wiskunde B vwo 2017-I

Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VWO 2017

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2017-I

wiskunde B pilot vwo 2017-I

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Vraag Antwoord Scores ( ) ( ) Voor de waterhoogte h geldt: ( 2h+ 3h 2h

Vraag Antwoord Scores. 1 (dus de oppervlakte. van V en de oppervlakte van driehoek OAB zijn gelijk ) 1

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

wiskunde B havo 2017-II

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

wiskunde B pilot vwo 2016-II

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo I

wiskunde B pilot havo 2015-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2017-II

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VWO 2017

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Eindexamen wiskunde B vwo II

Vraag Antwoord Scores

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

wiskunde B havo 2015-I

2012 I Onafhankelijk van a

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Vraag Antwoord Scores ,5

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

wiskunde B havo 2019-I

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B Profi (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 1

Eindexamen wiskunde B vwo I

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Correctievoorschrift VWO 2012

wiskunde B bezem vwo 2018-II

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

wiskunde B vwo 2016-I

Vraag Antwoord Scores

Antwoordmodel VWO wb I. Boottocht. Maximumscore 5. een correcte tekening van het punt. Maximumscore 6. dus MFS = 90 een correcte tekening

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo I

Correctievoorschrift VWO 2013

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

wiskunde B vwo 2015-II

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2001-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen havo wiskunde B 2013-I

Beoordelingsmodel wiskunde B HAVO 2014-I

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores. (en dit is gelijk aan fa. is een primitieve functie van f a ) 1

Eindexamen wiskunde B vwo I

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

Eerste en derdegraadsfunctie

Vraag Antwoord Scores ( ) ( ) Voor de waterhoogte h geldt: ( 2h+ 3h 2h

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Correctievoorschrift VWO

Eindexamen wiskunde B havo I

Antwoordmodel - Vlakke figuren

wiskunde B pilot vwo 2017-II

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

Eerste- en derdegraadsfunctie

wiskunde B bezem vwo 2018-I

Correctievoorschrift VWO 2017

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-II

Correctievoorschrift HAVO 2019

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo I

De vergelijking van Antoine

wiskunde B pilot havo 2015-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

BETALES. Wiskunde B. Examenoefeningen VWO. A. Smit BSc 3/14/2017

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

Correctievoorschrift HAVO 2014

Transcriptie:

Rakende grafieken? maximumscore 5 Er moet gelden f( x) = gx ( ) en f'x ( ) = g'x ( ) f' ( x ) = en g' ( x) = x x e Uit f'x ( ) = g'x ( ) volgt x = e ( x = e voldoet niet) f ( e ) = en ( e ) ( f ( e) = g( e) en f ' ( e) g' ( e) g = =, dus) de grafieken van f en g raken elkaar Elektrische spanning maximumscore 5 De vergelijking 5sin( t) = moet worden opgelost Beschrijven hoe deze vergelijking kan worden opgelost Twee tijdstippen binnen één periode zijn bijvoorbeeld,5 en,75 Dit geeft,75,5 % = 5%, (Vanwege symmetrie is het gevraagde percentage dus 5% =) 5% ( nauwkeuriger) De vergelijkingen = 5sin( t) en = 5sin( t) moeten worden opgelost Beschrijven hoe deze vergelijkingen kunnen worden opgelost Vier tijdstippen binnen één periode zijn bijvoorbeeld,5 ;,75 ;,5 en,75 Dit geeft,75,5 % = 5% en,,75,5 % = 5%, Het gevraagde percentage is dus 5% ( nauwkeuriger)

maximumscore, ( ) De vergelijking = ( ), U 5sin t dt moet worden eff opgelost Beschrijven hoe deze vergelijking kan worden opgelost Het antwoord: 9,8 (volt) 4 maximumscore 5 U' ( t) = 5( cos kracht ( t) cos( t )) U' t = geeft t = t + k (met k geheel) (welke ( ) kracht geen oplossingen heeft) ( ) = 75 t = t + k (met k geheel) t = ( een andere waarde van t waarvoor U kracht maximaal is) ( t ) Een toelichting waaruit blijkt dat t = de maximale waarde van U geeft, bijvoorbeeld met een grafiek kracht De maximale waarde van U kracht is 5 (volt) sin( t ) sin( t ) = t (t ) t + (t ) sin cos sin cos t Dit is gelijkwaardig met ( ) ( ) De bijbehorende grafiek is een sinusoïde met amplitude De maximale waarde van U kracht is 5 (volt)

Bissectrice en cirkel 5 maximumscore CAD = CBA ; hoek tussen koorde en raaklijn CBA = CAB ; gelijkbenige driehoek Dus CAD = CAB (dus AC is bissectrice van hoek BAD) 6 maximumscore 4 CAD = CFD ; constante hoek EFG = 8 CFG ; gestrekte hoek CAD = EAG (vorige vraag), dus EAG = CFD = CFG EAG + EFG = 8, dus AEFG is een koordenvierhoek (; koordenvierhoek) (en dus ligt G op de cirkel door A, E en F) ACF = ADF, dus ACE = ADF ; constante hoek AGF = ADG + GAD = ADF + CAD ; buitenhoek driehoek CAE = CAD (vorige vraag) zodat AEF = AEC = 8 ACE CAE = 8 ACE CAD ; hoekensom driehoek AGF + AEF = 8, dus AEFG is een koordenvierhoek (; koordenvierhoek) (en dus ligt G op de cirkel door A, E en F) ACF = ADF, dus ACE = ADG ; constante hoek CAD = CAE, dus GAD = CAE (vorige vraag) AGD AEC ; hh, dus AGD = AEC AGF = 8 AGD ; gestrekte hoek, dus AGF + AEF = 8 AGD + AEC = 8 AGD + AGD = 8, dus AEFG is een koordenvierhoek (; koordenvierhoek) (en dus ligt G op de cirkel door A, E en F)

Twee sinusoïden 7 maximumscore 7 Voor de lengte L van het lijnstuk geldt L( p) = f( p) g( p) ( ( p ) = sin sin( p )) 4 L' ( p) cos( p ) cos( p ) = L' ( p ) = geeft p = p + k (met k geheel) p = ( p )+ k (met k geheel) Dit geeft p = k (met k geheel) p = 4+ k (met k geheel) 9 Het antwoord: p = 4 (en de andere oplossingen voldoen niet) 9 Voor de gevraagde waarde van p geldt f '( p) = g' ( p) f' ( p) = cos( p ) g' p p ( ) = cos( ) f '( p) = g' ( p) geeft p = p + k (met k geheel) p = ( p )+ k (met k geheel) Dit geeft p = k (met k geheel) p = 4+ k (met k geheel) 9 Het antwoord: p = 4 (en de andere oplossingen voldoen niet) 9 4

Voor de lengte L van het lijnstuk geldt L( p) = f( p) g( p) ( sin ( p ) sin( p ) 4 L p p ( ) p ( ) ( ) ( ) = ) ( ) ( ) ( ) = sin( ) cos cos( ) sin 4 sin( p)cos cos( p)sin = sin( p) cos( p) + 4 4 4 sin( p) cos( p) L' ( p) cos( p) sin( p) cos( p) sin( p) (cos( p) cos( p)) + (sin( p) sin( p)) =, dus ( sin( p) sin ( p )) ( sin( p ) cos( p )) sin ( p) sin( p ) + sin( p ) cos( p ) =, dus sin ( ) sin ( p ) + cos( p ) = ; uit sin ( p ) = volgt p k + = + + + = p = = (met k geheel) sin p cos p tan p =, dus Uit ( ) + ( ) = volgt ( ) k 9 p = + (met k geheel) Het antwoord: p = 4 (en de andere oplossingen voldoen niet) 9 Opmerkingen Als de kandidaat niet expliciet met p heeft gewerkt (maar bijvoorbeeld met x), hiervoor geen scorepunten in mindering brengen. Als bij het eerste het tweede antwoordalternatief alleen p = p + k wordt opgelost, met als conclusie geen oplossingen, voor deze vraag maximaal 4 scorepunten toekennen. sin p = wordt Als bij het derde antwoordalternatief alleen ( ) opgelost, met als conclusie geen oplossingen, voor deze vraag maximaal 4 scorepunten toekennen. 5

Sinus en parabool 8 maximumscore 5 sin( x) sin ( x) = Beschrijven hoe deze vergelijking op exacte wijze kan worden opgelost sin( x ) = ( sin( x ) = hoort bij P) De x-coördinaten van de twee andere punten zijn x = en x = 5 6 6 Het antwoord: 9 maximumscore 5 De oppervlakte is f ( x )dx Uit cos( x) = sin ( x) volgt sin ( x) = cos( x), dus f( x) = sin( x) + cos( x) De oppervlakte is (sin( x) + cos( x) ) dx Een primitieve van sin( x) + cos( x) is cos( x) + sin( x) x De oppervlakte is 6 6

maximumscore 6 f ( x) = cos( x) 4sin( x)cos( x) g ( x) = ax + b g () = f () geeft b = g( ) = en b = geeft a + = Hieruit volgt a = ( een gelijkwaardige uitdrukking) f ( x) = cos( x) 4sin( x)cos( x) g ( x) = ax + b g () = f () geeft b = g ( ) = f ( ) en b = geeft a+ = ( g ( ) = geeft a+ = ) Hieruit volgt a = ( een gelijkwaardige uitdrukking) f ( x) = cos( x) 4sin( x)cos( x) g ( x) = ax + b g( ) = geeft b= a g ( ) = f ( ) en b= a geeft a= Hieruit volgt a = ( een gelijkwaardige uitdrukking) en b = f ( x) = cos( x) 4sin( x)cos( x) g( ) = geeft g( x) = ax( x ) = ax a x, dus b= a ( x b top = a geeft b= a) g ( x) = ax a g () = f () geeft a= Hieruit volgt a = ( een gelijkwaardige uitdrukking) en b = Opmerkingen Omdat gegeven is dat er waarden van a en b bestaan waarvoor aan de drie voorwaarden is voldaan, hoeft na berekening van deze waarden uit twee van de drie voorwaarden de derde voorwaarde niet gecontroleerd te worden. Als een kandidaat bij het differentiëren de kettingregel niet niet correct heeft toegepast, voor deze vraag maximaal 4 scorepunten toekennen. 7

Brandwerendheid van een deur maximumscore 5 ln ( t) + 6ln( t) 9 ln( t) 6 T' nat( t) = 5 e + t t T' nat () geeft ln( t) 6 + = t t Dit geeft ln( t ) = De maximale temperatuur is + 5 e = 7 (ºC) (ln( t) ) De herleiding tot + 5 e Dit is maximaal als (ln( t) ) maximaal is Dat is het geval als ln( t ) = De maximale temperatuur is + 5 e = 7 (ºC) T nat is maximaal als ln ( t) + 6ln( t) 9 maximaal is d ( ln( t) 6 ln ( t) + 6ln( t) 9) = + dt t t ln( t) 6 + = geeft ln( t ) = t t De maximale temperatuur is + 5 e = 7 (ºC) Opmerking Als in het eerste antwoordalternatief voor T' nat () t de uitdrukking ln ( t) + 6ln( t) 9 6 5 e ln( t) + wordt gegeven, dan één van de twee t scorepunten voor de afgeleide functie toekennen. maximumscore 4 De vergelijking + 45 log(8t + ) = moet worden opgelost 8 log(8 ) 45 t + = (,86) 8 8t + = 45 ( 6,48) Het antwoord: t,685 (minuten) 8

maximumscore 7 De oppervlakte van het grijze vlakdeel in figuur is,69 ( + t+ ) 45 log(8 ) dt Deze oppervlakte is (ongeveer) 99 Beschrijven hoe de vergelijking Tnat ( t ) = kan worden opgelost Dit geeft t 6,6 ( nauwkeuriger) De oppervlakte bij de natuurlijke brand is ln ( t) + 6ln( t) 9 ( + 5 e )dt 6,6 Deze oppervlakte is (ongeveer) 4 4 (4 4 > 99, dus) de deur houdt tijdens de natuurlijke brand niet minstens minuten stand De oppervlakte van het grijze vlakdeel in figuur is,69 ( + t+ ) 45 log(8 ) dt Deze oppervlakte is (ongeveer) 99 Beschrijven hoe de vergelijking Tnat ( t ) = kan worden opgelost Dit geeft t 6,6 ( nauwkeuriger) Beschrijven hoe de vergelijking x ln ( t) + 6ln( t) 9 ( + 5 e )dt = 99 kan worden opgelost 6,6 Dit geeft x 6 ( 6 <, dus) de deur houdt tijdens de natuurlijke brand niet minstens minuten stand Opmerkingen In plaats van de ondergrens,69 van de eerste integraal mag ook de nauwkeuriger waarde gebruikt worden die in de vorige vraag is berekend. Als in één beide integralen de term is vergeten, voor deze vraag maximaal 6 scorepunten toekennen. 9

Parallellogram met verlengde diagonaal 4 maximumscore 5 AC deelt BD middendoor; parallellogram Noem het snijpunt van AC en BD punt S, dan is lijn ES een zwaartelijn van driehoek DBE (; zwaartelijn driehoek) BD deelt AC middendoor (dus CS = CA = CE) C ligt op zwaartelijn ES met EC : CS = : C is dus het snijpunt van de zwaartelijnen van driehoek DBE (want er is maar één punt Z op ES met EZ : CZ = : ) (; zwaartelijnen driehoek) AC deelt DB middendoor; parallellogram C ligt op zwaartelijn EA van driehoek DBE (; zwaartelijn driehoek) Noem het snijpunt van BC en DE punt T, dan geldt ADE = CTE ; parallellogram, F-hoeken en DEA = TEC, dus ADE CTE ; hh C is het midden van AE, dus T is het midden van DE en dus ligt C op zwaartelijn BT van driehoek DBE (; zwaartelijn driehoek) C is dus het snijpunt van de zwaartelijnen van driehoek DBE (; zwaartelijnen driehoek) Noem het snijpunt van CD en BE punt P Dan geldt ABE = CPE en BAE = PCE ; parallellogram, F- hoeken, dus ABE CPE ; hh C is het midden van AE, dus P is het midden van BE en dus ligt C op zwaartelijn DP van driehoek DBE (; zwaartelijn driehoek) Uit eenzelfde redenering met het punt Q, het snijpunt van BC en DE, volgt dat C op zwaartelijn BQ van driehoek DBE ligt C is dus het snijpunt van de zwaartelijnen van driehoek DBE (; zwaartelijnen driehoek)