Sociale begeleiding Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0412814 betreft verslaggever SOCIALE BEGELEIDING PERSONEEL uitbouw Sociale Dienst de heer Alexander Vercamer Mevrouwen en mijne Heren, In de beleidsverklaring 2001-2006 van de Bestendige Deputatie is op blz. 3 onder de hoofding 2 Sociale Begeleiding, vermeld dat: "Inzake collectieve acties zal gestreefd worden naar de uitbouw van een Sociale Dienst, hetzij via externe samenwerking, hetzij via interne organisaties." Eigenlijk is de problematiek van de Sociale Dienst niet nieuw. De nota dd 27 februari 1995 (zie bijlage) vormde een eerste aanzet. Ze heeft echter nooit concrete uitwerking gekend omdat niet alleen de daartoe noodzakelijke financiële middelen maar ook het nodige personeel ontbreken. De huidige werking van wat doorgaans als 'de Sociale Dienst' gekend is, is nog steeds gesteund op het provincieraadsbesluit van 14 oktober 1953. Principieel wordt daarin voorzien dat: de Sociale Dienst tot doel heeft aan het personeel van de provinciale diensten en instellingen zulke morele en materiële bijstand te verlenen, als zij in hun beroeps- en privaat leven kunnen van node hebben. de werking zou verzekerd worden volgens de regels geldende voor de Sociale Dienst van het Departement van Binnenlandse Zaken. Bij de laatste grote reorganisatie van het personeelsorganogram kreeg de Sociale Begeleiding een verankering binnen de Eerst Algemene Stafdienst. Een van de eerste opdrachten bestond erin: de reorganisatie van de EHBO en de opvolging van de nijverheidshelpers, de organisatie van de kinderopvang tijdens de periode juli en augustus
p. 2/6 De huidige stand van zaken: De cel Sociale Begeleiding werkt momenteel op twee niveaus, m.n. de individuele begeleiding en de collectieve acties. Hierbij moet in elk geval steeds voor ogen gehouden worden dat de opdrachten ter zake verder gaan dan enkel voor het provinciepersoneel in de enge betekenis van de term: ook ambtenaren uit het provinciaal onderwijs en gepensioneerden van het bestuur kunnen een beroep doen op de service en de acties van de cel. Hetzelfde geldt voor de ambtenaren van de Federale en Vlaamse overheid tewerkgesteld in het Provinciaal Gouvernement. Bij het luik collectieve acties, is de hoofddoelstelling ontegensprekelijk het evolueren naar een volwaardige uitgebouwde Sociale Dienst voor het personeel. Indien we naar het cijfermateriaal en de statistieken kijken van wat in de voorbije vijf jaren in deze context is georganiseerd, dan blijkt daaruit dat we een enorme respons kregen van alle deelnemers aan de acties. Het aantal dossiers is de laatste jaren verviervoudigd. Binnen de krijtlijnen van de beleidsverklaring werd nagegaan op welke manier de cel kan uitgebouwd worden. In eerste instantie werden contacten gelegd met andere provinciale en bestaande sociale diensten in de openbare sector om een vergelijking te maken. Bij het onderzoek werd vooral aandacht geschonken aan de structuur van de Sociale Dienst, de begunstigden, het aanbod, de personeelsbezetting en het financiële luik. De resultaten werden gebundeld in document 1 en vragen bijzondere aandacht. In functie daarvan kan gedacht worden aan: 1. Uitbouw binnen een eigen dienst: heeft het voordeel dat het geheel van zeer dichtbij kan gestuurd worden, het vergt wellicht de minste kost aan personeel (taken kunnen in team opgenomen worden met andere ondersteunende provinciale diensten), laat toe wijzigingen en verbeteringen in de werking in het programma op korte termijn aan te brengen. 2. Oprichting van een specifieke vzw: een voorbeeld bestaat in West-Vlaanderen, de directe impact gaat voor een stuk verloren, het vergt bijkomend administratief werk en personeel. 3. Aansluiten bij RSZPPO: lijkt een dure oplossing (0,15 % op de totale loonmassa) met een zeer beperkt aanbod (zie document 1), kostprijs 46 500 euro (cijfers 2002) op jaarbasis (onderwijs inbegrepen), gebonden aan programma van de instelling,
p. 3/6 vraagt extra personeel zowel binnen de 1 e als binnen de 7 e directie voor de afhandeling van de dossiers. Conclusie: voor een optimale sociale dienstverlening zou best gestreefd worden naar een centrale dienst, een soort één-loket-systeem, eventueel met een duidelijke herkenbaarheid voor het personeel (infofolder website intranet). Een aansluiting bij de RSZPPO is een dure oplossing voor een zeer beperkt aanbod. In de voorbije maanden werd ook een tweede inventaris gemaakt omtrent de legale en extralegale sociale voordelen die het personeel geniet in het bestuur. Hiervoor werden aan de verschillende directies en diensten gevraagd een opgave te maken van de sociale voordelen die de personeelsleden genieten via hun diensten. Uit de inventaris blijkt dat het bestuur volgende uitgaven heeft: extralegale voordelen: 814 063,54 euro legale voordelen: 1 374 262,21 euro Deze omvangrijke inventaris omvat alle mogelijke sociale voordelen die door het bestuur aan het personeel en de gepensioneerden worden toegekend. De cijfers zijn bedragen van het jaar 2002. Voor het personeelsfeest, aangezien het maar om de twee jaar doorgaat, werden de uitgaven van september 2003 genomen. Aan de hand van deze vrij gedetailleerde lijst kan de vraag worden gesteld rond de toekomst van het werkingsprogramma binnen de Sociale Dienst. Blijven de huidige taken behouden of moeten de sociale voordelen nog meer geconcentreerd worden? We zijn blijkbaar de enige Vlaamse provincie die aan een dergelijke intensieve Sociale Begeleiding doet en wat zeker niet mag vergeten worden: met een vrij beperkt budget. Het grote doel van de beleidsnota is dat tegen het einde van deze bestuurstermijn een goede uitgebouwde Sociale Dienst opgericht is om zowel individuele als collectieve begeleiding te verzekeren, telkens met het sleutelwoord 'kwaliteitsverbetering' als leidraad. Met deze gedachtegang vooropgesteld, is het duidelijk dat, om tot een volwaardige Sociale Dienst te komen met enige verankering naar de personeelsdiensten, er aan een efficiënte personeelsbezetting in de Sociale Dienst moet worden gedacht. Momenteel bestaat die uit: 1 medewerker (verpleegkundige, halftijds vanaf 1 maart 2004) voor de coördinatie en organisatie 1 voltijds assistent voor administratieve ondersteuning
p. 4/6 Om een optimaal werkbare dienst te verzekeren is een herstructurering van de dienst nodig en wordt gedacht aan personeelsuitbreiding als volgt: 1 hoofdmaatschappelijk werker, niveau B 1 sociaal verpleegkundige of maatschappelijk werker, niveau B 1 voltijds administratieve medewerker, niveau C Met deze bestaffing moet het mogelijk zijn alle bestaande acties hetzij zelf uit te voeren, hetzij te coördineren. Het is aan te bevelen dat de personeelsleden binnen een dergelijke dienst, grote ervaring en binding hebben met de verschillende personeels administraties en met de sociale gedachtegang en problematiek binnen het bestuur. De keuze voor de verdere uitbouw van een centrale sociale dienst draagt ook de voorkeur weg van de representatieve vakorganisaties. In het HOC van 1 maart 2004 verklaarden de vakorganisatie zich akkoord met het voorstel rond de uitbouw van de sociale dienst in eigen beheer en het voorgestelde personeelskader. In regel zal de dienst inzake individuele begeleiding zich richten tot het contractueel en statutair provinciepersoneel. Het gesubsidieerd onderwijzend personeel zal zich moeten wenden tot de eigen dienstverlening (schoolmaatschappelijk werk). De bestaande voordelen blijven behouden en zullen zoveel mogelijk centraal worden beheerd. De vakorganisaties kunnen ten allen tijde zelf aanvullingen of nieuwe voorstellen indienen die dan de normale weg van bespreking zullen volgen.
p. 5/6 Voorstel van uitbouw van de sociale dienst: 1. Inhoudelijk Op basis van het vergelijkend onderzoek wordt ervoor geopteerd de huidige situatie, één centrale dienst binnen de administratie, verder uit te bouwen. We brengen kort enkele voordelen van deze werkwijze in herinnering: - het geheel kan van zeer dichtbij gestuurd worden; - het heeft de laagste personeelskost; - laat toe om qua werking kort op de bal te spelen; - duidelijk herkenbaarheid voor het personeel met het oog op een optimale sociale dienstverlening. Het programma van de cel Sociale begeleiding werkt momenteel op twee niveaus, m.n. de individuele begeleiding en de collectieve acties. Bij het luik collectieve acties, is de hoofddoelstelling ontegensprekelijk het evolueren naar een volwaardige uitgebouwde Sociale Dienst voor het personeel. Hierbij moet in elk geval steeds voor ogen gehouden worden dat de opdrachten ter zake verder gaan dan enkel voor het provinciepersoneel in de enige betekenis van de term: ook ambtenaren uit het onderwijs en gepensioneerden van het bestuur kunnen een beroep doen op de service en de acties van de cel. Hetzelfde geldt voor de ambtenaren van de Federale en Vlaamse overheid tewerkgesteld in het Provinciaal Gouvernement. Het is ook de bedoeling om in de nabije toekomst de extra legale voordelen voor het personeel zoveel mogelijk te centraliseren. Dit heeft dan als gevolg dat het werkingsprogramma op termijn verder kan uitgebouwd worden, vandaar dat er extra personeel zal nodig zijn en dit met het oog op de kwaliteitsverbetering in de lijn van de beleidsverklaring. 2. Personeel De huidige personeelsbezetting: - 1 medewerker (verpleegkundige, halftijds vanaf 1 maart 2004): staat in voor de individuele begeleiding en voor de organisatie van de collectieve begeleiding; - 1 halftijdse medewerker (met ziekteverlof voor onbepaalde duur); - 1 halftijdse assistent (met loopbaanonderbreking); de twee laatstgenoemde functies werden vanaf 1 maart 2004 ingevuld en vervangen door 1 voltijdse assistente die de administratieve ondersteuning verzorgt.
p. 6/6 Het voorgestelde personeelskader: de bestaffing van de dienst zal uitgewerkt worden in overleg met de personeelsdienst door dienst 12 zodanig dat het mogelijk zal zijn alle bestaande acties hetzij zelf uit te voeren, hetzij te coördineren. 3. Financieel Qua werkingskosten: voor zover de werking behouden blijft zoals ze nu is zijn er geen extra kosten. De kredieten zoals opgenomen in de begroting 2004 voldoen. Voor 2005 wordt opnieuw rekening gehouden met het personeelsfeest. Qua personeelskost: de uitbouw van de personeelsformatie zal een meerkost met zich meebrengen(gegevens 1 e Directie). Wij hebben de eer, Mevrouwen, Mijne Heren, U te verzoeken goedkeuring te willen verlenen aan voorgestelde uitbouw van de sociale dienst. Gent, Namens de Bestendige Deputatie : de Provinciegriffier, Albert De Smet de Gouverneur-Voorzitter, Herman Balthazar