5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 3 september 2013 Q J g p 2Q13 Nee Portefeuillehouder Janssen. RA Paraaf Provin Termijn 18 september 2013 Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving Bijlagen Uitgangspunten visie strategie VTH 2014-2017.docx Voorstel van GS aan PS; kennisnemen van bijgaande stukken op basis van toezegging aan Statencommissie V&M van 3 juli jl. om de uitgangspunten van de nota VTH met u te delen 1. OndenA/erp in kort bestek De uitgangspunten notitie beschrijft de belangrijkste beleidsuitgangspunten die wij voorzien voor de uitvoering van de provinciale taken vergunningen, toezicht en handhaving voor de komende vier jaar. De nota Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2014-2017 (nota VTH) zal eind 2013 door ons worden vastgesteld. Op 20 november zal de Statencommissie Verkeer en Milieu over het ontwerp worden geconsulteerd. In de notitie zijn voorstellen opgenomen voor de provinciale visie op vergunningen, toezicht en handhaving en de daarbij te hanteren algemene uitgangspunten. Deze uitgangspunten hebben betrekking op focus, betrouwbaarheid, professionaliteit en verantwoordelijkheid. Voor vergunningverlening zijn voorstellen opgenomen voor uitgangspunten voor het actualiseringsbeleid en de inhoud van vergunningen. Voor toezicht en handhaving zijn voorstellen voor uitgangspunten gefonnuleerd voor de toezichtstrategie, voor de sanctiestrategie en de gedoogstrategie. In de notitie zijn elementen terug te vinden die een relatie hebben met de conclusies en aanbevelingen van de rapporten van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer over nazorg en toezeggingen aan de Statencommissie voor Verkeer en Milieu en andere van belang zijnde ontwikkelingen. Waar dit expliciet is gebeurd is dit in de tekst of een voetnoot aangegeven. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader De uitgangspunten notitie is niet gebonden aan wettelijke regels. De uitgangspunten visie en strategie zullen worden uitgewerkt in de ontwerpnota Vergunningen, Toezicht en Handhaving 1/5
2014-2017. De landelijke kwaliteitseisen^ schrijven voor dat de provincie als bevoegd gezag voor vier jaar VTH beleid vaststelt. Onderdelen van dit beleid zijn actualiseringsbeleid voor vergunningen en voor de uitvoering van toezicht en handhaving een toezichtstrategie, een sanctiestrategie en een gedoogstrategie. b. Relatie andere interne beleidsterreinen De uitgangspunten hebben betrekking op vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit risico zware ongevallen(brzo) ( beleidsveld milieu) en op het uitvoeren van deze taken op grond van groene, water en bodem wet- en regelgeving. Voor de beleidsvelden water en groen zijn voor de uitvoering van de VTH taken geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. Vanuit beleidsveld bodem zijn de relevante conclusies en aanbevelingen uit het recente rapport van de Randstedelijke Rekenkamer over nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering meegenomen. Deze zullen verder worden uitgewerkt in de ontwerpnota VTH. Het gaat hier om de bevoegd gezag taken van de provincie, die in opdracht van de provincie worden uitgevoerd door de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. Bij de omgevingsdiensten zijn ook gemeentelijke taken Wabo en Brzo taken belegd. Het interbestuurlijk toezicht door de provincie op de uitvoering van deze gemeentelijke taken is geregeld in de Wet revitalisering generiek toezicht (1 oktober 2012). In de bestuursovereenkomst interbestuurlijk toezicht die GS in 2013 willen sluiten met de gemeenten is opgenomen hoe de provincie invulling geeft aan het toezicht op de (kwaliteit van de) uitvoering van de gemeentelijke VTH taken. c. Relatie externe partijen De uitgangspunten notitie is tot stand gekomen in overleg met de vijf omgevingsdiensten die de VTH taken in opdracht van de provincie uitvoeren. De sanctiestrategie Brzo en de sanctie strategie Wabo zullen landelijk met het OM worden afgestemd. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Op 30 oktober 2012 hebben GS met het vaststellen van de appendix nota VTH 2010-2013 het beleid voor toezicht en handhaving aangescherpt. Hiermee is vooruitgelopen op de integrale herziening van de nota VTH in 2013 en de resultaten van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar Odfjell. In de vergadering van uw commissie Verkeer en Milieu van 21 november 2012 is de appendix besproken. Daarin heeft de portefeuillehouder twee toezeggingen gedaan om te betrekken bij de integrale herziening van de nota VTH: ^ Landelijke kwaliteitseisen voor toezicht en handhaving zijn vastgelegd in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht ( BOR). Recent heeft het Rijk wetsvoorstel VTH in procedure gebracht. Onderdeel van het voorstel is om de verbrede kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningen en voor T&H op te nemen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de omgevingswet. 2/5
1) "het idee van de cultuurmeting bij de omgevingsdiensten serieus mee te wegen ( net als alle andere suggesties); 2) de gevolgen voor het provinciale beleid van de Seveso III richtlijn die medio 2015 geïmplementeerd moet zijn in Nederlandse wetgeving en duidelijk te maken hoe deze deel uitmaakt van het beleid." In de vergadering van uw commissie Verkeer en Milieu van 6 maart 2013 is daar nog aan toegevoegd om: 3) "een kader op te nemen voor experimentele ontwikkelingen bij bedrijven." Toezeggingen 2 en 3 zijn betrokken bij de algemene uitgangspunten bij de visie op vergunningen, toezicht en handhaving en zullen verder worden uitgewerkt bij de nota VTH. Toezegging 1 over de cultuurmeting bij omgevingsdiensten zal worden betrokken bij de in 2014 uit te voeren evaluatie van de omgevingsdiensten. Deze evaluatie zal breed zijn (kwaliteit, effectiviteit en efficiency). In de vergadering van uw commissie van 3 juli jl. heeft discussie plaatsgevonden over het in juni 2013 verschenen rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid over Odfjell. Bij het opstellen van de uitgangspunten notitie moest de behandeling in de september vergadering van Provinciale Staten nog plaatsvinden. In uw commissie vergadering van 3 juli heeft portefeuillehouder toegezegd om op 18 september met u in discussie te gaan over de uitgangspunten voor de provinciale nota VTH 2014-2017. Bij brief van 8 augustus 2013 heeft de Randstedelijke Rekenkamer haar rapport over de nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering in de provincie Zuid-Holland aan PS aangeboden. Deelconclusie 3 en aanbeveling 10 uit dit rapport zijn betrokken bij de uitgangspunten voor provinciaal kader toezicht en zullen samen met de overige voor de uitvoering van nazorg van belang zijnde conclusies en aanbevelingen bij de nota VTH worden uitgewerkt. Aanvullend wordt opgemerkt dat het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer staat geagendeerd voor de vergadering van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving van 18 september (portefeuillehouder is gedeputeerde G. Veldhuijzen). b. Waar staan we nu? De fase van visie/strategiebepaling De uitgangspunten visie en strategie VTH zijn opgesteld om de discussie hierover met Provinciale Staten te voeren in aanloop naar de ontwerpnota VTH. De notitie beschrijft de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor de uitvoering van de VTH taken door de omgevingsdiensten in de komende vier jaren en zullen in de nota VTH verder worden uitgewerkt. Inhoud De aanscherpingen uit de appendix nota VTH 2010-2013, zoals vertrouwen verdienen en nog meer risicogericht toezicht uitvoeren komen terug in de uitgangspunten bij de visie op vergunningen, toezicht en handhaving en in de uitgangspunten voor provinciaal kader toezicht. Het goede van het huidige beleid wordt behouden en zal -waar de wet- en regelgeving en onderzoeksrapporten- daartoe aanleiding geven worden bijgesteld. 3/5
^^^^^"j^^ De belangrijkste inhoudelijke aanscherpingen ten opzichte van het beleid in de afgelopen vier jaren en in aanvulling op de appendix zijn: het actualiseren van vergunningen moet naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving en bij vergunningen ouder dan 10 jaar; het consequent invulling geven aan het beginsel tot handhaven: altijd een passende interventie bij iedere bevinding; vooruitlopend op de implementatie van Seveso III burgers informeren over de staat van de veiligheid van bedrijven in de directe leefomgeving door toezichtrapporten, handhavingsbesluiten en CIN meldingen in begrijpelijke taal openbaar te maken; afspraken maken met bedrijven, de opdrachtgevers van bedrijven, de certficeerders en andere betrokken partijen over het met elkaar delen en voor elkaar toegankelijk maken van voor de staat van de veiligheid van een bedrijf relevante informatie; toezicht op nazorglocaties gebeurt ook risico gestuurd: het meeste toezicht op locaties met hoge risico's en steekproefsgewijze controle binnen een nog nader te bepalen periode bij locaties met een laag risico. Sturing De door de omgevingsdiensten uit te voeren provinciale VTH taken vallen onder de bestuuriijke verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten. Dit stelt eisen aan hoe wij de rol van opdrachtgever invullen. Belangrijk is om de uitvoering van de provinciale VTH taken (door de omgevingsdiensten) waar wij bevoegd gezag voor zijn te volgen, te monitoren en bij te sturen. De nota VTH is daan/oor het inhoudelijke kader. In de nota VTH zal worden uitgewerkt hoe de provincie invulling zal geven aan haar bestuuriijke verantwoordelijkheid als bevoegd gezag en wat dat betekent voor de opdracht aan de omgevingsdiensten. Voor de omgevingsdiensten is de nota VTH HET uitvoeringskader voor de provinciale taken. Het is niet de bedoeling dat de omgevingsdiensten voor de provinciale taken eigen beleid maken. Bij het maken van beleidsafspraken over de uitvoering van VTH taken met Rijk, OM en andere partners ligt het voortouw bij de provincie als bevoegd gezag. Daarbij vindt er ook jaariijks inhoudelijke afstemming van de (landelijke) prioriteiten en het uitvoeringsprogramma op provinciaal en regionaal niveau plaats. Tussen de provincie en de omgevingsdiensten worden jaariijks afspraken gemaakt over de prioriteiten bij het actualiseren van vergunningen en het uitvoeren van toezicht en handhaving. Deze afspraken worden vastgelegd in het werkplan en 3x per jaar wordt de voortgang hiervan gemonitord. Hoe de provincie kan sturen op de kwaliteit van de uitvoering van de provinciale VTH taken door de omgevingsdiensten zal verder worden uitgewerkt in de nota VTH. In de nota VTH zullen kwaliteitscriteria worden opgenomen, waaraan de omgevingsdiensten moeten voldoen. c. Vervolgprocedure De uitgangspunten zullen worden uitgewerkt tot de ontwerpnota VTH 2014-2017. Daarbij zullen ook de resultaten van de discussie op 18 september worden betrokken. Na vaststelling door GS van het ontwerp, zal het ontwerp ter consultatie aan u worden voorgelegd in de vergadering van uw commissie van 20 november. Vaststelling van de nota door GS zal volgens planning in december 2013 plaatsvinden. 4.5
4. Financiële aspecten (dekking en risico's) De uitgangspunten notitie heeft geen financiële consequenties. Op basis van de uitkomsten van de discussie op 18 september zullen de eventuele financiële consequenties worden doorgerekend bij de ontwerp nota VTH. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon 070-441 73 18 J.M. Grasveld-Beijnen Kamer 5T)