Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken.



Vergelijkbare documenten
1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel?

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordening

Werkstuk Biologie Dierenrijk

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Ordening

Boekverslag door O. 810 woorden 28 juni keer beoordeeld. Verslag Praktische Opdracht Ordening

Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Het rijk van de dieren

Om de organismen in te delen moet je letten op de volgende kenmerken: celwand, celkern en bladgroenkorrels.

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

Doelstelling 1: Je moet de organismen kunnen indelen in 4 rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen.

Ordening Dieren - B 2

T4. Ordening. EB 10. Soorten en rassen EB 11. Indelen in steeds kleinere groepen EB 12. Beoordelingspracticum de mossel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Systematiek in planten- en dierenrijk

Cellen = de bouwstenen waaruit organismen zijn opgebouwd. Ieder rijk heeft zijn eigen soort cel.

*Een Heterotroof wil zeggen dat ze Organische stoffen nodig hebben om te kunnen leven. Deze nemen ze op uit de omgeving.

Kaartenset ongewervelde dieren

Leerlingenhandleiding

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Beestige bundel van: 1

Dieren ademen hv12. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

Werkstuk Biologie De ordening van het leven

Het rijk van de schimmels

Het ordenen van organismen

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

BASISSTOF 1 Organismen ordenen Dieren Planten Schimmels Bacteriën 184 Samenhang 192 Mensen en muizen op Texel

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt.

LES 10 MICRO-ORGANISMEN C: SCHIMMELS EN GISTEN / Borrelballetjes maken

Boek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie

Samenvatting Ordening Biologie voor Jou Brugklas 7 e editie. Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk

Ordening BASISSTOF EXTRA STOF AFSLUITING. weet precies hoeveel verschillende soorten er zijn. Biologen ordenen organismen in groepen.

De indeling van het dierenrijk zie je hieronder in de mindmaps van Brent, Guus en Febe!

Project Dieren. Week 1AB: Algemeen

Verteren en fermenteren. havo/vwo 3-4

celkenmerken schimmels -eencellig/meercellig -celwand/celmembraan -celkern -eencellig/meercellig - celwand/celmembraan -bladgroenkorrels -celkern

Samenvatting Biologie Thema 2

Schimmels.

Houden van dieren 91123a.indd :45

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren...

Cellen aan de basis.

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Organen, Cellen en Ordening

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Dieren (deel 2) Indeling dierenrijk. Cursus Natuur-in-zicht. 2 hoofdgroepen: GEWERVELDEN. * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden 15/09/2011

ordenen van organismen

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

6.3. Samenvatting door W woorden 3 december keer beoordeeld. 1. De indeling van de levende natuur. Domeinen

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

MICRO-ORGANISMEN B: Salmonella, Schimmels en Gisten

Bijlage VMBO-GL en TL 2004

DEEL 7. VERVOLG HOOFDSTUK III - Over Besmettelijke Ziekten. Bacteriën

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Museumexpeditie Werkboek jaar

Getsie...bedorven! Bederf. Micro-organismen en hygiëne. Kies de juiste namen bij de tekeningen

Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.

INFOFICHE. HOEK 1: Lichaamssymmetrie. Zie kijkwijzer

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Het ordenen van organismen

MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN

Het ordenen van organismen

Paddenstoelen De herfst is echt paddenstoelentijd. Vooral als het buiten lekker vochtig is schieten de paddenstoelen als paddenstoelen uit de grond!

EXTRA STOF 7 Gewervelden Geleedpotigen 228. ONDERZOEK Leren onderzoeken 235 Practica 247. AFSLUITING Samenvatting 258 Diagnostische toets

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3

Bouw van een cel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ordening. EXTRA STOF 7 Gewervelden Geleedpotigen 222. ONDERZOEK Leren onderzoeken 230 Practica 242

ordenen Lokaalles VO onderbouw

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Bijlage VMBO-GL en TL

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel).

Wat is classificatie? = het ordenen van gegevens Volgens criteria Voor iedereen bruikbaar

LES 9 MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN Wraps maken

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

Voedselweb van strand en zee

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

KATIE SCOTT JENNY BROOM. Het dierenboek. Een fascinerende reis door het dierenrijk

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

Thema 5 Evolutie Basisstof 2 Evolutie van de mens

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

klimaatstad herfst Paddenstoelen klimaatstad

Geachte docent, Met vriendelijke groet, Noordhoff Uitgevers. Vragen? Neem contact op met uw accountmanager

5, Soort en populatie Klassieke ordening Moderne ordening. Samenvatting door een scholier 2206 woorden 29 november 2004

Het Strand KNNV basiscursus 2012

Thema 1: de vier rijken

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Onderdelen van de cel

Thema 2 Planten en dieren

Transcriptie:

Thema 4 Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken. Opdracht 2 1. bacteriën schimmels planten dieren 2. Kenmerken van cellen, namelijk of de organismen cellen hebben met celkernen, met celwanden of bladgroenkorrels. 3. Een celkern regelt alles wat er in de cel moet gebeuren. 4. Ja, want wij hebben cellen met een celkern ( dierlijke cellen) 5. Een celwand zorgt voor stevigheid. 6. Nee, dierlijke cellen hebben geen celwand. 7. Bij het rijk van de planten. Plantencellen kunnen bladgroenkorrels bevatten en als ze die hebben kunnen ze daarmee fotosynthese uitvoeren. 8. Bij het rijk van de dieren 9. Bij het rijk van de planten Opdracht 3 KENMERKEN Rijken Bacterien Schimmels Planten Dieren Celkernen? Nee Ja Ja Ja Celwanden? Ja Ja Ja Nee Bladgroenkorrels Nee Nee Ja Nee Opdracht 4 1. Wanneer ze nakomelingen kunnen krijgen die op hun beurt ook weer nakomelingen kunnen krijgen.

2. Nee, want ze kunnen samen geen vruchtbare nakomelingen krijgen. 3. Een Afrikaanse olifant is groter en heeft veel grotere oren en slagtanden. 4. Ja, ze kunnen samen puppies krijgen, die op hun beurt ook weer puppies kunnen krijgen. Het zijn wel twee verschillende hondenrassen. 5. Ze krijgen onvruchtbare nakomelingen. 6. Muidieren kunnen zich soms wel voortplanten. 7. Als je een ezelin met een paardenhengst kruist, krijg je een muilezel. Opdracht 5 Door je docent laten nakijken. Opdracht 6 1. Bacteriën hebben geel celkern en bladgroenkorrels, maar wel celwanden. 2. Met een elektronenmicroscoop, want er zijn zelfs onderdelen van de bacterie te zien. 3. Met de zweepharen kunnen ze zich voortbewegen. 4. Bacteriën planten zich voort door deling. 5. Door het opruimen van dode resten van organismen komen er voedingsstoffen vrij. Dit zijn precies die voedingsstoffen die planten nodig hebben. ( Planten nemen met hun wortels water en voedingsstoffen op ). 6. Op dode voedselresten kunnen bacteriën goed leven en zichzelf vermenigvuldigen. Doordat het voedsel dan besmet is geraakt met heel veel bacteriën kun je ziek worden. Sommige bacteriën veroorzaken ziektes en je kunt dan ook heel ziek worden na het eten van bedorven voedsel. 7. Je kunt longontsteking krijgen door gewoon lucht in te ademen. In de lucht om ons heen zitten dus ook veel bacteriën. 8. Door een zogenaamd antibioticamiddel te gebruiken. Dit is vaak een stofje, gemaakt door schimmels waar bacteriën niet tegen kunnen. Door dit stofje kunnen ze zich niet meer delen.

9. Diagram 2 : als er meer bacteriën komen, ontstaat er ook steeds meer melkzuur. Opdracht 7 Laat je docent deze opdracht beoordelen. Opdracht 8 1. In Apulië worden vis en zeefruit ( o.a. garnalen) en mosselen) bij voorkeur rauw opgediend 2. Via de uitwerpselen en het afvalwater dat geloosd wordt in de zee. 3. De vis en het zeefruit moet eerst gekookt worden zodat de cholerabacterie doodgaat. 4. De groentenvelden werden besproeid met afvalwater. 5. De groentenvelden niet meer met afvalwater te besproeien. Opdracht 9 1. Tijd Aantal cholerabacterien Na 30 minuten 2 Na 1 uur 4 8 Na 2 uur 16 32 Na 3 uur 64 128 Na 4 uur 256 512 Na 5 uur 1024 2048 Na 6 uur 4096 8192 Na 7 uur 16.384 32.768 Na 8 uur 65.536 131.072 Na 9 uur 262.144 524.288 Na 10 uur 1.048.576 Opdracht 10 1. Gist is een eencellige schimmel. 2. Ja, want hij behoort bij het rijk van de schimmels.

3. Ja, want alle schimmelcellen hebben een celkern. 4.Een veelcellige schimmel ( maakt draden) 5.Ze geven een stof af ( penicilline ). Deze stof kan bacteriën doden en is daarom een antibioticum. 6. Door middel van sporen 7. Tussen de plaatjes van de paddestoel. 8. Het voedsel dat door de schimmel wordt opgeruimd, kan daardoor bederven. Mensen kunnen ziek worden van dit bedorven voedsel. 9. Het is een schimmelsoort die leeft van de dode huidresten tussen de tenen. Bovendien houden schimmels erg van een vochtige warme omgeving. Als je je tenen niet goed afdroogt, kunnen voetschimmels hier goed groeien en raakt je huid ontstoken. 10. Sommige schimmelsoorten worden gebruikt bij de bereiding van kaas. Gist zorgt voor rijzen van het brood en voor het maken van wijn en bier. 11. Doordat de gist uitademt,wordt het brood heel erg luchtig. De uitgeademde lucht kan niet uit het deeg ontsnappen, waardoor het deeg als het ware opgeblazen wordt. 12. De gistcellen zetten de suiker uit de druiven om in alcohol, zodat je uit druiven wijn kunt maken. Bij bier wordt graan gebruikt waaruit het gist alcohol kan maken. Opdracht 19 1. Dieren hebben geen celwanden en bladgroenkorrels, maar wel celkernen. 2. Wanneer je het dier op géén enkele manier in ongeveer twee gelijke delen kunt verdelen. 3. De lamp en de zwaluw. 4. Wanneer je het dier op één manier in ongeveer twee gelijke helften kunt verdelen. 5. Wanneer je het dier op meerdere manieren in twee gelijke helften kunt verdelen. 6. Tweezijdig symmetrisch. 7.De linker en de rechterkant.

8. Tweezijdig symmetrisch 9. De zee-egel is veelzijdig symmetrisch 10. Het skelet geeft stevigheid en bescherming 11. Een uitwendig skelet. 12. Een inwendig skelet. Opdracht 20. 1. eencelligen - sponzen - holtedieren - wormen - weekdieren - geleedpotigen - stekelhuidigen - gewervelden 2.de eencelligen en de sponzen 3. De holtedieren en de stekelhuidigen 4. Een inwendig skelet ( van hoornvezels tussen de cellen) 5. Met de tentakels kunnen ze hun prooi vergiftigen en vangen. 6. nee, je wordt niet gebeten, maar gestoken. 7. De eencelligen en de wormen. 8. Bij de weekdieren 9. Een inwendig skelet 10. Bij de stekelhuidigen. 11. - duizendpoten - kreeftachtigen

- spinachtigen - insecten 12. - vissen - amfibieën - reptielen - vogels - zoogdieren Opdracht 21 1. Inktvis weekdieren 2. Zeester stekelhuidigen 3. Slak weekdieren 3. Zeeanemonen holtedieren 4. Amoebe eencellige dieren 5. regenworm wormen