6, De betekenis van werk. 1.1 Opvattingen over werk. 1.2 De organisatie van arbeid. 1.3 Waardering van werk

Vergelijkbare documenten
arbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk

Arbeidsethos betekent: de betekenis die mensen aan arbeid toekennen. Hoe mensen tegen het werk aan kijken dus.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk

Samenvatting Maatschappijleer Werk

7,3. De functies van werk: Maatschappelijke positie: de betekenis van werk: Samenvatting door een scholier 1283 woorden 8 juni 2008

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Werk

Hoofdstuk 1 Maatschappijleer: Verzorgingsstaat

Samenvatting door een scholier 1961 woorden 12 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Werk

Samenvatting door Sietske 1388 woorden 17 september keer beoordeeld. Maatschappijleer. Paragraaf 1

8,1. Samenvatting door Een scholier 2072 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 3: Werk

6,3. Begrippenlijst. Samenvatting door een scholier 2273 woorden 27 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 7: verzorgingsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5: Verzorgingsstaat

4,7. Samenvatting door een scholier 1766 woorden 29 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

4 keer beoordeeld 25 juni 2016

Samenvatting Maatschappijleer arbeid

Maatschap-: een groep mensen die een gelijke sociale positie innemen binnen de pelijke klasse samenleving

Samenvatting door M woorden 19 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 5.1 Waarom werken we?

7,8. Samenvatting door K woorden 29 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Samenvatting Maatschappijleer Werk

1.1 de betekenis van werk

7,7. Samenvatting door een scholier 2103 woorden 20 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Immateriële functies van werk: sociale contacten, maatschappelijke status en ontwikkelen van identiteit.

Samenvatting Maatschappijleer Werk hfst 3.

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

6,8. Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. H3 Mens & werk. Paragraaf 1

Samenvatting Maatschappijleer Thema's Hoofdstuk 4: Verzorgingsstaat

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 paragraaf 1,5,6,7

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

Begrippenlijst Maatschappijleer Hoofdstuk 5

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk

4,9. Samenvatting door E woorden 10 september keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 1. Waarom werken we?

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Werk

De betekenis van werk Alle opvattingen over werk noemen we ons arbeidsethos, de betekenis die we aan arbeid toekennen,

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

De sociale verzekeringen vallen weer uiteen in de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen.

6,8. Samenvatting door C woorden 16 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk hoofdstuk 3, 4, 5 en 9

waardering van werk hangt af van de soort arbeid-> hoofd/hand werk, vrouwen-/mannen werk, betaald/ onbetaald werk.

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat

keer beoordeeld 12 februari 2015

Verzorgingsstaat = Overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van diens inwoners.

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,8. Samenvatting door I woorden 6 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Verzorgingsstaat

Samenvatting Maatschappijleer De verzorgingsstaat

7,7. Samenvatting door een scholier 2200 woorden 21 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,2. Samenvatting door een scholier 1730 woorden 13 april keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Maatschappijleer H3

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Maatschappijleer Hoofdstuk 5

Eindexamen maatschappijleer havo 2006-I

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Aandachtspunten vakbewegingen:

Samenvatting Maatschappijleer Thema 5 verzorgingsstaat

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Loonstarheid: lonen staan minimaal een jaar vastà vertraging à overschotten of tekorten niet meteen weggewerktà gevolg:

Kaart 3. Kaart 1 Kaart 2. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. B Kaart 4. A Maatschappelijke behoefte. C Beroepsbevolking

Werkstuk door een scholier 2965 woorden 13 februari keer beoordeeld

7,7. Samenvatting door N woorden 23 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 1 Wat is een verzorgingsstaat?

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

[ Vakman ] Weet je dat? CNV Hout en Bouw

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

-door de beschikbaarheid van goed onderwijs voor de hele bevolking is de sociale mobiliteit sterk vergroot

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer verzorgingsstaat

H7 Sociale zekerheid en sociale voorzieningen

Werken of vrije tijd?

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Actualiteitenbulletin 1/6

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Werk H4 t/m 7

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

2 a) Geld. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste omdat je voorwerpen en diensten wilt gebruiken en die nou eenmaal geld kosten.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting M&O H

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 3111 woorden 30 maart 2006 6,8 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer samenvatting hoofdstuk 3 werk 1.1 De betekenis van werk 5 fundamentele behoeften waar werk een belangrijke functie heeft bij het realiseren hiervan: 1. Fysieke/primaire behoefte (eten, drinken, onderdak) 2. Behoefte aan veiligheid en zekerheid; 3. sociale behoeften (de behoefte om ergens bij te horen) 4. Behoefte aan erkenning en waardering 5. Behoefte aan zelfrealisatie (innerlijke dwang om iets te presteren) We definiëren werk, of arbeid, als iedere menselijke bezigheid die verricht word: Met een bepaalde inspanning Met gebruik van iemands capaciteiten eventueel met behulp van gereedschappen, computers, enzovoort binnen een maatschappelijk geregelde behoefte me het doel het leveren van een product of dienst 1.1 Opvattingen over werk Arbeidsethos = de normen en waarden die betrekking hebben op werken. Daaronder verstaan we de betekenis die mensen aan arbeid toekennen. Middeleeuwen: werk werd gezien als noodzakelijk kwaat 16e eeuw: werk werd gezien als morele plicht 19e eeuw: werk werd gezien als maatschappelijke plicht Tegenwoordig: werk wordt gezien als recht en is daarom opgenomen in sociaal grondrecht 1.2 De organisatie van arbeid maatschappelijke arbeidsverdeling = het gehele productieproces in en samenleving is verdeeld over een verfijnd netwerk van beroepen, functies, bedrijven en arbeidssectoren technische arbeidsverdeling = de vervaardiging van één product wordt opgesplitst in een aantal deelhandelingen die door afzonderlijke werknemers wordt verricht 1.3 Waardering van werk De maatschappelijke positie heeft gevolgen voor de levenswijze. Meer geld, meer luxe. https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 1 van 10

1.4 Arbeid en sociale structuur Sociale stratificatie: de verdeling van de samenleving in groepen en lagen waartussen een verhouding van sociale ongelijkheid bestaat. maatschappelijke klassen = groep mensen die een gelijke maatschappelijke positie innemen Zie blz. 129 sociale stratificatie van Nederland en leer Sociale mobiliteit = mogelijkheid om te stijgen of te dalen op de maatschappelijke ladder intergenerationele mobiliteit is mede dankzij uitgebreide onderwijsmogelijkheden vergroot. Dat betekent dat de maatschappelijke positie van kinderen hogere of lager is dan van hun ouders. Daarnaast is de intragenerationele mobiliteit ook verlaagd daaronder verstaan we de maatschappelijke stijging of daling die iemand in zijn of haar loopbaan doormaakt. Door de toegenomen betekenis van opleiding zijn de kansen verkleind om zomaar carrière te maken 1.5 De kwaliteit van werk Valt uiteen in vier onderdelen: Arbeidsinhoud (leuk werk, uitdagend of leerzaam?) Arbeidsverhoudingen (hoe ze onderling met elkaar omgaan) arbeidsvoorwaarden (salaris/werktijden) Arbeidsomstandigheden 2.1 Werkgevers en werknemers (sociale partners) arbeidsverhoudingen = de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers en die tussen werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en de overheid 2.2 Overleg op het werk Formele verhoudingen binnen een bedrijf zijn gebaseerd op taken en bevoegdheden die elke werknemer heeft. Informele verhoudingen zijn gebaseerd op persoonlijke kenmerken Voordelen goed werkoverleg personeel wordt gemotiveerd bedrijf maakt gebruik van de ervaring en de ideeën van werknemers productie gaat meestal omhoog elk bedrijf met meer dan 50 werknemers moet een OR hebben. De OR praat over zaken die het hele bedrijf aangaan. Ze heeft instemmingbevoegdheid bij personele aangelegenheden. OR heeft adviesbevoegdheid bij bedrijfseconomische beslissingen. 2.3 Werknemersorganisaties Vakcentrales zijn landelijk georganiseerd en vertegenwoordigen hun min of meer zelfstandige vakbonden. Vakbonden zijn per bedrijfstak georganiseerd. Categorale bonden vertegenwoordigen een bepaalde categorie werknemers en zijn niet aangesloten bij een vakcentrale. Vakbonden komen zowel op voor individuele belangen van elk vakbondslid afzonderlijk, als voor de collectieve belangen van groepen werknemers in een bepaald bedrijf of hele bedrijfstak. https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 2 van 10

Vakbeweging houdt zich bezig met de volgende zaken: Arbeidsvoorwaarden Arbeidsomstandigheden Arbeidsverhoudingen, zoals medezeggenschap bij interne bedrijfsbeslissingen over fusies en automatisering. rechtspositie van werknemers zoals regelingen en procedures bij ontslag sociale zekerheid (aanvaardbaar niveau uitkeringen) werkgelegenheid Vakbonden hebben een aantal pressiemiddelen tot hun beschikbaarheid prikacties en stiptheidacties: werken wordt even onderbroken of er wordt stipt volgens de voorschriften gewerkt zodat er vertraging ontstaat Stakingen: werk lange tijd stil gezet Gerechtelijke procedures: bonden leggen situatie voor aan de rechter Een van de redenen waarom steeds minder mensen lid worden van de vakbond is de toegenomen individualisering terwijl de vakbonden juist opkomen voor collectieve belangen van werknemers Staking door vakbond gesteund? Georganiseerde staking. Niet? Wilde staking. Rechter keurt een staking goed wanneer: Deze niet in de strijd is met de wet of CAO bepalingen Er serieuze onderhandelingen zijn gevoerd De staking door de vakbond is georganiseerd Staking het uiterste middel is, alle wettelijke middelen zijn al geprobeerd De uit te roepen staking in verhouding staat tot het beoogde doel (niet staken voor betere koffie bijv) belangen van derden niet onevenredig worden geschaad 2.4 Werkgeversorganisaties werkgeversorganisaties hebben als belangrijkste doelen: Het behartigen van belangen van ondernemers in de onderhandelingen met de vakbonden Bevorderen van een goed ondernemersklimaat en gunstige concurrentie positie met het buitenland. Bevorderen van onderlinge eenheid. Onderlinge ondersteuning. Bij conflicten hebben werkgevers een aantal pressiemiddelen tot hun beschikbaarheid: werkgevers hebben als belangrijkste troef de werkgelegenheid in handen. Zij kunnen dreigen met ontslag als gevolg van bijv. inkrimping of ontsluiting Bij stakingen/andere acties kunnen werkgevers besluiten tot gerechtelijke procedures Werkgevers kunnen beknibbelen op bepaalde secundaire arbeidsvoorwaarden (bonussen, onkostenvergoeding) 2.5 Overleg tussen de sociale partners Er wordt veel overlegd tussen sociale partners (arbeidsvoorwaarden/omstandigheden). Het vindt plaats op 3 niveaus: landelijk/centraal niveau bedrijfstak/sector niveau https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 3 van 10

bedrijf/ondernemingsniveau (overleg direct gevoerd tussen werkgever en individuele werknemer) Landelijk: SER: zitten onafhankelijke deskundigen, kroonleden, benoemd door regering. Stichting van de arbeid: overleggen over de gewenste stijging van de lonen. Zijn werknemers/gevers het met elkaar eens: Centraal akkoord. Lukt het niet op landelijk niveau dan wordt het op bedrijfstak geregeld Bedrijfstak: = groep met gelijke bedrijven. Het overleg vindt alleen plaatst tussen werkgevers/nemers en vaak vertegenwoordigd door hun organisaties en vakbonden. Overheid overlegt niet mee. Belangrijkste doel: afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst. CAO is overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden en a ndere zaken waarover men afspraken wil maken. CAO is een standaardovereenkomst tussen één of meer werkgeversorganisaties en één of meer vakbonden. CAO geldt voor alle werknemers. Lid of niet. Gelding CAO is meestal 2 jaar. Over het algemeen brengt CAO arbeidsrust. Een CAO heeft grote voordelen voor een individuele werknemer: Voor hem gelden gelijke arbeidsvoorwaarden als voor anderen in een gelijke positie. Hij hoeft zelf geen onderhandelingen te voeren De onderhandelingen worden gevoerd door vakbonden en werkgeversorganisaties. Zij hebben specialisten op het terrein van arbeidsvoorwaarden. CAO moet worden overlegd met minister van SZW. Is de minister het er mee eens? CAO algemeen bindend verklaren. CAO onverbindend als hij vindt dat de CAO bepalingen bevat die strijdig zijn met het algemeen belang. --> nieuwe CAO. Harmoniemodel = via onderhandelingen tot een overeenstemming komen.(cnv, MHP) Confictmodel = belangentegenstellingen werknemer/werkgever (FNV) Veranderde rol vakbeweging jaren 50: vakbonden werkten nauw samen overheid en de werkgevers om de lonen laag te houden. Dit verbeterde concurrentiepositie. Jaren 60: economisch zeer voorspoedig, lonen konden flink stijgen. Jaren 70: economie stagneerde. Eind jaren 80: Vakbonden stelden lagere looneisen in ruil voor o.a meer werkgelegenheid. (poldermodel, harmonieuze model) Beste omschrijving poldermodel = een model waarin de sociale partners samen met de overheid verregaande afspraken maken over een totaalpakker, waarbij iedereen iets van zijn wensen terugvond. 3. Overheid en economie 3.1 Politieke visies Liberalen: terughoudende overheid, dan kan je je het beste ontplooien. Communisme: overheersende rol staat Sociaal-democraten: staat bemoeit zich hooguit met een gedeelte van het productieproces. Confessionalisme: tussenpositie. In principe samenleving vormgeven. Lukt dit niet, staat. 3.2 De negentiende eeuw Liberaal. Adam Smith (1723-1790) vrijmarktgedachte --> prijsmechanisme als onzichtbare hand. Als er weinig aanbod is maar mensen willen het graag hebben willen ze veel betalen. Aanbod wordt groter https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 4 van 10

mensen niet meer bereid om veel te betalen. De onzichtbare hand van het prijsmechanisme zorgt ervoor dat die goederen worden geproduceerd waar behoefte aan is, in precies de gewenste hoeveelheid, tegen de juiste prijs. --> vrijemarkteconomie. Vanuit verschillende overwegingen stond de opvatting dat de staat moest ingrijpen in de vrije markt: Confessionelen wilden zakkeren een betere bescherming bieden Sociaal-democraten streefden naar een sterkere rechtspositie van de arbeiders Liberalen hadden belang bij vermindering v/d criminaliteit 1854: onder bepaalde voorwaarden steun krijgen (armenwet) 1874: kinderwetje van Houten Gemengde markteconomie = economie waarbij niet alles aan het marktmechanisme wordt overgelaten, maar waarin de overheid een voorwaardenscheppende en producerende rol vervult. 3.3 De 20e eeuw Taken overheid aanzienlijk uitgebreid. 1951 SER formuleerde 5 doelstellingen voor de sociaal-economische politiek: 1. Evenwichtige economische groei = werkgelegenheid evenwichtig over het land verspreid. Economische groei niet ten koste gaat van andere behoeften (milieu) 2. rechtvaardige inkomensverdeling = inkomens niet teveel verschillen door: 1. inkomstenbelasting. 2. minimumloon 3. uitkeringen 4. subsidies 3. evenwichtige arbeidsmarkt = arbeidsmarkt is alle situaties waarin er sprake is van vraag en aanbod van arbeidskrachten. 4. stabiel prijsniveau 5. evenwichtige betalingsbalans volledige werkgelegenheid = als vraag en aanbod van werk gelijk is. Werkloosheid = vraag groter dan aanbod 3.4 Werkloosheid Frictiewerkloosheid: tijdelijk zonder werk zitten (bijv. schoolverlater) Seizoenwerkloosheid: (strand) Conjuncturele werkloosheid: toenemende vraag: hoogconjunctuur afnemende vraag: laagconjunctuur. De ene keer is er dus meer werk als de andere. Als economie aantrekt stijgt ook de vraag naar goederen en diensten en neemt werkloosheid af. Structurele werkloosheid: werkzaamheden verdwijnen naar landen waar de lonen lager liggen of worden. Het is ernstig want banen verdwijnen voorgoed. Officiele werkloosheidscijfers geven vertekend beeld omdat: er wordt geen rekening gehouden met verborgen werkloosheid: gehuwde vrouwen die wel willen werken maar zich niet inschrijven als werkzoekenden bij het CWI omdat zij immers toch geen recht hebben op een uitkering Werklozen tussen 57.5 en 65 hoeven zich niet in te schrijven als werkzoekende Werkloosheid is erg: Veel mensen die graag willen werken geen werk kunnen vinden en zich buitengesloten voelen. Je status valt weg. https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 5 van 10

Door de hoge werkloosheid stijgt de lastendruk. Maatregelen aan de aanbodzijde= maatregelen die tot vermindering van het aantal werklozen leidt. Overheid probeert de beroepsbevolking te verkleinen door de VUT regeling. (vervroegde uittreding). Is nu hoger geworden Arbeidsverkorting: er zijn nu meer mensen nodig Verschil tussen lonen en uitkeringen vergroten. Financiële prikkels moeten ervoor zorgen dat werklozen sneller aan de slag gaan. om en bijscholing de kans op werklozen te verkleinen Maatregelen aan de vraagzijde= werkgelegenheid vergroten Werknemers nemen meer mensen in dienst als zij minder voor een werknemer hoeven te betalen. Daarom probeert de overheid de loonbelasting en de sociale premies te verlagen. Overheid geeft bedrijven subsidies om de werkgelegenheid te stimuleren. Overheid heeft ook producten en diensten nodig. 3.5 De arbeidsmarkt in ontwikkeling Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt: Groeiende vraag geschoold personeel toetreding nieuwe groepen op de arbeidsmarkt Flexibilisering van de arbeid Dienstensector heeft de laatste tijd geleidelijk de rol v/d primaire/secundaire sector overgenomen door: schaalvergroting, mechanisering en automatisering is werk in landbouw verkleind Verplaatsing van de fabrieken naar de lagelonenlanden aandeel industrie verkleind. Allebei de redenen verdwijnt de vraag naar laag geschoolde. Door toegenomen welvaart meer vraag naar diensten Door de informatisering is de aard van het werk aanzienlijk veranderd. Er zijn meer functies in de dienstensector wat weer vraag naar arbeidskrachten. Vrouwen zijn nieuwe arbeidskrachten. Traditionele rolpatroon werd in de jaren 60 ter discussie gesteld. Nu zijn de mannen en vrouwen op één lijn. Ook in de jaren 60 allochtone werknemers toegenomen. Toen veel fabrieken in de jaren 70/80 de deuren sloten raakten zij hun baan kwijt. Mensen met een tijdelijk contract (flexibilisering) Het gebruik van flexibele arbeidskrachten heeft voor werkgevers 3 voordelen: Langere proeftijd Ontslag Onzekere financiën 3.6 Ongelijke posities op de arbeidsmarkt Doelgroepenbeleid = de overheid wil voor iedereen gelijke kansen op de arbeidsmarkt Laag en ongeschoolden hebben het moeilijk. Vooral ouder dan 40 jaar.dit wordt nog eens versterkt door het hoge aanbod van hoogopgeleiden. Diploma s worden minder waard (diploma-inflatie). CWI geeft sollicitatietrainingen. Er zijn ook werkprojecten zoals melkerbanen en banenpool. Melkerbanen zijn voor langdurig werklozen en heet tegenwoordig in en doorstroombanen. https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 6 van 10

Banenpool is bestemd voor werklozen die weinig uitzicht meer hebben op een reguliere baan. De banenpool is nu opgenomen in een nieuwe wet: wet inschakeling werkzoekende (WIW) Vrouwen hebben nog steeds een slechtere positie op de arbeidsmarkt. Er zijn zogenaamde vrouwen en mannen banen. Positie van allochtonen op de arbeidsmarkt is lang heel slecht geweest (1988 40% werkloos) De relatief hoge werkloosheid onder etnische minderheiden heeft 3 oorzaken: Allochtonen hebben lagere opleidingsniveau (taalachterstand) Vooroordelen/discriminatie op de arbeidsmarkt Allochtonen maken gebruik van andere zoekkanalen dan werkgevers 1998: wet stimulering arbeidsdeelname minderheden aangenomen. Positieve discriminatie= vrouwen/allochtonen worden uitdrukkelijk opgeroepen om et solliciteren. Marginale arbeidsplaatsen = werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt (schoonmaker enz) 1999: flexwet: vooral uitzendkrachten hebben hiermee eerder recht op bijscholing, pensioen en doorbetaling wanneer er een tijdje geen werk voor hen is. 4. De verzorgingsstaat Iedereen heeft toegang tot voorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg en als je ziek bent/werkloot heb je in veel gevallen recht op een uitkering. 4.1 De opbouw Na beurskracht 1929 wereldcrisis. Na de 2e WO werd er een geleide loonpolitiek gevoerd: de regering besliste hoe hoog de lonen mochten zijn. Confessionele inbreng zien we vooral terug in de oprichting van talloze overlegorganen. Er ontstond een overlegeconomie. Verzorgingsstaat = een staat waarin de overheid zich verantwoordelijk stelt voor het welzijn van de burgers. 4.2 Het socialezekerheidsstelsel Het valt in twee delen: 1. sociale verzekeringen 2. Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen: mensen betalen premie om zich te verzekeren tegen een bepaald risico. Sociale voorzieningen: zijn regelingen voor situaties waarvoor geen verzekering bestaat. Mensen die geen aanspraak kunnen maken op een verzekering, maar toch niet zelf in hun inkomen kunnen voorzien, kunnen een beroep doen op de sociale voorzieningen. Hier wordt geen premie voor betaald want het komt uit de algemene voorzieningen. Werknemersverzekeringen: WW (duur afhankelijk van het aantal jaren gewerkt) WULBZ (wet uitbreiding loondoorbetalingplicht bij ziekte) (1 jaar 70%) ZW (mensen die geen recht hebben op WULBZ krijgen ziektewet (zwanger, tijdelijk contract) WIA (wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) ZFW vergoedt medische kosten die werknemers moet betalen. Volksverzekeringen https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 7 van 10

AOW ANW 70% minimumloon AKW AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten) bijv opname inrichting Sociale voorzieningen ABW Sociaal minimum Toeslag wet (TW) bijv. als je partime werkte en ontslagen wordt heb je aan 70% WW niet genoeg Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK) 70% bijstandsnorm Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (WAZ) Geen werknemers/volksverzekering maar een verzekering voor een specifieke beroepsgroep Wet arbeidsongeschiktheid jong gehandicapten (WAJONG) 5. De verzorgingsstaat onder druk Al vrij snel waren er signalen dat de verzorgingsstaat dreigde te barsten Aantal mensen dat beroep deed op een uitkering was heel groot. Dat betekende dat de socialezekerheidsstelsel onbetaalbaar dreigde te worden. Er bleek misbruik gemaakt te worden van de sociale verzekeringen. Er kwamen in de politiek 3 reacties: 1. Uitkeringen bleken te hoog te zijn en moesten verlaagd worden 2. Mensen werden minder solidair met andere en waren teveel met hun zelf bezig 3. Het was te gemakkelijk om een uitkering te krijgen 5.1 Maatschappelijke ontwikkelingen Vanaf jaren 60 kregen de vrouwen een steeds betere opleiding en daar wilden ze wat mee doen. Gezinnen werden bovendien kleiner (pil). en door nieuwe ontwikkelingen werden de huishoudelijke taken minder zwaar Nederland kreeg een hoger opleidingsniveau. De burgers kregen een grotere mondigheid Mensen wilden gezien worden als een individu. 5.2 Onvoorziene ontwikkelingen Mensen die een uitkering hebben krijgen daarnaast ook nog een aantal tegemoetkomingen. (huursubsidie, schoolgeld) als zij een baan krijgen raken ze dat kwijt. Het geeft dus niet een grote stimulans om een baan te zoeken. De goede financiele regelingen hadden ook tot gevolg dat er oneigenlijk gebruik van werd gemaakt. Als mensen werden ontslagen probeerde ze in de WAO te komen want dat was veel gunstiger dan in de WW. 5.3 Sociaal-economische ontwikkelingen 1973: oliecrisis. werkloosheid steeg Een toenemende werkloosheid betekent voor een verzorgingsstaat: Het aantal mensen dat is aangewezen op een uitkering neem toe waardoor de collectieve uitkeringen https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 8 van 10

stijgen Mensen moeten meer premie betalen waardoor arbeid voor werkgevers duurder wordt Verschil bruto loon en netto loon is groot. Daardoor wordt het aantrekkelijk om een aantal werkzaamheden niet op te geven aan de elasting (zwart werk) Door de goede gezondheidszorg komen er veel ouderen. Er worden minder kinderen geboren. 5.4 conclusie Een gegarandeerd bestaansminimum is geen gunst maar een sociaal grondrecht. Voor het rechtsgevoel en het solidariteitsprincipe onder de bevolking is veel minder dan vroeger. 6. Aanpassen aan de verzorgingsstaat In de jaren 90 ging het economisch iets beter. De aanpassingsmaatregelen die noodzakelijk waren maar tevens de essentie van onze verzorgingsstaat overeind hielden waren voornamelijk gericht op: bezuinigingen versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de burgers vergroting van de marktwerking v/d sociale zekerheid 6.1 Bezuinigingen Er zijn op 2 manieren bezuinigd: uitkeringen werden verlaagd en het aantal mensen met een uitkering werd verminderd WW is afhankelijk geworden van het aantal jaar dat iemand heeft gewerkt. Het begrip passende arbeid is verruimd. Werkloze moeten een aangeboden baan eerder accepteren. WAO ers worden opnieuw gekeurd. Gemeenten moeten een verhaalsplicht opgelegd krijgen voor de bijstand Controle op m.n. bijstand is groter geworden Binnen de bijstand wordt nog preciezer gekeken naar de situatie waarin iemand verkeert De bewijslast in de bijstand is omgedraaid (lees ff door blz. 164) Op allerlei voorzieningen is bezuinigd. 6.2 Versterking van de eigen verantwoordelijkheid Nederland kent relatief hoog ziekteverzuim. ARBO- wet geeft richtlijnen op 3 gebieden Veiligheid Gezondheid Welzijn. Het werk mag niet volstrekt zinloos en geestdodend zijn Je moet ook een plan hebben om het ziekteverzuim terug te dringen. Vroeger: doorbetaald via ziektewet 1996: vervangen wet uitbreiding loondoorbetalingplicht bij ziekte. (werkgever 70% 1 jaar doorbetalen). Bedrijven doen nu beter hun best om ziekte te voorkomen. Wet verbetering poortwachter (2002): Als een werknemer meer dan 6 weken ziek is, stelt de werkgever samen met hem een plan van aanpak op om concreet aan zijn terugkeer te werken. Werkgever na 8 maanden nog steeds ziek? reïntegratieverslag eventueel WAO aanvraag. Idee deze 2 nieuwe wetten: werkgever zelf betalen werknemers minder kans ziek worden. https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 9 van 10

1998: de premie die werkgevers voor de WAO moeten betalen is afhankelijk van het aantal werknemers dat in het bedrijf arbeidsongeschikt is. Wet reïntegratie arbeidsongeschikten: overheid wil dat werkgevers zich inspannen om gedeeltelijk arbeidsongeschikte in dienst te houden. 6.4 De keerzijde van de maatregelen De keerzijde van de bezuinigingen Ambtenaren klagen dat er zóveel regelingen zijn dat de sociale zekerheid praktisch onuitvoerbaar is geworden De bezuinigingen raken alle uitkeringsgerechtigden zonder onderscheid. Verhaalsplicht leidt tot onverkwikkelijke situaties De overheid bemoeit zich in hoge maten met het privé leven van uitkeringsgerechtigden waardoor bij betrokkenen het gevoel ontstaat van big brother De bezuinigingen in de verzorgingsinstellingen hebben een grotere werkdruk voor het personeel tot gevolg Werkgever die zelf kosten van de zieke moeten betalen zal beter letten op de gezondheid van de mensen maar zal ook beter letten op de gezondheid van nieuw personeel die hij aanneemt. Daarnaast levert de grote eigen verantwoordelijkheid voor de werkgevers in het midden en kleinbedrijf een extra probleem op. één zieke kan al fataal zijn hoge kosten Het verzekeren van ziekterisico is duur. Na het eerste jaar zagen de verzekeraars zich gedwongen tot een premiestijging van 40%. 2e risico is als uitvoeringsinstellingen beoordeeld worden op hun resultaten ze de minst zieke voortrekken. Er blijken ook neveneffecten: gezondheidszorg: grote wachtlijsten. 6.5 Toekomstvisies VVD: lonen omlaag minimum loon afgeschaft. Uitkeringen zijn te hoog. Crisis overheid belangrijk deel te wijten aan de grote bemoeienis overheid. VVD ziet het liefst ministelsel waarin alleen een minimumuitkering gegarandeerd wordt. Critici wijzen op dat in Amerika door loonverlaging banen zijn toegenomen maar dat mensen 2 banen moeten hebben om rond te komen. Ze leven onder de armoedegrens. CDA: Overheid speelt te grote rol. Zij zoekt de oplossing vooral in het overdragen van overheidstaken naar het maatschappelijk middenveld. Zij willen zorgzame samenleving. Familie voor elkaar zorgen. Hebben niet? buren. PVDA: Oog voor uitkeringsgerechtigden die buiten hun schuld uitkering ontvangen. Ze mogen niet financieel gestraft worden. PVDA zoekt oplossing in uitbreiding van de werkgelegenheid met bijv. WIW banen en ID banen. 2 bezwaren: concurrentievervalsing en plan is duur. Plan om verplicht te werken is dwang en vernederend. https://www.scholieren.com/verslag/27171 Pagina 10 van 10