitgegaan van de missie en visie van de school. 11
3.2 De visies van de school. 3.2.1 Levensbeschouwelijke identiteit. Wij vinden het belangrijk vanuit een protestants-christelijke levensvisie onderwijs te geven. Wij doen dit onder andere door: Vanuit de Bijbelse begrippen geloof, hoop en liefde zo met elkaar om te gaan dat gesproken kan worden van hulpvaardigheid, rechtvaardigheid, dienstbaarheid en zorg voor elkaar. Het vak Godsdienstige Vorming en het Christelijk Lied een belangrijke plaats te geven op school. De leerlingen mee te geven dat alle mensen gelijkwaardig zijn:iedereen telt mee. De kinderen respect bij te brengen voor anderen en andermans opvattingen. De leerlingen zorg te leren dragen voor elkaar en de natuur. De leerlingen niet alleen kennis te laten vergaren, maar ook verantwoord te leren handelen. Niet alleen het hoofd, maar ook hart en handen moeten gevormd worden. Gevoelens en emoties mogen daarbij getoond worden. In te spelen op de specifieke behoeften van de kinderen. In het leerproces zoveel mogelijk rekening met ieders mogelijkheden te houden. Een goede basis te leggen voor het voortgezet onderwijs. In school een duidelijke structuur te bieden en goede afspraken te hanteren. We vinden het belangrijk dat de kinderen zich veilig en aanvaard weten. Grote waarde te hechten aan een goede samenwerking met de ouders. 3.2.2 Pedagogisch didactisch handelen. Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs onderwijs op maat geven: differentiëren gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle instructie verzorgen kinderen zelfstandig (samen) laten werken 3.2.3 Zorg en begeleiding. De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, CITO-toetsen, AVI-toetsen en observatielijsten van Schatkist. De Citoscores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. Vooral lezen, spellen en rekenen krijgen veel aandacht. Leerlingen met een E- of D-score, en leerlingen met een A-plus-score komen in principe in aanmerking voor extra zorg. Daarnaast ook leerlingen die op sociaal emotioneel gebied op vallen. 12
De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leerkracht. De intern begeleider heeft een coördinerende taak, zij beslist in samenspraak met de leerkrachten wie in aanmerking komt voor RT. Kinderen met een E-score en/of uitval in de groep worden bij de IB-er aangemeld. Hulp aan kinderen wordt in sommige gevallen ook buiten de klas gegeven. 3.2.4 Beroepshouding. Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op de Wilhelminaschool wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het erom, dat alle werknemers handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school zich collegiaal opstellen zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar met anderen kunnen en willen samenwerken hun werk met anderen bespreken zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten genomen besluiten loyaal uitvoeren zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen anderen kunnen en willen begeleiden of helpen beschikken over reflectieve vaardigheden planmatig werken bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school 3.2.5 Leiderschap. Onze school wordt geleid door een directeur. De directeur geeft vorm aan het onderwijskundig beleid, maar doet dit voor een groot deel samen met de leerkrachten. Taken van de directeur zijn: organiseren, voorwaarden scheppen, lijn bewaken en richting geven. Daarnaast is de directie verantwoordelijk voor de kwaliteit van de medewerkers en het onderwijs. Het team heeft inbreng in het beleid van de school, zij worden uitgedaagd mee te denken en mee te werken. Bij de uiteindelijke besluiten op het gebied van beleidsvorming wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de visie en de missie van de school. 13
3.3 Levensbeschouwelijke identiteit. Visie Onze school is een christelijke school. Vanuit deze levensovertuiging staan de volgende zaken centraal: Omzien naar de naaste Zorg en respect hebben voor de leefwereld om ons heen Iedereen tot zijn of haar recht laten komen Onderscheid maken tussen goed en kwaad, recht en onrecht Respect hebben voor andere levensbeschouwingen De bovengenoemde punten vinden we allemaal terug in het leven van Jezus Christus, die als Goede Herder zorgt voor zijn schapen met alle liefde, zorg, vrede en gerechtigheid. Zijn leven is ons als voorbeeld en inspiratie en daarin willen wij de kinderen op onze school trachten voor te gaan. Dit komt naar voren in dagopeningen en dagsluitingen, in de verhalen uit de Bijbel. Maar we willen juist ook proberen deze zaken uit te dragen in ons samenzijn. Op het plein, in de klas, als team, als leerkrachten naar kinderen, in contacten met ouders, in mooie en moeilijke momenten kan het geloof die samenbindende factor zijn, die wij met elkaar zo nodig hebben. Op onze school zijn kinderen van alle gezindten welkom. Afspraken (zie kernkwaliteiten WMK) 1. De leraren kennen en respecteren de grondslag van de school. 2. De leraren werken zo veel mogelijk vanuit de grondslag van de school. 3. De school heeft haar visie op de levensbeschouwelijke identiteit helder geëxpliciteerd. 4. De leraren laten zich, voor wat betreft de omgang met elkaar en de leerlingen, inspireren door de Bijbel. 5. De leraren besteden in hun lessen expliciet aandacht aan de Bijbelse normen en waarden. 6. De leraren besteden aandacht aan kennis van de Bijbel. 7. De leraren houden in hun onderwijs rekening met de uniciteit van het kind. 8. De leraren besteden dagelijks aandacht aan het elkaar ontmoeten. 9. De school besteedt expliciet aandacht aan vieringen. 10. De school verbindt haar levensbeschouwelijke identiteit aan een pedagogische visie. Beoordeling Deze afspraken zullen door IB-er en directie in het schooljaar 2010-2011 geëvalueerd worden en aan de hand van WMK zullen met het team nieuwe afspraken geformuleerd worden die we op zullen nemen op een kwaliteitskaart en in het nieuwe schoolplan. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Leerstofaanbod is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten - De school wil, in de ontwikkeling naar de Brede School, beleid ontwikkelen m.b.t. gezamenlijke vieringen voor de verschillende bouwen. 14
3.4 Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Visie Onze school stelt zich ten doel om de kerndoelen, zoals die binnen de wet zijn aangeven, op z n minst te halen. Hiervoor maken we waar mogelijk gebruik van moderne methodes die passen bij het door ons gekozen systeem van modern onderwijs. Tevens moeten ze tegemoet komen aan de basisbehoeften van kinderen zoals we in onze visie hebben verwoord. De methodes voor de verschillende vakken moeten in ieder geval gebruikt kunnen worden voor een groepsgewijze instructie en verder mogelijkheden bieden voor zelfstandig (ver)werken. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen. Afspraken Ten aanzien van leerstofaanbod willen we voldoen aan de hierna volgende, door de inspectie opgestelde afspraken en doelen: 1. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen 2. We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen 3. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn 4. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen 5. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap 7. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT 8. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs 9. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs Verbeterpunten - Leerinhouden in leerlijnen beschrijven als geen methode wordt gebruikt. - Aanschaffen / ontwikkelen van lespakketten voor meerbegaafde leerlingen. - Beschrijven van doelen voor de opbrengsten. Schema Vakken Methodes Toetsinstrumenten Vak Methodes Toetsinstrumenten Godsdienstonderwijs Kind op Maandag Geen toetsen Taal/ Spelling Schatkist Taalactief CITO - Taal voor kleuters (groep 1/2) CITO spelling (groep 3 tot en met 8) Lezen Rekenen Schatkist Veilig leren lezen Goed gelezen Tekstverwerken Schatkist Wereld in getallen Schrijven Schrijftaal Geen toetsen Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO DMT AVI Dyslexie Cito Begrijpend lezen (groep 3 tot en met 8) Methodegebonden toetsen (groep 3 tot en met 8) CITO Ordenen (groep 2 ) CITO Rekenen (groep 3 tot en met 8) Methodegebonden toetsen 15
Engelse taal Hello World Methodegebonden toetsen Biologie/ techniek Schooltv - Huisje, boompje, beestje - Nieuws uit de natuur Methode gebonden toetsen Natuurlijk Aardrijkskunde Wijzer door de wereld Methodegebonden toetsen Geschiedenis Wijzer door de tijd Methodegebonden toetsen Samenvattend - CITO eindtoets Schema methodevervanging Vakvormingsgebied Methode 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Aanvankelijk lezen Veilig leren x lezen Taal/ woordenschat Incl. voorber. en aanvankelijk Schatkist taal Taalactief x x Begrijpend lezen Goed x Rekenen Incl. voorber. en aanvankelijk gelezen Schatkist Rekenen Wereld in getallen Geschiedenis Wijzer door x de tijd Schrijfvaardigheid Schrijftaal x Aardrijkskunde Wijzer door de wereld Biologie Natuurlijk x Godsdienst Kind op maandag Verkeer Wijzer op weg JVK Engels Expressievakken Sociaal emotionele ontwikkeling Bewegingsonderwijs Hello World Geen methode Boeken NZV Schatkist Geen methode x x I.v.m. de Brede school en de daarbij behorende ontwikkeling zal de komende twee jaar door de betrokken teams uitgebreid worden gesproken over nieuw aan te schaffen methodes. x x x x 16
3.5 Taalbeleid Visie Kinderen leren de Nederlandse taal spelenderwijs door te luisteren en te praten. Luisteren en spreken zijn de belangrijkste onderdelen, omdat je die steeds nodig hebt. Het zijn de basisvoorwaarden om met anderen in contact te komen. Daarom besteden we daar op school steeds aandacht aan en zo kun je zeggen: IEDERE LES IS EEN TAALLES Natuurlijk worden alle onderdelen van de Nederlandse taal ook expliciet aangeboden en geoefend volgens een taalmethode. Taal komt bij ons op school in de volgende deelgebieden aan de orde: Taalbeschouwing Taalverwerving Woord- en werkwoordspelling Stellen Mondeling taalgebruik Luisteren Afspraken (doelen) Afspraken met betrekking tot taalbeleid zullen in het schooljaar 2010-2011 geformuleerd worden. Beoordeling Deze afspraken zullen door IB-er en directie in het schooljaar 2011-2012 geëvalueerd worden en aan de hand van WMK zullen met het team nieuwe afspraken geformuleerd worden die we op zullen nemen op een kwaliteitskaart en in het nieuwe schoolplan. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Leerstofaanbod is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten - De school heeft geen specifiek beleid ontwikkeld op het gebied van taal. - De school besteedt veel aandacht aan taalontwikkeling, maar doet dit niet volgens een specifiek plan. - Ouders worden gestimuleerd met hun kind naar de bibliotheek te gaan, maar hier is geen specifiek beleid op. 3.6 Sociaal-emotionele ontwikkeling Visie Onze visie op leren hangt samen met onze visie op sociaal-emotionele ontwikkeling. In onze visie op leren geven we aan dat de sfeer waarin een kind opgroeit van groot belang is om een volwaardig mens te worden. Wij stellen daarom een kindvriendelijk en veilig klimaat op prijs. Pas als het kind zich veilig voelt, goed in zijn vel zit kan het zich optimaal ontwikkelen. Dat kan alleen maar gebeuren in een situatie waarin het welbevinden van ieder kind voorop staat en waarin kinderen respect kunnen opbrengen. In de eerste plaats respect voor zichzelf, vervolgens respect voor de ander en tenslotte: respect voor de omgeving. Wij streven ernaar de basisschooltijd een tijd te laten zijn waar met een positief gevoel op wordt teruggekeken. Kinderen verwerven deze vaardigheden echter niet altijd vanzelf. Wij zijn er als school verantwoordelijk voor de kinderen bij deze ontwikkeling te ondersteunen en te sturen. 17
Afspraken 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (elke week bespreken we de zgn. regel van de week., 1x per twee weken wordt deze regel vernieuwd/herhaald) 2. De school scoort minimaal 1x per jaar de sociale vaardigheden van leerlingen aan de hand van een observatielijst 3. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 4. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de leerlingenbespreking 5. Onze school werkt met duidelijke regels en afspraken. 6. Onze school beschikt over een omgangsprotocol. 7. Onze school helpt leerlingen bij het vormen van een eigen mening en het omgaan met meningen van anderen. Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. In het schooljaar 2008-2009 zullen bovenstaande afspraken geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten - De school is niet tevreden over LVS sociaal-emotionele ontwikkeling. - Er worden niet structureel rapportages verzorgd voor ouders n.a.v. een LVS. Wel op basis van waarnemingen van de leerkracht. - Het beleid op de sociaal-emotionele ontwikkeling moet verder uitgediept worden. - De school legt de nadruk op positief gedrag van de leerlingen. 3.7 Actief Burgerschap In artikel 8 van de WPO, artikel 17 van de WVO en artikel 11 van de WEC staat het volgende: a. het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving b. het onderwijs is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie c. het onderwijs is er mede gericht op dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Visie op burgerschap en integratie In onze missie geven wij aan dat wij vinden dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces die kennis en vaardigheden moet kunnen verwerven die het nodig heeft om een creatief, zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Hierbij zijn vaardigheden als samenwerken, zelfredzaamheid, probleemoplossend kunnen handelen en omgaan met je medemens essentieel. De school is hierbij een oefenplaats. In de klas, op het schoolplein, tijdens uitstapjes etc. krijgt de leerling te maken met processen, gedragingen en gebeurtenissen die ook voorkomen in de echte samenleving. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om kinderen te helpen hier op een adequate manier mee om te gaan. 18
Daarnaast is het belangrijk dat kinderen op de hoogte zijn van onze democratische rechtstaat en hier naar kunnen handelen. Inspraak en meningvorming is hierbij een belangrijk item. Wie ben ik? Wat vind ik? Hoe communiceer ik mijn mening naar anderen en wat vind ik van de mening van anderen? Het is voor ons essentieel dat kinderen hierbij uitgaan van respect voor zichzelf, hun medemens en de wereld. Afspraken (opgesteld door de directie) 1. Ieder kind is gelijkwaardig en wordt gelijkwaardig behandeld. 2. In elke groep wordt minimaal 1x per week aandacht gegeven aan burgerschap en integratie. Dit kan geïntegreerd zijn in het standaard lespakket. 3. In elke groep wordt 4x per week gebruik gemaakt van de lessen uit de methode Kind op Maandag. 4. De school werkt n.a.v. de kerndoelen voor burgerschap en integratie. 5. Relevante items uit de samenleving en het nieuws komen waar nodig aan de orde in klassengesprekken. 6. Discriminatie wordt niet getolereerd. 7. In alle groepen wordt minimaal 1x per jaar expliciet aandacht besteed aan andere culturen en godsdiensten. 8. Lessen drama worden aangegrepen om situaties uit het dagelijks leven na te spelen. 9. Op onze school wordt regelmatig samen gewerkt. Democratie Gemengde groepjes (jongens meisjes en waar mogelijk verschillende leeftijden, b.v. tijdens de creamiddagen,voorlezen) Deelname aan kringgesprekken Afspraken en regels (samen) maken Anti-pestaanpak Samen besluiten nemen Samen problemen oplossen Coöperatieve werkvormen Leerlingvragenlijsten (1x per twee jaar in de groepen 5 t/m 8) Vrijheid vieren Zelf ruzies en problemen proberen op te lossen. Participatie Samen verantwoordelijk voor de groep (klassendienst, opruimen) Taken in de klas. Geld inzamelen voor een goed doel (actiedag, zendingsgeld, kinderpostzegels) Met elkaar praten en besluiten nemen over klassenaangelegenheden Voorlezen 19
Identiteit Buitenschoolse instanties bezoeken Samenwerken met verschillende kinderen Eigen omgeving leren kennen, bijvoorbeeld door bezoeken aan bijzondere plekken in de omgeving(zgn. verhalenroute) Vieren, b.v. meesters- en juffendag Feesten met religieuze achtergrond vieren Bezoek aan de kerk en religieuze rituelen 1 Keer per jaar meewerken aan de Kerk- School- Dienst Het tijdschrift `Samsam wordt in groep 8 behandeld. Kennis en begrip voor andere culturen staan hierin centraal. Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. In het schooljaar 2009-2010 zullen bovenstaande afspraken geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten De afspraken zoals hierboven genoemd moeten nog gecommuniceerd en zo nodig bijgesteld worden binnen het team. Hierna zal de lijst gescoord worden, waarna er verbeterpunten gekozen zullen worden. Dit zal plaatsvinden in de werkgroepen die zijn samengesteld in het kader van de fusie. 3.8 ICT Visie Communicatie, informatieverwerving en verwerking zijn onderhevig aan verandering door het gebruik van de computer. Daar willen wij de kinderen op onze school op voorbereiden en in begeleiden. Daarom stellen we ons als taak, de kinderen vaardig maken in het gebruik van de computer als: communicatiemiddel; tekstverwerker; bron van informatie. digitale leermiddel Deze vaardigheden hebben kinderen in onze visie nodig. Het leren werken met de computer is dan ook geen doel op zich, maar beschouwen we als een vaardigheid die vergeleken kan worden met elementaire vaardigheden als lezen en schrijven. Afspraken 1. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie 2. De leerlingen kunnen werken met Word en PowerPoint (einde basisschool) 3. De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out 4. De leerlingen zijn vertrouwd met Internet 5. De leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en -vaardigheden 6. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software 7. De schoolleiding bevordert dat leraren over voldoende deskundigheid kunnen beschikken voor functioneel gebruik van ICT bij onderwijs. 8. De inzet van materiële middelen voor ICT- onderwijs is doelmatig. 9. De school gebruikt ICT voor administratieve doeleinden. 20
Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. In het schooljaar 2009-2010 zullen bovenstaande afspraken geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden door de ICT ers van de scholen bij de betrokken fusie. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterdoelen vanuit schoolplan 2008-2012 - Zie verder: hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 3.9 Leertijd Visie In de visie van onze school geven we aan dat we goed onderwijs willen geven aan alle kinderen. We vinden dat we hiervoor voldoende onderwijstijd moeten reserveren. Verlies van onderwijstijd moeten we voorkomen. Wel zijn we van mening dat er mogelijkheden moeten zijn om variatie in de onderwijstijd aan te brengen. Dit zowel om tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen, maar ook om te zorgen voor een goede afwisseling wat betreft spanning en ontspanning. Ook de basisbehoeften van kinderen spelen hierbij voor ons een rol. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Afspraken (zie kernkwaliteiten WMK) 1. De school heeft voldoende onderwijstijd gepland. 2. Onnodig verlies van onderwijstijd wordt tegengegaan. 3. De school zorgt ervoor dat de geplande onderwijstijd afgestemd is op de onderwijsbehoeften van de leerlingpopulatie. 4. De leraren realiseren de geplande onderwijstijd. 5. De leraren variëren de hoeveelheid leertijd voor de leerlingen afhankelijk van de onderwijsbehoeften Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. In het schooljaar 2006-2007 zijn bovenstaande afspraken geëvalueerd en bijgesteld. In het schooljaar 2009-2010 zullen bovenstaande afspraken opnieuw worden geëvalueerd en eventueel worden bijgesteld. Verbeterdoelen - Verbeteren van de effectiviteit van de instructie, waardoor de onderwijstijd meer afgestemd kan worden op de behoefte van het individuele kind. - Beter inspelen op de onderwijsbehoefte van het individuele kind door meer differentiatie aan te brengen in de verwerkingen. - Aanschaffen van materiaal voor de onderwijsbehoeften t.b.v. (meer)begaafde leerlingen. - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 21
3.10 Pedagogisch Klimaat Visie Wij vinden dat we kinderen een uitdagende en veilige leeromgeving moeten bieden, waarbinnen er ruimte is voor zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Het vergroten van het zelfvertrouwen van kinderen ziet de school als een belangrijk doel. In dit kader vinden we het vanzelfsprekend dat leerkrachten vertrouwen hebben in kinderen en dit middels hun houding en gedrag uitstralen. Afspraken 1. De leraren zorgen voor een ordelijke klas 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om 4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen 5. De leraren bieden de leerlingen structuur 6. De leraren zorgen voor veiligheid 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken 8. De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken Beoordeling De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse functioneringsgesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken tweejaarlijks beoordeeld door directie en team (zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan). In het schooljaar 2009-2010 zullen bovenstaande afspraken geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Pedagogisch klimaat is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Verbeterpunten - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 3.11 Didactisch handelen Visie Op onze school geven de leerkrachten zoveel mogelijk op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Afspraken (zie kernkwaliteiten WMK) 1. De lessen vertonen een duidelijke opbouw 2. De leraren geven een duidelijke uitleg van de leerstof en de opdrachten 3. De leraren gaan regelmatig na of leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen 4. De leraren stimuleren de leerlingen actief mee te doen 5. De leraren hanteren binnen de les werkvormen die leerlingen activeren 22
6. De leraren stimuleren de leerlingen om zelfstandig te werken 7. De leraren bevorderen dat leerlingen op een doelmatige wijze leren samenwerken en leren elkaar te ondersteunen 8. De leerlingen tonen een grote mate van betrokkenheid 9. De leraren maken gebruik van concrete en voor de leerlingen herkenbare situaties en ervaringen en geven toepassingsgerichte opdrachten 10. De leraren geven les in leerstrategieën 11. De leraren stimuleren leerlingen controleactiviteiten uit te voeren 12. Het didactisch handelen van leraren is afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de groep leerlingen als geheel 13. De leraren houden bij de instructie rekening met niveauverschillen tussen leerlingen 14. De leraren houden bij de verwerking rekening met niveauverschillen tussen leerlingen 15. De leraren houden in hun taalgebruik rekening met extra behoeften van leerlingen op taalgebied (allochtone leerlingen, leerlingen met taalachterstanden) 16. De organisatie van het onderwijsleerproces is doelmatig Beoordeling De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse functioneringsgesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken tweejaarlijks beoordeeld door directie en team (zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan). De nieuwe afspraken die in het schooljaar 2009-2010 worden gemaakt worden op een kwaliteitskaart geplaatst en zullen opgenomen worden in het nieuwe schoolplan. Zie kwaliteitsprofiel (hoofdstuk 7.8) en het plan van aanpak in hoofdstuk 7.9 tot en met 7.12. Verbeterpunten - De leraren willen meer aandacht besteden aan het geven van inhoudelijke feedback aan de leerlingen na gemaakte opdrachten. - De leraren willen meer tijd investeren in het gebruik van ICT. - De leraren willen investeren in samenwerkend leren. - De leraren zullen de leerlingen meer laten reflecteren op het gemaakte werk. 3.12 Zorg en begeleiding Visie Algemeen Zorg en begeleiding op onze school betekent zorg en begeleiding voor alle leerlingen die dit nodig hebben. Hierbij houden we zowel rekening met kinderen die uitvallen en/of problemen hebben, als met leerlingen die meer aan kunnen. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, CITO-toetsen, AVI-toetsen, Bolero(toetsen om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen) en in groep 1 en 2 observatielijsten van Schatkist. Wij streven ernaar regelmatig observaties te doen en aantekeningen te maken over de ontwikkeling, de betrokkenheid en het welbevinden van de kinderen. Deze informatie vormt de basis voor de leerlingbespreking. Kinderen die uitvallen op een specifiek onderdeel krijgen een handelingsplan, ze worden zoveel mogelijk door de eigen leerkracht begeleid. 23
Leerlingen met een E- of D-score, en leerlingen met een A-plus-score komen in principe in aanmerking voor extra zorg. Daarnaast ook leerlingen die op sociaal emotioneel gebied op vallen. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leerkracht. De intern begeleider heeft een coördinerende taak, zij beslist in samenspraak met de leerkrachten wie in aanmerking komt voor RT. Kinderen met een E-score en/of uitval in de groep worden bij de IB-er aangemeld. Hulp aan kinderen wordt in het laatste geval gegeven buiten de klas. Afspraken (zie kernkwaliteiten WMK) 1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 4. Externe partners worden indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 7. De school voert de zorg planmatig uit 8. De school gaat de effecten van de zorg na 9. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding 10. De school begeleidt ouders van leerlingen die daarvoor in aanmerking komen bij de aanmelding van hun kind bij de PCL. 11. De school begeleidt leerlingen in hun keuze voor het vervolgonderwijs. 12. De school draagt in alle gevallen van plaatsing op een andere school de relevante gegevens over in de vorm van een onderwijskundig rapport. 13. Het expertisecentrum `De Brug` vervult een coördinerende en begeleidende rol op het terrein van de leerlingenzorg. Leerling-gebonden financiering Visie De Wilhelminaschool heeft als doelstelling goed onderwijs te bieden in een veilige (leer)omgeving aan kinderen van alle gezindten. Daarbij wordt als vanzelfsprekend ook ruimte geboden aan leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Dit geldt echter alleen als het kind, net als alle andere kinderen, zich op een school gelukkig kan voelen. Een school ziet het als haar verantwoordelijkheid mede zorg te dragen voor zowel fysieke als materiële en personele inzet in voorkomende gevallen. Of we een kind met een handicap toelaten op onze school hangt af van de mogelijkheden en omstandigheden op school. Bij aanmelding wordt bekeken of verwacht mag worden dat het team deze leerling kan begeleiden zonder dat de leerling en/of medeleerlingen tekort komen. Beleid op leerling-gebonden financiering De Wilhelminaschool heeft een beleidsplan LGF. Hierin zijn o.a. onderstaande items met betrekking tot LGF opgenomen: Intentioneel: wat is de intentie van de school om leerlingen met een handicap toe te laten (aannamebeleid) Feitelijk: in hoeverre is er ervaring met de integratie van leerlingen met een handicap? Onderwijskundig: aan welke onderwijskundige voorwaarden voldoet de school om een kind met een handicap op te vangen? Randvoorwaardelijk: zijn de randvoorwaarden geschikt? 24