6, een industriële revolutie. Samenvatting door een scholier 1421 woorden 21 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

Vergelijkbare documenten
GESCHIEDENIS: KATOEN EN SAMENLEVING MET DE LOEP OP LANCASHIRE.

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, 4, 5 en 6 (Lancashire)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Tijd van burgers en stoommachines De Industriële Revolutie

heel veel was er nodig.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Katoen en Samenleving (Met de loep op Lancashire)

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Een trage revolutie

Tijdvak van burgers en stoommachines ( ) / 19 e eeuw

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Samenvatting Geschiedenis Met de loep op Lancashire (Examen 2004)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

6,1. Begrippenlijst door een scholier 2487 woorden 2 februari keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving

Samenvatting Geschiedenis H3

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.2 Hofstelsel en horigen. ( )

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Katoen en samenleving met de loep op Lancashire

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3, 4, 8 en 9

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Het ontstaan van de Industriële Revolutie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Samenvatting Geschiedenis Module 1: Industriele revolutie

Week 8. Economie in de 18e eeuw Cursus vroegmoderne tijd

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Examenstof katoen en samenleving

Leergebied: Zuid Nederland. Constructies. De mens draagt al meer dan 5000 jaar iets om zijn lichaam. Zo blijft het lichaam warm!

Andere boeken in deze serie:

Samenvatting Geschiedenis Industriele revolutie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Agrarisch stedelijke samenleving

Samenvatting Geschiedenis De boer is troef

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni uur

Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 6

Marx, Engels en de Industriële Revolutie

Content onderzoek verslag Nederlands kinderarbeid in de 19e eeuw

Industriële Revolutie

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

6.8. Samenvatting door een scholier 3634 woorden 30 januari keer beoordeeld. Geschiedenis

Project lj1 Adaptability

Aantekening Geschiedenis Industrialisering

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

STOOM, MACHINES EN ARBEIDERS

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

7, De agrarisch stedelijke samenleving. Samenvatting door een scholier 3747 woorden 4 maart keer beoordeeld.

Lancashire Hoofdstuk 1, Paragraaf 1: Een industriële revolutie

Thema s/onderwerpen centraal examen geschiedenis. vwo/havo 2004 (oude en nieuwe stijl)

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland?

7,4. Begrippenlijst door een scholier 1768 woorden 22 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. De Studiegids Met de loep op Lancashire

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Werkstuk Geschiedenis De stoommachine

Eindexamen geschiedenis havo 2004-II

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Naam:.. Fotokopie begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Werkblad Mijn huis staat in...

-5 $ -5 $ +5 $ -5 $ Loonsverhoging: De werknemers in jouw fabriek zijn blij omdat ze loonsverhoging krijgen.

Simulatiespel AFOSU Evolutie van de vestigingsfactoren voor de basisijzerindustrie

Werkstuk Maatschappijleer Kinderarbeid

1 Een industriële revolutie

Werkstuk Geschiedenis Het verschil tussen het gezin en de samenleving, in de industriele revolutie en nu

Werkbundel Onder stoom antwoorden voor de leerkracht

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8 havo 4

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

Simulatiespel AFOSU Evolutie van de vestigingsfactoren voor de basisijzerindustrie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa.

Examen HAVO. geschiedenis

Industrialisatie bevorderd door de groei van de bevolking en door technologische ontwikkelingen

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

Samenvatting Geschiedenis Weten en kennen: Een trage revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1421 woorden 21 maart 2004 6,1 22 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting Met de loep op Lancashire, Havo Katoen en samenleving 1750 1850 H1 Het ontstaan van de industriële revolutie 1.1 een industriële revolutie De Agrarische samenleving In de agrarische samenleving veranderde niet veel, er was nauwelijks vernieuwing. De economie stond zo goed als stil en het welvaartsniveau bleef laag. Er was wel internationale handel maar dat stelde weinig voor. De boeren produceerden bijna alleen voor eigen gebruik of de lokale markt. Industriële revolutie: alle vernieuwingen waarbij de agrarische samenleving plaatsmaakt voor een industriële samenleving en waarbij handarbeid wordt vervangen door machines De industriële veranderingen verliepen geleidelijk Verandering als norm In de tijd van de industrialisatie werden vernieuwingen en verandering normaal. Handwerk verdween en werd steeds verder gemechaniseerd en gespecialiseerd. Door de voortstuwende techniek kon het werk in deelhandelingen worden gesplitst. De landbouw verloor zijn overheersende plaats. De arbeidsverhoudingen in de industrie waren totaal anders dan in de landbouw. De moderne industriearbeiders moesten leven van hun loon. Een ander verschil was de grootschaligheid, opkomst van grote fabrieken. Ook het wonen veranderde. Voor de industrialisatie woonden de meeste mensen in dorpen, gehuchten en stadjes, die weinig met elkaar te maken hadden. Honderd jaar later was dat volledig anders. Een groot deel van de bevolking woonde toen in snel groeiende steden, die door een landelijk spoorwegen net met elkaar waren verbonden. Er ontstond een klassensamenleving met nieuwe sociale organisaties, zoals vakbonden en politieke clubs. Alles groeit Groei werd in de industriële samenleving normaal: groei van de bevolking, economie en welvaart. Na het begin van de industriële revolutie groeide de bevolking enorm. Die bevolkingsgroei joeg de economie aan. Daardoor groeide de vraag naar voedsel, kleding en woonruimte. Maar ook het aanbod groeide. Doordat de landbouwmethoden verbeterden, nam ook de voedselproductie toe. Daarmee konden meer mensen in leven worden gehouden. Ook de industrie zelf zorgde voor vraag. Er waren grondstoffen nodig https://www.scholieren.com/verslag/15569 Pagina 1 van 5

en transsport mogelijkheden. De groeiende economie kon die groeiende vraag aan. Vraag en aanbod versterkten elkaar. Wat er te weinig werd geproduceerd werd ingevoerd. De handel werd steeds belangrijker, de agrarische economie waarin het draaide om de lokale markt en het eigen verbruik, maakte plaats voor een markteconomie. Markteconomie: economie waarin de productie voornamelijk is bestemd voor verkoop op de markt en waarin de productiemiddelen privé bezit zijn. De markteconomie staat tegenover de zelfvoorzienende economie, waarin voornamelijk wordt geproduceerd voor eigen gebruik. Bij staatseconomie wordt geproduceerd voor de staat en zijn de productiemiddelen in handen van de staat. De binnenlandse handel steeg snel, ook de internationale handel groeide. Gebieden die ver uit elkaar lagen werden van elkaar afhankelijk. 1.2 De voordelen van Engeland Grootmacht op zee Engeland had nogal wat gunstige omstandigheden: grootste koloniale mogendheid en beheersing van de wereldzeeën er was veel kapitaal, rijke handelaren en edelen konden en wilden geld investeren een agrarische revolutie, vanaf de 16e eeuw het huidige systeem beschermde de kleine boeren, maar hield vernieuwingen tegen. Individuele boeren hadden weinig kans verbeteringen door te voeren. Landbouwrevolutie In Engeland was dit systeem sinds 1500 geleidelijk aan het verdwijnen. Steeds meer grond wordt omheind (enclosed). De grote gezamenlijke gronden verdwenen. Van deze enclosures profiteerden vooral de adellijke grootgrondbezitters en hun pachters, die tegen betaling over de grond mochten beschikken. Er ontstonden grotere landbouwbedrijven. Het gevolg was dat hun grond meer ging opbrengen en ze een groter deel van de opbrengst konden verkopen. De landbouw werd commercieel. Kleine boeren waren de dupe, verloren land en er was minder gemeenschappelijke grond. Weinig werk voor de boeren => grote arbeidsreserve Gunstig voor de ondernemers, overvloed aan goedkope arbeiders. De overheid dwong de enclosures af; bij conflicten kozen de rechters de kant van de grootgrondbezitters en de rijke boeren. Al met al had Engeland een gunstig ondernemers klimaat: volop goedkope arbeid, veel kapitaal voor investeringen en de staat had oog voor het belang van de ondernemers. Steenkool en ijzer In de 18e eeuw was een groot tekort aan hout ontstaan. Dat was de belangrijkste brandstof en het belangrijkste bouwmateriaal. In Engeland zat veel steenkool in de grond, als brandstof zou dat h9ut kunnen vervangen. Rond die tijd werd ook ontdekt hoe met steenkool ijzer gemaakt kon worden. IJzererts was er in overvloed, https://www.scholieren.com/verslag/15569 Pagina 2 van 5

maar werd maar weinig gebruikt. In de eerste helft van de 18e eeuw lukte het de houtskoolovens te vervangen door steenkool ovens. Daardoor werd de ijzerkwaliteit beter. Door technische ontwikkelingen konden grotere hoogovens worden gebouwd. Hierdoor steeg de ijzerproductie en de kwaliteit verbeterde. De ijzerindustrie kreeg een enorme stimulans door de uitvinding van de stoommachine (1782) Een van de belangrijkste vernieuwingen was dat de op en neergaande beweging van de pop werd omgezet in een ronddraaiende beweging. De stoommachine werd de motor van de industriële revolutie. (opkomst van de trein en stoomschip). Een van de belangrijkste industrieën die massaal op stoom overschakelde was de katoen industrie. En die ontwikkeling was sterk geconcentreerd in een regio: Lancashire 1.3 Lancashire rond 1750 Schraal heuvelland Het vervoer verliep in heel Engeland moeizaam. De rivieren waren door het snel stromend water slecht bevaarbaar. De wegen waren een groot deel van het jaar nauwelijks begaanbaar door de modder. Pas met de komst van de stoomwals, rond 1860, werden de wegen goed begaanbaar. Manchester was een centrum van de textielhandel. Liverpool een op het westen gerichte haven stad. Lancashire lag aan de rand van een van de grootste steenkoolbekkens van Europa, ook zat er ijzer in de grond. De provincie was overwegend agrarisch, er was wel wat veeteelt maar de akkerbouw overheerste. De kleine boeren produceerden alleen voor eigen gebruik en de lokale markt. Door vererving werden de landbouwbedrijfjes steeds kleiner. En door de enclosure wetten waren gemeenschappelijke gronden verdwenen. De textielnijverheid bood uitkomst. Bombazijn Engeland was vanouds een land van wol. In Lancashire wel linnen en bombazijn geproduceerd. Bombazijn werd geweven uit draden van linnen en katoen. Het was een ruwe stof, die vooral voor werkmanskleding werd gebruikt. Textiel werd vanouds geproduceerd in ateliers. Zelfstandige wevers werkten met behulp van een of meerdere inwonende leerlingen. In de 18e eeuw werd de huisnijverheid steeds belangrijker. Hierbij werkten de producenten thuis in opdracht van een koopman. Veel boeren deden dit als bijverdienste. Ze bepaalden hun eigen werktijden en hun eigen werktempo. In de huisnijverheid werkte het hele gezin mee. Voorbereidende werk : vrouwen, meisjes en jongen kinderen Spinnen: oudere meisjes en vrouwen Weven: mannen en oudere jongens Weven had de meeste aanzien, spinsters werkten in dienst van de wevers. Dat kwam doordat er meerdere spinsters nodig waren om een wever van voldoende garen te voorzien. Handelaren Steeds meer landlozen en keuterboertjes werkten het hele jaar in de textiel, thuis of in werkplaatsen. Putting out systeem: kooplieden leverden de grondstoffen of halffabrikaten aan de thuiswerkers. De https://www.scholieren.com/verslag/15569 Pagina 3 van 5

macht lag bij de kooplieden. De kooplieden waren afhankelijk van Londense zakenpartners. Londen was de aanvoerhaven voor ruwe katoen, die voornamelijk afkomstig was uit de Levant. Vanuit Londen werden de geweven stoffen ook op de nationale en internationale markt gebracht. Persoonlijke vertrouwensrelaties waren in dit systeem belangrijk. De handelaren hadden vaak familiebanden met elkaar, en ook tussenpersonen en producenten waren vaak door familie relaties onderling verbonden. Dit gaf extra zekerheid. 1.4 Klaar voor de start Het aanbod groeit Lancashire had voor de katoennijverheid een aantal voordelen. Er was een uiterst vochtig klimaat. In de tweede plaats had Lancashire een rijke textielindustrie. De nodige kennis en vaardigheden waren al voor de komst van de katoen aanwezig. Vooral specialisatie in linnen had voordelen gehad. Lancashire had niet te maken met beperkende regels die in andere delen van Engeland wel golden, er waren nauwelijks gildenregels. Geen las van de Calico Act. Die wet (uit 1721) verbood de verkoop en het dragen van katoenen stoffen. Dit moest de wolfabrikanten beschermen. Maar dit verbod gold niet voor bombazijn, omdat die stof toen nog nauwelijks werd gedragen. De Calico Act bevorderde de bombazijn productie juist. Na 1721 werd de Britse katoen beter en goedkoper. Productie technieken werden verbeterd, de prijs van ruwe katoen daalde en de aanvoer nam toe. De vraag groeit De vraag naar katoenen en halfkatoenen stoffen nam toe. Dat kwam doordat Engelse stoffen steeds beter en gevarieerder werden. Het werd een goedkoop alternatief voor traditionele stoffen en kon in veel meer variaties worden toegepast. Kon makkelijk worden gekleurd en bedrukt. Ventileerde goed en kon goed worden gewassen en gestreken. Dat was een groot verschil met traditionele stoffen zoals wol. De vraag groeide ook door de bevolkingsgroei. In de 19e eeuw werd een steeds groter deel op de wereldmarkt afgezet. Engeland beheerste de handelsroutes. Arbeiders en machines De bevolkingsgroei werkte ook op een ander manier door => zorgde voor een groot leger aan goedkope arbeidskrachten. Ondernemers konden de productie makkelijk uitbreiden, zonder hoge investeringen in fabrieksgebouwen en machines. Het risico lag bij de arbeiders en de winst kwam bij de ondernemers terecht. Als gevolg dat het kapitaal voor investeringen snel groeide. De katoen industrie profiteerde van de vele uitvindingen die werden gedaan. De belangrijkste uitvinding was de stoommachine van Watt. https://www.scholieren.com/verslag/15569 Pagina 4 van 5

Na 1780 maakte de huisindustrie geleidelijk plaats voor fabrieksmatige productie. https://www.scholieren.com/verslag/15569 Pagina 5 van 5