Leefbaarheid: feiten in beeld Sociale veiligheid De laatste uitgave in de serie Leefbaarheid: feiten in beeld gaat over veiligheid. De definitie van leefbaarheid van de Provincie Noord- noemt onder andere het belang van een veilige woonomgeving. Bij het begrip veiligheid is er onderscheid tussen fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Fysieke veiligheid gaat bijvoorbeeld over de (brand)veiligheid van gebouwen, de kans op natuurrampen, grote verkeersongevallen of de mogelijkheid van een terroristische aanslag. Sociale veiligheid betreft aspecten van veiligheid die voortkomen uit menselijke interactie. Het gaat om slachtofferschap van verschillende vormen van criminaliteit, wat mensen doen om te voorkomen dat ze slachtoffer worden, het ervaren van overlastsituaties en om veiligheidsbeleving. Voorbeelden van zaken die met sociale veiligheid te maken hebben zijn agressief gedrag, (seksueel) geweld, bedreiging, zakkenrollerij en woninginbraak, maar ook openbare dronkenschap of overlast van groepen jongeren. Sociale veiligheid is het thema van deze uitgave. Leefbaarheid en veiligheid worden vaak in één adem genoemd: gesteld wordt dat een veilige buurt ook een leefbare buurt is. Echter, uit onderzoek blijkt dat leefbaarheid en veiligheid slechts indirect samenhangen. Er is een zogenaamd schijnverband. 1 Het één is niet automatisch de oorzaak of het gevolg van het ander. Het verhogen van de veiligheid van een buurt werkt niet automatisch door op de leefbaarheid van de buurt, en andersom geldt dat ook. Wel is het zo dat de sociale kwaliteit van een buurt (sociale cohesie) van invloed is op zowel de leefbaarheid van een buurt als de subjectieve veiligheidsbeleving van buurtbewoners. Daarom worden in deze uitgave ook cijfers gepresenteerd die iets zeggen over de sociale kwaliteit van de buurt. Subjectieve veiligheid gaat over gevoelens van (on)veiligheid. In verschillende vragenlijsten wordt mensen gevraagd in welke mate zij zich onveilig voelen. Het veiligheidsgevoel is lastig te verklaren omdat persoonlijke en psychologische 1 Ter verduidelijking: de consumptie van ijs en het dragen van zonnebrillen hangen sterk met elkaar samen. Toch is het ene geen gevolg van het andere. De verklarende factor is het aantal uren dat de zon schijnt en de daarbij behorende hoge temperatuur. Sociale veiligheid 1
factoren meespelen. De ene mens is bijvoorbeeld sneller bang dan de andere. Een andere manier om inzicht te krijgen in de veiligheid van een buurt is te kijken naar de geregistreerde incidenten en meldingen bij de politie. Op basis van het feitelijk voorkomen van gebeurtenissen (bijvoorbeeld het registreren van incidenten door de politie) kunnen we iets zeggen over het risico om slachtoffer te worden in een bepaald gebied. Deze cijfers geven een bepaalde maat aan en daarom spreken we van objectieve veiligheid. Objectieve veiligheid heeft geen directe relatie met subjectieve veiligheid ofwel de gevoelens van onveiligheid. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat mensen zich op een bepaalde locatie onveilig voelen, terwijl er zelden een incident plaatsvindt. Andersom kan ook: mensen voelen zich niet onveilig op een plek waar doorgaans veel incidenten plaatsvinden. In deze uitgave komen zowel objectieve gegevens aan bod als cijfers die de subjectieve beleving van veiligheid weergeven. Cijfers worden gepresenteerd op gemeenteniveau of ingedeeld naar de veiligheidsregio s in. In het overzicht van gebruikte bronnen zijn deze nader omschreven. Omschrijvingen en uitleg van begrippen vindt u terug in de begrippenlijst. Verkeersveiligheid is in deze uitgave niet meegenomen, maar was onderwerp in uitgave 13 Verkeer en mobiliteit. In de volgende paragrafen gaan we eerst in op gevoelens van onveiligheid en vermijdingsgedrag van Brabanders. Vervolgens staan we stil bij enkele factoren die van invloed zijn op deze beleving van onveiligheid: slachtoffer worden van geweldscriminaliteit, dreiging in de buurt, slachtoffer worden van vermogenscriminaliteit, overlast van vermogensdelicten in de buurt, sociale overlast en tot slot sociale cohesie in de buurt. Veiligheidsbeleving De veiligheidsbeleving van mensen wordt al sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw vastgelegd. Eerst door de Politiemonitor Bevolking (van 1993 tot en met 2005), daarna door de Veiligheidsmonitor Rijk (2006 en 2007) en sinds kort door de Integrale Veiligheidsmonitor (vanaf 2008). Figuur 1 geeft de trend van veiligheidsbeleving van de se bevolking weer. Als we een trendlijn trekken door de punten weleens onveilig voelen zien we dat in de afgelopen decennia de se bevolking zich iets veiliger is gaan voelen. Een waarschuwing is hierbij op zijn plaats. Door verschillen in de manieren van gegevens verzamelen en vragen 2 Leefbaarheid: feiten in beeld
stellen zijn de verschillende monitoren niet zomaar met elkaar te vergelijken. 35 30 25 20 15 10 5 0 1993 1995 1997 1999 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 figuur 1 Aandeel Brabanders dat zich weleens onveilig voelt in % (1993 2009) bron: Politiemonitor Bevolking: 1993-2005, Veiligheidsmonitor Rijk: 2006-2007 en Integrale Veiligheidsmonitor: 2008-2009 Het percentage se burgers dat zich weleens onveilig voelt vertoont door de jaren heen maar lichte schommelingen en varieert tussen de 20% en 30%. In 2009 voelt 24% van de Brabanders zich weleens onveilig. De mate waarin men zich onveilig voelt staat weergegeven in figuur 2. Van de Brabanders voelt 2% zich vaak onveilig en 16% soms onveilig; 6% voelt zich weleens, maar wel zelden onveilig. 80 70 60 50 40 30 20 10 0 vaak soms zelden nooit figuur 2 Mate waarin se burgers zich onveilig voelen in % (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Uit figuur 3 is af te lezen dat de bewoners van Midden- en West- zich meer dan gemiddeld onveilig voelen, terwijl de bewoners van -Noord zich minder dan gemiddeld onveilig voelen. Voor Nederland geldt dat gemiddeld 26% zich onveilig voelt. Het gemiddelde voor heel ligt 1% lager dan het landelijk gemiddelde. Sociale veiligheid 3
35 30 25 20 15 10 5 0 Midden- en West- Noord Zuidoost- Provincie Noord- figuur 3 Brabanders die zich weleens onveilig voelen naar politieregio in % (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Hoe is het anno 2009 gesteld met het onveiligheidsgevoel van de se burgers in de verschillende se gemeenten? Uit figuur 4 is af te lezen dat met name de inwoners van de grote steden zich onveiliger voelen. De inwoners van de kleinere gemeenten voelen zich juist veiliger. 's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 15 tot 20 20 tot 25 25 tot 30 figuur 4 Brabanders die zich weleens onveilig voelen per gemeente in % (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 * blanco = gemeenten die niet hebben deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 > = 30 4 Leefbaarheid: feiten in beeld
Vermijdingsgedrag Naast de vraag in welke mate men zich weleens onveilig voelt is er in de Integrale Veiligheidsmonitor ook gevraagd naar vormen van vermijdingsgedrag. Via de volgende stellingen is het vermijdingsgedrag in kaart gebracht. Het komt weleens voor dat u omrijdt of omloopt om onveilige plekken te vermijden. Het komt weleens voor dat u s avonds of s nachts niet open doet omdat u het niet veilig vindt. Soms verbiedt u de kinderen ergens heen te gaan omdat u het niet veilig vindt. Figuur 5 laat het percentage inwoners zien dat aangeeft dat vermijdingsgedrag bij hen vaak voorkomt. In de veiligheidsregio Zuid-Oost vertoont men iets meer vermijdingsgedrag dan gemiddeld in. In Noord is dit minder dan gemiddeld. Het gemiddelde percentage mensen dat zegt niet open te doen omdat men zich onveilig voelt is in hoger dan het landelijk gemiddelde, namelijk 11,5% tegen 10%. Het gemiddelde percentage mensen dat zegt om te rijden of om te lopen is in hetzelfde als het landelijk gemiddelde (4%). Van de Brabanders zegt 4,3% de kinderen bepaalde plekken te verbieden. Landelijk is dit 4%. 14 12 10 8 6 4 2 0 Midden- en West- figuur 5 Brabanders die zeggen dat vermijdingsgedrag vaak voorkomt naar politieregio in % (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Noord Zuid-Oost Provincie Noord- Niet open doen 's avonds omdat u zich onveilig voelt Omlopen/omrijden om onveilige plekken te mijden Kind(eren) toegang tot bepaalde plekken verbieden Sociale veiligheid 5
Slachtoffer van geweldscriminaliteit Uit de Integrale Veiligheidsmonitor blijkt dat in de eigen buurt slachtoffer worden van geweldscriminaliteit in de provincie Noord- minder vaak voorkomt dan het landelijke gemiddelde. In is 2,2% van de bevolking in de eigen buurt slachtoffer geworden van een geweldsmisdrijf. In heel Nederland is dit 2,5%. De grote steden in scoren ruim boven het landelijke gemiddelde terwijl de kleinere (plattelands)gemeenten hier duidelijk onder blijven. Dit laatste blijkt ook uit de politiecijfers per gemeente. Onder geweldscriminaliteit verstaan we dreiging, huiselijk geweld en de categorie geweld, mishandeling, zakkenrollerij met geweld en straatroof. De laatste categorie komt het meest voor in : er zijn 6,2 aangiften op elke 1.000 inwoners. Voor bedreiging zijn er 3,1 aangiften per 1.000 inwoners. Tot slot registreert de politie in 1,4 aangiften van huiselijk geweld per 1.000 Brabanders. Bedreiging Geweld, mishandeling, zakken-rollerij met geweld en straatroof Aangiften huiselijk geweld bron: Politieregistratie 2009 0 1 2 3 4 5 6 7 figuur 6 Aantal aangiften geweldscriminaliteit in per 1.000 inwoners (2009) In de grote steden van komt geweldscriminaliteit veel meer voor dan in de kleinere gemeenten. Helmond vormt hierop een uitzondering. Hier zijn relatief weinig aangiften van geweldscriminaliteit geregistreerd door de politie. De middelgrote steden Bergen op Zoom en Roosendaal (en in minder mate Oosterhout) hebben te maken met relatief veel geweldscriminaliteit. 6 Leefbaarheid: feiten in beeld
's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 0 tot 3 3 tot 5 5 tot 7 > = 7 figuur 7 Aantal aangiften geweldscriminaliteit per gemeente per 1.000 inwoners (2009) bron: Politieregistratie 2009 * blanco = geen politiecijfers beschikbaar Dreiging in de buurt Slachtoffer worden van geweld werkt door op het voelen van dreiging. In de Integrale Veiligheidsmonitor is er een score die aangeeft in welke mate Brabanders dreiging in de eigen buurt signaleren. Hoe hoger de score op de schaal Dreiging, des te meer dreiging men ervaart in de eigen buurt. In figuur 8 zien we dat dreiging in de eigen woonomgeving meer dan gemiddeld (1,0) wordt gesignaleerd in Midden- en West- (1,1) en minder in Noord (0,9). Het landelijke gemiddelde ligt op 1,1. Sociale veiligheid 7
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Midden- en West- Noord Zuidoost- Provincie Noord- figuur 8 Schaalscore (0-10) signaleren van dreiging in de eigen buurt naar politieregio (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 In figuur 9 zien we per gemeente hoe Brabanders dreiging in de eigen buurt waarnemen. 's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 0,5 tot 0,7 0,7 tot 0,9 0,9 tot 1,1 figuur 9 Schaalscore (0-10) dreiging in de eigen buurt per gemeente (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 * blanco = gemeenten die niet hebben deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 > = 1,1 8 Leefbaarheid: feiten in beeld
Slachtoffer van vermogenscriminaliteit Onder vermogenscriminaliteit vallen verschillende soorten delicten. In figuur 10 zijn deze opgenomen. Uit de politiecijfers blijkt dat in Noord- woninginbraken het meest worden aangegeven (15,5%), gevolgd door vernielingen en beschadigingen (14,7%). Diefstal van (motor)voertuigen en zakkenrollerij komen weinig voor, afgaand op het aantal aangiften bij de politie. vernieling cq. zaakbeschadiging diefstal/inbraak woning + schuur diefstal uit/vanaf (motor)voertuigen diefstal van (motor)voertuigen fietsendiefstal (incl bromfietsen) zakkenrollerij overige vermogensdelicten zonder geweld figuur 10 Aantal aangiften vermogenscriminaliteit per 1.000 inwoners/woningen (2009) bron: Politieregistratie 2009 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 Op basis van de aangiftecijfers uit de politieregistratie zien we dat de regio Noord het minst last heeft van vermogenscriminaliteit. Zowel in Middenen West- als in Zuid-Oost heeft men meer dan gemiddeld last van vermogenscriminaliteit. 70 60 50 40 30 20 10 0 Midden- en West- Noord Zuidoost- Provincie Noord- figuur 11 Aantal aangiften vermogenscriminaliteit naar politieregio per 1.000 inwoners/woningen (2009) bron: Politieregistratie 2009 Sociale veiligheid 9
Als we de cijfers uitsplitsen naar gemeenten, blijkt dat in vier van de vijf se grote steden vermogenscriminaliteit veel slachtoffers kent. Alleen in Helmond heeft men minder last van de verschillende vormen van vermogenscriminaliteit. 's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 20 tot 35 35 tot 50 50 tot 65 > = 65 figuur 12 Aantal aangiften vermogenscriminaliteit per gemeente per 1.000 inwoners bron: Politieregistratie 2009 * blanco = geen politiecijfers beschikbaar Van de voorkomende delicten worden woninginbraken het meeste aangegeven. In welke gemeenten komt dat het meeste voor? In drie van de vijf grote steden zijn er veel slachtoffers van woninginbraken. Opvallend is dat in de kleinere gemeenten Haaren en Maasdonk in 2009 ook veel woninginbraken hebben plaatsgevonden. 10 Leefbaarheid: feiten in beeld
's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 6 tot 14 14 tot 20 > = 20 figuur 13 Aantal woninginbraken per gemeente per 1.000 woningen bron: Politieregistratie 2009 * blanco = geen politiecijfers beschikbaar Overlast van vermogensdelicten in de buurt Feitelijk slachtofferschap van vermogenscriminaliteit en signaleren dat vermogenscriminaliteit voorkomt in de buurt zijn verschillende zaken. Naast de cijfers van de politie over slachtofferschap van vermogenscriminaliteit (zie vorige paragraaf) kent de Integrale Veiligheidsmonitor een indicator Overlast van vermogensdelicten in de buurt. Deze is opgebouwd uit het vaak voorkomen van fietsendiefstal, diefstal uit auto s, beschadiging aan auto s en/of inbraak in woningen in de buurt. Hoe hoger de score op deze indicator des te vaker wordt vermogenscriminaliteit in de buurt gesignaleerd. Uit de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 blijkt dat Brabanders ten opzichte van andere Nederlanders minder vaak het idee hebben dat zaken als geweld op straat, huiselijk geweld, respectloos gedrag en voertuigcriminaliteit vaak voorkomen in hun buurt. Alleen woninginbraken worden door Brabanders relatief vaker gesignaleerd in de eigen woonomgeving. Sociale veiligheid 11
Tussen de se regio s zijn verschillen te zien. De inwoners van de regio Zuid-Oost signaleren meer vermogenscriminaliteit in de eigen woonomgeving en in de regio -Noord signaleert men dit juist minder. Brabanders signaleren evenveel vermogenscriminaliteit als alle inwoners van Nederland, namelijk 2,7%. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Midden- en West- Noord Zuidoost- Provincie Noord- figuur 14 Schaalscore (0-10) overlast vermogensdelicten in de buurt naar politieregio bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Kijken we naar het signaleren van vermogenscriminaliteit in verschillende se gemeenten dan valt op dat vermogensdelicten het vaakst worden gesignaleerd in Breda, s-hertogenbosch en Eindhoven. 12 Leefbaarheid: feiten in beeld
's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 1,5 tot 2,5 2,5 tot 3,5 > = 3,5 figuur 15 Schaalscore (0-10) overlast vermogensdelicten in de buurt per gemeente (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 * blanco = gemeenten die niet hebben deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Sociale overlast Tot slot kijken we naar twee aspecten die iets zeggen over de sociale kwaliteit van een buurt: sociale overlast en sociale cohesie. De eerste is een negatieve formulering voor de sociale kwaliteit en de tweede een positieve. Sociale overlast is een indicator voor het veiligheidsbeleid. Het zegt iets over het veel voorkomen van buurtproblemen op het sociale vlak. Het gaat dan om de aanwezigheid van dronken mensen op straat, lastig gevallen worden op straat, drugsoverlast en overlast van groepen jongeren. Hoe hoger de score op de schaal Sociale overlast, des te meer overlast men ervaart. Brabanders ervaren weinig sociale overlast. De sociale overlast is in met een schaalscore van 1,5 lager dan gemiddeld in Nederland (1,7). In de regio Midden- en West- is sprake van meer sociale overlast. Hier signaleert men dit even vaak als in de rest van Nederland. In -Noord signaleert men minder sociale overlast dan gemiddeld in. Sociale veiligheid 13
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Midden- en West- Noord Zuidoost- Provincie Noord- figuur 16 Schaalscore (0-10) sociale overlast in de buurt naar politieregio (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Het beeld naar gemeenteniveau ziet er meer gekleurd uit. In de grote steden (B5) ervaart men relatief veel sociale overlast, en dat geldt ook voor de gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom. 's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 0,9 tot 1,2 1,2 tot 1,5 1,5 tot 1,8 figuur 17 Schaalscore (0-10) sociale overlast in de buurt per gemeente (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 * blanco = gemeenten die niet hebben deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 > = 1,8 14 Leefbaarheid: feiten in beeld
Sociale cohesie De schaalscore voor sociale cohesie zegt iets over hoe mensen in de buurt met elkaar omgaan, of ze elkaar kennen, of er sprake is van saamhorigheid en of men zich thuis voelt in de buurt waar men woont. Hoe hoger de score op deze schaal, des te meer de inwoners tevreden zijn over deze aspecten. De Integrale Veiligheidsmonitor laat zien dat de sociale cohesie in Noord- overeenstemt met de rest van Nederland. Beiden hebben een schaalscore van 6,3. In Midden- en West- (waar het gevoel van onveiligheid het hoogst is) is de sociale cohesie het laagst en in -Noord (waar men relatief weinig veiligheidsproblemen kent) is deze het hoogst. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Midden- en West- Noord Zuidoost- Provincie Noord- figuur 18 Schaalscore (0-10) sociale cohesie in de buurt naar politieregio (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 In figuur 19 zien we hoe het op gemeenteniveau met de sociale samenhang in de buurten is gesteld. In de kleinere gemeenten met relatief weinig veiligheidsproblemen is de sociale cohesie het grootst. In gemeenten met verhoudingsgewijs veel inwoners die zich onveilig voelen is de sociale cohesie in de buurt laag. Sociale veiligheid 15
's-hertogenbosch Breda Tilburg Eindhoven Helmond 5,8 tot 6,1 6,1 tot 6,5 6,5 tot 6,9 figuur 19 Schaalscore (0-10) sociale cohesie in de buurt per gemeente (2009) bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 * blanco = gemeenten die niet hebben deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor 2009 > = 6,9 Beschrijving bronnen Dijk, T. van, S. Flight en E. Oppenhuis (2000) Voor het beleid, achter de cijfers, Hilversum: Intomart BV. Dijk, T. van, E. Oppenhuis en F. Willemsen (2002) Leefbaarheid en Veiligheidsmonitoren; Secundaire analyses III, Hilversum: Intomart BV. Knippenberg, L., E. Edelmann en J. Westerlaken (2006) De duurzaamheidsbalans van 2006: De Verantwoording, Het Sociaal-Culturele Kapitaal p.72-164, Tilburg: Telos. 16 Leefbaarheid: feiten in beeld
Politiemonitor Bevolking (1993-2005) De Politiemonitor is een bevolkingsonderzoek dat in opdracht van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie is uitgevoerd door Intomart GfK in de periode 1993 tot en met 2005. Integrale Veiligheidsmonitor In de periode 2006-2008 is de Veiligheidsmonitor Rijk uitgevoerd om zicht te houden op de veiligheidsbeleving van burgers. Dit landelijk onderzoek (uitgevoerd door het CBS) leverde resultaten op landelijk niveau en op het niveau van veiligheidsregio s. Sinds 2008 kunnen lokale overheden participeren en de Veiligheidsmonitor op lokaal niveau laten uitvoeren. De data uit het landelijke en de lokale onderzoeken worden samengevoegd tot een groot analysebestand waardoor de Integrale Veiligheidsmonitor ontstaat. Dit instrument levert resultaten over verschillende aspecten van veiligheid(sbeleving) op landelijk niveau, maar ook op het niveau van provincies, politieregio s, gemeenten, wijken en buurten. In 2009 hebben 239 gemeenten meegedaan met de Integrale Veiligheidsmonitor. In Noord- hebben 50 van de 68 gemeenten deelgenomen. In deze uitgave wordt voor de cijfers van 2006 en 2007 de Veiligheidsmonitor Rijk als bron gebruikt en voor de cijfers van 2008 en 2009 de Integrale Veiligheidsmonitor. Politiecijfers Politiecijfers zijn cijfers afkomstig uit het bedrijfsprocessensysteem van politie. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen misdrijven, aangiften en incidenten. Een incident is een melding door een burger of politieagent van een strafbaar feit of overlastsituatie. Een aangifte is een schriftelijk ondertekende melding dat een strafbaar feit heeft plaatsgevonden met het verzoek tot vervolging (inclusief internetaangiften). Een misdrijf omvat alle aangiften, maar bevat ook de ambtshalve vervolgbare delicten. Van diverse strafbare feiten wordt nooit aangifte gedaan terwijl ze toch worden vervolgd, bijvoorbeeld zware zedenzaken, moord en doodslag. Om politiecijfers goed te kunnen vergelijken zijn ze gerelateerd aan het aantal inwoners in een bepaald gebied (per 1.000 inwoners). Sociale veiligheid 17
Begrippen Dreiging De kernindicator Dreiging uit de Integrale Veiligheidsmonitor is opgebouwd uit het vaak voorkomen van de volgende zaken in de buurt: overlast van groepen jongeren mensen die op straat worden lastiggevallen drugsoverlast bedreiging geweldsdelicten straatroof nafluiten van vrouwen en meisjes jeugdcriminaliteit Hoe hoger de score op deze schaal Dreiging, des te meer dreiging men in de eigen buurt ervaart. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Overlast van vermogensdelicten in de buurt Naast de cijfers van de politie over slachtofferschap van vermogenscriminaliteit kent de Integrale Veiligheidsmonitor een kernindicator Overlast van vermogensdelicten in de buurt. Deze indicator is opgebouwd uit het vaak voorkomen van: fietsendiefstal diefstal uit auto s beschadiging aan of diefstal vanaf auto s inbraak in woningen Hoe hoger de score op de indicator Vermogensdelicten in de buurt des te vaker worden deze delicten in de buurt gesignaleerd. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio s Tot de Politieregio Midden- en West- behoren de gemeenten: Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert. Tot de Poltieregio Noord behoren de gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, s-hertogenbosch, Heusden, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, Vught. Tot de Politieregio Zuid-Oost behoren de gemeenten: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. 18 Leefbaarheid: feiten in beeld
Slachtofferschap geweldscriminaliteit De indicator slachtofferschap geweldscriminaliteit is gebaseerd op cijfers uit de politieregistratie en wel op de daadwerkelijk gedane aangiften van de volgende delictgroepen: aangiften van geweld, mishandeling, zakkenrollerij met geweld en straatroof aangiften van bedreiging aangiften van huiselijk geweld De cijfers worden gepresenteerd als aantal aangiften per 1.000 inwoners van het betreffende gebied. Bron: Politiecijfers Slachtofferschap vermogenscriminaliteit Evenals de indicator slachtofferschap geweldscriminaliteit is de indicator slachtofferschap vermogenscriminaliteit gebaseerd op cijfers uit de politieregistratie en wel op het aantal aangiften van de volgende delictgroepen: vernieling of beschadiging diefstal of inbraak in woning of schuur diefstal uit (motor)voertuigenof diefstal van onderdelen van (motor)voertuigen diefstal van (motor)voertuigen fietsendiefstal (inclusief bromfietsen) zakkenrollerij overige vermogensdelicten zonder geweld De cijfers worden gepresenteerd als aantal aangiften per 1.000 inwoners van het betreffende gebied. Bron: Politiecijfers Sociale cohesie De schaalscore voor sociale cohesie is een van de GSB-III-indicatoren in het kader van het verbeteren van de sociale kwaliteit van de samenleving. Deze score is samengesteld op basis van de mening van de respondenten over een aantal sociale aspecten van hun woonbuurt. De indicator bestaat uit de volgende stellingen: de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks; de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om; ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is; ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. Hoe hoger de score op deze schaal, des te meer zijn de inwoners tevreden over deze aspecten. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Sociale overlast Deze schaalscore is gebaseerd op vier vragen naar buurtproblemen die te maken hebben met vormen van gedrag die als ernstig overlastgevend kunnen worden aangemerkt. Ook sociale overlast vormt een indicator voor het veiligheidsbeleid. Het gaat om de vragen over de volgende items: dronken mensen op straat mensen die op straat worden lastiggevallen drugsoverlast overlast van groepen jongeren Hoe hoger de score op deze schaal, des te meer overlast men ervaart van deze vormen van gedrag. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Sociale veiligheid 19
Stedelijkheid van een gebied Een maatstaf voor de concentratie van menselijke activiteiten gebaseerd op de gemiddelde omgevingsadressendichtheid (oad). De omgevingsadressendichtheid wordt weergegeven in adressen per km 2. Stedelijkheid is gebaseerd op numerieke waarden van de gemiddelde omgevingsadressendichtheid voor afzonderlijke gebieden. Er zijn vijf categorieën: zeer sterk stedelijk: gemiddelde oad van 2500 of meer adressen per km 2 ; sterk stedelijk: gemiddelde oad van 1500 tot 2500 adressen per km 2 ; matig stedelijk: gemiddelde oad van 1000 tot 1500 adressen per km 2 ; weinig stedelijk: gemiddelde oad van 500 tot 1000 adressen per km 2 ; niet-stedelijk: gemiddelde oad van minder dan 500 adressen per km 2. De klassengrenzen van de bovenstaande categorieën van stedelijkheid zijn van toepassing vanaf 1992. De grenzen zijn zo gekozen dat alle klassen ongeveer hetzelfde aantal inwoners bevatten. De gemiddelde omgevingsadressendichtheidvan een gebied is het gemiddelde van de omgevingsadressendichtheden van alle adressen in dat gebied. Bron: www.cbs.nl 20 Leefbaarheid: feiten in beeld
Stedelijkheid provincie Noord- 2 1 3 5 4 6 7 8 9 10 11 18 19 20 17 21 16 22 24 23 15 12 14 13 51 52 50 66 25 35 53 67 36 49 65 34 54 26 37 64 48 55 33 27 38 56 63 32 39 47 28 46 57 40 62 31 45 41 29 44 30 58 60 61 68 42 43 59 sterk stedelijk matig stedelijk weinig stedelijk figuur 20 Overzicht stedelijkheid provincie Noord- (2008) bron: Sociale Atlas niet-stedelijk Aalburg (20) Alphen-Chaam (12) Asten (61) Baarle-Nassau (13) Bergeijk (42) Bergen op Zoom (2) Bernheze (49) Best (39) Bladel (30) Boekel (55) Boxmeer (68) Boxtel (33) Breda (11) Cranendonck (59) Cuijk (67) Deurne (62) Dongen (22) Drimmelen (10) Eersel (31) Eindhoven (40) Etten-Leur (9) Geertruidenberg (17) Geldrop-Mierlo (45) Gemert-Bakel (63) Gilze en Rijen (15) Goirle (14) Grave (66) Haaren (26) Halderberge (5) Heeze-Leende (58) Helmond (57) Heusden (25) Hilvarenbeek (28) Laarbeek (56) Landerd (53) Lith (51) Loon op Zand (24) Maasdonk (50) Mill en Sint Hubert (65) Moerdijk (4) Nuenen C.A. (46) Oirschot (32) Oisterwijk (27) Oosterhout (16) Oss (52) Reusel-De Mierden (29) Roosendaal (6) Rucphen (7) Schijndel (37) s-hertogenbosch (35) Sint Anthonis (64) Sint-Michielsgestel (36) Sint-Oedenrode (38) Someren (60) Son en Breugel (47) Steenbergen (3) Tilburg (23) Uden (54) Valkenswaard (43) Veghel (48) Veldhoven (41) Vught (34) Waalre (44) Waalwijk (21) Werkendam (18) Woensdrecht (1) Woudrichem (19) Zundert (8) Sociale veiligheid 21
Colofon Het PON heeft deze publicatie opgesteld in opdracht van: Auteurs en redactie: het PON: drs. E.H.L.M. (Egbert) Edelmann, M. (Maartje) Rijkers MSc en drs. J. (Jolanda) Westerlaken Redactie: Provincie Noord-: drs. H.J.B.M. (Diana) Reesink, drs. J.W. (Jan-Willem) van Herpen en drs. P. (Pieternel) Ritsema Tekstredactie: Marja Havermans Teksten, s-hertogenbosch Fotografie: Kees Bennema Vormgeving: Ton de Klein C10, s-hertogenbosch Druk: drukkerij Tielen, Boxtel PON publicatienummer: 10-18 ISBN 978-90-5049-497-7 Datum: november 2010 2010 het PON, kennis in uitvoering Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Hoewel deze uitgave met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan het PON geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Meer informatie: www.hetpon.nl en www.socialeatlasbrabant.nl Publicatie downloaden: via www.hetpon.nl en www.brabant.nl/leefbaarheid kan deze uitgave gedownload worden. Publicatie bestellen: via Stephan Tibosch (Provincie Noord-), bereikbaar op 073-680 84 96 of via STibosch@brabant.nl kan deze uitgave besteld worden. 22 Leefbaarheid: feiten in beeld