Avans Hogeschool, s-hertogenbosch Opleidingen hbo-bachelors: Bedrijfseconomie (voltijd/deeltijd) Accountancy (voltijd) Croho: 34401 en 34406



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Christelijke Hogeschool Windesheim

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Teamscan op accreditatiewaardigheid

AVANS Hogeschool, Breda

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

AVANS Hogeschool, Tilburg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Christelijke Hogeschool Windesheim

Fontys Hogescholen, Eindhoven

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool Arnhem Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Avans Hogeschool, Breda

AVANS Hogeschool, Breda

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Fontys Hogeschool Eindhoven

Implementatie - en overgangsregeling CEA eindtermen Inleiding

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Visitatiedatum: 11 september 2007

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Avans Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool, Breda

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Fontys Hogeschool, Venlo

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

Hogeschool HBO Nederland

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool Zeeland. Opleiding: Management Economie en Recht hbo-bachelor Locatie: Vlissingen en Terneuzen Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Naar een nieuw opleidingsmodel voor de Bachelor Accountancy

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam. Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) (BE), (FSM)

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Hogeschool Zuyd, Sitard

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

BASISGGEVENS. Naam Functie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Avans Hogeschool, Breda

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

AVANS Hogeschool, Academie voor Marketing, s-hertogenbosch

AVANS Hogeschool, locatie Breda

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

NSE: Van vraag naar verbetering

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Hanzehogeschool Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hanzehogeschool Groningen

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Transcriptie:

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch Opleidingen hbo-bachelors: Bedrijfseconomie (voltijd/deeltijd) Accountancy (voltijd) Croho: 34401 en 34406 Visitatiedatum: 24 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

2/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 10 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 32 Onderwerp 4 Voorzieningen 35 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 38 Onderwerp 6 Resultaten 41 Deel C: Bijlagen 45 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 46 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 53 Bijlage 3: Bezoekprogramma 57 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 3/59

4/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 5/59

6/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Onderwerpen 1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleidingen Bedrijfseconomie (BE voltijd en deeltijd, croho 34401) en Accountancy (AC voltijd, croho 34406) heeft onderzocht van Avans Hogeschool, locatie s-hertogenbosch. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleidingen gevisiteerd op 24 mei 2007. Het panel bestond uit: De heer drs. D.W. Righters MBA (dagvoorzitter, domeinpanellid BE); De heer J.C. Vos RA (domeinpanellid AC); De heer drs. J. de Beuze AA (domeinpanellid AC); De heer J. Schueler (studentpanellid); Mevrouw ir. M. Dekker-Joziasse (NQA-auditor). Het panel is gedurende het visitatietraject ondersteund door mevrouw M. Snel (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het panel voldoet aan de eisen van het werkveld (commissie eindtermen accountancy: een goedgekeurde lijst van namen van inhoudsdeskundigen). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleidingen op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 7/59

1.2 Inleiding De opleidingen BE en AC van Avans Hogeschool te s-hertogenbosch vormen samen de Academie voor Financieel Management (AFM), één van de 19 academies van Avans Hogeschool. Avans Hogeschool verzorgt in totaal circa 40 opleidingen, telt 18.000 studenten en 1800 medewerkers. Naast de reguliere opleidingen verzorgt Avans Hogeschool ook (boven)regionale contractactiviteiten, post hbo-opleidingen, master opleidingen, bedrijfsspecifieke cursussen en opleidingen met dubbeldiplomering. Avans Hogeschool telt 18 lectoraten. De Hogeschool heeft als missie: een topinstituut zijn dat toekomstige beroepsbeoefenaren opleidt tot excellente professionals, die zichzelf en hun beroep voortdurend blijven ontwikkelen. Daarnaast willen we voor specifieke bedrijven en organisaties een vanzelfsprekende partner zijn in het ontwikkelen en delen van kennis. Deze missie is uitgewerkt in de businessplannen van AFM: toonaangevende opleiding voor (praktijkgerichte) bedrijfseconomen en (aankomende) accountants. AFM wil (kennis)partner zijn voor circa 20 regionale bedrijven die een (mee)bepalende rol spelen in de manier waarop haar studenten zich kwalificeren voor hun professionele bijdrage aan het beroepenveld (Businessplan 2006 Academie voor Financieel Management). De opleidingen BE en AC zijn nauw verwant en maken onderdeel uit van het domein Economics. Om de verwantschap te benadrukken zijn in 2004-2005 acht kenmerkende domeincompetenties geformuleerd op basis van de landelijke opleidingskwalificaties. De opleiding AC is in 2001 gestart. De ontwikkeling van de opleiding heeft plaatsgevonden in samenwerking met een vertegenwoordiger uit het AC- beroepenveld. De AC opleiding telt in 2006-2007 134 studenten. De opleiding BE heeft een veel langere historie, zij bestaat sinds 1982 en telt in 2006-2007 334 voltijd en 76 deeltijd studenten. Aangezien vrijwel alle docenten zowel bij AC als BE worden ingezet, is een uitsplitsing moeilijk te maken naar formatieomvang tussen BE en AC. Voor de AFM geldt dat er in totaal in 2006-2007 544 studenten stonden ingeschreven en dat het onderwijs werd verzorgd door 24 docenten met een gezamenlijke arbeidstijdomvang van 19,46 fte. Per 1 februari 2007 wordt het onderwijs verzorgd door 26 docenten (20,9 fte). Daarmee komt het student/fte-ratio op 26:1. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleidingen door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van de domeinspecifieke referentiekaders dat voor de opleidingen geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor de zelfevaluatierapporten gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens 8/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

bereiden de panelleden zich in de april en mei 2007 inhoudelijk voor op het bezoek op 24 mei 2007. Zij bestudeerden de zelfevaluatierapporten (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleidingen hebben in hun zelfevaluatierapporten kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiezen. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen de domeinspecifieke kaders (en de opleidingsprogramma s) zijn gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Door de nauwe verwantschap tussen beide opleidingen is er voor gekozen de gesprekken te combineren voor beide opleidingen. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel het ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de dagvoorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleidingen is beoordeeld. Met dit rapport kunnen de opleidingen accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleidingen hebben in september 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in september 2007 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in oktober 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 9/59

1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk is gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Aan de drie facetten is bij beide opleidingen het oordeel goed toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. 1.5.2 Programma Aan vijf facetten is bij beide opleidingen het oordeel goed toegekend. Facet 2.6 is beoordeeld als voldaan. De facetten 2.5 en 2.8 zijn beoordeeld met een voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel De drie facetten ontvangen voor beide opleidingen het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen De opleidingen ontvangen voor beide facetten het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg De opleidingen ontvangen voor alle drie facetten het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. 10/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

1.5.6 Resultaten De deeltijdopleiding BE ontvangt voor beide facetten het oordeel voldoende. De voltijdopleidingen BE en AC ontvangen voor het facet Gerealiseerd niveau het oordeel voldoende en voor het facet Onderwijsrendement het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleidingen derhalve positief. Onderwerp/Facet Varianten BE Voltijd BE Deeltijd AC Voltijd Locaties Den Bosch Den Bosch Den Bosch Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Goed Goed 1.2 Niveau bachelor Goed Goed Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed Goed Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Goed Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Goed Goed 2.4 Studielast Goed Goed Goed 2.5 Instroom Voldoende Voldoende Voldoende 2.6 Duur Voldaan Voldaan Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Goed Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Goed Goed Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed Goed Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed Goed Goed 4.2 Studiebegeleiding Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed Goed Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed Goed Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende Voldoende Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Goed Voldoende Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleidingen op de zes onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over beide opleidingen positief is. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 11/59

12/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Deel B: Facetten NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 13/59

14/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen BE goed AC goed Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De oordelen worden als volgt beargumenteerd: De opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy hebben zich gecommitteerd aan de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen 1. Beide opleidingsprofielen zijn tot stand gekomen in dialoog met en gevalideerd door vertegenwoordigers van het relevante beroepenveld. De opleidingen in s-hertogenbosch profileren zich ten opzichte van andere BE en AC opleidingen in Nederland door specifieke aandacht voor ERP 2, ethiek, milieurecht en gerichtheid op het MKB. Het panel heeft in de gesprekken met management, docenten en werkveldvertegenwoordigers geconstateerd dat de opleiding voor de ontwikkeling van de curricula BE en AC structureel gebruik maakt van contacten met het werkveld en alumni. Beide opleidingen hebben een vergelijking gemaakt tussen de gehanteerde eindkwalificaties met het inhoudelijke raamwerk dat door de Quality Assurance Agency (QAA) is opgesteld voor bachelor- en masteropleidingen op het gebied van Accounting in het Verenigd Koninkrijk (Vergelijking subject benchmark statement accounting competenties AC en BE, 2007). Daaruit blijkt dat de competenties overeenkomen met QAA competenties. Wat betreft internationalisering is een kleinschalig benchmark onderzoek uitgevoerd met andere hogescholen (Notitie Internationalisering bij AFM, 2006). Met de uitkomsten kijkt men of en hoe er meer aandacht kan worden gegeven aan Engelse taalvaardigheid, internationale mobiliteit van studenten en contacten met internationale of internationaal opererende bedrijven. Bedrijfseconomie De opleiding Bedrijfseconomie is gebaseerd op het landelijke Beroeps- en Opleidingsprofiel van de hbo-opleiding Bedrijfseconomie 3 (LOB 4, 1999) dat tot stand is gekomen in dialoog met en onder validatie van vertegenwoordigers uit het werkveld, bijvoorbeeld vanuit bedrijven als Philips, DSM, ABP, Telecom, de Belastingdienst en het Centraal Instituut Midden en Kleinbedrijf. 1 De opleiding zal deze documenten toevoegen aan de accreditatieaanvraag. 2 ERP: Enterprise Resource Planning 3 De opleiding levert deze digitaal aan bij het aanvraagdossier 4 LOB Landelijk Overleg Bedrijfseconomie Opleidingen NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 15/59

In deze profielen is het competentieprofiel van de bedrijfseconoom uitgewerkt. Hierin staan drie soorten competenties centraal: a. Beroepsspecifieke competenties, b. Algemene competenties en c. Reflectieve en gedragscompetenties (vermeld in Opleidingskader Bedrijfseconomie, 2007). In totaal betreft het 39 beroepsspecifieke competenties. De opleiding heeft in 1999 de 39 competenties uitgewerkt in 250 deelcompetenties. Op advies van het regionale bedrijfsleven is een verdieping gemaakt op de deelcompetenties marketing, ethiek, milieurecht, ERP en HRM (Competenties opleiding BE Hogeschool s-hertogenbosch, 1999), conform regionale setting. Het huidige onderwijs is grotendeels gebaseerd op de 39 landelijke BE competenties. Er wordt al wel geanticipeerd op de domeincompetenties van het domein Economics (Domeincompetenties en Illustraties Economics 5, 2005). De opleiding heeft daartoe in november 2004 een vergelijking opgesteld tussen de oude beroepscompetenties en de nieuwe domeincompetenties. Daarnaast is er een koppeling gemaakt tussen de leerdoelen van de onderwijseenheden van de voltijdopleiding en de domeincompetenties. De afstemming met de arbeidsmarkt en de betrokkenheid bij de ontwikkeling van het beroepsprofiel is belegd via de beroepenveldcommissie (Beroepenveldcommissie AFM, juli 2006). Dit blijkt uit de notulen van de Beroepenveldcommissie. Op het gebied van internationalisering heeft de opleiding in 2000 een behoefteonderzoek laten doen. Op grond hiervan worden vooral kwaliteitseisen gesteld aan de beheersing van de Engelse taal. De ontwikkeling van competenties op het gebied van samenwerking in internationale teams of kennis van buitenlandse culturen wordt gezien als een pré. In mei 2004 is de eerste versie verschenen van de domeincompetenties van de Bachelor of Economics. In december 2005 is een tweede, meer uitgewerkte versie gepubliceerd (Domeincompetenties en Illustraties Economics, 2005). De domeincompetenties van de Bachelor of Economics vormen de basis van de in ontwikkeling zijnde nieuwe bacheloropleiding Economics, die gestart zal worden met het studiejaar 2007-2008. Accountancy Het beroeps- en opleidingsprofiel betreft de ongedifferentieerde bacheloropleiding Accountancy. De eindkwalificaties sluiten zowel aan op het beroep van de RA accountant als op het beroep van de AA accountant. De opleiding AC Avans Hogeschool s-hertogenbosch is erkend als theoretische AA-opleiding op basis van een deelverklaring van gelijkwaardigheid en als gefaciliteerde RA-vooropleiding. De opleiding participeert in het landelijke AC-scholenoverleg ten behoeve van de afspraken over het landelijke opleidingsprofiel en de opleidingskwalificaties. Binnen dit overleg is vastgesteld de nota De Bachelor Accountancy, Beroeps- en Opleidingsprofiel 5 Bron: website hbo-raad.nl 16/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

voor de hbo-opleiding Accountancy (1999) met het bijbehorende Model voor competentiegericht onderwijs voor bacheloropleidingen Accountancy (2002) 6. De opleidingsprofielen zijn afgestemd met de beroepsorganisaties NOvAA (Nederlandse orde van Accountants-Administratieconsulenten) en NIVRA (Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants). De eindkwalificaties van de bacheloropleiding Accountancy richten zich zowel op de controlepraktijk als op de advisering en administratieve dienstverlening in het middenen kleinbedrijf en zijn vastgelegd in 32 competenties die betrekking hebben op: o uitvoerende taken - de accountant als beginnend beroepsbeoefenaar op de gebieden controle, administratieve dienstverlening, fiscaliteit en advisering; o organisatietaken - de accountant als medewerker van een beroepsorganisatie; o beroepsontwikkelingstaken - de accountant als lid van een beroepsgroep. De opleidingsspecifieke profilering komt tot uiting in de regiospecifieke inkleuring van de competenties inzake aspecten van bedrijfseconomie ( de Bossche accountant is tevens een goede bedrijfseconoom ) en door de benoeming van acht gedragscompetenties (Opleidingskader Accountancy, 2007): resultaatgerichtheid, klantgerichtheid, organisatiegerichtheid, communicatie, zelfkennis, zelfregulatie, reflectie-in-actie en gerichtheid op de omgeving. Het toezicht op de uitvoering van de Wet RA en de Wet AA is vanaf 1 oktober 2006 - sinds de Wet Toezicht Accountantsorganisaties van kracht is geworden - belegd bij de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA). Deze commissie is belast met de vaststelling van de eindtermen van de accountantsopleidingen (RA en AA), de aanwijzing van en het toezicht op accountantsopleidingen en het toezicht op de praktijkstage. Het panel constateert in de gesprekken dat de opleiding goed op de hoogte is van ontwikkeling bij het CEA en daarop anticipeert. De opleiding ontwikkelt momenteel een nieuw curriculum op basis van de landelijke domeincompetenties voor de Bachelor of Economics 7 (Domeincompetenties Bachelor of Economics, 2004 en Domeincompetenties en Illustraties Economics, 2005). In het huidige onderwijs is geanticipeerd op de domeincompetenties door in 2004 een vergelijking te maken van de oude beroepscompetenties met de nieuwe domeincompetenties en doordat een koppeling is gemaakt tussen de leerdoelen van de onderwijseenheden en de domeincompetenties. Het regionale werkveld is via de Beroepenveldcommissie betrokken bij de inrichting van het competentiegerichte curriculum (Opleidingskader Accountancy, 2007, notulen Beroepenveldcommissie AFM, juli 2006). 6 De opleiding levert deze digitaal/hard copy aan bij het aanvraagdossier 7 Bron: website hbo-raad.nl NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 17/59

Facet 1.2 Niveau bachelor BE goed AC goed Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. De oordelen worden als volgt beargumenteerd: De opleidingen hebben de eindkwalificaties getoetst aan de Dublindescriptoren om het hbo-bachelorniveau van de eindkwalificaties aan te tonen (Dublindescriptoren in relatie tot competenties en fasen AC, 2006 en Dublindescriptoren in relatie tot competenties en fasen BE, 2006). In deze matrices is helder weergegeven hoe de Dublindescriptoren zijn gekoppeld aan de competenties van de beide opleidingen. Tevens is aangegeven in welke fase (propedeuse, kernfase, stage, eindfase of afstuderen) de competenties met name aan bod komen. Hieruit blijkt dat alle Dublindescriptoren voldoende worden gedekt en dat zij door alle studiefasen aandacht krijgen. De descriptoren Kennis en inzicht en Toepassen kennis en inzicht zijn met name gekoppeld aan competenties gericht op de eerste beroepsrol Uitvoeren en informeren. De descriptor Oordeelsvorming wordt met name gekoppeld aan de competenties behorende bij de beroepsrol Beoordelen en adviseren. Voor de opleiding AC geldt tevens dat in het landelijke profiel een uitwerking is opgenomen van hetgeen onder het hbo-niveau van de opleiding AC verstaan mag worden aan de hand van de vier begrippen: verantwoording, complexiteit, transfer en toegepaste wetenschap en beroepsontwikkeling (De Bachelor Accountancy; Beroeps- en Opleidingsprofiel voor de hbo-opleiding Accountancy, 1999). Het beroeps- en opleidingsprofiel BE is gebaseerd op en getoetst aan het zogenoemde hbo-stramien dat in oktober 1997 is vastgesteld door de HBO-raad. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor BE goed AC goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. De oordelen worden als volgt beargumenteerd: Voor dit facet gelden ook de onder 1.1 en 1.2 genoemde argumenten. 18/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Bedrijfseconomie De opleiding Bedrijfseconomie leidt op voor het beroep van bedrijfseconoom. Functies zijn gepositioneerd op tenminste middenmanagementniveau van middelgrote en grote industriële en dienstverlenende bedrijven of instellingen uit midden- en kleinbedrijf. De bedrijfseconoom heeft een beheersende, sturende en optimaliserende taak ten aanzien van de financiële, informatie-, goederen- en dienstenstromen. Bedrijfseconomen kunnen de volgende functies vervullen: (assistent-) controller, administrateur, financieel manager, assistent-accountant, investor relations manager, kredietbewaker, adviseur, hoofd economisch en administratieve dienst, treasurer. Zijn werkzaamheden richten zich onder meer op externe verslaggeving, controlling en treasury. De voorkomende rollen waarin de bedrijfseconoom zijn taken verricht, zijn: uitvoeren en informeren, beoordelen en adviseren, coördineren (samenwerken) en leiding geven (Beroeps- en Opleidingsprofiel van de hbo-opleiding Bedrijfseconomie 1999; Opleidingskader Bedrijfseconomie 2007). Accountancy Binnen de gebieden verslaggeving, controle en advisering verricht de accountant zowel extern als intern gerichte taken. De rollen waarin de accountant zijn taken en werkzaamheden uitvoert zijn aan te duiden met de termen: uitvoeren en informeren, beoordelen en adviseren, coördineren (samenwerken) en leiding geven (Opleidingskader Accountancy, 2007). In De Bachelor Accountancy; Beroeps- en Opleidingsprofiel van de hbo-opleiding Accountancy (1999) wordt gesteld dat bij vrijwel alle competenties er sprake kan zijn van situaties die de capaciteit van de beginnende beroepsbeoefenaar te boven gaan. Voor veel taken zal hij de benodigde competenties geleidelijk ontwikkelen in de eerste jaren van zijn beroepsloopbaan. AC/BE Voor beide opleidingen wordt in de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen en in de opleidingskader ingegaan op het verwachte niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. De opleidingen nemen deel aan de HBO-Monitor en voeren eigen alumnionderzoek uit om zicht te houden op de mate waarin de eindkwalificaties het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar weerspiegelen. Voor de opleiding BE zijn meerdere jaargangen gegevens bekend, voor de opleiding AC zijn de resultaten van de eerste jaargang afgestudeerden in 2007 bekend geworden. Sinds de start van beide opleidingen (AC: 2001 en BE: 1982) betrekken de opleidingen externe deskundigen bij de beoordeling van de afstudeeropdrachten. Op deze manier wordt ook geborgd dat de eindkwalificaties van afstudeerders aansluiten op de eisen uit het werkveld. In juli 2006 heeft de academie een evaluatiebijeenkomst gehouden met de externe deskundigen die in het studiejaar 2005-2006 bij de opleiding waren betrokken. De doorstroming en de arbeidsmarktperspectieven na het behalen van het hbo-diploma BE en AC zijn goed. Voor BE geldt dat 96% van de alumni werk heeft op hbo-niveau in BE-functies. Gemiddeld hebben afgestudeerden binnen zes weken een baan gevonden. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 19/59

Voor AC geldt dat 85% van de alumni verder studeert, al dan niet in combinatie met werken. Het merendeel van de studenten vervolgt zijn studieroute naar RA, AA of een Mastertitel. Afgestudeerden die niet doorstuderen vinden gemiddeld binnen tien dagen een geschikte baan. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO BE goed AC goed Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. De oordelen worden als volgt beargumenteerd: Het toekomstige beroep (accountant of bedrijfseconoom) is leidend voor de te ontwikkelen beroepscompetenties. (Onderwijsconcepten en Opleidingskaders Accountancy en Bedrijfseconomie). Het onderwijsaanbod is gestructureerd rond de beroepssituaties, en daarmee de handelingsmodellen - en de normatieve kaders uit het beroep(sprofiel). De uitgangspunten zijn terug te vinden in de opbouw van de curricula van de opleidingen AC en BE (Opleidingskaders AC en BE en OER AFM). De onderwijsprogramma s omvat de volgende fasen P (propedeuse, oriëntatie, 2 semesters), K (Kernfase, verdieping en stage, 3 semesters), E (Eindfase, specialisatiefase met afstuderen, 3 semesters). Ieder semester is opgebouwd uit twee onderwijsblokken. De blokken zijn geordend volgens relevante beroepsthema s die aansluiten op de te ontwikkelen competenties. In alle blokken wordt gewerkt aan praktijkopdrachten die in nauwe samenwerking met het regionale bedrijfsleven zijn samengesteld en zijn afgestemd op reële beroepssitatuaties. De opleidingen melden dat er geen blok is zonder een directe samenwerking met het bedrijfsleven. Dit is door het panel ook vastgesteld na bestudering van de blokboeken. In de loop van de curricula nemen de complexiteit en de multidisciplinariteit van de praktijkopdrachten toe, alsmede het aandeel van de praktijkopdracht in het blok. Dit beeld wordt tijdens het visitatiebezoek bevestigd in de gesprekken en in het studiemateriaal. Het panel constateert dat studenten in ieder blok werken aan hun praktijkervaring en dat vooraanstaande bedrijven uit de regio betrokken zijn bij de opzet en uitvoering van praktijkopdrachten. Het panel vindt dit een sterk punt van de opleiding. Daarmee komen houdings- en vaardigheidsaspecten in alle fasen van de opleidingen aan de orde. 20/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

De onderwijsprogramma s bestaan voor 25% uit buitenschools leren: het leren in de praktijk en het opdoen van praktijkervaring. Dit krijgt vorm in de stage in de eerste helft van het derde studiejaar en de afstudeeropdracht in de tweede helft van het vierde studiejaar. De stage is gericht op het kunnen toepassen van verworven expertise uit het eerste en tweede studiejaar. De afstudeeropdracht is gericht op het in combinatie kunnen toepassen van alle verworven competenties in een nieuwe probleemsituatie. Stages worden individueel gevolgd. De afstudeeropdracht wordt normaliter uitgevoerd in duo s, met een individuele beoordeling (Wegwijzers AC en BE stage en afstuderen, 2006). Zowel onder studenten als onder alumni is er algemene tevredenheid over de praktijk/beroepsgerichtheid van de curricula en de opzet en inhoud van de praktijkopdrachten, stages en de afstudeeropdracht. Dit blijkt uit diverse opleidingsevaluaties (2006) en uit de Keuzegids HO (2005). Ook bedrijven waarderen de praktijkgerichtheid positief, zoals blijkt uit de enquête afstuderen (2006). De meningen over het in duo s afstuderen zijn verschillend. De opleiding ziet nog geen aanleiding deze opzet te wijzigen zolang omvang en diepgang van de opdrachten en de individuele beoordeling gewaarborgd blijven (vergelijk facet 6.1). Deeltijdstudenten leren en werken op basis van het concurrency principe. Er is een continue wisselwerking tussen de praktijkervaringen van de student en het theoretisch kader. Het programma is inhoudelijk sterk gebaseerd op het voltijdprogramma. De student moet beschikken over een relevante functie op financieel-administratief terrein, aan te tonen via een werkgeversverklaring. De deeltijdopleiding BE heeft een stage in het derde jaar (blokken K5 en K6). Deeltijdstudenten kunnen op basis van hun praktijkwerkervaring in een beroepsrelevante functie vrijstelling aanvragen voor de stageverplichting (Jaarboek 3 e jaar, OER 2006-2007) De actualiteit en praktijkgerichtheid van de curricula wordt mede geborgd door deelname aan de landelijk overlegorganen voor BE- en AC-opleidingen. Het curriculum AC werd tot en met 2006 jaarlijks geactualiseerd op basis van gegevens van de examenbureaus RA en AA (zie facet 1.1) en per 2006 is er toezicht op opleidingscompetenties en praktijkstages vanuit het CEA. Andere werkwijzen om de praktijkgerichtheid van de curricula te borgen zijn de deelname van docenten in bedrijfsbezoeken en de verwerking van verkregen feedback, ook van alumni. De input vanuit de Beroepenveldcommissies en de ervaringen van docenten in lectoraten (Corporate Governance, Enterprise Resource Planning) en het ERP kenniscentrum Avans Hogeschool zijn andere bronnen van informatie die worden ingezet om actualiteit en beroepsgerichtheid op orde te houden. Ten behoeve van de kennisontwikkeling van de student wordt gebruik gemaakt van actuele releases van de Vespucci database en een aanvullende boekenlijst voor met name het derde en vierde studiejaar. Het panel heeft beide ingezien en constateert dat de gebruikte literatuur en boekenlijsten actueel zijn en dat de Vespucci database specifiek voor AFM wordt samengesteld en daarmee nauw aansluit bij de wensen van de opleiding. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 21/59

Het panel constateert ook dat er veel gebruik wordt gemaakt van readers, waardoor studenten zich niet altijd uitgedaagd voelen om daadwerkelijk de standaardwerken te raadplegen. Daarnaast vragen studenten in de gesprekken met het panel aandacht voor gebruik van meer Engelstalig studiemateriaal. Dit heeft aandacht van de opleiding binnen het internationaliseringsbeleid. Ter ondersteuning van de onderzoeksmethodiek- en vaardigheden worden in de afstudeerperiode workshops aangeboden. Studenten en docenten oordelen daar positief over en zien het als een goede voorbereiding op het kunnen uitvoeren van een afstudeeronderzoek. Voor de inbreng van actualiteit en specifieke kennis maakt de opleiding (voor de voltijdopleiding) ook gebruik van gastsprekers en worden er bedrijfsbezoeken georganiseerd. In de opleiding AC nemen studenten in de eindfase deel aan workshops over specifieke bedrijfsonderwerpen, mede verzorgd door bedrijven. Internationalisering krijgt aandacht door: de programma-eisen op het gebied van de Engelse taal, facultatieve stage in het buitenland, het gebruik van Engelstalige literatuur, (internationale) rechts- en wetskennis: Internationale ontwikkelingen m.b.t. accountantswetgeving (AC) en Europees recht (BE). Uit de alumni-enquête 2007 blijkt dat een kleine groep studenten (1/6 tot 1/3 deel) tijdens de stages met internationale aspecten te maken krijgt. In de nieuwe curricula (2007-2008) zal de internationale component enigszins versterkt worden (Notitie internationalisering AFM 2006). Huidige studenten geven in gesprek met het panel aan behoefte te hebben aan meer Engelstalig onderwijs en Engelstalige literatuur, opdat zij ook beter zijn voorbereid op het functioneren in internationaal opererende bedrijven in Nederland. In alumni-enquêtes geeft het merendeel (70-80%) van de studenten echter aan dat hun functie niet of nauwelijks internationale aspecten kent. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma BE goed AC goed Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De wijze waarop de curricula zijn afgeleid van de landelijke competenties is beschreven in het Opleidingsmodel Bachelor of Economics AFM (2005) en samengevat in de Opleidingskaders BE en AC (2007). 22/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

De vertaling van de doelstelling naar het programma BE heeft plaatsgevonden via de uitwerking van het opleidingsprofiel (rollen en taakgebieden), via de competentiematrix naar de fasedoelen voor zowel de voltijd als de deeltijdvariant (Opleidingskader BE, 2007). De BE-competenties zijn geordend naar inhoud en thema s van de onderwijsblokken. Daarbij zijn ook de randvoorwaarden en uitgangspunten vastgelegd in een blauwdruk voor het curriculum. Naast de beroepsspecifieke competenties zijn ook in ieder blok, op basis van de fasedoelen, een aantal algemene hbo- en gedragscompetenties opgenomen. Op basis van deze blauwdruk wordt het onderwijsmateriaal ontwikkeld. In het Opleidingskader BE is de thematische opbouw van de voltijd en van de deeltijdopleiding weergegeven. Voltijd en deeltijd kennen dezelfde leerinhouden en leerdoelen. Deze zijn weergeven in de blokboeken (voltijd) en in de jaarboeken (deeltijd). Daaruit is op te maken dat de relevante vakgebieden voldoende aan bod komen. De opleiding AC is in 2001 ontwikkeld naast de reeds bestaande opleiding BE. Daarbij is geïnventariseerd welke AC-deelcompententies reeds door bestaande onderwijsblokken uit het eerste en tweede jaar BE werden gedekt. Deelcompetenties AC die niet gedekt werden, zijn door de opleiding thematisch geclusterd en ondergebracht in jaar 3 en 4. Tevens zijn aanpassingen aangebracht in de leerinhouden van de bestaande blokken van jaar 1 en jaar 2 (Matrixverdeling AC competenties HSBOS, 2002). Ook bij AC zijn op basis van fasedoelen in elk blok een aantal algemene hbo- en gedragscompetenties opgenomen. De thematische opbouw en verdeling over de blokken en fases heeft de opleiding in een schema weergegeven (Opleidingskader AC, 2007). De opleiding geeft aan dat alle AC-competenties volledig worden gedekt in het curriculum en daarmee alle segmenten en taakgebieden. Het panel constateert uit de documentatie en de gesprekken met docenten en studenten dat de vertaling van de competenties naar de onderwijsinhoud per onderwijsblok zeer consequent is doorgevoerd. In de blokboeken (voltijd) en jaarboeken (deeltijd) is de structuur herkenbaar terug te vinden. Studenten weten per blok aan welke competenties en fasedoelen zij moeten werken. Zij worden daar gericht op getoetst (facet 2.8) en in de begeleiding krijgen zij gerichte feedback conform de competentiestructuur. Dit is herkenbaar terug te vinden in de logboeken/portfolio s van de studenten. De borging van de relatie tussen doelstellingen en onderwijsinhoud ligt in eerste instantie bij het AFM Managementteam. Daarnaast zijn blokcoördinatoren verantwoordelijk voor inhoudelijke bijstellingen aan de hand van evaluatie-uitkomsten. In de blokrapportages, stage- en afstudeerrapportages wordt duidelijk melding gemaakt van de competenties, leerdoelen, inhoud, docenten, indeling, studielast, literatuur, toetsvorm en de casusopdracht. Studenten geven in gesprekken aan dat de blokboeken/jaarboeken goede informatie geven over het onderwijs en een leidraad zijn voor de onderwijsuitvoering. De opleidingen BE en AC gaan verder omgezet worden volgens de major/minor structuur (Beleidskader Bacheloropleidingen Avans Hogeschool, 2005). De structuur van het nieuwe curriculum wordt beschreven in Het Opleidingsmodel voor AFM 2007 e.v. (2006). Voor het studiejaar 2006-2007 is deze structuur nog niet van toepassing. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 23/59

In de door de opleiding gehouden evaluaties geven studenten aan tevreden te zijn over de inhoud en opbouw van het programma. Studenten geven in de blokevaluaties aan veel geleerd te hebben. Bedrijven zijn tevreden over de competentieontwikkeling van de studenten BE en AC. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma BE goed AC goed Criterium: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Zowel de voltijd als deeltijd opleidingen zijn onderverdeeld in een propedeusefase en postpropedeutische fase. De postpropedeutische fase (voltijd) is onderverdeeld in een Kernfase (jaar 2) en een Examenfase (jaar 3-4), bestaande uit de stage, de eindfase en het afstuderen. De Propedeusefase en de Kernfase zijn gemeenschappelijk voor de opleidingen BE en AC, jaar 3 en 4 zijn gedifferentieerd. De deeltijdopleiding BE is onderverdeeld in een Propedeusefase (1 jaar), een Kernfase (1,5 jaar) en een Examenfase (1,5 jaar) (AFM OER 2006-2007 en Opleidingskaders BE en AC). In de opeenvolgende fasen zijn de competenties concentrisch opgebouwd. De verticale samenhang van de opleiding AC is vastgelegd in de notities Verdeling AC competenties HSBOS en Verdeling competenties (BE) over de fasen. De propedeusefase is, naast de verwijzende en selecterende functie, gericht op kennismaking met alle BE- en AC-competenties in de drie centrale taakgebieden van het domein Economics. In de K-fasen vormt het product het uitgangspunt, in de E-fasen staat de functie centraal voor het behalen van de fasedoelen. De opleiding heeft de horizontale en verticale samenhang in de AC en BE programma s verder als volgt vorm gegeven: o de programma s worden gekenmerkt door een in de tijd toenemende complexiteit, door de steeds complexer wordende probleemsituaties, afnemende begeleiding en een toenemende mate van verdieping en specialisatie; o de programma s zijn onderverdeeld in 12 thematisch geïntegreerde blokken. In alle blokken wordt gewerkt met project/praktijkopdrachten die zijn afgeleid van reële werksituaties. In de deeltijdopleiding BE (16 blokken) worden opdrachten ook in de werkomgeving van de student uitgevoerd; o binnen de projecten is er een mix van mono- en multidisciplinaire taken; o er zijn kennisdomeinen gekoppeld aan de praktijkopdrachten; o ondersteuning vindt plaats door instructie- en hoorcolleges; o houdings- en vaardighedenaspecten komen in alle fasen en blokken en bij alle praktijkopdrachten aan de orde; o separaat worden in de blokken een aantal aanvullende kennis- en vaardighedenvakken gegeven (w.o. wiskunde, communicatieve vaardigheden, Engels) ter voorbereiding op latere blokken. Het panel heeft deze uitgangspunten aangetroffen in de opzet van het studieprogramma en in de studie- en toetsingmaterialen. 24/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

De integratie tussen theorie en praktijk wordt, naast de praktijkopdrachten, ook gewaarborgd door de samenhang tussen binnen- en buitenschoolse programmaonderdelen. In de stages moeten studenten de eerder opgebouwde theoretische kennis en praktische vaardigheden toepassen in het 3e jaar. In het vierde jaar moeten zij de verworven expertise zelfstandig kunnen toepassen in een bestaand bedrijf (Wegwijzers stage en afstuderen). Studenten en alumni van AC en BE tonen zich in evaluaties positief over de samenhang en opbouw van het curriculum, de beeldvorming in de propedeuse, de stages en de samenhang tussen praktijkopdrachten en ondersteunende vakken (Startdossiers AC en BE en alumni-enquête AC en BE). Het panel constateert dat de blok- en jaarboeken daarover heldere informatie verschaffen die studenten helpen bij het plannen van hun studie in alle fasen en op alle niveaus van competentieverwerving. Borging van de samenhang vindt plaats via de vertaling van de competenties naar de blokinhouden, via reacties vanuit het werkveld, via onderwijsevaluaties en via onderlinge afstemming tussen docenten. Bij de verdere ontwikkeling van de curricula zal de samenhang nog verder worden versterkt door het centraal stellen van beroepsproducten en een meer integratieve benadering van de competenties via het begrip beroepsproducten (Opleidingsmodel AFM, 2006). Facet 2.4 Studielast BE goed AC goed Criterium: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De afdeling AFM heeft factoren aangaande de studeerbaarheid opgenomen in het OER AFM 2006-2007. Ieder studiejaar omvat 42 weken (60 EC) en is onderverdeeld in 4 blokken. In de voltijdopleiding hebben de blokken een vaste duur en een vaste omvang (15 EC). De deeltijdopleiding kent een combinatie van blok- en semesterstructuur, aangezien een aantal onderwijseenheden gespreid zijn over twee opeenvolgende blokken. Overzichten van alle studiebelastinguren van de opleidingseenheden zijn per opleidingsvariant opgenomen in het OER 2006-2007. Daaruit blijkt dat de opleiding streeft naar een evenwichtige spreiding van de studieuren en een variatie in leeractiviteiten. Dit wordt onder andere bereikt door een maximum aantal onderwijseenheden per blok. Studenten vinden de programma s in het algemeen uitdagend, studeerbaar en van voldoende zwaarte. De zwaarte van de vakken komt overeen met de gevraagde inzet. Studenten zijn in evaluaties niet altijd positief over de spreiding van de studielast. De algemene studentenenquête (STO) geeft daar scores NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 25/59

onder de norm van 3,0. In specifiekere blokenquêtes worden deze uitkomsten niet altijd gestaafd. In gesprekken die het panel voerde blijkt dat dit enerzijds met roostering van vakken en blokken (opdrachten en toetsing) heeft te maken en anderzijds met de studiehouding van de student. De opleiding is zich hiervan bewust en werkt aan beide kanten. De lesroostering wordt kritisch gemonitord en waar nodig voert men aanpassingen door. Dit wordt door studenten bevestigd. Om de studiehouding van studenten te verbeteren is de studieloopbaanbegeleiding (facet 4.2) aangescherpt met name in de eerste jaren. Informatie over de blokken en studiebelasting wordt verstrekt via de blok- en jaarboeken en via Blackboard en intranet. Het gemiddelde aantal contacturen per week (lesuren en tutoruren) bedraagt in de propedeuse 18 uur, in de kernfase 14 uur en in de eindfase 12 uur (BE) of 17 uur (AC). Voor de deeltijd geldt standaard 8 contacturen per week in alle fasen, behalve de E5/E6 blokken. Studenten voltijd BE besteden gemiddeld 28 tot 31 uur per week aan hun studie (blokevaluaties). Studenten AC geven aan tussen de 28 en 34 uur per week aan hun studie te besteden. De alumni AC zijn van mening dat het programma voldoende zwaar is. Binnen een aantal onderwijseenheden is compensatie mogelijk. De eisen hiervoor zijn helder beschreven in het OER. Uitzonderingen daarop zijn de onderwijseenheden 1 van elk propedeuseblok (voltijd) en de onderwijseenheden in de E-fase (AC). Per onderwijseenheid is in de E-fase geen onvoldoende toegestaan. De tentamenroostering is opgenomen in het OER. Informatie over stage en afstuderen is opgenomen in de Wegwijzers stage en afstuderen AC en BE. Studenten zijn tevreden over tentamenroostering en met name over de snelle bekendmaking van resultaten. De opleidingen hebben daar een strikt beleid in. Herkansingen worden gehouden twee weken na een toetsing. Hierdoor wordt zoveel mogelijk studievertraging voorkomen. Studenten oordelen positief over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van docenten, waardoor problemen snel worden opgepakt en opgelost. Voor studenten met een handicap is er apart beleid met aangepaste faciliteiten, begeleiding en studietijdnormen. Uit de gesprekken met het panel blijkt dat de programma s voor de studenten studeerbaar zijn als zij de juiste studie-inzet tonen. Studenten melden dat zij op hun studie-inzet gericht worden aangesproken en dat voor alle studenten dezelfde lat wordt gehanteerd. Facet 2.5 Instroom BE voldoende AC voldoende Criterium: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. 26/59 NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding is toegankelijk voor studenten met de volgende diploma s (Opleidingskaders BE en AC en OER AFM 2006-2007): havo met het profiel Economie en Maatschappij (de grootste groep instromers), vwo, mbo-administrateur en mbo+-accountancy. Verkorte trajecten zijn via maatwerkprogramma s mogelijk voor: o 3,5 jaar voor studenten met een WEB-diploma in hetzelfde beroepsdomein of een vwo-diploma; o 3 jaar voor studenten met een mbo+accountancy diploma; o mbo-studenten en spijtoptanten van hbo en vwo kunnen in februari in een maatwerktraject instromen. Via de deeltijd BE speelt de opleiding in op EVC s van diverse doelgroepen en mogelijkheden tot aanvraag van vrijstellingen; o de regelingen voor verkorte routes en aanvraag van vrijstelling zijn beschreven in het OER AFM. Avans Hogeschool onderhoudt gestructureerde contacten met vo- en mbo-scholen. Jaarlijks worden decanen geïnformeerd via een decanendag. Voor een betere aansluiting tussen mbo en hbo heeft AFM een convenant gesloten met 3 Noord-Brabantse ROC s, waarin is vastgesteld op basis van welke diploma s welke vrijstellingen worden verleend. AFM participeert actief in een project voor het terugdringen van de uitval van havisten. De opleiding organiseert in samenwerking met de dienst Marketing, Communicatie en studentenzaken een reeks van activiteiten om een goed opleidings- en beroepsbeeld te schetsen naar aankomende studenten. Dit betreft onder andere open dagen, proefstuderen, meeloop dagen en beroepsoriëntatie-avonden, oriëntatieochtenden speciaal voor havo-4-leerlingen, mbo-middag en schriftelijke en digitale informatievoorziening. Bij de start van de studie volgen studenten een introductieweek. In de opleidingenevaluaties 2006 tonen studenten zich tevreden over de vooraf verstrekte informatie (opleiding en beroepsbeeld) en de aansluiting op de vooropleiding. De blokken sluiten aan op voorkennis en ervaring, zo blijkt uit dezelfde enquêtes. Dit beeld wordt door studenten bevestigd tijdens het visitatiebezoek. Studenten geven aan goed op de hoogte te zijn gebracht. Zij geven aan dat de informatievoorziening geen reden is voor uitval van studenten. Uit instroomenquêtes van AFM en de evaluaties van de oriëntatieweek blijkt dat de voorlichtingsactiviteiten aspirant-studenten veel informatie opleveren en een belangrijke rol spelen bij hun opleidingskeuze. Uit de Exit enquête AFM Avans s-hertogenbosch 2003-2006 blijkt dat voor studiestakers de aansluiting van de vooropleiding op de opleiding AC ten aanzien van inhoud en niveau van de leerstof geen doorslaggevende factor is om met de studie te stoppen. Uit documentatie en gesprekken constateert het panel dat de AFM en de opleidingen gerichte activiteiten ondernemen om de aansluiting op de instroom te optimaliseren en dat er instrumenten worden gehanteerd om een goede aansluiting te blijven waarborgen. Het panel heeft vernomen dat de opleiding ten aanzien van de studiestakers veel actie onderneemt om het proces van studiestakers te beheersen en daarvoor meerdere jaren veel metingen verricht. Desondanks is het de opleiding niet gelukt om aan te geven om welke reden(en) studenten de opleiding staken. Het panel leidt hieruit af dat hierom gerichte maatregelen uitblijven. Het panel komt hierom tot het oordeel voldoende. NQA - visitatie Avans Hogeschool; hbo bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy 27/59