Campus Zuid Boomsesteenweg 265 2020 Antwerpen Tel. (03) 216 29 38 Fax (03) 238 78 31 www.vclbdewisselantwerpen.be VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Op stap naar 1 B Minimumdoelen wiskunde 1. GETALLENKENNIS Natuurlijke getallen kommagetallen doelen De juiste begrippen gebruiken (cijfer, natuurlijk getal, komma, kommagetal, ) Getallen tot 1000 vlot lezen en schrijven Getallen tot 10000 lezen en schrijven De waarde van elk cijfer in een natuurlijk getal tot 1000 bepalen (vb 1207 -> 2 = 2H=200) Van de ene rang naar de andere omzetten bij natuurlijke getallen tot 1000 (niet meer dan 1 rang) vb.: 4H = 40T / 40 T = 400 E De symbolen =; ;<;> juist invullen en interpreteren bij natuurlijke getallen Kommagetallen met max. 2 decimalen lezen en schrijven 1
Breuken percenten doelen De juiste begrippen gebruiken (breuk, teller, noemer) Weten wat een breuk is en concrete voorstelling op een geheel kunnen aanduiden (vb. bij een voorverdeelde figuur de breuk kunnen inkleuren). delers en veelvouden De juiste begrippen kennen: deler en veelvoud 2. BEWERKINGEN Hoofdrekenen Optellen tot 100 Aftrekken tot 100 Optellen van grote getallen met eindnullen Aftrekken van grote getallen met eindnullen Tafels van vermenigvuldiging Deeltafels Vermenigvuldigen met 2 en 4 Vermenigvuldigen met 10; 100 en 1000 Vermenigvuldigen met 5 en 50 Delen door 2 en 4 Delen door 10, 100 en 1000 Delen door 5 en 50 2
Breuken De breuken ½, ¼ en ¾ kennen Cijferen optellen De juiste begrippen gebruiken: optelling, som en termen Optellen van natuurlijke getallen tot 1000 met brug (max 1 overschrijding) Cijferen met grotere getallen Cijferen met decimale getallen Cijferen aftrekken De juiste begrippen gebruiken: aftrekking, verschil, aftrektal en aftrekker Aftrekken van natuurlijke getallen tot 1000 met brug (max 1 overschrijding) Cijferen met grotere getallen Cijferen met decimale getallen Cijferen vermenigvuldigen De juiste begrippen gebruiken: vermenigvuldiging, product, vermenigvuldigtal en vermenigvuldiger 3
Vermenigvuldigen van natuurlijke getallen tot 1000 waarbij de vermenigvuldiger kleiner is dan 10 Vermenigvuldigen met grotere getallen Cijferen delen De juiste begrippen gebruiken: deling, deeltal, deler, quotiënt, rest Delen van natuurlijke getallen tot 1000 waarbij de deler kleiner dan 10 is Delen met grotere getallen Cijferen algemeen Bij optellen en aftrekken van natuurlijke getallen de termen juist onder elkaar schrijven Cijferoefeningen controleren met een zakrekenmachine (wordt nog verder aangebracht in 1B/BVL) Zakrekenmachine Met een zakrekenmachine kunnen optellen en aftrekken Met een zakrekenmachine kunnen vermenigvuldigen en delen (wordt nog verder aangebracht in 1B/BVL) 2.9 Toepassingen 4
Enkelvoudige vraagstukken kunnen oplossen over optellen en aftrekken Enkelvoudige vraagstukken kunnen oplossen over vermenigvuldigen en delen (wordt nog verder aangebracht in 1B/BVL) 3. Meten en metend rekenen Lengte De volgende maateenheden en hun symbolen kunnen lezen, vergelijken en zich voorstellen: Meter (m) Millimeter (mm) Centimeter (cm) Decimeter (dm) Kilometer (km) De lengte van een lijnstuk tot op één milimeter nauwkeurig meten Lijnstukken met een gegeven lengte tot op 1 cm nauwkeurig tekenen Enkelvoudige vraagstukjes over lengte oplossen Gewicht De volgende maateenheden en hun symbolen kunnen lezen, vergelijken en zich voorstellen: Kilogram (kg) Gram (g) Centigram (cg) Milligram (mg) 5
Enkelvoudige vraagstukjes over gewicht oplossen Inhoud De volgende maateenheden en hun symbolen kunnen lezen, vergelijken en zich voorstellen: Liter Deciliter Centiliter Milliliter Geldwaarden De in omloop zijnde muntstukken en bankbiljetten benoemen en onderscheiden Betalen, wisselen en teruggeven Temperatuur Het begrip temperatuur en het symbool ( C) kennen Weten dat 0 C het vriespunt aangeeft Tijdstip en Tijdsduur 6
De volgende begrippen en afkortingen kunnen lezen, gebruiken en aanduiden op een klok: Het uur Het halfuur Het kwartier Herleiden van uren naar minuten en omgekeerd De tijd aflezen van een wijzerklok tot op het uur, het halfuur en het kwartier De tijd aflezen op een digitale klok tot op 1 minuut Kennis van jaren / maanden / week / dagen Kunnen omzetten van maanden naar jaar Kunnen omzetten van dagen naar week Hoekgrootte Herkennen van een scherpe, rechte en stompe hoek 4. Meetkunde 4.1. Vormleer - punten, lijnen, vlakken en hoeken Verschillende soorten lijnen (rechte, gebogen en gebroken lijn, lijnstuk) herkennen en tekenen Bij vlakke hoeken de termen hoekpunt en benen benoemen en aanduiden Hoeken herkennen, benoemen en tekenen Scherpe hoek Rechte hoek Stompe hoek 7
4.2. Vormleer vlakke figuren Een driehoek tekenen en herkennen Een vierkant tekenen en herkennen Een rechthoek tekenen en herkennen 4.3. Meetkundige relaties evenwijdigheid loodrechte stand Begrippen: evenwijdige en loodrechte kennen 8