Samenvatting door M. 1838 woorden 19 oktober 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 5.1 Waarom werken we? 16 miljoen mensen, 16 stoelen Wat is werk of arbeid? Iedere menselijke bezigheid die verricht wordt Met een bepaalde inspanning Met gebruik van iemands capaciteiten Eventueel m.b.v. gereedschappen Binnen maatschappelijk geregelde behoefte Met het doel het leveren van een product of dienst Verschil hobby en werk is het maatschappelijk nut Soms wordt je hobby je werk, maar dan moet je er heel goed in zijn (bijv. voetballen of zingen) Vroeger was werk het allerbelangrijkste. De noodzaak is nu grotendeels verdwenen, toch is werk voor veel mensen nog belangrijk à status. Verschil hobby en werk; bepaalde behoefte die er aan een bepaalde activiteit bestaat. Verzorgingsstaat: een land waar de overheid zich verantwoordelijk stelt voor het welzijn van de burgers. De functies van werk Piramide van Maslow De basisbehoeften Je kan pas doorstromen als het onderliggende niveau is voldaan Werk Inkomen Zekerheid Sociale contacten Erkenning en waardering Zelfrealisatie Mensen à allemaal behoeftes Lichamelijk Veiligheid en zekerheid Behoefte om erbij te horen Erkenning en waardering Zelfrealisatie Werk Mensen Arbeidsethos De waarde die mensen aan arbeid toekennen Bepaald door: Sociaal-culturele omstandigheden (algemeen geldende normen en waarden) Sociaaleconomische situatie Vanaf 16e eeuw in Calvinisme, Socialisme en Liberalisme werd werk meer als een morele plicht gezien Maatschappelijke positie https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 1 van 7
De plaats die iemand heeft op de maatschappelijke ladder Hoogte van je inkomen Hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid die je hebt Benodigde kennisniveau Speciale aanleg of ervaring Sekse Gezinssituatie waar mensen opgroeien Sociale stratificatie: de verdeling van de samenleving in maatschappelijke klassen waartussen een verhouding van sociale ongelijkheid bestaat. Bijvoorbeeld; topbestuurders en kapitaalbezitters vormen de sociaaleconomische elite en aan de onderkant zien we mensen die rond moeten komen van een bijstands- of AOW-uitkering. Sociale ongelijkheid: de welvaart, macht en sociale privileges zijn niet gelijk verdeeld over mensen. Sociale mobiliteit: de mogelijkheid om te stijgen of te dalen op de maatschappelijke ladder. à opleiding en werk ; hoger. De betekenis van werk Morele plicht werkt om verzorgingsstaat in stand te houden (anderen helpen) Maatschappelijke plicht bv. stopt met werken à gevolgen Vervulling van tijd à verveling Dit bij elkaar = de arbeidsethos waarom werken wij? Werk is ook een recht sociale grondwet à hierdoor is er mogelijkheid op een uitkering à sociale mobiliteit 5.2 De sociale partners Werkgevers & werknemers met dezelfde belangen à sociale partners. Bedrijf met meer dan 50 werknemers heeft de ondernemingsraad (or).[1] Medezeggenschap van personeel Werknemers kiezen eens per 2/3 jaar or-leden Heeft instemmingbevoegdheid bij personele aangelegenheden Heeft adviesbevoegdheid bij bedrijfseconomische beslissingen Heeft recht op voorinformatie over financieel en sociaal jaarverslag Samenwerkende vakbonden à vakcentrales/vakverenigingen. Vakbonden + vakcentrales à vakbeweging. Het doel van de vakbeweging is de belangenbehartiging van werknemers. Waarom is je baan leuk? Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen Arbeidsinhoud De werkzaamheden die iemand verricht Is er genoeg afwisseling? Kun je je eigen initiatief nemen? Werk je alleen of met anderen? Werk je op één of meerdere plekken? Heb je verantwoordelijkheid? https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 2 van 7
Is het werk op jouw niveau? Arbeidsomstandigheden De praktische werksituatie De ruimte Je stoel De lucht Gereedschappen of computers De zwaarte, geestelijk & lichamelijk Gezondheid, welzijn en veiligheid Arbeidsvoorwaarden Arbeidsovereenkomst (contract) Opzegtermijn Op staande voet ontslagen/ontslag nemen Diefstal, fraude, bedreiging, mishandeling of dronkenschap (ontslagen) Geen loon uitbetaald krijgen (ontslag nemen) Primaire arbeidsvoorwaarden Loon, werktijden Brutoloon sociale premies (belasting) = nettoloon Dertiende maand Secundaire arbeidsvoorwaarden Pensioenvoorzieningen, promotiekansen, crèche, kantines, auto van de zaak Extra stimulans Arbeidsverhoudingen Verhouding tussen werkgevers en werknemers zowel op bedrijfsniveau als op landelijk niveau Bedrijfsniveau Informele verhoudingen Vriendschappelijk Formele verhoudingen Werkoverleg Personeelsvergadering Ondernemingsraad Landelijk niveau Overleg vakbonden & werkgeversorganisaties Sociaal-Economische Raad (SER) Adviseert de regering op sociaal en economisch gebied Onafhankelijk adviesorgaan Stichting van de Arbeid Overleg over bijvoorbeeld de gewenste stijging van de lonen Sociale partners Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) CAO Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden en alle andere zaken waarover men afspraken wil maken Dit is een standaardovereenkomst tussen één of meer vakbonden of werkgeversorganisaties Geldt voor alle werknemers binnen een bedrijfstak, of ze lid zijn van de vakbond of niet Geldigheidsduur; één of twee jaar Grote bedrijven sluiten meestal een eigen CAO af voor hun werknemers met de vakbonden Iedere CAO moet worden voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Deze CAO geldt als hij hem algemeen verbindend heeft verklaard. Brengt arbeidsrust Als beide partijen (SER & Stichting van de Arbeid) het met elkaar eens zijn, wordt er een centraal akkoord[2] gesloten. Als dit niet tot stand komt, dan worden de loonstijgingen op bedrijfstakniveau geregeld. https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 3 van 7
Middelen (pressiemiddelen) werknemersorganisaties; Prikacties Stiptheidsacties Staking Blokkade Bedrijfsuitzetting Gerechtelijke procedure Belangrijkste doelen werkgeversorganisaties; Behartigen van belangen van de ondernemers in de onderhandelingen met de vakbonden Bevorderen van een goed ondernemersklimaat door het bewerkstelligen van lage kosten en een gunstige concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland Bevorderen van de onderlinge eenheid, onder meer door de onderlinge concurrentie te reguleren Onderlinge ondersteuning Bedrijfstak = een groep gelijke bedrijven. Binnen bedrijfstakken speelt de overheid geen rol, behalve als de overheid zelf werkgever is. Anders gaan alle overleggen via vertegenwoordigers van vakbonden en organisaties. Belangrijkste doel van overleg binnen bedrijfstakken is het sluiten van een CAO. Harmoniemodel: partijen willen tot een gezamenlijke oplossing komen, uitgaande van hun wederzijdse afhankelijkheid Conflictmodel: de belangentegenstellingen tussen werknemers en werkgevers worden benadrukt. Poldermodel: overlegmodel. Er werden afspraken gemaakt over loonstijging, over de groei van de werkgelegenheid en over de lastenverlichting voor bedrijven. Dit is een model waarbij sociale partners met de overheid afspraken maken waarbij iedereen iets van zijn wensen terugvindt. 5.3 van nachtwakersstaat tot verzorgingsstaat Prijsmechanisme: Bij een beperkt aanbod van een product zijn mensen bereid een hoge prijs te betalen, waardoor de producent dus een hoge winst kan realiseren. Andere ondernemers gaan daarom dit product ook op de markt brengen, waardoor er meer concurrentie bestaat en de prijzen vanzelf zullen dalen. Daarmee wordt het voor sommige producenten oninteressant om het product te blijven maken. Er komt dus weer minder aanbod tegen een iets hogere prijs. Dit proces gaat door totdat er een evenwicht is bereikt. Een economie die gebaseerd is op een ongehinderde werking van dit prijsmechanisme noemen we vrijemarkteconomie. à hierbij was de rol van de overheid beperkt. De staat was een nachtwakersstaat waarin de overheid vooral moest zorgen voor veiligheid en het beschermen van de bezittingen van de burgers. In de loop van de 19e eeuw ontstond het inzicht dat de staat moest ingrijpen in de vrije markt; Christendemocraten wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden De socialisten streefden naar betere leefomstandigheden en een sterkere rechtspositie van de arbeiders De liberalen hadden belang bij een vermindering van de criminaliteit, die een groot gevolg was van armoede Als gevolg van de overgangsperiode werden er Sociale Wetten aangenomen, bijvoorbeeld; 1854; de Armenwet à zorgde voor eerste overheidssteun voor armen 1874; de Kinderwet (Kinderwetje van Van Houten) à verbood kinderarbeid 1895; de Veiligheidswet à beschermde arbeiders tegen gevaren in het bedrijf Uiteindelijk breidden ook de taken van de overheid uit en ontstond er behoefte aan voorzieningen die de vrije markt https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 4 van 7
niet uit zichzelf produceerde (zoals scholing en vakopleidingen). Daarmee kwam er een economie waarbij niet alles aan het marktmechanisme wordt overgelaten, maar waarin de overheid een producerende rol vervult. Dit is de gemengde markteconomie. Na de crisis en de 2e wereldoorlog moest alles weer opnieuw gebouwd worden. Daarom was het belangrijk dat de lonen laag waren om zo geld te besparen voor de wederopbouw. Hierdoor werd een geleide loonpolitiek ingevoerd; niet de werkgevers, maar de regering besliste hoe hoog de lonen mochten zijn. De sociaaldemocraten gingen hiermee akkoord, als de positie van de werknemers ook versterkt zou worden. Voor de confessionelen was het belangrijk dat de werkgevers en werknemers bij deze loonpolitiek betrokken zouden worden. Deze inbreng van de confessionelen zien we vooral terug in de oprichting van overlegorganen zoals de Stichting van de Arbeid en de SER. Aan de verlangens van de sociaaldemocraten zien we sociale wetten terug. Mensen waren nu bij ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid verzekerd van een inkomen: het socialezekerheidsstelsel als 'ruggengraat' van de verzorgingsstaat. 5.4 sociaaleconomische doelstellingen 1951; SER stelde 5 belangrijke doelstellingen voor het sociaaleconomisch beleid van de overheid: Een evenwichtige economische groei Een rechtvaardige inkomensverdeling Een evenwichtige betalingsbalans Een stabiel prijsniveau Een evenwichtige arbeidsmarkt Om ervoor te zorgen dat er niet te grote verschillen zijn tussen de inkomens zijn er een aantal dingen ingesteld door de Nederlandse overheid; Een progressief belastingsstelsel: mensen die veel verdienen betalen relatief meer inkomstenbelasting Het minimumloon, gebaseerd op het bedrag dat iemand nodig heeft om rond te komen Uitkeringen, voor mensen die niet zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien Subsidies, zoals huur en zorgtoeslag voor mensen die te weinig verdienen De overheid probeert prijsstijgingen in het binnenland in de hand te houden, zodat de koopkracht blijft. Bij een dalende koopkracht ontstaat er inflatie. Prijzen en lonen staan dus in een directe verbinding met elkaar. Om invloed te hebben op de prijzen, de lonen en de inflatie praat de overheid tijdens het najaarsoverleg met de Stichting van de Arbeid waarin men probeert afspraken te maken over het te voeren arbeidsvoorwaardenbeleid. Daarnaast heeft de minister van Sociale Zaken de wettelijke taak om cao s algemeen verbindend te verklaren en kan hij in uitzonderlijke situaties via een loonmaatregel loonmatiging voor alle bedrijfstakken opleggen. Wat is de arbeidsmarkt? Denkbeeldige plaats waar men werk aanbiedt of zoekt Aanbod van arbeidskrachten Beroepsbevolking Tussen de 15 en 65 jaar en minimaal 12 uur per week beschikbaar voor werk Momenteel ongeveer 8 miljoen mensen Vraag naar arbeidskrachten Werkgelegenheid Aanbod groter dan vraag = tekort (bijv. gastarbeiders) Vraag groter dan het aanbod = werkeloosheid Werkloosheid https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 5 van 7
Tussen de 15 en 65 jaar oud Minder dan 12uur per week werkt Actief op zoek is naar een baan van meer dan 20 uur per week Ingeschreven staat als werkzoekende bij het CWI 4 soorten werkloosheid Frictiewerkloosheid Zoektocht baan, tussen twee banen in; bijvoorbeeld als werknemers van de ene baan naar een andere overstappen en daardoor een korte tijd geen werk hebben Kortdurend Seizoenwerkloosheid Toeristensector Ander werk of heel lang vakantie houden Conjuncturele werkloosheid Slecht met de economie Conjunctuur: golfbeweging in de economie Langere tijd Structurele werkloosheid Banen gaan voorgoed verloren Automatisering Verplaatsing van bedrijfsonderdelen naar lagelonenlanden Arbeidsmarkt in ontwikkeling Constant nieuwe ontwikkelingen Beroepsbevolking veranderd Jongeren treden vaak pas na hun 20e tot de arbeidsmarkt toe 90% van de mannen tussen 25 en 60 jaar werkt, soms in deeltijd 80% van de vrouwen tussen 25 en 60 jaar werkt, vaak in deeltijd De meeste ouderen stoppen al voor hun 65e Veel laaggeschoold werk is verdwenen à automatisering Groei geschoold personeel vooral dienstensector Verandering samenstelling beroepsbevolking Flexibilisering van de arbeid is toegenomen Flexibele arbeidskrachten Thuiswerken, oproepkracht, tijdelijk contract Europeanisering van der arbeidsmarkt Vrij verkeer van personen, goederen en kapitaal Verdringing van Nederlandse werknemers 5.5 De sociale zekerheid geregeld Scandinavisch model Landen als Zweden, Finland en Noorwegen Flexibele arbeidsmarkt Makkelijk ontslagen worden; maar ook snel een andere baan Veel individuele begeleiding voor mensen die langer werkloos zijn D.m.v. uitkeringen Sterke sociale zekerheid Hoogte van de uitkeringen, uitgebreide verlofregelingen voor ouders met kleine kinderen/zwangerschap Hoge collectieve lastendruk Wordt ook wel het sociaaldemocratisch model genoemd Geliefd bij GroenLinks, SP en deel van PvdA Angelsaksisch model Engeland en VS Liberale waarden; zelfredzaamheid, particulier initiatief en vrijheid geven niet toe aan een uitgebreide sociale zekerheid De overheid geeft prioriteit aan een goed ondernemersklimaat; Loonvorming wordt aan de markt overgelaten Flexibele arbeidsmarkt geeft impulsen aan de werkgelegenheid met veel problemen voor evt. afvallers https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 6 van 7
Er wordt hard gewerkt Overheid heeft een bescheiden rol; gezondheidszorg en onderwijs worden gezien als 'kapitale' goederen Veel privéscholen etc. Uitkeringen van korte duur, en om recht te hebben op een uitkering moet je aan veel eisen voldoen Collectieve sector veel kleiner dan in Nederland VVD is voorstander Rijnlands of corporatistisch model Gemengde economische orde Ver ontwikkelde collectieve sector Sociale zekerheid Man zorgt voor inkomsten Harmonieuze samenwerking tussen overheid en sociale partners CDA en een deel van de PvdA zijn voorstanders Nederland was eerst een Rijnlands model, maar neigt steeds meer naar het Angelsaksische model vanwege de problemen met de bekostiging. Deze 3 modellen zijn op 2 dingen vergeleken; efficiëntie en rechtvaardigheid. Efficiëntie; voldoende stimuli tot werken à hoge werkgelegenheidspercentages - Scandinavische en Angelsaksische modellen scoren hier hoog op Rechtvaardigheid; armoederisico laag - Scandinavische model scoort beter dan Angelsaksische. Scandinavisch model scoort dus op beide punten goed. [1] Medezeggenschap; het personeel mag over sommige dingen meebeslissen [2] Richtlijn voor verdere onderhandelingen op bedrijfstakniveau https://www.scholieren.com/verslag/79541 Pagina 7 van 7