In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4:



Vergelijkbare documenten
In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4:

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Uitwerkingen eerste serie inleveropgaven

Bewijs door inductie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Finaletraining Nederlandse Wiskunde Olympiade

Geldwisselprobleem van Frobenius

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

IMO-selectietoets III zaterdag 3 juni 2017

Finaletraining Wiskunde Olympiade

Het duivenhokprincipe

RSA. F.A. Grootjen. 8 maart 2002

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Enkele valkuilen om te vermijden

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

OPLOSSINGEN VAN DE OEFENINGEN

Katernen. regionale training. Finale

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016

Finaletraining Wiskunde Olympiade

Notatie van verzamelingen. Lidmaatschap. Opgave. Verzamelingen specificeren

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Katernen. regionale training. tweede ronde. Nederlandse Wiskunde Olympiade

PG blok 4 werkboek bijeenkomst 4 en 5

WISKUNDE-ESTAFETTE 2011 Uitwerkingen

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

opgaven formele structuren deterministische eindige automaten

Uitwerkingen toets 12 juni 2010

Spookgetallen. Jan van de Craats en Janina Müttel

Selectietoets vrijdag 10 maart 2017

Selectietoets vrijdag 9 maart 2018

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

1.3 Rekenen met pijlen

Diophantische vergelijkingen

GETALTHEORIE 1. de Leuke En Uitdagende Wiskunde 1, 2, 3, 4, 5, 1, 3, 6, 10, 15, 1, 4, 9, 16, 25, 1, 5, 12, 22, 35, 1, 6, 15, 28, 65,

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden.

Oplossing van opgave 6 en van de kerstbonusopgave.

VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN

FLIPIT 5. (a i,j + a j,i )d i d j = d j + 0 = e d. i<j

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

ANTWOORDEN blz. 1. d = 1013; = ; = ; =


Getaltheorie II. ax + by = c, a, b, c Z (1)

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

Het benaderen van irrationale getallen door rationale. Vakantiecursus Wiskunde 2012

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

WISKUNDE 1. Aansluitmodule wiskunde MBO-HBO

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

Examen Discrete Wiskunde donderdag 8 maart, 2018

regel: de som van de cijfers op de even plaatsen min de som van de cijfers op de oneven plaatsen moet 0 of 11 zijn.

Getallen, 2e druk, extra opgaven

Bijzondere kettingbreuken

1 Kettingbreuken van rationale getallen

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, mei 2007

Week Hier vind je uitwerkingen van enkele opgaven uit het dictaat Grafen: Kleuren en Routeren.

Uitwerkingen toets 9 juni 2012

II.3 Equivalentierelaties en quotiënten

Selectietoets vrijdag 8 maart 2013

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0.

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 2017

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

1 Hele getallen. Rekenen en wiskunde uitgelegd Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs. Uitwerkingen van de opgaven bij de basisvaardigheden

1. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

Selectietoets vrijdag 18 maart 2016

Uitwerking Puzzel 93-1, Doelloos

= 50 : 2 = 25 Zo kun je bijvoorbeeld ook rekenen bij 24 : : 20 = 24 x x 1

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Opgaven Inleiding Analyse

Functievergelijkingen

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

DE STAARTDELING (cijferend rekenen) Derde leerjaar (groep 5) Luc Cielen

Opgaven Eigenschappen van Getallen Security, 2018, Werkgroep.

Dossier 3 PRIEMGETALLEN

Wiskunde D Online uitwerking oefenopgaven 4 VWO blok 3 les 1

De huwelijksstelling van Hall

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Kettingbreuken. 20 april K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N A + 1 P + 1 R + 1 I + 1

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tentamenset A. 2. Welke van de volgende beweringen is waar? c. N R N d. R Z R

IMO-selectietoets I donderdag 1 juni 2017

De telduivel. Een slaapverwekkende opdracht voor iedereen die van wiskunde durft te dromen

met gehele getallen Voer de volgende berekeningen uit: 1.1 a a b b

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Uitwerkingen toets 18 maart 2011

Priemontbinding en ggd s

Verzamelingen deel 3. Derde college

Heron driehoek. 1 Wat is een Heron driehoek? De naam Heron ( Heroon) is bekend van de formule

De waarde van een plaats in een getal.

Transcriptie:

Katern 4 Bewijsmethoden Inhoudsopgave 1 Bewijs uit het ongerijmde 1 2 Extremenprincipe 4 3 Ladenprincipe 8 1 Bewijs uit het ongerijmde In Katern 2 hebben we de volgende rekenregel bewezen, als onderdeel van rekenregel 4: Als a een deler is van m, maar niet van n, dan is a geen deler van m + n. We kijken even in wat meer detail naar het bewijs van deze rekenregel. Bewijs Neem een getal m dat deelbaar is door a en een getal n dat niet deelbaar is door a. We willen nu bewijzen dat a niet een deler is van hun som, die we even l noemen: l = m +n. Stel nu eens dat a juist wel een deler is van l, dan is het dus een deler van zowel l als m, en dus (wegens het eerste onderdeel van rekenregel 4) ook van het verschil l m. Uit l = m + n volgt bovendien dat n = l m. Dus a is dan een deler van n. Maar we waren juist uitgegaan van een getal n dat niet deelbaar is door a. Kortom, de aanname dat a wel een deler is van l kan niet juist zijn en we concluderen dat a niet een deler is van l. Kijk nog eens goed naar dit bewijs. We wilden bewijzen dat dat a niet een deler is van l. We namen even aan dat het juist wel zo was. Daaruit leidden we af dat het getal n, dat gekozen was als een getal dat niet deelbaar is door a, toch deelbaar was door a. Dat is natuurlijk onmogelijk. Kortom, onze aanname was onjuist. 1

Deze manier van redeneren kunnen we algemener toepassen. We willen bewijzen dat een of andere bewering niet waar is. We nemen even aan dat de bewering juist wel waar is en laten vervolgens zien dat dat tot iets onmogelijks leidt; we komen uit op een tegenspraak. Je komt bijvoorbeeld uit op 5 < 4, of op 3 1 3 is een geheel getal, of op x2 = 5 (voor x een reëel getal), of op 127 is even, of op.... Stuk voor stuk uitspraken waarvan overduidelijk is dat ze niet waar zijn. Dan kunnen we daaruit concluderen dat de bewering inderdaad niet waar is. Zo n bewijs wordt een bewijs uit het ongerijmde genoemd. In plaats van direct te laten zien dat iets niet waar is, laten we zien dat het niet zo kan zijn dat het wel waar is! Het is eigenlijk zo n natuurlijke manier van redeneren, dat het je misschien niet eens opgevallen is dat we hem al weleens vaker hebben toegepast. Hier een ander voorbeeld, letterlijk uit Katern 2 (voorbeeld 6). Probeer te herkennen waar in de redenering de aanname wordt gemaakt die juist uiteindelijk moet worden ontkracht. En tot welke tegenspraak leidt deze aanname? Laat a en b twee natuurlijke getallen zijn. Noem d de grootste gemene deler van a en b. Wat is nu ggd( a d, b d )? Bewijs We schrijven a = d e en b = d f, met d = ggd(a, b). Als we e en f in priemfactoren ontbinden, dan zitten daar geen twee dezelfde bij. Stel namelijk dat p een priemdeler zou zijn van zowel e als f, dan zou d p een deler zijn van a = d e en ook van b = d f. Maar d is de grootste gemene deler van a en b en d p is groter, dus dat kan niet. Kortom, e en f hebben geen priemdelers meer gemeen. Maar dan hebben ze natuurlijk helemaal geen delers groter dan 1 meer gemeen. Dus ggd(e, f) = 1 en dat is precies wat we wilden bewijzen. Zoals we hierboven als zeiden: in plaats van direct te laten zien dat iets niet waar is, laten we dus zien dat het niet zo kan zijn dat het wel waar is. En zo zou je ook, in plaats van direct te laten zien dat iets wel waar is, kunnen laten zien dat het niet zo kan zijn dat het niet waar is. In Katern 1 heb je gezien dat als je een bewijs met inductie doet, het een goede gewoonte is om dat aan het begin van het bewijs ook aan te kondigen: We gaan dit bewijzen met inductie naar n. Dan weet de lezer tenminste wat voor bewijsmethode je gaat gebruiken. Zo ook, als je een bewijs uit het ongerijmde gaat geven, laat de lezer dan even weten dat je deze methode gaat toepassen; dan snapt hij/zij tenminste waarom je zo n rare aanname doet. Hieronder geven we twee voorbeelden van bewijzen uit het ongerijmde. Voorbeeld 1 Bewijs dat 5 geen rationaal getal is. 2

Oplossing We bewijzen dit uit het ongerijmde. Stel dat 5 wel een rationaal getal is. Dan is 5 gelijk aan t voor zekere gehele getallen n t en n. Dus dan is 5 = t2, oftewel 5n 2 = t 2. We noemen dit laatste getal even N, dus n 2 N = 5n 2 maar ook N = t 2. Kijk nu naar het aantal priemfactoren 5 in N. Volgens de uitdrukking N = 5n 2 heeft N een oneven aantal priemfactoren 5. Maar volgens de uitdrukking N = t 2 heeft N juist een even aantal priemfactoren 5. Dat is in tegenspraak met elkaar. De aanname dat 5 een breuk was, kan dus niet waar zijn. Dus 5 is geen breuk. Voorbeeld 2 Bewijs dat er oneindig veel priemgetallen zijn. Oplossing We bewijzen dit uit het ongerijmde. Veronderstel dat er maar eindig veel priemgetallen zijn, zeg k. Dan kunnen we ze ook alle k opschrijven: p 1, p 2, p 3,..., p k. Kijk nu eens naar dit getal: N = p 1 p 2 p 3... p k + 1. Wegens die spelbreker +1 kan dit getal niet deelbaar zijn door p 1 (omdat 1 niet deelbaar is door p 1, dus wegens rekenregel 4). En ook niet door p 2. En ook niet door p 3. Et cetera. Toch moet dit getal een priemontbinding hebben. Dus moet N een priemfactor bevatten die nog niet in ons lijstje stond. Maar dat is een beetje vreemd: ons lijstje bestond immers uit alle priemgetallen. We kunnen niet anders dan concluderen dat onze eerste aanname onjuist was. Er zijn dus niet maar eindig veel priemgetallen; er zijn er oneindig veel! Dit bewijs dat er oneindig veel priemgetallen zijn, stamt af van Euclides, een Grieks wiskundige uit de 3e eeuw voor Christus. Opgave 1 Van een getal n is gegeven dat het niet deelbaar is door 3. Bewijs dat n ook niet deelbaar is door 123. Opgave 2 Geef alle reële oplossingen (x, y, z) van de vergelijking x 2 + y 2 + z 2 = 0. Opgave 3 Bewijs dat er geen natuurlijke getallen x en y zijn zodat x 2 + 5x = 2y 4 + 1. 3

Opgave 4 Tweede Ronde 1978 Bewijs dat er geen gehele getallen x en y zijn, die voldoen aan de vergelijking 3x 2 = 9 + y 3. Opgave 5 Tweede Ronde 2007 Is het mogelijk om de verzameling A = {1, 2, 3,..., 32, 33} op te delen in elf deelverzamelingen met elk drie getallen waarbij voor elk van de elf deelverzamelingen geldt dat één van de drie getallen gelijk is aan de som van de andere twee getallen? Zo ja, geef dan zo n verdeling in drietallen; zo nee, bewijs dan dat het niet mogelijk is. Opgave 6 Bewijs dat de vergelijking x 3 + x + 1 geen rationale oplossingen heeft. Opgave 7 Stel dat a een natuurlijk getal is zodanig dat a geen natuurlijk getal is. Bewijs dat a ook geen breuk is. 2 Extremenprincipe De burgemeester van het dorpje Langeland wil een nieuwe wet invoeren: voortaan moet iedere inwoner de naam kennen van een medeburger die langer is dan hijzelf (of zijzelf). Om na te gaan of zijn wet uitvoerbaar is, stuurt de burgemeester een ambtenaar langs alle deuren. De ambtenaar moet van elke inwoner de lengte opschrijven om zo te achterhalen of er wel voor elk persoon een dorpsgenoot is die langer is. Je begrijpt natuurlijk wel dat dit niet de meest efficiënte methode is. Het is direct duidelijk dat deze wet niet uitvoerbaar is, omdat er een langste inwoner van het dorp is. Je weet misschien niet wie de langste inwoner is, maar het is zeker dat er iemand is die minstens even lang is als al zijn dorpsgenoten. Er kunnen trouwens best meerdere inwoners zijn die allemaal de langste zijn; dan kunnen ze allemaal geen naam noemen van een langere dorpsgenoot. In elk geval is er minstens één langste inwoner, omdat er slechts eindig veel inwoners zijn. 4

Het idee van het extremenprincipe is om naar een extreem te kijken: een langste inwoner, een kleinste getal, een grootste verzameling, noem maar op. Ook al kun je zo n extreem niet altijd expliciet aanwijzen, je weet vaak wel dat er eentje is. Let op: niet in alle situaties weet je dat zo n extreem bestaat! Er is bijvoorbeeld geen grootste natuurlijk getal. In andere woorden, als de inwoners van Langeland geen mensen maar natuurlijke getallen waren geweest, dan had de burgemeester zijn wet kunnen invoeren: elk natuurlijk getal n kan een getal noemen dat groter is, bijvoorbeeld n + 1. Laten we eens kijken hoe we dit principe kunnen gebruiken in wiskundige bewijzen. Voorbeeld 3 De burgemeester van Langeland besluit zijn wet toch in te voeren. Bovendien laat hij elke dag elke burger ondervragen; als iemand geen naam kan noemen van een langere dorpsgenoot, wordt hij verbannen uit het dorp. Bewijs dat uiteindelijk alle burgers verbannen worden. Oplossing We bewijzen dit uit het ongerijmde. Stel dat niet alle burgers verbannen worden. Dan houdt het verbannen van burgers op een zeker moment op. Noem B de groep burgers die dan nog over is. Van deze burgers wordt dus niemand meer verbannen. We nemen aan dat er minstens één burger tot B behoort. Er behoren eindig veel burgers tot B, dus er is een langste burger in deze groep. De eerstvolgende dag dat hij ondervraagd wordt, kan hij geen naam noemen van een langere dorpsgenoot, dus wordt hij verbannen. Dit is een tegenspraak met de aanname dat niemand uit B nog verbannen werd. We concluderen dat er helemaal niemand overblijft. Hoewel het intuïtief direct duidelijk is dat alle burgers verbannen worden, is het best lastig om een bewijs op te schrijven dat echt waterdicht is. Het extremenprincipe helpt je hiermee. Zoals je ziet, wordt het bewijs met behulp van het extremenprincipe kort en is er geen speld tussen te krijgen. Voorbeeld 4 Bewijs dat er geen positieve gehele getallen x en y zijn die voldoen aan x 2 + 2y 2 = 4xy. Oplossing We bewijzen dit uit het ongerijmde. Stel dat er wel paren (x, y) bestaan met x 2 + 2y 2 = 4xy. Misschien zijn dat er heel veel, misschien is het er maar één; dat weten we niet. Maar we kunnen wel alle paren die voldoen, op een rijtje zetten en van al deze paren de waarde van x bekijken. Dat zijn positieve gehele getallen, dus daar is een kleinste waarde bij. Noem nu (x 0, y 0 ) een paar met de kleinste x. (Als er meerdere paren zijn met dezelfde kleinste x, kiezen we er willekeurig eentje.) Voor alle paren (x, y) met x 2 + 2y 2 = 4xy geldt nu x x 0. 5

Omdat 2y0 2 en 4x 0 y 0 allebei even zijn, moet x 2 0 ook even zijn. Dus x 0 is deelbaar door 2. Definieer x 1 = x 0 2. Dan is x 1 een positief geheel getal. Dit vullen we in in de vergelijking: 4x 2 1 + 2y0 2 = 8x 1 y 0. We delen deze hele vergelijking door twee en krijgen 2x 2 1 + y0 2 = 4x 1 y 0. Nu zien we dat y0 2 even moet zijn, omdat 2x 2 1 en 4x 1 y 0 allebei even zijn. Dus ook y 0 is deelbaar door 2. Definieer y 1 = y 0. Dit vullen we weer in: 2 2x2 1 + 4y1 2 = 8x 1 y 1. Opnieuw delen we door 2 en dan komen we uit op x 2 1 + 2y1 2 = 4x 1 y 1. Dit lijkt wel erg op onze oorspronkelijke vergelijking. Kennelijk is (x 1, y 1 ) ook een oplossing van de vergelijking. Maar x 1 = x 0 2 < x 0 en dat is in tegenspraak met de aanname dat x 0 de kleinste x was. We concluderen dat er helemaal geen paren (x, y) met x 2 + 2y 2 = 4xy bestaan. Het is de kunst om een geschikt extreem te kiezen. We hadden in het voorbeeld hierboven ook naar de waarden van x + y kunnen kijken in plaats van naar de waarden van x en dan waren we twee keer zo snel klaar geweest. Stel namelijk dat (x 2, y 2 ) een tweetal is met de kleinste waarde van x + y. Voor alle paren (x, y) met x 2 + 2y 2 = 4xy geldt nu x + y x 2 + y 2. Op dezelfde manier als hierboven zien we dan dat x 2 even moet zijn. Als we x 3 = x 2 2 definiëren, komen we zo uit op de vergelijking 2x 2 3 + y 2 2 = 4x 3 y 2. Dit is de oorspronkelijke vergelijking, maar dan met x en y omgewisseld. Kennelijk is (y 2, x 3 ) ook een oplossing. Voor deze oplossing geldt x + y = y 2 + x 3 = y 2 + x 2 2 < y 2 + x 2 en dat is in tegenspraak met de aanname. De volgende opgaven kunnen allemaal opgelost worden met behulp van het extremenprincipe. Maar het is niet altijd makkelijk om een goed extreem te kiezen! Opgave 8 Twintig kinderen staan in een cirkel op zo n manier dat de leeftijd van elk kind precies het gemiddelde is van de leeftijden van zijn twee buren. Bewijs dat alle kinderen even oud zijn. Opgave 9 Laat S een verzameling natuurlijke getallen zijn met de volgende eigenschappen: als een even getal 2n in S zit, dan zit n ook in S, als een getal n in S zit, dan zit n + 1 ook in S, het getal 2008 zit in S. Bewijs dat alle natuurlijke getallen in S zitten. 6

Opgave 10 Bewijs dat er geen positieve gehele getallen x, y en z zijn die voldoen aan x 3 + 3y 3 = 9z 3. Opgave 11 Een eindig aantal steden is verbonden door een aantal éénrichtingsverkeerwegen. Voor elk tweetal steden X en Y is het mogelijk om via een aantal van deze wegen van X naar Y te komen of van Y naar X te komen. Bewijs dat er een stad is die vanuit elke andere stad bereikbaar is. Opgave 12 Bij een toernooi spelen alle deelnemers precies één keer tegen elkaar, waarbij er altijd een winnaar is. Aan het eind maakt elke deelnemer een lijst met daarop 1. de namen van alle deelnemers die hij verslagen heeft, 2. de namen van alle deelnemers die verslagen zijn door iemand die bij punt 1 genoemd is. De deelnemers schrijven geen namen dubbel op. Bewijs dat er een deelnemer is op wiens lijst alle andere namen voorkomen. Opgave 13 Tweede Ronde 2000 Er staan vijftien spelers op een veld, elk met een bal. De afstanden tussen elk tweetal spelers zijn alle verschillend. Elke speler gooit de bal naar die speler die het dichtst bij hem staat. Bewijs dat er minstens één speler is naar wie geen bal gegooid wordt. Opgave 14 Tweede Ronde 1995 We beschouwen de rijtjes (a 1, a 2,..., a 13 ) van dertien gehele getallen die in oplopende volgorde staan, dus a 1 a 2... a 13. Zo n rijtje heet tam indien voor iedere i met 1 i 13 geldt: als je a i uit het rijtje weglaat kun je de resterende twaalf getallen verdelen in twee groepjes zodanig dat de som van de getallen in beide groepjes hetzelfde is. (a) Bewijs dat ieder tam rijtje geheel uit even of geheel uit oneven getallen bestaat. 7

Een tam rijtje heet turbo-tam als je de resterende twaalf getallen telkens kunt verdelen in twee groepjes van ieder zes getallen met dezelfde som. (b) Bewijs dat in ieder turbo-tam rijtje alle getallen gelijk zijn. 3 Ladenprincipe Als je 7 knikkers in 6 laatjes doet, dan weet je zeker dat er ten minste 1 laatje is met ten minste 2 knikkers erin. We kunnen dat bewijzen uit het ongerijmde: zou namelijk elk laatje ten hoogste maar 1 knikker bevatten, dan zouden er in totaal maar ten hoogste 6 knikkers in gezeten hebben; tegenspraak. Dit principe blijkt soms heel handig van pas te komen. We noemen het het ladenprincipe. Om het goed te kunnen toepassen, moet je meestal even goed bedenken wat de knikkers en wat de laatjes zijn én op grond van welke regel je elke knikker in een bepaald laatje doet; dan heeft het feit dat er twee knikkers bij elkaar in één laatje terecht komen als het goed is precies het gewenste resultaat. We bekijken twee voorbeelden. Voorbeeld 5 Iemand heeft zes verschillende willekeurige getallen tussen de 1 en de 10 opgeschreven (waarbij 1 en 10 ook mogen). Bewijs dat hij twee buurgetallen heeft opgeschreven. (Buurgetallen zijn getallen die 1 verschillen.) Oplossing We maken laden met de labels (stickers) {2k 1, 2k} (k = 1,..., 5), oftewel {1, 2} {3, 4} {5, 6} {7, 8} {9, 10} en daarover gaan we zometeen de opgeschreven getallen verdelen (die dus de rol van knikkers hebben). Alle laden zijn in eerste instantie nog leeg. Stop nu elk opgeschreven getal in de lade volgens de aangegeven labels. Als bijvoorbeeld het getal 4 was opgeschreven, dan komt dat in het laatje {3, 4} omdat daar het label 4 op staat. Aangezien er maar vijf laden zijn en we daar zes getallen (knikkers) over verdelen, moet er wegens het ladenprincipe na afloop ten minste één lade zijn met meer dan één getal. Dat moeten dan wel twee getallen zijn van de vorm 2k 1 en 2k en dat zijn duidelijk buurgetallen. Voorbeeld 6 In een zaal zit een groep van 20 mensen. Elke persoon in de groep moet op een briefje drie verschillende positieve gehele getallen schrijven, kleiner dan 10. Vervolgens moet iedereen de som van het drietal getallen bepalen. Bewijs dat er minstens twee mensen in deze groep zijn die precies dezelfde som als resultaat hebben. 8

Oplossing De laagst mogelijke som is 1 + 2 + 3 = 6; de hoogste mogelijke 7 + 8 + 9 = 24. De mogelijke uitkomsten voor de som zijn dus 6, 7, 8,..., 23, 24 en als we goed tellen zien we dat dat 24 6 + 1 = 19 verschillende waarden zijn. Neem dit nu als laatjes. We zien de mensen nu als de knikkers en stoppen ze in een bepaald laatje afhankelijk van de som van hun getallen. Omdat we nu 20 mensen (knikkers) verdelen over 19 laatjes, moet wegens het ladenprincipe minstens één laatje dubbel bezet zijn. Oftewel: er moet minstens één waarde meer dan eens voorkomen. Opgave 15 Amersfoort heeft 139.054 inwoners (2 mei 2008). Ieder mens heeft hooguit 100.000 haren op het hoofd. Bewijs dat er in Amersfoort zeker twee mensen zijn met hetzelfde aantal haren op hun hoofd. Opgave 16 Bewijs dat in 2008 in een groepje van 15 mensen er altijd twee jongens of twee meisjes op dezelfde dag van de week jarig zijn (bijv. twee jongens op dinsdag of twee meisjes op zaterdag). Opgave 17 Hoeveel torens kunnen er ten hoogste op een schaakbord staan zodanig dat geen enkele toren een andere toren kan slaan? Opgave 18 Laat 51 verschillende getallen gegeven zijn tussen de 1 en de 100 (waarbij 1 en 100 ook mogen). (a) Bewijs dat er een tweetal is met som 101. (b) Bewijs dat er een tweetal is met verschil 50. Opgave 19 Tweede Ronde 1977 Uit elk zevental positieve gehele getallen kan men een aantal (minstens één) kiezen waarvan de som een zevenvoud is. Bewijs dit. 9

Opgave 20 Tweede Ronde 2001 Als je uit de gehele getallen 1 t/m 6003 een deelverzameling pakt van 4002 getallen, dan is er binnen die deelverzameling altijd weer een deelverzameling van 2001 getallen te vinden met de volgende eigenschap: als je de 2001 getallen ordent van klein naar groot, dan zijn de getallen afwisselend even en oneven (of oneven en even). Bewijs dit. 10