Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN...6 WAAROM INDELINGEN MAKEN?...6 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen...6 1/ Belang van deze indeling...6 2/ Onroerende goederen...7 2.a/ Onroerende goederen uit hun aard...7 2.b/ Onroerende goederen door bestemming...9 2.c/ Onlichamelijke onroerende goederen (of onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekking hebben)...10 3/ Roerende goederen...11 3.a/ Roerende goederen uit hun aard of lichamelijke roerende goederen...11 3.b/ Roerende goederen door wetsbepaling of onlichamelijke roerende goederen...11 3.c/ Vervroegd roerende goederen of roerende goederen door anticipatie...12 Afdeling 2 De goederen volgens de graad van toeëigeningsvatbaarheid...13 1/ Belang van deze indeling...13 2/Goederen in de handel...13 3/ Goederen buiten de handel...13 4/ Gemene goederen (res communes)...13 5/ Goederen zonder (private) eigenaar...14 6/ Verloren voorwerpen...15 7/ Schatten...15 Afdeling 3 De goederen volgens hun aanwendingsmogelijkheden...15 1/ Vervangbare en niet- vervangbare goederen...15 1.a/ Vervangbare goederen...15 1.b/ Criterium voor het onderscheid met niet- vervangbare (geïndividualiseerde) goederen...15 1.c/ Belang van dit onderscheid...16 2/ Soortgoederen (genera) en bepaalde goederen (species)...16 2.a/ Begrippen...16 2.b/ Belang van dit onderscheid...16 3/ Verbruikbare en niet- verbruikbare goederen...17 3.a/ Begrippen...17 3.b/ Belang van dit onderscheid...17 Afdeling 4 De domeingoederen...18 1/ Situering...18 2/ Het openbaar domein...18 2.a/ Begrip...18 2.b/ Positie in het rechtsverkeer...19 1
2.c/ Samenstelling...21 3/ Het privaat domein...22 3.a/ Begrip...22 3.b/ Rechtsstatuut...22 3.c/ Totstandkoming van het privaat domein...22 3.d/ Samenstelling...23 4/ Beslag op domeingoederen...24 HOOFDSTUK 2: DE ZAKELIJKE HOOFDRECHTEN...25 WERKWIJZE...25 HET NUMERUS CLAUSUS BEGINSEL INZAKE ZAKELIJKE RECHTEN...25 Afdeling 1 Het eigendomsrecht...27 1/ Definitie en kenmerken...27 2/ Het ontstaan van eigendom: de oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging...28 2.a/ Oorspronkelijke versus afgeleide eigendomverkrijging...28 2.b/ De verkrijgende verjaring...29 2.b.1/ Begrip...29 2.b.2/ Het maatschappelijk belang van de verkijgende verjaring...29 2.b.3/ Welke goederen kunnen al dan niet door verkrijgende verjaring verworven worden?...30 2.b.4/ Bezit...31 2.b.4.1/ Begrip en betekenis...31 2.b.4.2/ Bezitsgebreken...33 2.b.5/ Het tijdsverloop...36 2.b.5.1/ De nul- termijn voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van lichamelijke roerende goederen...37 2.b.5.2/ De termijn van 3 jaar voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van verloren of gestolen roerende goederen...38 2.b.5.3/ De termijn van 10 jaar of 20 jaar voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van onroerende goederen...39 2.b.5.4/ De termijn van 30 jaar als basistermijn voor de verkrijgende verjaring...40 2.b.5.5/ Berekening van de verjaringstermijn. Bezitsvoeging. Schorsing. Stuiting...41 2.c/ De toeëigening...43 2.c.1/ Begrip...43 2.c.2/ Voorwerp...43 2.d/ Schatvinding...43 2.d.1/Begrip...43 2.d.2/Voorwerp...43 2.d.3/ Toekenning van het eigendomsrecht...44 2.e/ Natrekking...44 2.e.1/ Begrip en belang...44 2.e.2/ Vereisten...45 2
2.e.3/ Kenmerken...45 2.e.4/ De dubbele functie van het recht van natrekking...46 2.e.5/ Natrekking bij onroerend goed...47 2.e.5.1/ Natuurlijke natrekking...47 2.e.5.2/ Kunstmatige natrekking...48 2.e.6/ Natrekking bij roerend goed...50 3/ De beperkingen van het eigendomsrecht...50 3.a/ Duiding...50 3.b/ De leer van het rechtsmisbruik...51 3.b.1/ Situering...51 3.b.2/ Grondslag criteria...51 3.b.3/ Gevolg: sanctie...53 3.c/ De evenwichtsleer of de leer inzake hinder uit nabuurschap.53 3.c.1/ Situering...54 3.c.2/ Grondslag...55 3.c.3/ Toepassingsvoorwaarden...55 3.c.4/ Gevolg: compensatie...57 4/ Mede- eigendom...57 4.a/ Begrip afbakening...57 4.a.1/ Definitie...57 4.a.2/ Verschil met onverdeeldheid...57 4.a.3/ Verschil met collectieve eigendom...58 4.a.4/ Verschil met multi- eigendom...58 4.a.5/ Verschil met tontine...59 4.b/ Soorten mede- eigendom in functie van de oorsprong van de onverdeeldheid...59 4.b.1/ Toevallige of gewone mede- eigendom...59 4.b.1.1/ Definitie...59 4.b.1.2/ Kenmerken...60 4.b.1.3/ Rechten en plichten van de mede- eigenaars60 4.b.1.3.a/ Rechten van de mede- eigenaars m.b.t. hun onverdeeld deel...61 4.b.1.3.b/ Rechten van de mede- eigenaars m.b.t. het onverdeelde goed zelf...62 4.b.1.3.c/ Plichten van mede- eigenaars...64 4.b.1.4/ Einde van de toevallige mede- eigendom: de verdeling...64 4.b.1.4.a/ Art. 815 BW raakt de openbare orde...64 4.b.1.4.b/ Het declaratief karakter van de verdeling...65 4.b.2/ Vrijwillige eigendom...67 4.b.2.1/ Definitie...67 4.b.2.2/ Einde...67 4.b.3/ Gedwongen mede- eigendom...68 4.b.3.1/ Definitie...68 4.b.3.2/ Toepassing...68 4.b.3.3/ Rechten en plichten van de deelgenoten in een gedwongen mede- eigendom van gemeen recht...69 3
4.b.3.3.a/ Rechten van de mede- eigenaars m.b.t. hun onverdeeld deel...69 4.b.3.3.b/ Rechten van de mede- eigenaars m.b.t. het onverdeeld goed zelf...69 4.b.3.3.c/ Plichten van mede- eigenaars...70 4.c/ Twee bijzondere toepassingen van gedwongen mede- eigendom...70 4.c.1/ Appartementsmede- eigendom...70 4.c.1.1/ Het bijzondere van het appartementsrecht...70 4.c.1.2/ Het toepassingsgebied van het appartementsrecht...72 4.c.1.3/ Gevolgen van de toepassing van het appartementsrecht...74 4.c.1.3.a/ De statuten van het gebouw...74 4.c.1.3.b/ De organisatie van de appartementsmede- eigendom...78 4.c.1.3.b.1/ Rechtspersoonlijkheid van de vereniging van mede- eigenaars...78 4.c.1.3.b.2/ De organen van de vereniging van mede- eigenaars...80 A/ De algemene vergadering...80 A.a/ Deelnemers...80 A.b/ Volmachten...81 A.c/ Bijeenroeping...82 A.d/ Bijeenkomst...82 A.e/ Beraadslaging stemming...84 A.f/ Bevoegdheid...86 A.g/ Deelverenigingen van mede- eigenaars...87 B/ De syndicus...89 B.a/ Taak en bevoegdheden...89 B.b/ Benoeming...90 B.c/ Duur einde...91 C/ De raad van mede- eigendom...91 D/ De commissaris van de rekeningen...91 4.c.1.3.b.3/ De ontbinding en vereffening van de vereniging van mede- eigenaars...92 4.c.1.4/ Bijzondere regels bij de overdracht van een privatieve kavel...93 4.c.1.4.a/ Bijdrageplicht en verrekeningen tussen vorige en nieuwe eigenaar...93 4.c.1.4.b/ Informatieplichten...94 4.c.1.4.c/ Bijzondere regeling voor achterstallige kosten...96 4.c.2/ Mandeligheid (la mitoyenneté)...98 4.c.2.1/ Begrip en belang...98 4.c.2.2/ Wettelijke vermoedens van mandeligheid.98 4.c.2.3/ Ontstaan van mandeligheid...99 4
4.c.2.4/ Rechten van mede- eigenaars...100 4.c.2.5/ Plichten van mede- eigenaars...101 Afdeling 2 Vruchtgebruik...103 1/ Begrip en belang...103 2/ Kenmerken...104 3/ Voor vruchtgebruik vatbare zaken...105 4/ Bronnen van vruchtgebruik...106 4.a/ Door de wet...106 4.b/ Door de wil van de mens...107 4.b.1/ Aard van de vestigingsdaad...107 4.b.2/ Vestigingsdaden...107 4.b.2.1/ Bij testament...107 4.b.2.2/ Bij overeenkomst...108 4.c/ Door verkrijgende verjaring...109 5/ Modaliteiten van vruchtgebruik...109 5.a/ Gemeenschappelijk vruchtgebruik...109 5.b/ Opeenvolgend vruchtgebruik...109 6/ De rechten van de vruchtgebruiker...110 6.a/ Vordering tot afgifte...110 6.b/ Gebruik van het goed...110 6.c/ Recht op de vruchten...111 7/ De plichten van de vruchtgebruiker...113 7.a/ Plichten bij aanvang van het vruchtgebruik...113 7.a.1/ Boedelbeschrijving en staat opmaken...113 7.a.2/ Borgstelling...114 7.b/ Plichten tijdens het vruchtgebruik...115 7.b.1/ Beheer als een goed huisvader...115 7.b.2/ De bestemming in acht nemen...117 7.b.3/ De schulden en lasten van het vruchtgebruik dragen...117 7.c/ Plichten bij het einde van het vruchtgebruik...118 7.c.1/ Teruggave...118 7.c.2/ Afrekening...118 8/ Einde van het vruchtgebruik...119 8.a/ Het overlijden van de vruchtgebruiker...119 8.b/ Het verstrijken van de termijn...120 8.c/ Het vervullen van een ontbindende voorwaarde...120 8.d/ Vermenging...120 8.e/ Verjaring...121 8.f/ Vergaan van de zaak...121 8.g/ Vervallenverklaring...122 8.h/ Afstand van vruchtgebruik...122 8.i/ Bijzondere wijze van beëindiging van het vruchtgebruik: de omzetting...123 Afdeling 3 Recht van gebruik en bewoning...124 1/ Begrippen...124 1.a/ Recht van gebruik...124 2/ Gelijkenissen met vruchtgebruik...124 3/ Verschilpunten met vruchtgebruik...125 5
4/ Belang...125 5/ Verschil met een persoonlijk recht van gebruik of bewoning als vorderingsrecht...126 Afdeling 4 Recht van opstal...127 1/ Begrip...127 2/ Belang...127 3/ Kenmerken...128 4/ Bronnen van een recht van opstal...129 5/ Rechten en plichten van de opstalhouder...131 6/ Einde van het recht van opstal...131 7/ Gevolgen van de beëindiging van het opstalrecht...132 Afdeling 5 - Erfpacht...133 1/ Begrip en belang...133 2/ Kenmerken...133 3/ Vestiging van het recht van erfpacht...134 4/ Rechten en plichten van de erfpachter...134 5/ Einde van de erfpacht...135 6/ Gevolgen van de beëindiging van de erfpacht...135 Afdeling 6 - Erfdienstbaarheden...137 1/ Begrip...137 2/ Kenmerken...137 3/ Bronnen van erfdienstbaarheden...139 3.a/ Natuurlijke erfdienstbaarheden...139 3.a.1/ Begrip...139 3.a.2/ Afloop van water...139 3.b/ Wettelijke erfdienstbaarheden...140 3.b.1/ Begrip...140 3.b.2/ Wettelijke erfdienstbaarheden tot openbaar nut...140 3.b.3/ Wettelijke erfdienstbaarheden tot privaat nut...141 3.b.3.1/ Wederkerige wettelijke erfdienstbaarheden...141 3.b.3.1.a/ Afstand bij afsluitingen...141 3.b.3.1.b/ Afstand bij beplantingen...141 3.b.3.1.c/ Lichten en zichten...142 3.b.3.1.d/ Dakdrop...142 3.b.3.2/ Niet- wederkerige wettelijke erfdienstbaarheden...143 3.b.3.2.a/ Recht van uitweg...143 3.b.3.2.b/ Ladderrecht...144 3.c/ Erfdienstbaarheden bij de wil van de mens...144 3.c.1/ Door een titel...144 3.c.2/ Door verjaring...144 3.c.3/ Ingevolge bestemming door de huisvader...145 4/ De uitoefening van erfdienstbaarheden...146 4.a/ Door de eigenaar van het heersend erf...146 4.b/ Door de eigenaar van het lijdend erf...147 5/ Tenietgaan van erfdienstbaarheden...148 5.a/ Principe...148 5.b/ Niet- uitoefening gedurende 30 jaar...148 6
5.c/ De onmogelijkheid tot gebruik...149 5.d/ Vermenging...149 5.e/ Verlies van het nut van de erfdienstbaarheid...149 HOOFDSTUK 3: DE ZAKELIJKE ZEKERHEIDSRECHTEN...150 BEGRIP...150 BELANG VAN DE ZAKELIJKE ZEKERHEIDSRECHTEN...151 KENMERKEN...153 Afdeling 1 - Voorrechten...154 1/ Definitie en kenmerken...154 2/ Gewaarborgde schuldvordering...154 3/ Onderpand en rangorde...155 3.a/ Algemene voorrechten op roerende en onroerende goederen...155 3.b/ Algemene voorrechten op roerende goederen...155 3.c/ Bijzondere voorrechten op bepaalde roerende goederen...157 3.d/ Bijzondere voorrechten op bepaalde onroerende goederen...157 3.e/ Rangorde...158 4/ Publiciteit...158 Afdeling 2 - Hypotheken...159 1/ Definitie en kenmerken...159 2/ De soorten hypotheken...161 2.a/ De wettelijke hypotheek...161 2.b/ De conventionele hypotheek...161 2.c/ De testamentaire hypotheek...162 3/ Gewaarborgde schuldvordering...163 4/ Onderpand...163 5/ Publiciteit...164 Afdeling 3 - Inpandgeving...167 1/ Definitie en kenmerken...167 2/ Soorten...168 3/ Gewaarborgde schuldvordering...168 4/ Onderpand...168 5/ Publiciteit...169 6/ Rechten van de pandhoudende schuldeiser...169 HOOFDSTUK 4: PUBLICITEIT...170 SITUERING...170 Afdeling 1 Roerende goederen...170 Afdeling 2 Onroerende goederen...171 1/ Doel van het huidig publiciteitssysteem...171 2/ Overschrijving op het hypotheekkantoor...172 2.a/ Begrip...172 2.b/ Over te schrijven akten...173 2.c/ Rechtsgevolgen...173 3/ Inschrijving op het hypotheekkantoor...175 3.a/ Begrip...175 3.b/ Wat moet ingeschreven worden?...175 7
3.c/ Rechtsgevolgen...175 4/ Kantmelding...176 4.a/ Begrip...176 4.b/ Kantmelding in het register van de overschrijvingen...176 4.c/ Kantmelding in het register van de inschrijvingen...176 4.d/ Rechtsgevolgen...176 5/ Evaluatie van het huidig hypothecair publiciteitssysteem...177 TOT SLOT: DE WEZENLIJKE KENMERKEN VAN ZAKELIJKE RECHTEN...179 8