Projectontwikkelende belegger beter af



Vergelijkbare documenten
De internationale vastgoedmarkt

Vastgoed. Sectorcommentaar. ING Investment Office. Publicatiedatum: 5 juni. Door Jan Kleipool, analist van het ING Investment Office

Sectorspecialisatie loont

Woningen in de pensioenportefeuille

Residential Agency Property & Facility Management Quares Real Estate Investment Management. Finance Avenue 23/10/2010

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011

Een gemengd woningfonds

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Uitgewerkt beleggingsbeleid Vastgoed Fundament Fonds NV

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2012

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Persbericht. Jaarcijfers 2012 Triodos Investment Management. Triodos Beleggingsfondsen groeien met 7% in 2012

Eindexamen m&o havo II

Beleggers in gebiedsontwikkeling

Infrastructuur 2017 en verder! 30 januari 2018 Harry van den Heuvel Zeist

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Vastgoed, een modern bedrijfsdilemma

Beleggen in vastgoed

Portefeuilleprofielen

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2013

INTERNATIONALE DIVERSIFI- CATIE VOOR NEDERLANDSE VASTGOEDBELEGGERS Prof. dr. P. Eichholtz, drs. R. Huisman, drs. H. Op t Veld en drs. L.

1. Wat is uw voornaamste beleggingsdoel? Punten

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur

BOUWFONDS OFFICE VALUE FUND NV. 2 e EMISSIE

ETF s als bouwblokken voor een goed gespreide portefeuille Kant-en-klaar indexbeleggen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Een van de slechtste kwartalen in 50 jaar. Obligaties en vastgoed geven positief rendement

Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Checklist beleggen in vastgoed

Jaarvergadering 2018

Ratio s slimmer toepassen: Welke ratio s leveren mééste rendement op en waarom?

Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers

Beursgenoteerd vastgoed

Beursgenoteerd vastgoed kansrijk. Grip op je Vermogen 19 april 2013

Financiële Bijsluiter

StoneBridge Washington Residential Fund III, LP. Beleggen in Amerikaanse huurwoningen. Vooraankondiging

Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. Final GIFTED Model May 2013

De opkomst van de REIT in Europa

Bijlage HAVO. management & organisatie management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. tevens oud programma.

Verhoog het rendement en verlaag het risico met ETF s. Hoe bouwt u eenvoudig een gespreide beleggingsportefeuille tegen lage kosten

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Checklist beleggen in vastgoed

Premium Special Report

MEESMAN AANDELENFONDSEN WORDEN DUURZAAM EN BELASTINGEFFICIËNT

Slimmer beleggen met Think ETF s

Terugblik. Maandbericht april 2018

Beleggen? of toch maar niet? Koers. Tijd

De AFM en de toekomst van vermogensbeheer. Tim Mortelmans, Paul Schuiling en Elke Geerdink,Toezichtgroepen Financiële Ondernemingen 14 mei 2013

Addendum. Prospectus van 1 september 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Particuliere beleggers in een beleggingsinstelling, een aantal fiscale aspecten

Wij willen graag kunnen kiezen tussen defensief of offensief beleggen

Basic Fit: groei van value for money fitness

Triodos Bank Private Banking

Beleggen als onderdeel van een gezond financieel lange termijnplan? Donderdag 6 oktober 2016

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4. De belastingen blijven in deze opgave buiten beschouwing.

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Grontmij Capital Consultants B.V. Onze klanten in control bij hun beleggingen in vastgoed en infrastructuur.

Symposium VOGON. Effecten van financiering op kwaliteit. Donderdag 6 juli 2006

Investeren in winkelvastgoed en studentenvastgoed

Beursgenoteerde versus niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen Verschillende smaken of alleen een andere verpakking?

Mijn klant wil beleggen

MEESMAN AANDELENFONDSEN WORDEN DUURZAAM EN BELASTINGEFFICIËNT

INS EN OUTS. Major Oak Fund

Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen? Woensdag 5 april 2017

Een gezonde beleggingsportefeuille voor Later

T T A M. Vandaag lijken aandelen volgens TreeTop Asset Management absoluut en relatief goedkoop.

Strategy Background Papers

Understanding Illiquidity Premiums Better

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

Presentatie beleggingsresultaten over het jaar 2016 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg Lex Solleveld 1

Uw optimale mix van verzekeren en beleggen

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen

Economische groei biedt goede kansen voor vastgoed

ZELF VERMOGEN OPBOUWEN?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Vastgoeddata woningcorporaties beperkt

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor

Vragenlijst Aegon Beheerd Beleggen

MRE Montirius Real Estate BV

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

VERMOGENSBEHEER MET HOF HOORNEMAN BELEGGINGSFONDSEN FONDSENREKENING

Obligaties Briqchain Real Estate

Achmea life cycle beleggingen

21 juni Wegwijs in Tak 23

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

DD Property Fund N.V. Bridging financial and social return

138 De Pensioenwereld in 2014

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

8 april Pagina 1 van 5

Essentiële Beleggersinformatie 2012

Presentatie titel Fakton Congres Stadion Galgenwaard Utrecht, 14 februari 2013

Risicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1

Onroerend goed en beleggen:

Transcriptie:

Projectontwikkelende belegger beter af Auteur(s): Brounen, D (auteur) Eichholtz, P.M.A. (auteur) De eerste auteur is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de tweede auteur is verbonden aan de Universiteit Maas-tricht, de Universiteit van Amsterdam en Kempen & Co. De auteurs bedanken Hans Op 't Veld voor zijn hulp en commentaar. V erschenen in: ESB, 86e jaargang, nr. 4331, pagina 828, 26 oktober 2001 (datum) R ubriek: T refwoord(en): vastgoed Het ministerie van Financiën doet er goed aan een fiscaal verbod voor projectontwikkeling door vastgoedbeleggers te vermijden. Momenteel worstelen beleidsmakers met de vraag hoe zij vastgoedbeleggers, participerend in de ontwikkeling van vastgoedobjecten, fiscaal moeten behandelen. Door de economische effecten van een combinatie van beleggings- en ontwikkelingsactiviteiten binnen een fonds te onderzoeken, hopen wij deze vraag dichter bij een antwoord te brengen. Beleggen en ontwikkelen onder een dak Er zijn sterke argumenten voor de stelling dat vastgoedbeleggen en - ontwikkelen onder een dak plaats dienen te vinden. Beleggers die alleen voltooide gebouwen kopen staan altijd als laatste in de rij. Zelf projecten ontwikkelen biedt directe toegang tot de beste locaties en verschaft meer controle over de samenstelling van de beleggingsportefeuille. Kortom, ontwikkelen is nodig om toegang te verkrijgen tot 'de krenten uit de pap'. Een ander argument voor het combineren van beleggen en projectontwikkeling is dat deze activiteiten verschillende economische cycli kennen, zodat een combinatie diversificatievoordelen oplevert. Bovendien kan een dergelijke combinatie leiden tot een beter geïnformeerd management. Projectontwikkeling zorgt voor meer directe toegang tot marktinformatie en daar kan men bij aan- en verkopen in de beleggingsportefeuille een voordeel mee behalen. Tenslotte, maar dan geredeneerd vanuit een projectontwikkelaar, is zo'n combinatie nuttig door de mogelijkheid om een anticyclisch ontwikkelingsbeleid te voeren. Pure projectontwikkelaars zijn vaak niet in staat om in tijden van economische malaise te ontwikkelen, omdat geldverstrekkers dan terughoudend zijn met het financieren van projecten. Dat is jammer, want juist dan staan aannemers te springen om werk, zijn ze goedkoop, en kan men half voltooide projecten voor een prikje overnemen van failliete concurrenten. De stabiele kasstromen uit een vastgoedbeleggingsportefeuille zouden een gecombineerde onderneming financieel in staat stellen om juist in economisch moeilijke tijden toe te slaan.

Naast de argumenten voor het combineren van beleggen en ontwikkelen bestaat er ook een aantal tegenargumenten. Zo kan men aanvoeren dat projectontwikkelen en beleggen twee sterk verschillende activiteiten zijn, die ook zeer verschillende eisen stellen aan het management. In die optiek zou er eerder sprake zijn van onderlinge hinder dan van synergie. Daarnaast levert een combinatie van beleggen en ontwikkelen een onduidelijk profiel op voor beleggers en analisten, die in het algemeen een voorkeur tonen voor focus en trans-parantie. Tenslotte verhoogt projectontwikkeling het risicoprofiel van een vastgoedbelegger. Dat zal er in ieder geval voor zorgen dat een deel van de eventuele synergievoordelen vervalt als men voor dit risico corrigeert. Het fiscale beleid Fiscaal gezien is het in Nederland voor vastgoedbeleggers prima geregeld. Zij kunnen aanspraak maken op de status van Fiscale Beleggingsinstelling (fbi), hetgeen betekent dat zij voor de vennootschapsbelasting worden aangeslagen voor een tarief van nul procent. Vrijwel alle beurs- en niet-beursgenoteerde vastgoedbeleggingsfondsen maken van deze faciliteit gebruik 1. In Europa is deze faciliteit verder vrij zeldzaam: alleen België kent een vergelijkbare situatie. Buiten Europa is de Verenigde Staten het belangrijkste land dat een dergelijke fiscale status toekent aan vastgoedbeleggers: Amerikaanse Real Estate Investment Trusts (REIT's) hoeven eveneens geen vennootschapsbelasting te betalen. Als een Amerikaans vastgoedfonds opteert voor de REIT-status moet het aan een aantal voorwaarden voldoen, die sterk lijken op de regels die ook in Nederland gelden: de belangrijkste zijn dat er moet worden belegd in vastgoed, dat de huurinkomsten als dividend moeten worden uitgekeerd en dat er een maximum is aan de financiering met vreemd vermogen. Nederland verschilt echter op een belangrijk aspect van de vs. Tot voor kort bestond er in de Verenigde Staten een limiet op de maximale omvang van projectontwikkeling die een vastgoedfonds mag ondernemen om in aanmerking te komen voor de REIT status. Lange tijd mochten REIT's maximaal 25 procent van hun totale inkomsten genereren uit projectontwikkeling. Een overschrijding van dit maximum leidde tot het verlies van de REITstatus, hetgeen de fiscale situatie drastisch deed verslechteren. De Amerikaanse overheid is sinds kort overgestapt naar een systeem waarin bedrijfswinsten worden gesplitst naar winsten voortkomend uit beleggingen en winsten uit projectontwikkeling, waarbij alleen de laatsten worden belast. In Nederland bestaat er op dit moment geen vergelijkbare wetgeving voor een fbi. Voor veel Nederlandse projectontwikkelaars is dat al jaren een doorn in het oog: zij moeten immers voor het volle pond vennootschapsbelasting betalen, terwijl projectontwikkelende beleggers fiscaal worden ontzien. Dat levert voor de pure projectontwikkelaars een concurrentienadeel op. Bovendien is projectontwikkelen bij uitstek een ondernemende activiteit, die ver weg staat van het passief beleggen in vastgoed. Het is dan ook logisch dat het ministerie van Financiën het fiscale beleid op dit punt heroverweegt. Gescheiden belasting De uitdaging waarvoor de fiscus nu gesteld wordt, is om een maatregel in te voeren die leidt tot minimale verstoringen van de economische efficiëntie. Er zijn grofweg drie methoden van aanpak. Ten eerste kan men net als in de Verenigde Staten een systeem van gescheiden belasting invoeren. In dat geval laat de overheid beleggers vrij in de mate waarin zij aan projectontwikkeling doen en wordt alleen over het deel van de winst dat is toe te rekenen aan die projectontwikkeling de normale vennootschapsbelasting geheven. In deze constructie worden de beleggingsinkomsten nog steeds belast tegen het nul-procentstarief. Eigen portefeuille Een andere mogelijkheid is om een onderscheid te maken tussen projectontwikkeling voor de markt en projectontwikkeling voor de eigen portefeuille. Wanneer een fbi projecten onwikkelt voor de markt, treedt deze daarmee in rechtstreekse concurrentie met een gewone projectontwikkelaar. In dat geval is het heffen van vennootschapsbelasting nodig om de concurrentieverhoudingen eerlijk te houden. Indien het ontwikkelde vastgoed echter voor lange tijd in de eigen beleggingsportfeuille blijft, dan is er van concurrentie veel minder sprake en ligt het nul-procentstarief voor de hand. Deze methode heeft net als de eerste als voordeel dat er geen fiscaal verbod op projectontwikkeling voor vastgoedbeleggers ontstaat. Limietsysteem Tenslotte kan een limietsysteem worden gebruikt, waarbij voor vastgoedbeleggers die hun gunstige fiscale status willen behouden een limiet wordt gesteld aan de om-vang van hun projectontwikkelingsactiviteiten. Overschrijding van de limiet zal resulteren in een algehele belasting tegen het gangbare belastingtarief. Het voordeel van deze maatregel is eenvoud in de uitvoering. Het nadeel is dat projectontwikkelen voor vastgoedbeleggers fiscaal vrijwel verboden zou worden.

De vraag is hoe erg dat is. Als het combineren van vastgoed-beleggen en projectontwikkelen leidt tot synergie, dan zou het niet economisch efficiënt zijn om deze combinatie door een fiscale maatregel onaantrekkelijk te maken. In dat geval zou de fiscus dus moeten opteren voor een van de eerste twee maatregelen, waarbij de mate van projectontwikkeling aan de belegger wordt overgelaten. De feiten In het vervolg van dit artikel onderzoeken wij of er synergie bestaat tussen vastgoedbeleggen en ontwikkelen. Ons onderzoek bouwt voort op een eerdere studie van Brounen, Eichholtz en Kanters voor de Amerikaanse beursgenoteerde vastgoedmarkten 2. Dit onderzoek was echter enigszins beperkt van opzet, zowel wat betreft steekproefgrootte als wat betreft methodologie. Daarom hebben Brounen en Eichholtz deze analyse recentelijk uitgediept en uitgebreid 3. Het empirisch gedeelte van onze bijdrage is gebaseerd op de voornaamste resultaten uit dit laatste onderzoek. Het idee is om de prestaties te meten van een groot aantal beursgenoteerde vastgoedfondsen die in verschillende mate aan projectontwikkeling doen en vervolgens te kijken of er een samenhang bestaat tussen het eerste en het laatste. We onderzoeken in dit verband 331 vastgoedfondsen in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Hong Kong en de Verenigde Staten voor de periode 1987-2000 4. Deze periode omvat een gehele marktcyclus: een zware wereldwijde vastgoedcrisis, een periode van herstel en tenslotte een boomperiode. Synergie-effecten Om te beginnen verdelen we de vastgoedfondsen binnen elk land in drie cohorten. Het eerste bestaat uit de fondsen die niet ontwikkelen, de 'pure beleggers'. Vervolgens bepalen we voor de overige fondsen het aandeel dat de waarde van de projectontwikkeling uitmaakt ten opzichte van de waarde van de totale activa. Het tweede cohort bestaat uit fondsen die op basis van die maatstaf minder dan gemiddeld ontwikkelen en het derde uit fondsen die meer dan gemiddeld ontwikkelen. tabel 1 geeft een overzicht van de aldus opgedeelde steekproef. Hierbij dient opgemerkt te worden dat fondsen behorend tot het cohort 'zware ontwikkelaars' in Hong Kong in zeer ruime mate aan projectontwikkeling doen, terwijl de Amerikaanse fondsen in hetzelfde cohort gemiddeld aanzienlijk minder ontwikkelen. Het gaat hier dan ook om de vergelijkingen binnen de landen. Vergelijkingen tussen de landen in de steekproef zeggen door de gekozen aanpak niet veel, maar dat maakt voor onze onderzoeksvraag niet uit. Tabel 1. Overzicht staakproef vastgoedfondsen, binnen elk land opgedeeld in drie cohorten cohorten vs Hong Kong Australië vk Frankrijk zware ontwikkelaars 48 12 16 20 6 lichte ontwikkelaars 39 14 5 12 - pure beleggers 60 17 39 30 13 Bron: Global Property Research Vervolgens onderzoeken we voor elk van deze cohorten de gemiddelde beursprestaties. We berekenen voor elk fonds het gemiddelde totale rendement en de bijbehorende standaarddeviatie. We gebruiken de Sharpe-maatstaf om het rendement voor het gelopen risico te corrigeren5. Vervolgens nemen we per cohort het gemiddelde van deze cijfers. De resultaten worden gepresenteerd in tabel 2. Uit deze tabel komt ten eerste naar voren dat de fondsen die relatief veel aan projectontwikkeling doen de hoogste rendementen behalen. Daarnaast worden deze zware ontwikkelaars gekenmerkt door het hoogste risico. Dit resultaat geldt voor elk van de vijf onderzochte landen. Wanneer wij met behulp van de Sharpe-maatstaf de rendementen corrigeren voor onderliggende verschillen in risico, blijken echter de zwaardere ontwikkelaars nog steeds de beste prestaties te leveren. Voor vrijwel alle landen in de steekproef is de Sharpe-maatstaf het hoogst voor dit cohort en het laagst voor het cohort pure beleggers. Dit is dus een duidelijke aanwijzing voor het bestaan van synergie tussen vastgoedbeleggen en -ontwikkelen.

Tabel 2. beursprestaties vastgoedfondsen cohorten gemiddeld maandelijkse Sharpejaarrendement standaard- maatstaf deviatie Verenigde Staten zware ontwikkelaars 8,42% 3,75% 0,13 lichte ontwikkelaars 8,30% 3,39% 0,11 pure beleggers 7,33% 3,62% 0,10 totaal gemiddeld 7,98% 3,38% 0,11 Hong Kong zware ontwikkelaars 13,12% 13,75% 0,08 lichte ontwikkelaars 10,50% 10,55% 0,04 pure beleggers 11,17% 11,47% 0,04 totaal gemiddeld 12,27% 10,89% 0,05 Australië zware ontwikkelaars 12,71% 13,97% 0,18 lichte ontwikkelaars 7,78% 10,60% 0,10 pure beleggers 8,49% 11,17% 0,08 totaal gemiddeld 9,50% 10,94% 0,10 Verenigd Koninkrijk zware ontwikkelaars 7,58% 8,33% 0,10 lichte ontwikkelaars 6,51% 5,15% 0,11 pure beleggers 6,37% 4,73% 0,09 totaal gemiddeld 6,85% 5,36% 0,10 Frankrijk ontwikkelaars 4,49% 4,42% 0,04 pure beleggers 3,92% 3,02% 0,03 totaal gemiddeld 4,10% 3,15% 0,03 Bron: Global Property Research Meer dan beursprestaties Om de robuustheid van deze voorlopige conclusie te bepalen moeten we verder kijken dan alleen naar de beursprestaties van de vastgoedfondsen. De volgende stap is om ook te kijken naar de operationele opbrengsten die zij op hun geïnvesteerde vermogen genereren. Voor elk vastgoedfonds kijken we voor de gehele periode naar het rendement op het geïnvesteerde vermogen. Vervolgens aggregeren we deze cijfers weer naar het niveau van de cohorten. De resultaten staan in tabel 3. Ook hier zijn de resultaten duidelijk: de fondsen die relatief veel aan projectontwikkeling doen, halen gemiddeld een hoger rendement op hun geïnvesteerde vermogen dan de pure beleggers. De enige uitzondering zijn de Verenigde Staten, waarvoor de resultaten tussen de cohorten elkaar weinig ontlopen. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat projectontwikkeling onder alle Amerikaanse vastgoedfondsen, zoals gezegd, zeer beperkt is.

Tabel 3. gemiddeld operationeel rendement op geinvesteerd vermogen, in procenten Cohort vs Hong Australië vk Frankrijk Kong zware ontwikkelaars 3,22 6,40 8,18 7,59 8,08 lichte ontwikkelaars 3,09 7,72 6,65 6,94 - pure beleggers 3,26 3,80 7,41 6,0 5,24 gemiddelde 3,18 5,84 6,59 6,79 6,24 Bron: Datastream. Bij het interpreteren van deze resultaten is de vraag hoe het zit met het gelopen risico. Immers, we kijken hier alleen naar rendementen. Men zou verwachten dat de zwaardere ontwikkelaars het goed doen in tijden van voorspoed, maar dat de pure beleggers het wat beter doen in tijden van neergang. Wanneer we de steekproef opsplitsen in subperioden blijkt dat slechts beperkt het geval: in vrijwel alle sub-perioden presteren de zwaardere ontwikkelaars het best. Ook wanneer we verder kijken dan alleen de beursprestaties, blijkt er sprake te zijn van synergie tussen het beleggen in vastgoed en het ontwikkelen ervan. Conclusie De prestaties van vastgoedbeleggers die aan projectontwikkeling doen, zijn significant hoger dan die van beleggers die dat niet of nauwelijks doen. Weliswaar nemen ontwikkelende beleggers meer risico's, die zich vertalen in een meer volatiele ontwikkeling van hun beursrendement en winstgevendheid, maar zelfs als we daarvoor corrigeren, blijven de geleverde financiële prestaties beter dan die van de niet-ontwikkelende controlegroep. We mogen dus concluderen dat er wel degelijk synergie bestaat tussen beleggen in vastgoed en het ontwikkelen van vastgoed. Dat betekent dat de fiscus er verkeerd aan zou doen om een maatregel te introduceren die het combineren van beide activiteiten zeer moeilijk of zelfs onmogelijk zou maken. Dat vastgoedbeleggers die projecten ontwikkelen voor de markt daarvoor belast zouden moeten worden, staat buiten kijf. Het ontbreken van een dergelijke belasting verstoort de concurrentieverhoudingen tussen beleggers en projectontwikkelaars. Vanuit het oogpunt van economische efficiëntie is het echter cruciaal dat een heffing alleen gaat gelden voor de winsten uit projectontwikkeling en de rendementen op de beleggingsportefeuille ongemoeid laat 1 Om in aanmerking te komen voor deze FBI-status, moet een Nederlands vastgoedbeleggingsfonds voldoen aan een aantal criteria, waarvan de uitkering van minimaal 95 procent van de winst in de vorm van dividend de voornaamste is. 2 Zie D. Brounen, P.M.A. Eichholtz en P. Kanters, should real estate investment companies be involved in development? Real Estate Finance, winter 2000. 3 Zie D. Brounen en P.Eichholtz, Property Investment and Property Development: What Adds Value?, Working paper, Universiteit van Amsterdam, 2001. 4 Alleen deze vijf landen hebben voldoende beursgenoteerde vastgoedfondsen om tot de vereiste steekproefgrootte te komen.