Begrippen: - overheidsinvesteringen in de infrastructuur: bv. bruggen, wegen, elektriciteitsvoorzieningen

Vergelijkbare documenten
Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

4.1 Klaar met de opleiding

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

5,7. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april keer beoordeeld. Economie hoofdstuk 1 van module 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Werken of vrije tijd?

ALGEMENE ECONOMIE /04

arbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Module 1 hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Module 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt hoofdstuk 1,2,3,4,5

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Arbeid = arbeiders = mensen

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Samenvatting Economie Voor in GR: examen

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 t/m 5

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

5.2 Wie is er werkloos?

5.1 Wie is er werkloos?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

arbeidsparticipatiegraad: de participatiegraad geeft aan welk percentage van de potentiële beroepsbevolking deelneemt aan het

ALGEMENE ECONOMIE /01

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

Wat kun je verwachten?

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Samenvatting Economie Werk

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

keer beoordeeld 12 februari 2015

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Arbeidsmarkt: begrippenlijst

Samenvatting Economie H1+H2 (Arbeid)

Samenvatting Economie Levensloop

7,3. De functies van werk: Maatschappelijke positie: de betekenis van werk: Samenvatting door een scholier 1283 woorden 8 juni 2008

HOOFDSTUK 2 THEORIE EN PRAKTIJK

Economie Elementaire economie 3 VWO

Eindexamen vwo economie I

Samenvatting Economie Gehele boekje 'Arbeidsmarkt'

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1

Werkboek Werk Ver 2. Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m Dit boekje elke les meenemen! t/m t/m 2.

4,2. Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli keer beoordeeld. Hoofdstuk 1

Samenvatting Werk & Werkloosheid

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

UIT groei en conjunctuur

indexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang

Eindexamen economie havo I

Samenvatting Economie Inkomen

Samenvatting Economie Lesbrief arbeidsmarkt

Samenvatting Maatschappijleer Werk

3,3. Opdracht door een scholier 3194 woorden 23 januari keer beoordeeld. Lesbrief Inkomen Economie 1,2. Oefenopgave H1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1594 woorden 10 januari 2007 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - De arbeidsmarkt: vraag en aanbod Leertekst 1: Werken en niet werken - overheidsinvesteringen in de infrastructuur: bv. bruggen, wegen, elektriciteitsvoorzieningen Leertekst 2: Wat is arbeid? Iets is pas arbeid als het voldoet aan de volgende 3 eisen: - men levert productieve inspanning - men krijgt primaire beloning - het geleverde werk is officieel geregistreerd Primair inkomen: iets waar je zelf een productieve inspanning voor levert Secundair inkomen: je profiteert van de inkomens van anderen Primaire inkomensverdeling: verdeling van alle primaire inkomens binnen de samenleving Secundaire inkomensverdeling: verdeling van alle secundaire inkomens binnen de samenleving Nivelleren: Inkomensverschillen nemen in verhouding af Denivelleren: Inkomensverschillen nemen in verhouding toe Leertekst 3: De arbeidsmarkt markt: geheel van vraag naar en aanbod van een product arbeidsvraag: vraag naar arbeiders (bestaat uit vacatures, werknemers, zelfstandigen) arbeidsaanbod ofwel beroepsbevolking: aanbod van arbeiders (bestaat uit werklozen, werknemers, zelfstandigen) concrete markt: markt waar vraag en aanbod op een aanwijsbare plek samenkomen abstracte markt: heeft niet één aanwijsbare plaats waar het product verhandeld wordt vacature: baan die nog niet vervuld is werkgelegenheid: de totale vraag naar arbeid ruime markt: weinig schaarse goederen https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 1 van 8

krappe markt: tekort aan goederen Leertekst 4: Werkloosheid Je bent pas werkloze als je voldoet aan de volgende vier eisen: - je bent beroepsgeschikt, dwz tussen de 15 en 65 jaar - je hebt geen betaald werk voor <12 uur per week - je bent wel beschikbaar om 12> uur per week te werken - je bent ingeschreven bij het CWI Het CWI valt onder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verborgen werkloze: iemand die wel werk zoekt maar niet staat ingeschreven bij het CWI beroepsgeschikt: je bent tussen de 15 en 65 jaar Leertekst 5: De arbeidsmarkt in cijfers Voorbeelden van redenen voor niet-beroepsgeschiktheid: afgekeurd, huismannen/vrouwen, prepensioen participatiegraad: beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking x 100 I/A-ratio: verhouding tussen niet-actieven en actieve beroepsgeschikte bevolking U/A-ratio: verhouding tussen uitkeringstrekkers en actieven Opdracht 35 is een belangrijke rekenopdracht! Leertekst 6: De vraag naar arbeid: werkgelegenheid Opeenvolging van gebeurtenissen: Nieuwe orders bij bedrijven Bedrijven proberen deze met huidige situatie te verwerken Als dit niet lukt à uitzendkrachten Als ook dat niet lukt à pensioengenieters / mensen uit buitenland Blijvende stroom van orders à vast personeel à structurele verbetering arbeid vacature: openstaande baan die niet vervuld kan worden arbeidsjaar: aantal uren van een voltijdsbaan Leertekst 7: De veranderingen in de vraag naar arbeid De conjunctuur wordt bepaald door vier bestedingscomponenten: de consumenten, investerende bedrijven, het buitenland en de overheid Opeenvolging van gebeurtenissen: Er is sprake van de opeenvolging van gebeurtenissen zoals in leertekst 6 https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 2 van 8

Consumentenvertrouwen neemt toe Lonen stijgen, prijzen stijgen Export daalt Overheid gaat bezuinigen Er wordt minder besteed Mensen verliezen hun baan Consumentenvertrouwen neemt af Begint van voor af aan; zie 1. Voorbeelden van primaire arbeidsvoorwaarden: vakantiedagen, hoe lang werkdagen zijn, loon Voorbeelden van secundaire arbeidsvoorwaarden: reiskostenvergoeding, kinderopvang, studiekostenvergoeding Vraag naar arbeid hangt af van: loonkosten van de werkgevers, arbeidsproductiviteit van werknemers, (internationale) concurrentiepositie van bedrijven Begrippen conjunctuur: het geheel van krachten dat de vraag naar goederen en diensten bepaalt recessie: periode waarin de productie krimpt arbeidsproductiviteit: gemiddelde waarde van de productie per werknemer automatisering/mechanisatie: werkgever laat het werk doen door machines werkloosheid bij bestaande arbeid: tijdverlies tijdens een werkdag waarin men bijv. koffie drinkt of eerder stopt collectieve arbeidsovereenkomst: gezamenlijke afspraak tussen bepaalde personen of organisaties waarin primaire arbeidsvoorwaarden zijn opgenomen Leertekst 8: Het aanbod van arbeid De ZW, WW en WIA zijn werknemersverzekeringen De WWB (Wet Werk en Bijstand) is een sociale verzekering die iedereen recht geeft op een erg lage uitkering, als hij zelf voor een inkomen kan zorgen en geen aanspraak kan maken op een sociale verzekeringsuitkering. Begrippen sociale zekerheid: het verschijnsel dat iedereen die niet in staat is of het recht niet heeft om zelf voor zijn inkomen te zorgen Leertekst 9: Veranderingen in het arbeidsaanbod Oorzaken van veranderingen binnen de beroepsbevolking: - De groei van de bevolking zelf; emigratie/immigratie - Rolverdeling binnen het gezin - Werken in deeltijd en arbeidsparticipatie - De pensioengerechtigde leeftijd - Leerplicht - Arbeidstijdverkorting of verlenging https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 3 van 8

- De hoogte van het loon en het recht op een uitkering - De stand van de conjunctuur en het ontmoedigingseffect Hoofdstuk 2 De prijs van arbeid Leertekst 10: Loon naar werken Er zijn vier productiefactoren: - arbeid: alle menselijke inspanningen die tot schaarse goederen leiden. Ø Er is pas sprake van arbeid als mensen productieve inspanningen leveren waarvoor zij met een primair wit inkomen beloond worden. - kapitaal: alle hulpmiddelen die mensen bij het produceren benutten - natuur: alle grond en natuurlijke processen die leiden tot voor de mens nuttige zaken - ondernemerschap: alle initiatieven die leiden tot een combinatie van de drie andere productiefactoren pacht: de beloning voor de eigenaren van de grond; de natuur Leertekst 11: Van bruto naar netto inkomen Zie hieronder hoe de loonkosten van een werkgever verdeeld zijn. loonkosten werkgever netto loon wig bruto loon werkgeverslasten (netto loon) loonheffing premies werknemers verzekeringen premies werknemers verzekeringen overige werkgeverslasten Premies volksverzekeringen bestaat uit uit AOW, ANW, AWBZ honorarium: ereloon; soort van extra hoge beloning voor een bepaald soort arbeid omdat iemand veel moeite heeft moeten doen om dat beroep te kunnen doen, bijv. lange studie voor advocaat of notaris. pensioenpremie: het geld dat je voor je pensioen opspaart loonheffing: het totale bedrag dat voor de loonbelasting en de premies volksverzekeringen op het loon https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 4 van 8

wordt ingehouden wig: het verschil tussen de loonkosten die de werkgever heeft en het netto loon van de werknemer Leertekst 12: Inkomensbeleid Met de volgende wetten worden de uitkeringen voor zwakkeren gewaarborgd: AOW, ANW, AWBZ, AKW Iedereen krijgt gratis medische zorg door de Zorgverzekeringswet waarvoor zij voor de basisverzekering premie betalen. Eerste 2 jaar dat iemand ziek is komt hij in de Ziektewet (70% van loon minimaal). Daarna komt de persoon in de WIA. We kennen de volgende heffingskortingen: - Algemene heffingskorting - Arbeidskorting - Ouderenkorting, aanvullende ouderenkorting - Kinderkorting, aanvullende kinderkorting - Alleenstaande ouderkorting, aanvullende alleenstaande ouderkorting - Combinatiekorting - Jonggehandicaptenkorting Zo berekenen we het belastbare inkomen van een persoon: Totaal jaarinkomen 40.000,- Bijtelling bv. auto v/d zaak 5.000,- + 45.000,- Aftrekposten bv. reiskosten/alimentatie 2.000,- - Belastbaar inkomen 43.000,- Ø De heffingskorting bereken je pas na toepassing van het progressieve stelsel(met de vier schijven). Opdracht 90 is een belangrijke rekenopdracht! Begrippen solidariteit: behulpzaam zijn voor de medemens; er is sprake van solidariteit in een verzorgingsstaat sociale partners: werknemers- en werkgeversverenigingen die met elkaar afspraken maken draagkrachtbeginsel: de grootverdieners dragen de zware lasten en betalen veel belasting i.v.m. solidariteit progressief stelsel: het stelsel dat het draagkrachtbeginsel ondersteunt: mensen die weinig verdienen betalen in verhouding minder aan belasting dan mensen die veel verdienen degressief stelsel: tegenovergestelde van progressief stelsel; naarmate je meer verdient betaal je in verhouding minder belasting proportioneel stelsel: stelsel waarin iedereen een bepaald percentage van het inkomen betaalt aan belasting. Bij iedereen is dat percentage hetzelfde. marginale tarieven: de percentages die zijn te vinden in de (vier) schijven van het progressieve stelsel omslagstelsel: het verschijnsel dat er nergens een pot met geld voor iedereen is als we besluiten niet meer https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 5 van 8

solidair te zijn. D.w.z. iemand die al jaren betaalt voor anderen krijgt er zelf niks voor terug. Leertekst 13: Het marktmechanisme faalt Alternatief voor het marktmechanisme is het handmatig vastleggen van CAO-afspraken. Gevolg: in sommige sectoren zijn er te weinig mensen voor het te verrichten werk, in andere sectoren heerst werkloosheid. vrije markt: markt waarin de prijzen worden bepaald door vrije concurrentie garantieprijs: verzekering dat er voor een goed in ieder geval een afgesproken minimumprijs wordt betaald Leertekst 14: De loononderhandelingen Voor loononderhandelingen zijn er allemaal verenigingen. Bijv. NCW, VNO, CNV, FNV en de SA. incidentele loonstijging: het verschijnsel dat iemand meer gaat verdienen omdat de persoon een andere functie gaat vervullen Leertekst 15: Wat is het alternatief? Grote beloningsverschillen zorgen binnen de werkomgeving voor onrust. Voorbeeld: als je een bollenpeller per gevulde mand zou belonen dan zou iedereen azen op de grote bollen. Maar je hebt ook bescheiden mensen die dat onredelijk vinden en dus willekeurige groottes pakken. Wat je krijgt is oneerlijkheid en onrust. Topmanagers die zichzelf belonen omdat het bedrijf winst heeft zijn dan ook onredelijk: alle werknemers hebben hiervoor gezorgd. Hoofdstuk 3 Werkloosheid: oorzaken en aanpak Leertekst 16: Werkloosheidsoorzaken Conjunctureel werkloos à vraag (bestedingen nemen af) Structureel werkloos à aanbod (verandering wijze productie) Vier soorten structuurwerkloosheid: - kwantitatieve structuurwerkloosheid het aantal gevormde arbeidsplaatsen moet afgestemd zijn op de aanwezige beroepsbevolking - kwalitatieve structuurwerkloosheid verschil tussen aangeboden en gevraagde kwaliteit - frictiewerkloosheid door ondoorzichtige arbeidsmarkt duurt het zoeken naar een baan lang - seizoenswerkloosheid niet al het werk kan in alle seizoenen verricht worden Leertekst 17: Conjuncturele werkloosheid https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 6 van 8

Vicieuze cirkel bestaat uit 4 perioden: - overspannen fase (prijzen stijgen, werkloosheid neemt af); - neergaande fase/ontspanning (prijzen stijgen minder sterk, werkloosheid loopt licht op); - recessie (werkloosheid neemt sterk toe, prijzen dalen soms licht); - opleving/herstel (prijzen stijgen, werkloosheid neemt minder sterk toe). vicieuze cirkel: prijzen dalen snel waardoor mensen grote aankopen uitstellen. Leertekst 18: Structurele werkloosheid Geen leerpunten, geen begrippen. Informatie in leertekst 18 is toegevoegd aan leertekst 16. Leertekst 19: Kwantitatieve structuurwerkloosheid Redenen voor ondernemers om manier produceren te veranderen: mechanisatie, verplaatsing onderneming, faillissement, uitbesteding, inhuren uitzendkrachten, etc. Twee groepen verborgen werklozen: - verborgen werkloosheid onder werkenden: lage arbeidsproductiviteit; - verborgen werkloosheid onder niet-werkenden: kans om aan baan te komen gering. Leertekst 20: Kwalitatieve structuurwerkloosheid Als je eerst conjunctureel werkloos bent, maar je kunt je wel om laten scholen en vervolgens wel aan een baan komen, dan ben je structureel werkloos. Mobiliteit is een kwalitatief structureel probleem. kwalitatief structureel werkloos: mensen vinden geen werk dat bij hun opleiding aansluit waardoor omscholing noodzakelijk is Leertekst 21: Frictiewerkloosheid Iedereen die korter dan drie maanden werkloos is noemen we frictiewerkloos. CWI/uitzendbureaus en internet zorgen ervoor dat vragers en aanbieders van arbeid elkaar sneller kunnen vinden. frictiewerkloosheid: de werkloosheid tussen twee banen; de zoekwerkloosheid. Leertekst 22: Seizoenswerkloosheid Door diversificatie wordt de seizoenswerkloosheid teruggedreven. CBS corrigeert werkloosheidscijfer voor seizoensinvloeden omdat zo een duidelijker beeld ontstaat van werkloosheid. Het CBS publiceert een maandmutatie omdat dit een duidelijker beeld schept van de werkloosheid. Het CBS stelt de trend iedere maand bij omdat het maken van een trend gepaard gaat met https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 7 van 8

onnauwkeurigheid. Afkortingen Wetten WWB: Wet Werk en Bijstand AOW: Algemene Ouderdomswet CAO: Collectieve Arbeidsovereenkomst WIA: Wet Werk en Inkomensvoorziening bij Arbeidsongeschiktheid ZW: Ziektewet WW: Werkloosheidswet ANW: Algemene Nabestaandenwet AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ZFW: Ziekenfondswet AKW: Algemene Kinderbijslagwet Overige CWI: Centrum voor Werk en Inkomen NCW: Nederlands Christelijk Werkgeversverbond VNO: Vereniging van Nederlandse ondernemers CNV: Christelijk Nederlands Vakverbond FNV: Federatie van Nederlandse Vakverenigingen SA: Stichting van de Arbeid SER: Sociaal Economische Raad https://www.scholieren.com/verslag/28041 Pagina 8 van 8