Studiegids. Voorjaar 2008



Vergelijkbare documenten
Business School Nederland Studiegids

BSN Nederland. Studiegids Najaar MBA-programma fase 2 en 3. BSN Nederland de Action Learning business school

Opleidingsgids Voorjaar 2009

Opleidingsgids Najaar 2008

Opleidingsgids. Voorjaar 2010

Business School Nederland. Fast track MBA 2011

je en jij interactief mobiel uit vertrouwelijk aantekeningen Business School Nederland Marsroute Fast track MBA 2011 Centrale ligging

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Samenvatting werkwijze Het platform Persoonlijke informatie Werkvolgorde en LA s maken...

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR'

Examinering NEVI PLP leergang 2013/2014 (onder voorbehoud van wijzigingen)

Kwaliteitscriteria en Diepgang

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

1. Inleiding. 2. Aanvang

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. Algemene voorwaarden: deze algemene voorwaarden.

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

BEOORDELINGSFORMULIER

BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken

Studiegids training Teamleider productie

INtheMC. Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: Aanvinken v=voldoende a = aanpassen 2=2e gelegenheid

Basisinformatie Opleiding

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Inhoud. Introductie tot de cursus

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Agile Consortium International Agile Master Assessment

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Programma Groepsontwikkeling Werkwijze programma Groepsontwikkeling. Inhoudsopgave

Begeleidershandleiding Voedingscentrum Meer dan lekker in de super

Reglement bachelorwerkstuk

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

Lange cursus beschrijving van de cursus: ITIL basics

Management & Organisatie

Dialoog tussen mens en paard

Algemene voorwaarden opleidingen Plein C

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management

PRAKTISCH INZICHT IN SALES

Studiegids training Productiemanager

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

stimuleert ondernemerschap BRochure albert

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Aanvullende informatie

ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016

Algemene Informatie Profielwerkstuk Landsexamen Aruba Mavo/Havo/Vwo

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Certificering voor trainers. Algemene informatie over het certificeringstraject... 2 Gang van zaken tijdens het certificeringstraject...

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Het examen bij de opleiding Van deskundige naar trainer

Het Certificeringsproces van Xplor Nederland

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Workshop: De (operationeel) medewerker als Ambassadeur - Werken voor en bij je klant -

LEIDERS VAN MORGEN MD NETWERK VOOR HR EN MD PROFESSIONALS

Artikel 1 Toepassingsbereik

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting

Succesvol implementeren

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Utrecht Business School

DNHS Kwaliteitshandboek

Masterexamen Nederlands

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

KLACHTENROUTE VOOR STUDENTEN VAN ROC LEIDEN

Onderwijs- en examenreglement ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

In- en externe klachtenregeling Peuter & Co. vastgesteld op

Utrecht Business School

Marketing NIMA-B. studiejaar Media, Informatie en Communicatie. Modulehandleiding. Specialisatie Mediaondernemerschap

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

1. De methodiek Management Drives

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

Utrecht Business School

Gebruikershandleiding Cicero Trainingen

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Premaster Managementwetenschappen

Het examen bij de vakopleiding train de trainer

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

Passie voor continu verbeteren!

Transcriptie:

Studiegids Voorjaar 2008

Studiegids Voorjaar 2008 MBA-programma fase 2 en 3

Copyright, voorjaar 2008 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van. Uitgezonderd hiervan zijn kopieën/prints e.d. ten behoeve van de studie bij voor eigen gebruik van de deelnemer/student.

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Inhoud Hoofdstuk 1 5 1.1 Action Learning MBA 5 1.2 De docenten 8 1.3 De set adviser 8 1.4 Nationaal en Internationaal erkende MBA-graad 8 Hoofdstuk 2 Studiestructuur en ondersteunende middelen 9 2.1 Core courses 9 2.2 Specialisatiemogelijkheden 10 2.2.1 Masterclass / Major 10 2.2.2 MBA Sales en MBA Insurance 10 2.3 Fase 3 12 2.4 Ondersteunende middelen 12 2.4.1 Databanken 12 2.4.2 Bibliotheek 13 2.4.3 Q-projects 13 Hoofdstuk 3 Procedures en regels 15 3.1 Afwezigheid 15 3.2 Evaluatie van de bijeenkomsten 15 3.3 Niet op tijd inleveren van opdrachten 16 3.4 Overschrijden normale studieduur 16 3.5 Bezwaar tegen beoordelingen 16 3.6 Inzage ALP en en dissertations 17 3.7 Fraude 17 3.8 Klachtenprocedure 17 3.9 Geschillencommissie 18 Hoofdstuk 4 Bijeenkomsten 19 4.1 Locatie 19 4.2 Programmaopzet 19 4.2.1 Voorbereiding 19

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 4.2.2 Action Learning Projecten 20 4.2.3 Oriëntatie op fase 3 21 4.2.4 Intervisie 22 4.2.5 Viva Voce 22 Hoofdstuk 5 Opdrachten 23 5.1 Opdrachten in fase 2 23 5.1.1 Organisatieverslag (OV) 24 5.1.2 Action Learning Project (ALP) 24 5.1.3 VAL opdrachten 27 5.1.4 International Management 28 5.1.5 Leerarrangement Persoonlijk Effectiviteits Paper (LA-PEP) 29 5.2 Opdrachten in fase 3 30 5.2.1 Organisatieanalyse (OA) 31 5.2.2 De Dissertation 33 5.2.2.1 Literatuur Onderzoek (LO) 34 5.2.2.2 Masters Project (MP) 35 5.2.2.3 Project Monograph (PM) 36 5.2.2.4 Dissertation Abstract 36 5.2.3 Evaluatie van Management Leerervaringen (EML) 37 5.2.4 Begeleiding gedurende de dissertation fase 38 5.3 Aanbieden van de dissertation 40 Hoofdstuk 6 Waardering en examen 43 6.1 Beoordelaars 43 6.2 Beoordelingsschema 44 6.3 Gradingsysteem 45 6.4 Viva Voce 46 6.5 Afronden MBA-programma 47 Bijlagen I Databanken op Internet 49 II Format subsetvragen Executive MBA 51 III Format ALP-voorstel (max. 3 A4-tjes) 53 IV BSN-beoordelingsaspecten en de relatie met de leercyclus 57 V lnterne beoordeling dissertation 59 VI MBA Dissertation Abstract 61 VII Overeenkomst inzage Dissertation en Project Monograph 63 VIII Relevantie van de dissertation voor de organisatie 65 IX Format Dissertation proposal 67

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Hoofdstuk 1 is dé Action Learning MBA van Nederland. Dit houdt in dat op diverse leerniveaus Action Learning een rol speelt; bij studenten onderling, op het gebied van de begeleiding (de docenten en de set advisers), maar ook op het niveau van de leerstof en de toetsing daarvan. 1.1 Action Learning MBA hanteert de methodiek van Action Learning, ontwikkeld door Reg Revans. Revans, in de jaren zestig de eerste hoogleraar bedrijfskunde in Engeland, heeft met managers gewerkt in Europa, Amerika, Afrika en India. Bovendien was hij President Emeritus van IMCA, de Britse partner van BSN. Na zijn overlijden in januari 2003, heeft onder andere Michael J. Marquardt zijn werkzaamheden overgenomen. De methodiek van Action Learning is het uitgangspunt van de MBAprogramma s van. Action Learning is erop gericht dat deelnemende managers verbeteringen initiëren en doorvoeren binnen hun eigen organisatie. Zo komt het rendement van de studie voor zowel manager als organisatie al tijdens het studieprogramma duidelijk naar voren. Naast het verkrijgen van meer theoretische kennis wordt de nadruk gelegd op het vergroten van ervaringskennis. Kenmerken van Action Learning zijn: nadruk op het uitwisselen van kennis en ervaring; ontwikkelingsbehoefte van de deelnemer wordt gehanteerd als uitgangspunt; directe toepassing van theorie in de praktijk. Studenten bij BSN leren door de theorie direct in de praktijk toe te passen. Dit komt met name tot uiting in de opdrachten die moeten worden uitgevoerd en geïmplementeerd binnen de eigen organisatie. Op deze manier wordt de student uitgedaagd om het geleerde direct in de praktijk te toetsen. In kleine groepen, subsets genoemd, werken studenten samen aan de voorbereiding van de lessen en het uitwerken van de opdrachten en delen ervaringen. De subset is een belangrijk element bij Action Learning en staat daarom centraal tijdens de opleiding.

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Actuele vraagstukken De studenten lossen op zeven managementvelden actuele vraagstukken binnen de eigen organisatie op. Op grond van de rapportage over de probleemanalyse, het zoeken en kiezen van de oplossing en het implementatieplan wordt het geleerde getoetst. Voor een optimaal resultaat is actieve deelname aan subset- en setbijeenkomsten, waarin wederzijds gebruik gemaakt kan worden van de ervaringsdeskundigheid van de verschillende studenten, een belangrijke voorwaarde. Vertrouwelijkheid Gezamenlijk zorgen de studenten in een Action Learning programma ervoor dat díe kennis en vaardigheden verkregen worden, die voor ieders ontwikkeling als manager nodig zijn. Dit betekent met name een (pro-) actieve opstelling naar docent, set adviser en medestudenten. Het spreekt voor zich dat de informatie die tijdens het hele studieprogramma wordt uitgewisseld vertrouwelijk is en als zodanig moet worden behandeld. Studieprogramma De Action Learning MBA van is onderverdeeld in drie fasen. Voor de deelnemers die nog niet beschikken over voldoende werken studie-ervaring is fase 1, het Hoger Management Programma (HMP), een voorbereidend studieprogramma. Fase 2 is de kern van het studieprogramma. Deze bestaat uit 7 managementwerkvelden, onderverdeeld in 7 core courses: Operations Management (OM); Human Resource Management (HRM); Marketing Management (MM); Financieel Management (FM); Strategisch Management (SM); Informatie Management (IM); International Management (IN). Elke core course sluit je af met een opdracht. Voor de meeste vakken is dat een Action Learning Project (ALP), maar dat kan ook een Leerarrangement (LA) zijn. In hoofdstuk 5 geven we aan welke opdracht van toepassing is voor elk vak. Door middel van deze opdrachten (en dit geldt ook voor de dissertation in de derde fase) wordt je getraind om problemen die binnen je organisatie spelen effectief op te lossen. Mocht je je nog meer willen verdiepen in een of meerdere vakken, dan kan je een major volgen (zie Hoofdstuk 5 Opdrachten, 5.1.5). Op dit moment worden de volgende majors aangeboden: Sales en Accountmanagement, Financiële dienstverlening, Leiderschap, Veranderkunde en Zorg. De afdeling programmavoorlichting (info@bsn.eu) geeft hier graag meer informatie over.

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Fase 3 staat vooral in het teken van het afstudeerproject (de dissertation). Dit is een veelomvattend traject dat bestaat uit een literatuuronderzoek en een praktijkdeel, het Masters Project. Je werkt aan een gecompliceerde situatie die direct in verband staat met en van belang is voor je organisatie of jouw werksituatie. Door middel van de opdracht lever je een substantiële bijdrage aan het verbeteren van de resultaten in de organisatie. Uiteraard moet de organisatie de betrokkenheid van de student bij fundamentele kwesties wel toestaan en er moet draagvlak zijn voor het afstudeerproject. Centraal staan vraagstukken die van strategisch belang zijn voor de organisatie op de middellange termijn. De organisatie wordt binnen deze relatie meestal vertegenwoordigd door een senior manager die het grootste belang heeft bij het action -aspect van de dissertation. De mondelinge verdediging van de dissertation vindt plaats tijdens de Viva Voce. Als je deze met goed gevolg doorstaat, ontvang je de titel Master of Business Administration. Gehuld in toga en getooid met de hat mag je tijdens de jaarlijkse Graduation Ceremony je bul in ontvangst nemen. Leren door reflecteren Voortdurende reflectie op de eigen ontwikkeling c.q. het leerproces neemt binnen de Action Learning methodiek een belangrijke plaats in. Daarom houd je een logboek bij van je leerervaringen. Kernvragen zijn: wat wil ik leren en leer ik wat ik zou willen leren? En als dit laatste niet of onvoldoende het geval is, welke vragen moet ik dan stellen om dit wel te realiseren?. De informatie uit het logboek vormt de basis voor een van de laatste opdrachten, de Evaluatie van Management Leerervaringen (EML). Om bewuster te worden van de manier waarop kennis en kunde verworven kan worden en inzicht te krijgen in hoe je het makkelijkst leert, wordt aan het begin van de studie specifiek aandacht besteed aan leerstijlen. Ook worden handvatten gegeven voor de ontwikkeling van de verschillende stijlen 1. Evaluaties: waarborging van kwaliteit hecht veel waarde aan de evaluaties. Om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen, houden we continu het verloop van de core courses en de ervaringen van de studenten nauwlettend in de gaten. De uitkomsten van de evaluaties leveren input voor de revisie van het studiemateriaal, de opdrachten en de wijze van toetsen. Daarnaast is de informatie van belang voor de docenten; indien noodzakelijk, sturen zij de inhoud en/of structuur van de bijeenkomsten bij. Daarbij is veel aandacht voor de interactie van de docent met de studenten. Verder houdt de set adviser de vinger aan de pols door voortdurend te peilen bij zowel de studenten als de docenten hoe de courses verlopen. Eventuele problemen worden zo snel gesignaleerd en direct aangepakt. 1 Instrument Leerstijlen, Peter Honey & Alan Mumford.

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Ook de docent vult een evaluatieformulier in. Aandachtspunten zijn dan onder andere: de participatie in de groep, de kwaliteit van de vragen en het Action Learning gehalte. 1.2 De docenten De docenten van beschikken allen over een gedegen vakkennis en een ruime praktijkervaring. Zij zijn naast hun docentschap werkzaam in het bedrijfsleven als consultant, directeur van een eigen bedrijf of als werknemer in een bepaald vakgebied. In het MBA-programma zijn zij medeverantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van het studieprogramma. Door de combinatie vakkennis en praktijkervaring, wordt het studiemateriaal regelmatig aangepast en kunnen er continu actuele situaties worden behandeld. De begeleiding van de studenten door de docent betreft aan de ene kant de setbijeenkomsten waarin de informatiebehoeften van de verschillende studenten het uitgangspunt vormen. De subsetvragen leveren hiervoor belangrijke input. Daarnaast begeleidt de docent bij de keuze van een onderwerp en beoordeelt hij het voorstel voor het Action Learning Project (ALP). In de derde fase treedt een van de core course docenten gewoonlijk op als interne examinator (internal) bij de beoordeling van de dissertation en de Viva Voce. De CV s van docenten zijn te vinden op de website van Business School Nederland. 1.3 De set adviser Elke set krijgt een set adviser toegewezen. De set adviser stimuleert, begeleidt en adviseert tijdens het leerproces en fungeert voor de set als vaste contactpersoon bij. De start-up sessie, de bijeenkomst ter oriëntatie op Fase 3 en de intervisie sessies worden door de set adviser geleid. De set adviser beoordeelt o.a. de organisatieanalyse, het dissertation proposal en de EML. Tijdens de Viva Voce, waar de dissertation wordt verdedigd, is de set adviser voorzitter van de Examencommissie. 1.4 Nationaal en Internationaal erkende MBA-graad Als een van de eerste instituten is door DVC 2 gevalideerd en sinds 2003 officieel door de overheid (NVAO 3 ) geaccrediteerd. 2 Dutch Validation Council. 3 Nederlandse Vlaamse Accreditatie Organisatie.

STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Hoofdstuk 2 Studiestructuur en ondersteunende middelen 2.1 Core courses Voor iedere core course is er een studiewijzer die bestaat uit drie onderdelen: (1) visie, (2) instrumenten en (3) integratie. In het eerste onderdeel staat het vormen van een visie op het betreffende vakgebied centraal. Doelstelling is het bereiken van een algemeen perspectief van het ter discussie staande onderwerp. In het tweede onderdeel is de aandacht gericht op de methoden, instrumenten en werkwijzen die beschikbaar zijn om een specifiek managementgebied te beheersen en/of verder te ontwikkelen. Het doel van het derde en laatste onderdeel is integratie. Integratie in je eigen praktijksituatie kan plaatsvinden nadat je een visie hebt gevormd en inzicht hebt verworven in diverse instrumenten. Ook krijgt tijdens het onderdeel integratie het betreffende managementgebied een plaats in de ontwikkeling van de organisatie als geheel. Voor de core course International Management geldt een afwijkende opzet. International Management bestaat uit 2 studiedagen die u afsluit met een groepsopdracht en (facultatief) een buitenlandreis. De literatuur behorende bij de courses staat vermeld in de studiewijzer. Elke core course sluit je af met een opdracht: bij 5 van de courses zijn dat Action Learning Projecten (ALP en). De courses HRM en FM worden niet met een ALP afgesloten, maar met opdrachten in onze digitale leeromgeving (de VLC). Voor de andere core courses schrijf je een projectvoorstel dat de docent beoordeelt. Na de laatste studiebijeenkomst begin je daadwerkelijk met het project. In de core course Operations Management en de workshop Projectrapportage krijg je nauwkeurige instructies voor het schrijven van de ALP. Daarnaast is er nog een extra workshop gericht op Veranderkunde, waarin je inzicht krijgt in de gevolgen die het implementeren van veranderingstrajecten kan hebben op jouw organisatie. Het studiemateriaal bij de MBA-programma s is specifiek ontwikkeld voor elk vakgebied. Om het materiaal zo actueel mogelijk te houden vindt regelmatig een update hiervan plaats.

10 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 2.2 Specialisatiemogelijkheden 2.2.1 Masterclass/Major De major is een specialisatie waarmee je nog meer richting kan geven aan je studie. De specialisatie is bedoeld als verdiepingsmogelijkheid rond een onderwerp dat breder is dan de verschillende core courses die in het vaste programma worden aangeboden. De specialisatie vindt plaats na de afronding van de andere core courses. Het is in principe mogelijk om meerdere majors te volgen. Om een major te halen moet je voldoen aan de volgende drie punten: 1) Je volgt een masterclass 4 2) Je werkt daarna een leerarrangement (LA) uit, genaamd: Persoonlijk Effectiviteitspaper (PEP). 3) Het onderwerp van de masterclass laat je terugkomen in je dissertation. De Major wordt vermeld als specialisatie op je MBA-bul. Let Op: Voor de studenten van de MBA executive groepen komt dan de ALP Strategisch Management te vervallen en voor de Young Professional studenten de ALP Informatie Management. Ter vervanging van deze ALP, schrijf je in het kader van SM/IM eveneens een PEP. Major studenten schrijven dus twéé PEP s. In hoofdstuk 5 komen we terug op het Leerarrangement PEP(5.1.5). Mocht je wel interesse hebben om je meer te verdiepen in een bepaald vak maar je wilt er geen paper over schrijven, dan kan dat ook. Je krijgt geen aantekening op je bul, maar je ontvangt een certificaat voor het bijwonen van de masterclass(es). 2.2.2 MBA Sales en MBA Insurance De MBA Sales en de MBA Insurance zijn apart geaccrediteerde opleidingen. Dat betekent dat de programma s meer op deze vakgebieden zijn gericht dan het gewone Executive Programma. MBA Sales Om ervoor te zorgen dat het accent gedurende de hele opleiding op Sales ligt, participeren de sales studenten in dezelfde subgroep. Hierdoor zal het 4 Bij de worden 5 masterclasses aangeboden: Leiderschap Financiële dienstverlening Sales en Accountmanagement Veranderkunde Zorg

11 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 studiemateriaal steeds door een sales -bril bekeken worden. Ook zullen de discussies in de subset steeds het accent op sales hebben. Hierdoor zal het studiemateriaal steeds door een sales -bril bekeken worden. Ook zullen de discussies in de subset steeds het accent op sales hebben. Verder volgen de studenten de Masterclass Sales & Accountmanagement. In deze masterclass wordt gedurende twee dagen ingegaan op de laatste trends op sales-gebied. Vanuit het klantwaardepersectief worden de sales-activiteiten van de verschillende organisaties in de groep doorgelicht. Daarbij staan niet alleen de laatste trends centraal, maar wordt ook gekeken op welke manier theorieën, trends en praktijk elkaar het beste kunnen vinden. Het doel van deze masterclass is dat de studenten aan het eind een goed beeld hebben van de mogelijkheden op het gebied van sales voor hun eigen organisatie, nu en in de toekomst. Diploma Om in aanmerking te komen voor de titel MBA Sales, moet je voldoen aan de volgende voorwaarden: Je neem actief deel in een subset met sales-studenten ; Je schrijft je ALP Strategisch Management op het gebied van Sales; Je volgt de Masterclass Sales & Accountmanagement; Je zorgt ervoor dat je dissertation op het gebied van Sales is. MBA Insurance Tijdens de studie participeren de studenten in subsets die zijn samengesteld uit studenten die werken in de verzekeringswereld: verzekeraars en grote tussenpersonen. Hierdoor krijgen de discussies in de subsets steeds een specifiek verzekeringskarakter. Verder volgen de studenten de Masterclass Financiële Diestverlening. In deze masterclass wordt gedurende twee dagen ingegaan op de laatste trends op het gebied van financiële dienstverlening. En natuurlijk komen zaken als merkenmanagement, CRM, WFD en IFRS aan bod. Daarbij staan niet alleen de laatste trends centraal, maar wordt ook gekeken op welke manier theorieën, trends en praktijk elkaar het beste kunnen vinden. Het doel van deze masterclass is dat de studenten aan het eind een goed beeld hebben van de mogelijkheden op organisatorisch niveau, nu en in de toekomst. Diploma Om in aanmerking te komen voor de titel MBA Insurance moet je voldoen aan de volgende voorwaarden: Je neem actief deel in een subset met Insurance-studenten ; Je schrijft je ALP Strategisch Management op het gebied van Insurance; Je volgt de Masterclass Financiële Dienstverlening; Je zorgt ervoor dat je dissertation op het gebied van Insurance is.

12 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 2.3 Fase 3 In fase 3 schrijf je de dissertation, de meest essentiële opdracht van het MBA-programma. In dit project bewijs je dat je de beschikbare theorie in een realistische situatie effectief kan toepassen. Voor meer informatie over deze opdracht verwijzen we naar hoofdstuk 5: De opdrachten. In het project bewijs je dat je de theorie die je in de loop van de studie eigen hebt gemaakt, effectief kan toepassen in een realistische situatie. Het resultaat hiervan moet voor de organisatie meetbaar zijn. Een vertegenwoordiger van de organisatie zal worden gevraagd om een formulier in te vullen (voorzien van een handtekening), waarop wordt aangegeven dat het afstudeerproject relevant is voor de organisatie en kan worden geïmplementeerd (zie bijlage). In dit opzicht is niet alleen de student, maar ook de organisatie klant van Business School Nederland. De keuze van het afstudeeronderwerp en de mogelijkheden voor implementatie ervan is daarom van belang voor de student èn voor de organisatie. Tijdens de intervisiebijeenkomsten bespreek je met medestudenten de voortgang van je afstudeeronderwerp. 2.4 Ondersteunende middelen Ter ondersteuning van de studie biedt BSN je een aantal mogelijkheden aan. Allereerst natuurlijk inhoudelijke ondersteuning. Als je op zoek bent naar managementartikelen, dan is de kans groot dat je die kunt vinden bij een van de online databanken waarvan je als student van BSN lid bent. Ook de bibliotheek in De Raadskamer in Buren en de BSN database Q-Projects leveren je inhoudelijke ondersteuning. Daarnaast kun je je voor extra ondersteuning inschrijven voor een cursus (van 1 dag) Snellezen en voor Online Onderzoeksondersteuning. Deze twee mogelijkheden kunnen je een enorme tijdwinst bezorgen. Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met je set adviser. 2.4.1 Databanken Studenten van BSN worden automatisch lid van twee online databanken: De Vraagbaak en EBSCO. EBSCO is een Engelstalige database die maandelijks wordt aangevuld waarin veel artikelen staan die kosteloos zijn te downloaden. Deze database bevat artikelen uit meer dan 1400 management tijdschriften zoals Newsweek, The Economist en Harvard Business Review. Als student van heb je automatisch een abonnement. Ga naar de site van EBSCO via de studentensite (www.bsn.eu) en kies in het menu inloggen de optie studenten.

13 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Typ in: gebruikersnaam: mbabsnnl wachtwoord: VoorStudenten Voor het bereiken van de database van EBSCO, kijk onder de menuoptie andere sites en typ in: username: Bsinternational password: internetmba We bevelen het zeker aan om gebruik te maken van de database van Harvard Business School (http://www.hbsp.harvard.edu). Tegen betaling (met creditcard) kunnen veel artikelen worden gedownload, de prijzen zijn redelijk. Ook via www.devraagbaak.nl kan je zoeken naar artikelen uit de management literatuur en indien gewenst artikelen downloaden. meldt je direct bij aanvang van je studie aan bij De Vraagbaak die je automatisch een mail stuurt met de inloggegevens. 2.4.2 Bibliotheek beschikt over een eigen collectie managementliteratuur, artikelen en uitgewerkte Action Learning Projecten. Met name in de ontwerpfase is het handig om daaruit inspiratie op te doen. Materiaal uit de bibliotheek lenen we niet uit, maar is ter plekke te bekijken. 2.4.3 Q-projects Ook van opdrachten die uitgevoerd zijn door medestudenten kan je leren. Daarom is Q-projects in het leven geroepen, een database op de website van, toegankelijk voor studenten en oud-studenten, waarin samenvattingen van ALP en en dissertationdocumenten zijn opgenomen. Let wel: samenvattingen die je inlevert moeten zodanig zijn geschreven dat deze door medestudenten mogen worden ingezien en mogen dus geen bedrijfsgevoelige informatie bevatten.

15 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Hoofdstuk 3 Procedures en regels Studenten die zich aanmelden voor de Action Learning MBA van Business School Nederland worden ingedeeld in een groep, de set genoemd. Voor elke set wordt door een programma opgesteld. Het kan voorkomen dat een student niet bij de setbijeenkomst aanwezig kan zijn. In overleg met de set adviser kan de student, indien de planning dit toelaat, enige flexibiliteit in het studieprogramma aanbrengen. Bovendien moet de student een aantal opdrachten uitwerken. In relatie tot deze opdrachten worden in dit hoofdstuk procedures beschreven die van belang zijn voor student. 3.1 Afwezigheid Het bijwonen van subsetbijeenkomsten en plenaire sessies behoort tot één van de voorwaarden waaronder de MBA-opleiding met goed gevolg kan worden afgesloten. Het kan voorkomen dat dwingende redenen het onmogelijk maken om één of meerdere bijeenkomsten bij te wonen. hanteert de regel dat maximaal drie core course sessies gemist kunnen worden zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de te behalen MBA-creditpunten. Per core course mag dit niet meer dan één dag zijn. Wanneer een student twee of meer bijeenkomsten mist dan is deze verplicht het betreffende onderdeel opnieuw te volgen. Eventueel kan, indien tijdig aangegeven, worden nagegaan of de bijeenkomst kan worden gevolgd in een andere set. 3.2 Evaluatie van de bijeenkomsten Direct na een core course bijeenkomst ontvang je een mail van de studentenadministratie met een digitaal evaluatieformulier. Je wordt verzocht om onder andere een beoordeling te geven over de docent, het studiemateriaal en je eigen bijdrage. Invullen van het formulier kost ongeveer 5 minuten en is verplicht. De uitkomst van de evaluatie wordt gebruikt door Business School Nederland om de opleiding te verbeteren. De evaluaties zijn van grote waarde voor de Business School om de kwaliteit en het leerplezier zo optimaal mogelijk te houden.

16 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 3.3 Niet op tijd inleveren van opdrachten Er kunnen dringende redenen zijn die leiden tot een vertraging van het studieprogramma en/of het inleveren van de opdrachten. Wanneer dit het geval is (of dreigt te worden) dient de student hierover contact op te nemen met de set adviser. De set adviser zal samen met de student nagaan of er mogelijke alternatieven voor verdere voortgang zijn. In principe bestaat er maar een (beperkte) mogelijkheid om uitstel te krijgen voor het inleveren van een opdracht. Normaal betreft dit een uitstel van enkele weken. De ervaring heeft uitgewezen dat dit geen problemen hoeft op te leveren voor de studieplanning. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om voor een enkele opdracht uit de tweede fase uitstel voor een langere periode te krijgen. Hiervoor geldt een maximum van één jaar nadat de laatste core course sessie heeft plaatsgevonden. Wordt deze termijn niet gehaald dan moet de core course opnieuw worden gevolgd waarbij wederom kosten in rekening worden gebracht. Het kan voorkomen dat bepaalde omstandigheden leiden tot een fundamentele stagnatie in het studieprogramma: je moet teveel bijeenkomsten missen of bent niet in de gelegenheid meerdere opdrachten op tijd in te leveren. In zulke situaties bestaat de mogelijkheid een deel van het programma over te slaan en dit op een later moment in een andere set te volgen. Hierover moet ook altijd overleg worden gepleegd worden met de set adviser. Voor deze aanpassing in het studieprogramma worden administratiekosten in rekening gebracht. Indien het studiemateriaal in de tussentijd is aangepast, zullen de nieuw te verstrekken materialen ook in rekening worden gebracht. In alle gevallen moet rekening gehouden worden met een maximale studieduur van 4 jaar gerekend vanaf de start up sessie. 3.4 Overschrijden normale studieduur Bij overschrijding van de normale studieduur van 2½ jaar wordt aan de student een nieuwe set adviser toegewezen. Samen met de student wordt een tijdspad afgesproken zodat overschrijding van de maximum studieduur wordt voorkomen. Deze regeling geldt niet voor Young Professional MBA studenten. 3.5 Bezwaar tegen beoordelingen Indien een student het niet eens is met een beoordeling kan hij schriftelijk bezwaar indienen bij de set adviser. Uitgebreide argumentatie is hierbij

17 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 vereist. De set adviser zal contact opnemen de beoordelaar, die beslist of deze de beoordeling herziet. Is dat niet het geval dan gaat het protest met de beoordeling naar een andere beoordelaar voor een tweede beoordeling. Deze beoordeling is bindend. 3.6 Inzage ALP en en dissertations beschikt over een database met samenvattingen van ALP en en dissertations: Q-projects. Met behulp van uitgebreide zoekmogelijkheden op onderwerp en auteur kunt u desgewenst, met name in de ontwerpfase, hiermee inspiratie opdoen. Q-projects is via de studentensite te benaderen. Indien men meer over de gevonden ALP of dissertation wil weten kan er desgewenst, via de set adviser, contact worden opgenomen met de auteur. Als de ALP of dissertation onder embargo is geschreven zal deze echter niet ter inzage van de student komen. Het verdere contact tussen auteur en student verloopt in principe niet via. 3.7 Fraude De student zal de binnen het programma te vervaardigen opdrachten zelf maken. Opdrachten die tot stand komen door middel van fraude en/of op grond van plagiaat worden beoordeeld met 10 punten (op een schaal van 100). De student riskeert mede geschorst, dan wel verwijderd te worden van de (deel)opleiding, zonder dat dit de opdrachtgever ontheft van de betalingsverplichting. Bij iedere opdracht en onderzoek wordt geput uit werk van anderen. Dat is geen enkel probleem, integendeel, zolang de student maar vermeldt dat er uit andermans werk is geput, aan wie het is ontleend en zolang er maar niet teveel is geciteerd. Dit kan ook uit ALP en, organisatie analyses en dissertations van andere studenten zijn. Geeft de student geen bronvermelding, dan wordt deze beschuldigd van plagiaat, ook als het gaat om delen van teksten die van internet zijn gehaald. Studenten die worden verdacht van plagiaat moeten verantwoording afleggen voor een commissie. Deze commissie geeft de student de mogelijkheid om zichzelf te verdedigen en bepaalt de uiteindelijke strafmaatregel. 3.8 Klachtenprocedure Onderdeel van onze kwaliteitsbewaking is de klachtenprocedure. Als je een klacht heb kun je natuurlijk eerst je set adviser aanklampen. Mocht die niet tot een oplossing komen, dan kun je overwegen om een formele klacht in te dienen. Volg daarvoor de procedure, zoals die hierna omschreven staat:

18 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Zet je klacht zo volledig en duidelijk mogelijk op papier. Business School Nederland zal zo snel mogelijk reageren en een oplossing van het probleem aanbieden. Als je de geboden oplossing onaanvaardbaar vindt, kan je een ander voorstel doen om te proberen er samen met BSN uit te komen. Lukt dit niet, dan kan je de zaak tegen een vergoeding voorleggen aan de geschillencommissie (zie hieronder). Ook hier geldt: wacht daar niet te lang mee: zodra duidelijk is dat we er samen niet uit komen, heb je nog maximaal drie maanden de tijd om de zaak voor te leggen. 3.9 Geschillencommissie Vanaf 1 april 2007 kan je terecht bij de Geschillencommissie Particulier Onderwijs, als je ontevreden bent over de wijze waarop je eventuele klacht heeft afgehandeld. Een voorwaarde is wel dat je BSN eerst in de gelegenheid hebt gesteld het probleem op te lossen door bij BSN een klacht in te dienen. Hoe de procedure verloopt bij de geschillencommissie en wat je moet doen om het geschil aan de commissie voor te leggen, kan je lezen op de website van De Geschillencommissie (www.degeschillencommissie.nl).

19 STUDIEGIDS VOORJAAR 2008 Hoofdstuk 4 Bijeenkomsten In dit hoofdstuk omschrijven we de programmaopzet, de voorbereiding van de core courses en de Action Learning Projecten. Ook gaan we kort in op een aantal aanvullende bijeenkomsten zoals de introductie van fase 3, intervisie en de opdracht waarmee de opleiding wordt afgesloten, de Viva Voce (verdediging). 4.1 Locatie Tenzij er een andere locatie is aangegeven vinden de studiebijeenkomsten plaats bij, te Buren. Het adres is: De Raadskamer Herenstraat 25 4116 BK Buren T.: (0344) 57 90 30 F.: (0344) 57 90 50 www.bsn.eu Uitgewerkte opdrachten verzenden naar het postadres van Business School Nederland t.a.v. de studentenadministratie. Het postadres van Business School Nederland is: Postbus 709 4116 ZJ Buren 4.2 Programmaopzet 4.2.1 Voorbereiding Bij elke core course worden bijeenkomsten georganiseerd. Voor elke bijeenkomst doe je huisactiviteiten en subsetactiviteiten met je subsetleden. Huisactiviteiten De opdrachten die je, ter voorbereiding, individueel moet uitvoeren staan beschreven in de studiewijzer onder de paragraaf huisactiviteiten. De huis-