EINDRAPPORT EXPERIMENT NETWERKPARTICIPATIE



Vergelijkbare documenten
Participatie van het netwerk van cliënten; een morele verplichting Vierstroom adviseert familie om actief mee te helpen

Netwerkparticipatie verplichting of verwachting?

Enquête onder de vrijwilligers van de Gemiva-SVG Groep 2010

Hoe waarderen cliënten het wonen in de Domselaer? Uitkomsten van het onderzoek onder bewoners na één jaar wonen in de Domselaer.

NAASTENPARTICIPATIEBELEID ISZ De Brug

Business case Mantelzorg & Familieparticipatie: vragenlijst over baten

Grenzen verkennen: wie heeft er een goed recept?! workshop 14 juni 2016

Mantelzorgbeleid AYA Thuiszorg B.V.

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Rapportage. Cliëntenraden en. Extra bijdragen. AWBZ-instellingen

Werkplan 2018 Regio 9

Verslag Gastouderonderzoek Ziezo B.V.

Verbeterplannen Samenspel mantelzorgers en vrijwilligers Kanidas

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 september 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Mantelzorgbeleid. Mantelzorgbeleid De Gouden Leeuw Groep - mei

Vrijwilligersverenigingen

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

Nieuwsbrief december 2017 Leven zoals je wilt

Kwaliteitsverslag 2017 Verpleeghuiszorg

JAARPLAN HV AFDELING OOST-BRABANT 2017

Onderzoek. Verplegenden en verzorgenden verpleeghuizen

Kwaliteitsjaarplan Locatie Reggersoord 3 en 4 Datum: augustus 2018 concept. Samen aan de slag! Gewoon goede zorg

Cliëntervaringsonderzoek keukentafelgesprek

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Wie of wat bepaalt de kwaliteit van het leven van bewoners in kleinschalig wonen?

Dagbesteding Psychogeriatrie

Wonen met zorg midden in het centrum van Wijchen. St. Jozef. Woonzorgcentrum

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Kom kijken, dan kun je ervaren wat we doen!

Mantelzorgbeleid Stichting Thuiszorg Groot Limburg. Inleiding. 1. Doel

Ontwikkelplan Inzicht in cliëntervaringen

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

ConsumerQuality Index Uitkomsten cliëntenraadpleging Sociale Geriatrie 1 april 2015

Organisatie Verbeter Cyclus

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

Gewoon doen! Ook in 2018! Jaarplan 2018 SVRZ t Gasthuis

informatiebrief raad/commissie

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

WenWearde Dienstverlening voor senioren

Verbeterplannen Samenspel mantelzorgers en vrijwilligers Nazareth

IXELF, jouw geluk dichtbij

Rapport Uitkomsten cao enquête Netwerkbedrijven WENb

Betrokken mantelzorger(s) en/of sociaal netwerk

Resultaten vrijwilligerstevredenheidsonderzoek SZMK 2013

SVRO Ouderenzorg proeft het succes van de Kwaliteit Verbetercyclus

Kleinschalig Wonen bij Vecht en IJssel

Nu ook op mobiel of tablet! quez.movisie.nl. QueZ. Vragen naar zelfregie

Optimale personeelssamenstelling

CQI-Concernrapport Volckaert

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Waar staat onze woongroep voor?

Overzicht vacatures vrijwilligerswerk Attent wonen welzijn zorg. Rhederhof, centrum voor wonen met zorg in Rheden

Het keukentafelgesprek

Mantelzorg- en vrijwilligersbeleid

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Verbeterplannen Woon en leefplezier Fleuriade

Vrijwilligers maken het verschil voor de bewoners van Vilente.

Het vastgestelde huishoudelijk reglement bepaalt in de bijbehorende bijlage het volgende onder de kop:

Bronnen: Toolkit familieparticipatie, Poster goed verbonden, juridische aspecten van informele zorg, invoormantelzorg en exptertisecentrum mantelzorg

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Verbeterplannen Samenspel mantelzorgers en vrijwilligers

Basisarrangement 9. Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9)

ZorgkaartNederland.nl Een bron van informatie, voor uw organisatie én uw toekomstige cliënten. De grootste ervaringssite in de zorg.

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Ambthuis. Wonen Welzijn Zorg en behandeling. Woonzorgcentrum. Appartementen te huur. Groepswonen

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Schutse Zorg Tholen St. Annaland. Cliënten Dagverzorging Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

warme aandacht voor mensen Informatiebrochure Locatie Liefkenshoek - Heteren Locatie De Hoge Hof - Herveld

Mantelzorg bij kleinschalig wonen. Handreiking bij film

De Molenberg. Dagcentrum Woonzorgcentrum Appartementen te huur Verpleeghuis Groepswonen. Wonen Welzijn Zorg en behandeling

CQI-Concernrapport Volckaert

Samen werken aan goede zorg

Quickscan cultuursensitiviteit van organisaties

De heer van Hilten (88),

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

Utrecht, 9 november Geachte heer Van Rijn,

KWALITATIEVE MONITOR

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index

De rol van de mantelzorger samen kunnen we meer. Mantelzorg

Onderzoeksresultaten Marktplaats Duttendel & Wittebrug September 2015 Versie 1.0

Zorgen doen we samen

Mantelzorgbeleid Inovum

Wonen bij Berkenhove. Wonen, welzijn en zorg onder één dak. Wat biedt Berkenhove u? Waar vindt u Berkenhove? Hoe meldt u zich aan?

Frisse-blik-sessie Mantelzorg

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK STEP ZOMER 2008

DEELNEMEN AAN HET ACTIEF NETWERK Nationaal Platform Duurzame Inzetbaarheid - IN ZORG

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Biedt u graag de helpende hand? Word vrijwilliger bij Zorggroep Noordwest-Veluwe

Bijlage - Beschrijving workshops tijdens LOC-Cursussen Medezeggenschap in theorie en praktijk - voorjaar 2018

Activiteiten Jaarverslag 2013

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

De weg naar zinvolle dagbesteding voor mensen met dementie. begeleidingsprogramma voor organisaties die zorg leveren aan mensen met dementie

Voorbij de geraniums. Visiestuk over vitaliteit en vitaliteitscoaching. Paulien Vermunt, Philip Spinhoven en Rudi Westendorp

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

De Meander. Nieuwerkerk aan de IJssel

CQI-Concernrapport Volckaert

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

ZO GEWOON MOGELIJK ZORGVISIE FRANKELANDGROEP

Transcriptie:

EINDRAPPORT EXPERIMENT NETWERKPARTICIPATIE Resultaten, lessen en aanbevelingen van het experiment netwerkparticipatie binnen drie kleinschalige verpleeghuizen van Vierstroom Opdrachtgever Directieteam Vierstroom Jeroen van den Oever, bestuurder Andrea Jaszmann, directeur Wonen met Zorg Projectleider Ewoud Jonker Dock4& Organisatieadvies in Zorg

Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Resultaten experiment... 4 2.1 Verplichting of verwachting?... 4 2.2 Participatie door netwerken van nieuwe cliënten... 5 2.3 Dialogen met medewerkers en netwerken van bestaande cliënten... 5 2.4 In kaart brengen netwerken... 7 2.5 Conclusies vanuit dialogen en ecogrammen... 8 2.6 Welbevinden cliënten... 8 2.7 Scholing... 9 2.8 Tools... 9 3 Communicatie...10 3.1 Communicatie extern...10 3.2 Communicatie intern...10 4 Conclusies en aanbevelingen...11 Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 2

1 Introductie In de zomer van 2012 heeft Jeroen van den Oever, bestuurder van Vierstroom, het thema netwerkparticipatie een nieuwe dimensie gegeven. Met het statement om netwerkparticipatie verplicht te stellen is er een maatschappelijke discussie op gang gekomen over de noodzaak van participatie van familie, vrienden en kennissen van cliënten in verzorgings- en verpleeghuizen. In de visie van Vierstroom volstaat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) voor het bieden van zorg en verpleging aan cliënten, maar schiet de financiering tekort in aanvullende dienstverlening en het geven van persoonlijke aandacht aan cliënten. Definitie netwerkparticipatie Vierstroom wil méér bieden dan kwalitatief verantwoorde zorg. Vierstroom ziet netwerkparticipatie daarom als noodzakelijke aanvulling op het pakket van zorg en behandeling. Netwerkparticipatie heeft geen betrekking op zorgactiviteiten. Het behelst het omzien van familie, vrienden, kennissen naar cliënten van Vierstroom en het gezamenlijk organiseren van activiteiten met een uitstraling naar de groep waar betreffende cliënt verblijft denk aan samen wandelen, koffieschenken, spelletjes doen en koken). Daarmee draagt netwerkparticipatie bij aan een prettig woon- en leefklimaat in verzorgings- en verpleeghuizen en aan een hoog welbevinden. Experiment Vierstroom heeft van november 2012 tot en met juni 2013 het experiment Samenstroom uitgevoerd. Doel was enerzijds om de mogelijkheden tot verplichting voor nieuwe cliënten te onderzoeken. Anderzijds om door de inzet van netwerkparticipatie het welbevinden van cliënten te verbeteren. Het experiment werd uitgevoerd op drie locaties van Vierstroom: Wilgenhoven in Stolwijk, De Westerweeren in Bergambacht en Magnolia in Zoetermeer. In totaal zijn 103 cliënten en netwerken betrokken in het experiment. Interventies Om de gewenste doelstelling te bereiken, zijn binnen het experiment de volgende interventies gepland: 1. Ontwikkelen werkwijze voor nieuwe cliënten; 2. Aangaan van dialogen met medewerkers, cliënten (indien mogelijk) en hun netwerk; 3. In kaart brengen netwerken; 4. Meten welbevinden cliënten; 5. Scholing voor interne ambassadeurs per locatie; 6. Ontwikkelen van tools om samenwerking netwerk en medewerkers te ondersteunen. Begeleidingscommissie Het experiment is begeleid door een commissie die bestaat uit diverse deskundigen: de bestuurder van Aafje Thuiszorg, Huizen en Zorghotels, een oud-wethouder van de gemeente Zoetermeer, de directeur Zorg van Menzis, de directeur van Leyden Academy (tevens hoogleraar LUMC) en de onafhankelijk voorzitter van de Centrale Cliëntenraad van Vierstroom. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 3

2 Resultaten experiment 2.1 Verplichting of verwachting? Essentieel onderdeel van het experiment was het zo vroeg en zo goed mogelijk communiceren van de verwachtingen rond het thema netwerkparticipatie aan nieuwe cliënten en hun netwerk. Binnen Vierstroom is daarvoor een werkwijze ontwikkeld die sinds 1 januari 2013 wordt gehanteerd. Hierin is nagedacht over de vraag in hoeverre het verplicht stellen van netwerkparticipatie kan worden benoemd. Momenteel is er geen juridische basis voor het verplicht stellen van participatie. Vierstroom heeft ervoor gekozen vroegtijdig bij de cliënt en het netwerk aan te geven dat het op de locatie waarvoor de cliënt wordt aangemeld de gewoonte is dat het netwerk minimaal 4 uur in de maand aanwezig is op de woning en actief bijdraagt aan de huiselijkheid. In de experimentperiode zijn 18 nieuwe cliënten ingestroomd. Met alle cliënten en netwerken heeft de klantcoördinator van Vierstroom in een vroeg stadium de verwachtingen rond netwerkparticipatie besproken. Locatie Enthousiasme Voorbeeld(en) Uur per maand Opmerking Netwerk 1 De Westerweeren Ja - Aanwezig in huiskamer - Koffie schenken Netwerk 2 De Westerweeren Ja - Huishoudelijke hulp - Uitstapjes begeleiden Netwerk 3 De Westerweeren Ja - Eten met cliënt - Wandelen met cliënt 16 40 40 Netwerk 4 De Westerweeren Nee n.v.t. n.v.t. Cliënt/familie gekozen voor een andere woon/zorglocatie Netwerk 5 Wilgenhoven Ja - Bezoekt cliënt wekelijks 4 Netwerk 6 Magnolia Ja - Dagelijks aanwezig op locatie 28 Netwerk 7 Magnolia Ja - Kookt wekelijks voor alle 10 cliënten op de woning (en eet mee) Netwerk 8 Magnolia Ja - Komt elk weekend op bezoek 5 Netwerk 9 Magnolia Ja - Koffie zetten en schenken 28 - Tafel dekken - Aanwezig op de woning Netwerk 10 Magnolia Ja - Gezellig samenzijn 4 Netwerk 11 Magnolia Ja 0 Cliënt is pas komen wonen, Vierstroom is in gesprek met familie Netwerk 12 Magnolia Aarzelend - Koken voor alle cliënten op de woning (en mee-eten) 4 Netwerk 13 Magnolia Ja - Wandelen met cliënt 4 Netwerk 14 Magnolia Ja - Komt elke week op bezoek bij cliënt 4 Netwerk 15 Magnolia Aarzelend 0 Er is sprake van verstoorde familierelaties. Vierstroom onderzoekt wenselijkheid alternatief netwerk. Netwerk 16 Magnolia Ja - Komt wekelijks op bezoek - Koffie drinken 4 Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 4

Netwerk 17 Magnolia Ja - Is dagelijks aanwezig op de 28 woning - Koffie drinken Netwerk 18 Magnolia Ja - Komt wekelijks op bezoek 4 Tabel 1: nieuwe cliënten en netwerkparticipatie 2.2 Participatie door netwerken van nieuwe cliënten Uit de cijfers in de tabel blijkt dat 83% van de netwerken van nieuwe cliënten (15 van de 18) in een vroeg stadium enthousiast reageert op het verzoek tot participatie. Twee netwerken kenden aarzelingen (11%) om te participeren. Eén netwerk (van de 18) heeft op basis van het verzoek tot participatie gekozen voor een andere woonzorglocatie voor hun naaste. Dit is een zeer interessante casus omdat er geen sprake was van een verplichting. De cliënt/het netwerk heeft er vanwege het actieve beroep van Vierstroom op participatie zelf voor gekozen een andere locatie te zoeken. Er zijn dus 17 cliënten daadwerkelijk komen wonen bij Vierstroom. Wanneer wordt gekeken naar participatie in de praktijk binnen deze groep, blijkt dat op dit moment (juni 2013) 15 van de 17 cliënten (88%) 4 uur of meer participeren. In deze groep zijn 3 netwerken 28 uur per maand aanwezig en participeren 2 netwerken 40 uur per maand (een dag in de week). Alle netwerken participeren gezamenlijk 219 uur per maand. De gemiddelde participatie is 12,2 uur per maand per netwerk. Twee van de 17 netwerken (12%) van nieuwe cliënten participeren (nog) niet: In één situatie is er sprake van een verstoorde familierelatie en was het netwerk al niet enthousiast over participatie. Vanwege de kwetsbaarheid van de situatie, onderzoekt Vierstroom in hoeverre een alternatief netwerk - met bijvoorbeeld vrijwilligers - gewenst is. In het tweede geval is er sprake van een recente verhuizing van een cliënt naar Vierstroom. Het netwerk is enthousiast om te participeren, maar participatie vormt nog een onderwerp van gesprek tussen Vierstroom en het netwerk. 2.3 Dialogen met medewerkers en netwerken van bestaande cliënten De projectgroep netwerkparticipatie van Vierstroom is in gesprek gegaan met netwerken (families) van bestaande cliënten en met medewerkers om door te praten over beelden en verwachtingen rondom participatie. Als input voor de dialogen hebben de locatiemanagers van Wilgenhoven, De Westerweeren en Magnolia hun zelfbeeld bepaald aan de hand van ambities op het gebied van netwerkparticipatie: kwaliteit van leven van de cliënt (passende activiteiten, huiselijke sfeer); kwaliteit van zorgverleners (toegerust in samenwerken, netwerk uitnodigen); kwaliteit van het netwerk (weet wat het kan doen voor de cliënt en voor medebewoners); ondersteuning en communicatie (praktische tools en duidelijke afspraken). Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 5

Uit de dialogen bleek dat medewerkers én families/netwerken heel positief staan tegenover netwerkparticipatie. Dit heeft geleid tot betere afspraken, bijvoorbeeld over de spreiding van aanwezigheid van netwerken over de week. Ook bestond er een aantal mitsen en maren. Netwerkparticipatie is spannend voor zorgmedewerkers en familie. Het blijkt belangrijk om Het onderwerp sleutelbeheer is in de dialogen flink aan onderling goed te communiceren en duidelijk grenzen te bod gekomen. Als instelling beschikt Vierstroom over het stellen. Ook bevestigen de dialogen het beeld dat er al beheer en de uitgifte van sleutels. Het netwerk moet veel gebeurt; veel netwerken dragen meerdere dagen per daarom in sommige gevallen aanbellen of aankloppen week hun steentje bij. Het is van belang om de intrinsieke om binnen te komen. Vierstroom wil onderzoeken in motivatie van het netwerk aan te spreken en te hoeverre sleutels kunnen worden vrijgegeven aan onderzoeken waarom sommige netwerken nog niet cliënten en hun netwerk om de drempel om te komen en participeren. Ook moet er aandacht zijn voor persoonlijke te participeren zo laag mogelijk te maken. situaties; niet alle bewoners zitten te wachten op meer aandacht en activiteiten. Vrijwel iedereen is ervan overtuigd dat als medewerkers mensen uit het netwerk actief uitnodigen en het netwerk zelf initiatief neemt, er een bloeiende samenwerking op gang komt. De dialogen zijn een belangrijke stap in het veranderen van de zienswijze van betrokken familieleden. Dankzij de dialogen zijn er veel concrete ideeën ontstaan: paaseieren verven, genieten van een borrel en bitterballen met bewoners, een muziekmiddag verzorgen, etc. Naast de dialogen zijn er informatieavonden voor vrijwilligers gehouden waarop de visie op netwerkparticipatie is gepresenteerd. Concreet vervolg op de dialogen had betrekking op het regelen van een agenda en bord waarop de aanwezigheid van het netwerk kan worden aangegeven. Ook is er een structureel vervolg aan de huiskamergesprekken gegeven. De methodiek van het voeren van dialogen leidt tot betere communicatie. Het blijkt bovendien een goede methode te zijn om de zienswijze van het netwerk op het gebied van participatie te beïnvloeden en concreet vorm te geven aan samenwerking. Een goede dialoog haalt veel misverstanden uit de lucht. Voorbeeld: mag ik als zoon van mevrouw Jansen zomaar de huiskamer inlopen en koffie inschenken voor aanwezigen? Ja! Opkomst dialogen Op de drie (experiment)locaties woonden tijdens de experimentperiode 85 cliënten. Van de 85 beoogde netwerken zijn er 44 (52%) aanwezig geweest bij de dialogen. Deelname aan de dialogen kan worden gezien als indicator voor de mate waarin netwerkparticipatie leeft onder netwerken. Van de 41 afwezige netwerken (48%) bleek in maart 2013 dat er 32 netwerken zonder afmelding afwezig waren. Deze netwerken kunnen worden aangeduid als niet-geïnteresseerd omdat ze niet hebben gereageerd op meerdere verzoeken vanuit Vierstroom. De netwerken die het betreft zijn in de periode maart tot en met mei 2013 nogmaals actief benaderd; zowel per mail als door middel van telefonisch onderzoek. Met 15 netwerken is na herhaalde pogingen uiteindelijk contact geweest. Redenen van hun afwezigheid zijn: geen mail ontvangen (5x), drukte thuis (5x), geen interesse (2x), ziekte (2x) en belangrijkheid niet goed ingeschat (1x). De uiteindelijke informatie over de opkomst bij de dialogen is als volgt weer te geven: De Westerweeren Wilgenhoven Magnolia Totaal Aantal cliënten 29 28 28 85 Aanwezig bij dialoog 15 (52%) 12 (43%) 17 (61%) 44 (52%) Afwezig 14 (48%) 16 (57%) 11 (39%) 41 (48%) Afwezig zonder afmelding 5 (17%) 9 (32%) 3 (11%) 17 (41%) Tabel 2: opkomst dialogen Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 6

De opkomst van netwerken bij de dialoog was in de stad Zoetermeer (Magnolia) hoger dan in de Krimpenerwaard (De Westerweeren en Wilgenhoven). Een mogelijke verklaring voor de hoge opkomst bij de dialogen in Magnolia is het feit dat hier sprake is van veel families die actief een platform zoeken om het gesprek met Vierstroom aan te gaan over diverse zaken. De lage opkomst in de Krimpenerwaard kan mogelijk worden verklaard door de sterke lokale sociale cohesie (dankzij bijvoorbeeld kerkgenootschappen en een actief verenigingsleven). Daarbij hoort een grote aanwezigheid van vrijwilligers die bij netwerken de indruk kan wekken dat participatie niet zo nodig is. 2.4 In kaart brengen netwerken Vierstroom heeft alle netwerken uitgenodigd om een ecogram in te vullen. Een ecogram is een instrument - ontwikkeld door Vilans - waarmee op een overzichtelijke manier het netwerk van een cliënt in kaart kan worden gebracht. Hierbij kan de aard en de intensiteit van de relatie tussen een cliënt en iemand uit het netwerk worden aangegeven. Het ecogram is ingevuld door 49 netwerken (58%). In het experiment is aan de hand van de ecogrammen een analyse van de omvang en sterkte van de netwerken gemaakt. Daaruit blijkt dat ongeveer 1 op de 7 netwerken (13%) kwetsbaar is wat betreft omvang. Deze netwerken vormen een punt van aandacht voor Vierstroom. Het inschakelen van vrijwilligers kan hier mogelijk soelaas bieden. Onderstaande tabel laat de cijfers per (experiment)locatie zien. Figuur 1: ecogram ( Vilans) De Westerweeren Wilgenhoven Magnolia Totaal Aantal cliënten 29 28 28 85 Aantal netwerken dat een ecogram heeft ingevuld Aantal netwerken dat geen ecogram heeft ingevuld Tabel 3: ingevulde ecogrammen 20 (69%) 17 (61%) 12 (43%) 49 (58%) 9 (31%) 11 (39%) 16 (57%) 36 (42%) Opvallende zaken Wat opvalt is dat in een dorpse omgeving - De Westerweeren en Wilgenhoven - verreweg de meeste netwerken een ecogram hebben ingevuld (69% en 61%). Op deze locaties was vrij snel duidelijk wat er met het ecogram werd bedoeld. In Magnolia gelegen in de stad Zoetermeer - heeft uiteindelijk 43% van de netwerken een ecogram gemaakt. Reden is dat het hier meer moeite kostte om het ecogram en de bijbehorende instructies helder te communiceren. Het streven is dat alle cliënten over een ecogram beschikken, zodat voor iedereen de omvang en de sterkte van het netwerk in kaart kan worden gebracht. Een advies is om het ecogram al bij cliënten in de thuissituatie (thuiszorg) te gebruiken. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 7

2.5 Conclusies vanuit dialogen en ecogrammen Het bereik van de dialoog via het ecogram en via de nabelronde is 86% - 73 netwerken van bestaande cliënten. Aan het slot van het experiment blijkt dat er 5 netwerken zijn die expliciet negatief staan tegenover netwerkparticipatie. Dit komt neer op 6% van het totaal aantal netwerken van bestaande cliënten. Daarnaast is er een groep van 12 netwerken (14%) die consequent niet reageert op verzoeken vanuit Vierstroom. Er wordt vanuit gegaan dat deze groep op z n minst geen enthousiasme heeft voor het onderwerp netwerkparticipatie. Samenvattend valt te stellen dat van de netwerken van huidige cliënten: 80% positief staat tegenover netwerkparticipatie; 14% nergens op reageert (aanname; netwerk is negatief); 6% uitgesproken negatief is. De cijfers zijn als volgt verdeeld over de locaties: De Westerweeren Wilgenhoven Magnolia Totaal Aantal cliënten 29 28 28 85 Aantal netwerken dat niet aanwezig was 3 (10%) 4 (14%) 5 (18%) 12 (14%) (zonder afmelding), geen ecogram heeft ingevuld en in de nabelronde niet is bereikt Aantal expliciet negatieve cliënten 1 (3%) 4 (14%) 0 (0%) 5 (6%) Tabel 4: netwerken die zich afzijdig houden en / of negatief zijn Uit de resultaten blijkt dat het aantal afwezige netwerken die geen reden hebben opgegeven, geen ecogram hebben ingevuld én via de nabelronde niet bereikt zijn, vrij constant is als wordt gekeken naar de 3 locaties. Het aantal expliciet negatieve reacties is in Wilgenhoven het hoogst. Dit is geen verrassing en heeft te maken met het feit dat binnen Wilgenhoven een klein aantal families vanuit het verleden onvrede heeft over de gang van zaken binnen de locatie. Een bekend fenomeen, maar met een negatieve invloed op de beeldvorming rond netwerkparticipatie. 2.6 Welbevinden cliënten Vierstroom hanteert in het experiment de aanname dat het inzetten van meer netwerkparticipatie leidt tot een hoger welbevinden van cliënten. Om dit te kunnen meten, is tijdens het experiment de stemming van bewoners bijgehouden. Op twee momenten per dag gaven verzorgenden op basis van hun indruk aan of een rode smiley of groene smiley van toepassing is op de stemming van een bewoner. De ontwikkeling van het welbevinden van cliënten is weergegeven in figuur 2. Te constateren valt dat in de experimentperiode waarin er duidelijk meer aandacht was voor netwerkparticipatie het welbevinden van cliënten is verbeterd. Medio april is er een stijging waar te nemen. In die periode vonden veel activiteiten plaats. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 8

Figuur 2: welbevinden cliënten 2.7 Scholing Vierstroom heeft een aantal verzorgenden en activiteitencoaches gevraagd om de rol van interne ambassadeur op zich te nemen. Een interne ambassadeur coacht vanuit visie en enthousiasme collega s op het gebied van het stimuleren en uitvoeren van netwerkparticipatie. Om de ambassadeurs in hun kracht te zetten, heeft Vierstroom hen binnen het experiment een training aangeboden. De training was gericht op het uitdragen van de visie van Vierstroom op netwerkparticipatie, op het coachen van collega s bij het bevorderen van participatie en op het omgaan met weerstanden bij collega s en netwerken. De training heeft geresulteerd in inzicht in mogelijkheden om netwerkparticipatie te bevorderen. De training is door deelnemers als plezierig en leerzaam ervaren. Naast deze train-de-ambassadeur aanpak heeft er geen scholing plaatsgevonden. Netwerkparticipatie krijgt vorm door er in de praktijk aan te werken; met collega s, cliënten en hun netwerk. In de nabije toekomst worden de interne ambassadeurs formeel teamrolhouders netwerkparticipatie. Zij gaan in dat verband periodiek bij elkaar komen om ervaringen te delen en beleid te ontwikkelen. 2.8 Tools Met de inzet van Familienet (www.hetfamilienet.nl) heeft het netwerk zelf een hulpmiddel in handen gekregen om de communicatie met de cliënt en met verzorgenden te verbeteren. Van de 85 bewoners hebben in mei 2013 60 netwerken (71%) een persoonlijke pagina aangemaakt waarop het netwerk en verzorgenden met elkaar communiceren over leuke dingen en wederzijds foto s posten. Er is expliciet afgesproken om het op Familienet niet te hebben over zorginhoudelijke (privacygevoelige) zaken. Dit sluit aan bij de visie dat netwerkparticipatie gaat over het welzijn. Zorginhoudelijke registratie vindt plaats in het elektronisch cliëntdossier (ECD). Het gebruik van Familienet is als volgt over de locaties verdeeld: Magnolia: 79% De Westerweeren: 59% Wilgenhoven: 75% Zowel medewerkers als families/netwerken zijn enthousiast over Familienet. Op alle woningen ligt ter ondersteuning een ipad. De funfactor blijkt erg belangrijk in het stimuleren van digitale communicatie. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 9

3 Communicatie 3.1 Communicatie extern Binnen het experiment zijn meerdere resultaten op het gebied van externe communicatie gerealiseerd: Standaardpresentatie met visie van Vierstroom op netwerkparticipatie. Beeldbank met foto s die een indruk geven van netwerkparticipatie. Standaard foldertekst die duidelijk maakt welke visie Vierstroom heeft op netwerkparticipatie - méér bieden, netwerkparticipatie als gewoonte - en welke uitnodiging wordt gedaan aan familie en netwerk; samen met medewerker van Vierstroom bespreken wat het netwerk kan en wil betekenen binnen de woonlocatie. Communicatieplan met planning en veel gestelde vragen en antwoorden. Medio mei 2013 heeft KRO s Brandpunt een reportage gemaakt over Netwerkparticipatie. Begin juli 2013 brengt de staatssecretaris van VWS een werkbezoek aan een van de bij het experiment betrokken woonlocaties van Vierstroom. Daarnaast hebben media als Trouw en Zorgvisie interesse om verslag te doen van de resultaten van het experiment netwerkparticipatie. Externe stakeholders - zoals VWS, Vilans, V&VN en de zorgkantoren hebben veel aandacht voor de wijze waarop Vierstroom netwerkparticipatie heeft benaderd. Vierstroom merkt eveneens dat collega-zorgaanbieders interesse hebben in de ervaringen op het gebied van netwerkparticipatie. 3.2 Communicatie intern De resultaten en lessen van het experiment worden in de zomer van 2013 gedeeld met medewerkers van Vierstroom. Daarnaast vindt er een kennisdeling plaats tussen de drie experimentlocaties. Er wordt een themabijeenkomst gepland voor medewerkers van de drie experimentlocaties om ervaringen met elkaar uit te wisselen en aanbevelingen te formuleren voor de verdere uitrol. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 10

4 Conclusies en aanbevelingen Vierstroom heeft zich in het experiment netwerkparticipatie gericht op het bevorderen van participatie van netwerken van nieuwe cliënten. In dit opzicht is het experiment geslaagd; 15 van de 17 netwerken van nieuwe cliënten (88%) participeert 4 uur per maand of (veel) meer. Een verplichting was niet aan de orde. Op basis van de boodschap op de locatie waarvoor de cliënt wordt aangemeld is het de gewoonte dat het netwerk minimaal 4 uur in de maand aanwezig is op de woning en actief bijdraagt aan de huiselijkheid heeft één netwerk op eigen initiatief gekozen voor een andere woonzorglocatie. Voor wat betreft de twee netwerken die (nog) niet participeren (12%) geldt dat in één geval het netwerk te kwetsbaar is en in het tweede geval de tijd tussen verhuizing van de cliënt en opstellen van dit rapport te kort was om concrete afspraken te maken. Algemene bevindingen Veel interventies in het experiment waren gericht op bestaande cliënten en hun netwerk vanuit het besef dat participatie door nieuwe netwerken gewoon wordt als de heersende cultuur op een locatie wordt gekenmerkt door netwerkparticipatie als gemeengoed. Zoals de resultaten duidelijk maken, heeft het experiment geleid tot positieve effecten bij cliënten, netwerken en medewerkers. Dankzij de inzet van dialogen, het ecogram en de nabelactie zijn meer netwerken betrokken dan voorheen. Het succes van het experiment wordt eveneens bepaald door het antwoord op de vraag of het welbevinden van cliënten als gevolg van netwerkparticipatie is toegenomen. Zoals uit paragraaf 2.4 blijkt, is er een stijging van het welbevinden waar te nemen. Aantoonbaar is eveneens dat er in die periode veel aandacht is geweest voor netwerkparticipatie. Dit kreeg vorm door concrete activiteiten. Concrete resultaten Concreet zijn de volgende resultaten geboekt: De dialogen bleken een uitermate prettige wijze van opstarten van communicatie en samenwerking met netwerken en hebben geleid tot meer cohesie tussen medewerkers onderling en tussen medewerkers en netwerken. Het ecogram is een handig instrument om zicht te krijgen op de omvang en sterkte van het netwerk. Tijdens het experiment is de werkwijze van het instrument vereenvoudigd. De inzet van Familienet als online tool bleek een schot in de roos. Dit initiatief is door medewerkers en netwerk enthousiast opgepakt, hetgeen leidt tot een intensief gebruik van de applicatie. De scholing van interne ambassadeurs / teamrolhouders was effectief. Aanbevelingen Er is een aantal aanbevelingen voor het experiment te benoemen: Projectmatige scope: een experiment op drie locaties bleek erg (tijds)intensief. Voor een beheersbaar experiment zou het goed zijn maximaal twee locaties aan te wijzen. Leiderschap en voorbeeldgedrag van het locatiemanagement zijn zeer belangrijk; hoe meer het thema netwerkparticipatie leeft bij de locatiemanager, hoe enthousiaster medewerkers zijn over participatie van familie en hoe constructiever de samenwerkingis met familie van cliënten. Vanuit de dialogen ontstaat een positief beeld van de waardering die medewerkers hebben voor netwerkparticipatie. Dit blijft echter bij een beeld. Aanbevolen wordt om in een volgend experiment de tevredenheid van medewerkers te meten. Het is van belang om in een zo vroeg mogelijk stadium aandacht te hebben voor de dagelijkse praktijk, door ambassadeurs te scholen, de inzet van Familienet te bevorderen en te sturen op concrete activiteiten. De rollen van de relatiebeheerder (nieuwe instroom) en de eerst verantwoordelijke verzorgende (EVV er) in het maken van afspraken met netwerken zijn van cruciaal belang. De ondersteunende faciliteiten moeten op orde zijn voordat kan worden gestart met een experiment netwerkparticipatie. Dit betekent bijvoorbeeld concreet dat er op alle woningen een ipad moet liggen om digitale communicatie te ondersteunen. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 11

Advies De projectgroep adviseert op basis van de resultaten om de interventies die succesvol zijn gebleken uit te rollen naar andere Vierstroom locaties. Uiteraard met aandacht voor de in dit rapport gedane aanbevelingen. Eindrapport experiment Netwerkparticipatie juli 2013 12