Jaarverslag 2009. Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel



Vergelijkbare documenten
SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel

VERKORT JAARVERSLAG 2011

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Verkort jaarverslag 2013

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

stichting pensioenfonds wonen

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel

Ontwikkelingen in 2012

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Terugblik 2011 in cijfers

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

27 september Deelnemersvergadering

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

Verkort jaarverslag 2016

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling november 2014

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Jaarverslag verkorte versie STICHTING BEROEPSPENSIOENFONDS LOODSEN

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter

De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. Verkort jaarverslag 2013

Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Beschikbare premieregeling (x 1.000) Beleggingen voor risico deelnemers (Robeco)

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

2010: jaar van herstel

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016

Haarlem 19 juni 2018 Boxmeer 21 juni 2018 Oss 21 juni 2018

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Het jaarverslag 2014 samengevat

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel

Inhoudsopgave Jaarverslag 5 1. Voorwoord 7 2. Kerncijfers 9 3. Profiel van SPNG 11 4. Vermogenspositie en beleid 17 5. Beleggingen 23 6. Pensioenregeling 27 7. Ontwikkelingen 31 8. Verantwoordingsorgaan 41 9. Risicobeheer 45 Jaarrekening 49 10. Balans per 31 december 2009 50 11. Staat van baten en lasten over 2009 53 12. Kasstroomoverzicht over 2009 55 13. Toelichting grondslagen 57 14. Toelichting op de balans 61 15. Toelichting op de staat van baten en lasten 71 Overige gegevens 79 16. Bestemming saldo van baten en lasten 81 17. Gebeurtenissen na balansdatum 83 18. Actuariële verklaring 85 19. Accountantsverklaring 87 Pagina 3 van 88

Pagina 4 van 88

Jaarverslag Pagina 5 van 88

Pagina 6 van 88

1. Voorwoord Zoals ook al in eerdere jaarverslagen is genoemd, zoekt het bestuur naar vergroting van het draagvlak van het Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel (hierna SPNG). Enerzijds wordt gepoogd om binnen de werkingssfeer van SPNG werkgevers te bewegen zich bij SPNG aan te sluiten. Anderzijds is onderzocht of samenwerking met andere bedrijfstakpensioenfondsen voordelen voor SPNG kan bieden. Dit laatste traject heeft geleid tot besprekingen met het bestuur van het Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen (hierna HEGRO). HEGRO is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds voor de gebruikt textiel- en oud papierbranche. De aangesloten werkgevers zijn in de regel textielsorteerbedrijven en oudpapierbedrijven met het karakter van groothandels. Deze besprekingen hebben in 2009 geleid tot een intentieverklaring van beide fondsen om met elkaar te fuseren. Het bestuur is verheugd te kunnen melden dat deze fusie in de maand mei 2010 z n beslag heeft gekregen. Meer over deze fusie leest u in hoofdstuk 7.5. Voor alle duidelijkheid: dit jaarverslag behelst het boekjaar 2009 en beschrijft dus de cijfers en situatie voorafgaand aan de fusie. Ook ontwikkelingen buiten SPNG mogen niet onvermeld blijven. De afgelopen jaren is de pensioenwereld voortdurend in beweging en het jaar 2009 vormt zeker geen uitzondering op die turbulentie. Naast alle rumoer rond de herstelplannen van pensioenfondsen, met de dreiging tot korting van pensioenrechten, heeft in 2009 ook een aantal fundamentele zaken de aandacht gevraagd. Economische en maatschappelijke ontwikkelingen alsmede de alsmaar verder stijgende levensverwachting hebben geleid tot vraagtekens bij de toekomstbestendigheid van ons pensioenstelsel. In hetzelfde kader is de al jarenlange discussie over de houdbaarheid van de AOW in 2009 uitgemond in een wetsvoorstel waarmee de AOW-leeftijd in twee stappen wordt verhoogd naar 67 jaar. Weliswaar is door de val van het kabinet Balkenende IV de behandeling van dat wetsvoorstel opgeschort, maar dat er een verhoging van de AOW-leeftijd zal plaatsvinden lijkt slechts een kwestie van tijd. De verschuiving van de AOW-leeftijd zal onontkoombaar invloed hebben op pensioenregelingen. Door de financiële crisis zijn de risico s van pensioenfondsen voor iedereen zichtbaar geworden. Ook SPNG is geraakt door de crisis en wel zodanig dat er per 1 januari 2010 helaas geen toeslag kan worden verleend op de pensioenen van de gepensioneerden en andere ex-deelnemers. De toeslagen voor de actieve deelnemers zijn tot nu toe gekoppeld aan het indexcijfer van de CAO-lonen en worden gefinancierd door de bij SPNG aangesloten werkgevers. Gezien de soms moeilijke financiële positie van aangesloten werkgevers heeft het bestuur besloten om in 2010 tot een heroverweging van deze wijze van toeslagverlening over te gaan. Vooruitlopend op die heroverweging is besloten om de toeslag voor de actieve deelnemers per 1 januari 2010 te beperken tot 1,26%. In maart 2009 bleek dat de kredietwaardigheid van één van de twee herverzekeraars van SPNG zodanig was gedaald dat SPNG bij ongewijzigde wetgeving - een buffer zal moeten creëren om dit kredietrisico te dekken. Eind 2010 wordt nadere regelgeving van de Nederlandsche Bank verwacht voor herverzekerde pensioenfondsen. Tot dat moment hoeft SPNG geen maatregelen te nemen. In hoofdstuk 4.1 en 7.8 wordt nader ingegaan op de ontstane problematiek. Minister Donner heeft in 2009 drie commissies ingesteld: de commissies Don, Frijns en Goudswaard met de opdracht een aantal aspecten over de werking en houdbaarheid van ons pensioenstelsel te onderzoeken. De commissie Don waarschuwt dat het rendement van de beleggingen van pensioenfondsen op termijn lager zal blijken dan we nu veelal denken. De commissie Frijns constateert dat pensioenfondsen kwetsbaarder zijn geworden door de vergrijzing van de bevolking en afhankelijker zijn geworden van financiële markten. De commissie Goudswaard waarschuwt dat de snelle groei van de levensverwachting en de structureel lagere rente (nog) onvoldoende vertaald zijn in de huidige premies, maar dat tegelijkertijd de pensioenpremies al raken aan de grenzen van wat economisch draagbaar is. Het demissionaire kabinet heeft in april 2010 gereageerd op de conclusies en aanbevelingen van deze commissies. Meer hierover vindt u in hoofdstuk 7.9. Pagina 7 van 88

Kortom, besturen van pensioenfondsen zullen zich op korte termijn moeten bezinnen over de toekomstbestendigheid van hun pensioenfonds. En natuurlijk zal het bestuur van ons pensioenfonds zich terdege verdiepen in deze problematiek. Om een tegenwicht te bieden aan alle soms overtrokken negatieve berichtgeving over pensioenfondsen, is vanuit de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) de campagne gestart Samen sta jij sterk. Deze campagne, waaraan ook SPNG een bijdrage levert, richt zich met name op de voordelen van de collectiviteit van pensioenfondsen. Ook in 2010 zal het bestuur vanzelfsprekend zijn uiterste best doen om in zijn besluitvorming alle belangen op evenwichtige wijze te behartigen. Het uitwerken van de fusie met HEGRO zal nog veel inspanningen vergen, het bestuur hoopt dat de inzet van alle betrokkenen even groot zal zijn als in het voorgaande jaar. Ten slotte wil het bestuur graag zijn dank uitspreken aan allen die in 2009 hebben bijgedragen aan de goede uitvoering van de pensioenregeling. Den Haag, 23 juni 2010 G. Lodewijk I. Slikkerveer werkgeversvoorzitter werknemersvoorzitter Pagina 8 van 88

2. Kerncijfers 2009 2008 2007 2006 2005 (alle bedragen x 1.000) Aangesloten werkgevers (aantal) 258 248 280 276 275 Deelnemers (aantallen) Actieven 6.283 6.480 5.979 5.758 5.650 Arbeidsongeschikten 136 135 144 158 171 Subtotaal 6.419 6.615 6.123 5.916 5.821 Gewezen deelnemers 9.658 9.013 8.455 7.982 7.497 Gepensioneerden 2.475 2.316 2.174 2.047 1.950 Totaal aantal deelnemers 18.552 17.944 16.752 15.945 15.268 Toeslagen (indexaties) - Toeslag actieven per 1 januari (%) 3,00 2,16 1,94 0,62 1,16 - Toeslag inactieven per 1 januari (%) 0,00 1,50 1,00 1,50 0,50 Vermogensituatie op marktwaarde - Technische voorzieningen 475.184 453.166 320.799 333.774 - Algemene reserve (2009 met afslag) (19.648) 13.164 15.425 13.578 12.750 - Algemene reserve zonder afslag 14.622 13.164 15.425 13.578 12.750 - Dekkingsgraad zonder afslag (%) 103,07 102,90 104,81 104,07 - Dekkingsgraad met afslag 1 (%) 95,87 Vermogenssituatie op 4% - Technische voorzieningen 414.296 389.631 364.675 338.835 318.789 - Dekkingsgraad zonder afslag 103,53 103,38 104,23 104,00 104,00 Beleggingen in garantiedepots: Belegde middelen totaal 419.357 366.216 379.771 361.096 354.357 - Vastgoedbeleggingen 10.800 8.231 8.374 7.837 4.248 - Aandelen 44.486 29.012 34.366 42.918 49.425 - Vastrentende waarden 167.022 139.190 134.244 176.624 164.557 - Mix-fondsen 2 95.720 76.987 76.609 0 0 - Overig (incl. beleggingsvorderingen) 3 101.329 112.796 126.178 133.715 136.127 Beleggingsopbrengsten 37.601 (19.967) 9.927 13.881 25.362 Beleggingsrendement (%) 14,55 (9,00) 1,30 3,10 9,00 Premiebijdragen: - Feitelijke premie 23.577 20.797 19.225 15.419 14.675 - Kostendekkende premie 4 30.062 20.590 18.973 14.996 14.425 Pensioenuitkeringen 10.367 9.599 8.551 7.734 7.164 Pensioenuitvoeringskosten 345 358 214 162 253 1 Zie hoofdstuk 4 voor een toelichting op deze afslag 2 Mix-fondsen betreffen de participaties in het Stategic Allocation Fund (zie hoofdstuk 5.3.2) 3 Onder de beleggingscategorie overige beleggingen zijn de beleggingen in hedgefondsen, de voorschotlening, annuïteitenleningen, liquiditeiten en overige beleggingsvorderingen en schulden opgenomen. 4 Vanaf 2009 becijferd op marktwaarde, tot 2009 op de grondslagen van het verzekeringscontract. Pagina 9 van 88

De cijfers en kengetallen zoals hiervoor zijn opgenomen, zijn vanaf 2006 gebaseerd op de huidige waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen. Cijfers uit voorgaande jaren zijn niet aan de veranderde grondslagen aangepast en derhalve in overeenstemming met de desbetreffende gepubliceerde jaarrekeningen. Voor een uiteenzetting van de gehanteerde waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen wordt verwezen naar hoofdstuk 13 bij de jaarrekening. Pagina 10 van 88

3. Profiel van SPNG SPNG, de, is statutair gevestigd te Den Haag. Het bestuurssecretariaat van SPNG wordt gevoerd door het Nederlands Verbond van de Groothandel, gevestigd aan de Bezuidenhoutseweg 12, 2594 AV te Den Haag. 3.1. Doelstelling SPNG heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen van de statuten en het op grond daarvan van kracht zijnde fondsreglement, pensioenaanspraken te verlenen aan de (gewezen) deelnemers en hun nabestaanden. Deelnemers zijn de werknemers die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van een bij SPNG aangesloten werkgever en voldoen aan de criteria voor opneming in de pensioenregeling. SPNG dat de status heeft van een vrijwillig bedrijfstakpensioenfonds - richt zich op de bedrijfstak van de Groothandel waarin ondernemingen voor eigen rekening en risico goederen verhandelen die buiten de onderneming zijn vervaardigd, en die aan bedrijfsmatige afnemers (niet-eindverbruikers) worden afgeleverd. 3.2. Organisatie Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de organisatie van SPNG. 3.2.1. Organogram Organisatieschema SPNG Deelnemersraad Verantwoordingsorgaan Bestuur van SPNG Visitatiecommissie Bestuurssecretariaat (NVG) Controlerend Accountant (Ernst & Young Accountants LLP) Actuarieel adviseur (Support Company) Waarmerkend Actuaris (Ernst & Young Actuarissen) Adviseur vermogensbeheer (Quinator Investment Consultancy) Compliance officer (NVG) Algemeen adviseur (Meeùs Assurantiën) Pensioenadministratie (Nationale-Nederlanden en AEGON) Herverzekering (Nationale-Nederlanden en AEGON) Vermogensbeheer (Nationale-Nederlanden en AEGON) Pagina 11 van 88

3.2.2. Verdeling taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Bestuur Het bestuur van SPNG is belast met het besturen van SPNG en is als zodanig (eind)verantwoordelijk voor alle handelingen die door of namens het fonds worden verricht. De belangrijkste verantwoordelijkheden van het bestuur zijn: het beheer van SPNG; het uitvoeren van de in het fondsreglement vastgelegde pensioenregeling; het beheersen van de risico s die aan het voorgaande verbonden zijn. Zowel het algemeen strategisch als het dagelijks beleid wordt vastgesteld door het volledige bestuur bijgestaan door zijn adviseurs (Support Company en Meeùs Assurantiën). Voor wat betreft het vermogensbeheer laat het bestuur zich adviseren door Quinator Investment Consultancy. SPNG heeft een dagelijks bestuur dat wordt gevormd door de voorzitter en de vice-voorzitter die - bijgestaan door de bestuurssecretaris - het door het bestuur geformuleerde dagelijks beleid in algemene zin uitvoeren. Het bestuur kan bepalen dat bepaalde aspecten van het beleid of beleidsvoorbereiding worden gedelegeerd aan commissies. In 2009 waren o.a. een beleggingscommissie en een communicatiecommissie actief. Het bestuur heeft een extern accountantsbureau (Ernst & Young Accountants), aangesteld om jaarlijks het jaarverslag en de staten voor de Nederlandsche Bank te controleren en te waarmerken. Tevens heeft het bestuur een waarmerkend actuaris (Ernst & Young Actuarissen) aangesteld met als opdracht de aan De Nederlandsche Bank te verstrekken actuariële staten - waaronder begrepen het actuarieel verslag met de daarin opgenomen actuariële verklaring - te waarmerken. Deelnemersraad, verantwoordingsorgaan en visitatiecommissie Naast het bestuur, kent SPNG een deelnemersraad en een verantwoordingsorgaan. De deelnemersraad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen. Het bestuur legt (ten minste één keer per jaar) verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid. Het intern toezicht ligt in handen van een externe visitatiecommissie. De visitatiecommissie zal ten minste één keer per drie jaar het functioneren van het pensioenfonds en het bestuur kritisch bezien. De werking van de deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie komt aan de orde in hoofdstuk 3.3. 3.2.3. Personalia Samenstelling bestuur Per 31 december 2009 was het bestuur als volgt samengesteld: Naam functie namens lid sinds einde zittingstermijn I. Slikkerveer voorzitter De Unie 1 juni 2006 2010 G. Lodewijk vice-voorzitter NVG 1 januari 1991 2013 J. Bleeker bestuurslid CNV 1 april 2008 2013 M.E.T. Marchée bestuurslid NVG 1 november 2008 2010 R.L.P. Schellekens 1) bestuurslid NVG 12 juni 1996 2009 A.A.M. Steijaert 1) bestuurslid FNV 1 september 2008 2009 1) De heren Schellekens en Steijaert zijn inmiddels herbenoemd voor een periode van 5 jaar. Het Nederlands Verbond van de Groothandel (NVG) draagt drie bestuursleden voor namens de bij SPNG aangesloten werkgevers, terwijl CNV Dienstenbond, FNV Bondgenoten en De Unie elk een bestuurslid voordragen namens de deelnemers. Pagina 12 van 88

Samenstelling deelnemersraad en verantwoordingsorgaan De deelnemersraad bestaat uit drie leden die worden benoemd door CNV Dienstenbond, FNV Bondgenoten en De Unie. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit vier leden die de volgende drie geledingen vertegenwoordigen: de deelnemers, de pensioengerechtigden en de aangesloten werkgevers. De leden van de deelnemersraad vormen een personele unie met de leden namens de deelnemers en namens de pensioengerechtigden van het verantwoordingsorgaan. Het Nederlands Verbond van de Groothandel benoemt het lid dat de werkgevers vertegenwoordigt in dit orgaan. Naam functie namens lid sinds einde zittingstermijn K.Kraaijeveld voorzitter 5 De Unie / gepensioneerden 1 januari 2008 2010 Vacature lid FNV / deelnemers Vacature lid CNV / deelnemers M.P. Bootsma lid NVG / werkgevers 1 januari 2008 2010 Bestuurssecretariaat De secretaris van SPNG is de heer G. Aldershof. De heer Aldershof treedt tevens op als compliance officer die toezicht houdt op de juiste uitvoering c.q. handhaving van de gedragscode van SPNG. Bezoekadres : Bezuidenhoutseweg 12, 2594 AV Den Haag Postadres : Postbus 93002, 2509 AA Den Haag Telefoon : 070 349 07 46 e-mail : spng@nvg.nl 3.2.4. Betrokken externe partijen Actuarieel adviseur Support Company B.V. te Hoofddorp Algemeen adviseur Meeùs Assurantiën te Nieuwegein Adviseur vermogensbeheer Quinator Investment Consultancy Accountant Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag. Waarmerkend actuaris Ernst & Young Actuarissen te Utrecht. Bestuurssecretariaat en compliance officer Nederlands Verbond van de Groothandel te Den Haag Pensioenadministratie, herverzekering en vermogensbeheer Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. te Rotterdam en AEGON Levensverzekering N.V. te Den Haag 3.2.5. Controlemaatregelen Het bestuur houdt op een zodanige wijze toezicht op de uitbestede werkzaamheden dat het bestuur de bedrijfsprocessen op een adequate wijze kan (blijven) beheersen. In het verlengde hiervan is het bestuur verantwoordelijk voor het uitvoeren van controlemaatregelen gericht op het adequaat beheersen van alle voorkomende bedrijfsprocessen, met inbegrip van een juiste en volledige registratie en verslaglegging van de gegevens van SPNG. Als uitvloeisel van die verantwoordelijkheid wordt gestuurd op het zoveel mogelijk beperken van risico s die samenhangen met uitbestede processen. 5 De heer Kraaijeveld is voorzitter van zowel de deelnemersraad als het verantwoordingsorgaan. Pagina 13 van 88

Het voltallige bestuur vergadert in beginsel vier keer per jaar om alle voorkomende aangelegenheden te bespreken en om te bezien of de voortgang van de processen naar behoren verloopt. Onderdeel van deze algemene controle is een beschouwing van de financiële positie van SPNG. Voor wat betreft de controle op de pensioenadministratie en het vermogensbeheer, laat het bestuur de beide herverzekeraars verantwoording afleggen onder meer door middel van het periodiek verstrekken van rapportages en overzichten. De aangesloten werkgevers dienen jaarlijks te verklaren dat de deelnemergegevens juist en volledig zijn aangeleverd. De herverzekeraars controleren of deze verklaringen zijn afgegeven en rapporteren daarover aan het bestuur. 3.2.6. Administratieve organisatie Aangezien: de pensioenadministratie en het vermogensbeheer volledig zijn uitbesteed; het dagelijks bestuur wordt gevoerd met ondersteuning van het bestuurssecretariaat; SPNG geen personeel in dienst heeft; heeft SPNG zelf een minimale administratieve organisatie opgezet. Beide herverzekeraars hebben hun organisatie zodanig ingericht dat het bestuur kan beschikken over vaste aanspreekpunten. Ook voor wat betreft de communicatie richting aangesloten werkgevers en (gewezen) deelnemers maakt het fonds (mede) gebruik van de diensten van de herverzekeraars. 3.3. Pension Fund Governance Het bestuur van SPNG streeft als eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid met betrekking tot die uitvoering. Het bestuur onderschrijft dan ook de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, hierna PFG) die zijn verankerd in de Pensioenwet (PW) en heeft deze principes geïncorporeerd in de organisatie van SPNG. Hieronder volgt een samenvatting over de wijze waarop het bestuur invulling heeft gegeven aan de diverse principes. 3.3.1. Transparantie, communicatie en openheid De kern van dit PFG-onderdeel is dat het bestuur aan zijn belanghebbenden op een heldere wijze laat zien hoe het bestuur omgaat met zijn rol en inzicht biedt in het gevoerde beleid. Binnen het bestuur moet een zodanig niveau van kennis en ervaring aanwezig zijn dat het pensioenfonds op alle aspecten behoorlijk bestuurd c.q. aangestuurd wordt. Het bestuur heeft in 2008 een communicatieplan opgesteld. Dit plan vormt de basis voor het communicatiebeleid dat SPNG de komende jaren zal voeren richting de doelgroepen van het fonds: te weten de bij SPNG aangesloten werkgevers, deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Een verkort jaarverslag wordt aan alle aangesloten werkgevers gezonden om ter inzage te worden gelegd voor de deelnemers. Het jaarverslag wordt gedeponeerd bij het handelsregister. Belanghebbenden kunnen het jaarverslag, de statuten en het fondsreglement bij het bestuurssecretariaat opvragen. Deze documenten zijn eveneens beschikbaar via de website van SPNG. 3.3.2. Bestuur Integere bedrijfsvoering Het beleid van het bestuur is gericht op een integere bedrijfsvoering, dit houdt onder meer in: een adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC); een analyse en beheersing van integriteitsrisico s; het voorkomen van belangenverstrengeling; een (duurzame) beheersing van (financiële) risico s. Deze zaken zijn onder meer vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN), de gedragscode van SPNG en in het jaarverslag. Pagina 14 van 88

3.3.3. Deelnemersraad SPNG heeft een deelnemersraad. Deze raad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen, maar in ieder geval over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot een aantal in de Pensioenwet vastgelegde zaken, waaronder de vaststelling van het toeslagbeleid en het jaarverslag. De deelnemersraad bestaat uit drie leden: twee vertegenwoordigers namens de geleding actieve deelnemers en een vertegenwoordiger namens de geleding pensioengerechtigden (aan het einde van het boekjaar waren er twee vacatures in de deelnemersraad). 3.3.4. Verantwoordingsorgaan SPNG kent tevens een verantwoordingsorgaan waaraan het bestuur (ten minste één keer per jaar) verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. In dit verantwoordingsorgaan zijn de actieve deelnemers, de pensioengerechtigden en de bij SPNG aangesloten werkgevers evenredig vertegenwoordigd. Onder andere om redenen van het beheersbaar houden van het bestuursproces, heeft het bestuur in overleg met de betrokkenen besloten om de bemensing van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad te laten bestaan uit een personele unie (voor wat betreft de vertegenwoordiging namens de actieve deelnemers en de pensioengerechtigden). Op die wijze kan overleg worden gecombineerd waar het overlap in taken tussen beide organen betreft. Formeel gezien zullen die taken overigens gescheiden worden gehouden. In hoofdstuk 8.1 en 8.2 van dit jaarverslag wordt het oordeel van het verantwoordingsorgaan respectievelijk de reactie van het bestuur hierop weergegeven. 3.3.5. Intern toezicht Intern toezicht betreft het kritisch bezien van het functioneren van het bestuur van het fonds door deskundigen. Het bestuur heeft voor de inrichting van het interne toezicht gekozen voor een visitatiecommissie. Deze commissie zal bestaan uit drie onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd. Ten minste eens in de drie jaar zal de visitatiecommissie het functioneren van SPNG en het bestuur doorlichten. De bevindingen van de commissie zullen worden opgenomen in het betrokken jaarverslag van SPNG. De leden van de visitatiecommissie worden door het bestuur aangesteld voor de duur van de betrokken visitatieronde die voor de eerste maal in de eerste helft van 2010 wordt uitgevoerd. 3.3.6. Deskundigheidsbevordering Ieder pensioenfondsbestuur moet beschikken over een deskundigheidsplan. Dit plan dient om inzicht te krijgen in het deskundigheidsniveau van het bestuur zowel op collectief als op individueel niveau en om te bepalen of het bestuur op een bepaald gebied eventueel nog opleiding nodig heeft. Het bestuur van SPNG beschikt over een deskundigheidsplan dat is gebaseerd op het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering van de koepels (de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen en de Unie van Beroepspensioenfondsen). In dit deskundigheidsplan is per bestuurslid aangegeven in welke mate deskundigheid aanwezig is en of op een bepaald terrein vergroting van de deskundigheid noodzakelijk is. Het bestuur bepaalt hierin zelf hoe het benodigde deskundigheidsniveau zal worden bereikt. Het deskundigheidsplan wordt jaarlijks besproken en zonodig aangepast. 3.3.7. Vergoedingsregeling De bestuursleden ontvangen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuursvergaderingen en aan andere bijeenkomsten waar hun aanwezigheid gewenst is. Reis- en verblijfskosten door de bestuursleden in de uitoefening van hun functie gemaakt, worden vergoed. De voorzitter van SPNG ontvangt het vacatiegeld en deze vergoedingen in de vorm van een vooraf vastgesteld vast bedrag. Voor de leden van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan geldt dezelfde vergoedingsregeling als voor de bestuursleden. Pagina 15 van 88

3.3.8. Klachten- en geschillenprocedure SPNG heeft een klachten- en geschillenregeling. Klachten kunnen worden ingediend bij het bestuurssecretariaat en geschillen kunnen worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen klachten en geschillen. Klachten betreffen de uitvoering van de pensioenregeling. Geschillen gaan over de interpretatie van regelingen en afspraken. Er is een reglement opgesteld voor de klachten- en geschillenregeling. Pagina 16 van 88

4. Vermogenspositie en beleid Alle bedragen in dit verslag luiden in euro s, tenzij anders aangegeven. 4.1. Financiële positie De financiële positie van SPNG komt tot uitdrukking in de zogeheten dekkingsgraad, die de verhouding weergeeft tussen enerzijds het pensioenvermogen en anderzijds de technische voorzieningen (TV). Het pensioenvermogen is daarbij de som van de TV en het vermogen van SPNG. 4.1.1. Waarderingsgrondslagen Tot en met het boekjaar 2006 werd een rekenrente van 4% gehanteerd voor de vaststelling van de TV. Vanaf 2007 is SPNG balanstechnisch overgegaan op actuariële grondslagen conform het FTK (Financieel Toetsingskader). Een belangrijk onderdeel van het FTK is dat zowel de bezittingen als de technische voorzieningen worden berekend op marktwaarde. De technische voorzieningen worden daarbij bepaald met de door de Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur : dit is de termijnstructuur van de actuele nominale marktrente. In samenhang met de duur van de verwachte uitkeringsstroom bij SPNG kwam de te hanteren rekenrente eind 2009 overeen met afgerond 3,88% (2008: 3,50%). Voorts zijn de Technische Voorzieningen vastgesteld op basis van een recente sterftetafel waarbij rekening is gehouden met voorzienbare trend in sterfte-/overlevingskansen. Uit recente publicaties van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gebleken dat de gemiddelde levensverwachting van mannen en vrouwen sneller stijgt dan eerder werd aangenomen. Ook stijgt de levensverwachting sneller dan is verondersteld in de laatste prognosetafel van het Actuarieel Genootschap (de AG-prognosetafel 2005-2050). Dit heeft er toe geleid dat er een verzwaring van de grondslagen is doorgevoerd. In hoofdstuk 13 is een volledige opsomming van de gehanteerde grondslagen opgenomen. De Technische Voorziening op basis van marktwaarde en prudente grondslagen conform de FTK-methode (zie hoofdstuk 13) is door het actuarieel rekencentrum van AEGON bepaald op 452.602.183. Om te voorzien in de voornoemde stijging van de levensverwachting, heeft de actuarieel adviseur van het pensioenfonds berekend dat een opslag van 5% nodig is. Hiermee komt de Technische Voorziening op marktwaarde uit op 475.184.304. Dit leidt tot de volgende opstelling op marktwaarde: Pensioenvermogen Technische voorzieningen Eigen Vermogen Dekkingsgraad 489.806.413 475.184.304 14.622.109 103,07% 4.1.2. Garantiecontract Het herverzekeringscontract dat SPNG heeft laat zich kwalificeren als garantiecontract. Dit betekent dat de uitkeringen van alle tot de einddatum van het herverzekeringscontract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Het bestuur hecht daarom ook nadrukkelijk waarde aan de becijfering van de financiële positie van SPNG op basis van de met de herverzekeraars overeengekomen grondslagen, waaronder een rekenrente van 4%. Immers het berekenen van de TV tegen marktwaarde in plaats van 4% rekenrente heeft in de praktijk geen invloed op het feitelijk beschikbare eigen vermogen van SPNG. De bestedingsruimte van SPNG blijft voor wat betreft de maximaal beschikbare middelen voor het verlenen van de toeslagen aan de inactieven beperkt tot het niveau van de Algemene Reserve. Op basis van de contractuele grondslagen is de opstelling dan: Pensioenvermogen Technische Voorzieningen Eigen Vermogen Dekkingsgraad 428.918.224 414.296.115 14.622.109 103,53% Pagina 17 van 88

4.1.3. Afslag in verband met kredietrisico Omdat het solvabiliteitsrisico met een garantiecontract in beginsel volledig is afgedekt, geldt er voor een pensioenfonds met een garantiecontract geen verplichting tot het aanhouden van een (Minimaal) Vereist Eigen Vermogen, mits de kredietwaardigheid volgens een internationale rating (Standard & Poors) van de betrokken verzekeraar(s) ten minste AA- bedraagt. Met andere woorden: het pensioenfonds kan dan formeel gezien niet in een situatie van onderdekking geraken ongeacht de waarde van door de herverzekeraars voor het pensioenfonds aangehouden beleggingen. Per 1 maart 2009 is de rating van het ING-concern, waartoe Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. behoort verlaagd tot A+. In de loop van 2009 is voor Nationale-Nederlanden een eigen rating verkregen, maar aan het eind van 2009 was deze rating eveneens met A+ net onvoldoende. Volgens de regels van het FTK moet SPNG nu een zogeheten afslag op zijn vordering op Nationale- Nederlanden toepassen, waardoor SPNG formeel gezien wel in de situatie van een dekkingstekort terecht is gekomen (zie de onderstaande opstelling). Na de afslag ter grootte van 34.250.562 (zie hoofdstuk 14.2.3 voor de vaststelling van dit bedrag) op het pensioenvermogen is de vermogensopstelling op marktwaarde dan als volgt: Pensioenvermogen Technische voorzieningen Eigen Vermogen Dekkingsgraad 455.536.347 475.184.304 -/- 19.647.957 95,87% Normaal gesproken zou SPNG nu een korte termijn herstelplan bij DNB moeten indienen waaruit moet blijken hoe SPNG deze onderdekking zal inlopen. Demissionair minister Donner van SZW heeft pensioenfondsen in de positie van SPNG echter tot 31 december 2010 uitstel verleend voor de indiening van het herstelplan. Gedurende dat uitstel mag SPNG handelen als ware er geen sprake van een tekort met betrekking tot het herverzekerde deel voor zover samenhangend met het kredietrisico, echter met uitzondering van onder andere het invullen van de verslagstaten voor de Nederlandsche Bank. Demissionair minister Donner heeft laten weten dat hij in de tweede helft van 2010 zal komen met definitieve besluitvorming c.q. regelgeving aangaande herverzekerde pensioenfondsen. In hoofdstuk 7.8 wordt verdere aandacht aan de problematiek van deze afslag besteed. Ontwikkeling dekkingsgraad In hoofdstuk 2 is aangegeven hoe de dekkingsgraad zich de afgelopen 5 jaar heeft ontwikkeld. In de jaren 2005 en 2006 is de dekkingsgraad bepaald nadat een voorziening werd gevormd voor de aan de pensioengerechtigden en slapers toe te kennen toeslag per 1 januari van het volgende kalenderjaar. De dekkingsgraad 2007 is echter bepaald voordat de voorziening van de toeslag per 1 januari 2008 is gevormd. Het besluit over de toeslag per 1 januari 2008 voor de pensioengerechtigden en slapers is namelijk pas in 2008 genomen. Oordeel waarmerkend actuaris De bevindingen van de accountant ten aanzien van de door SPNG verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat die gegevens als uitgangspunt zijn aanvaard. In hoofdstuk 18 geeft de waarmerkend actuaris aan wat zijn bevindingen zijn. 4.2. Beleid De voornaamste financiële doelstellingen van SPNG zijn: het waarborgen van de opbouw van de pensioenaanspraken overeenkomstig de in het fondsreglement vastgelegde bepalingen; het maximaliseren van het beleggingsrendement om de nagestreefde (voorwaardelijke) toeslagen voor de inactieve deelnemers te realiseren. 4.2.1. Premiebeleid De premie wordt door het bestuur van SPNG niet gezien of benut als sturingsmiddel. Het bestuur ziet geen reden om aan te nemen dat het premiebeleid in het komende verslagjaar zal wijzigen voor wat betreft de vrijwillig bij SPNG aangesloten groothandels. Pagina 18 van 88

Voor de werkgevers in de sector herwinning grondstoffen die na de fusie met HEGRO verplicht bij SPNG zijn aangesloten, zal echter conform de wettelijke verplichtingen - een doorsneepremie worden geheven. Kostendekkende premie op basis van het verzekeringscontract Gezien het met de verzekeraars gesloten garantiecontract beschouwt het bestuur de som van de volgende componenten als kostendekkende premie: de kosten van de jaarlijkse pensioeninkoop op de grondslagen van het verzekeringscontract; een opslag voor solvabiliteit (vanwege de garantieovereenkomst met AEGON en NN is deze opslag voor SPNG nihil) het totaal van de pensioenuitvoeringskosten. De hoogte van de aldus becijferde kostendekkende premie op basis van het verzekeringscontract bedraagt voor 2009 23.323.310 (2008: 20.589.990). Kostendekkende premie op basis van marktwaarde SPNG is verplicht om ook de kostendekkende premie op marktwaarde te bepalen. Deze premie bestaat uit de volgende onderdelen: de kosten van de jaarlijkse pensioeninkoop op de grondslagen gebaseerd op marktwaarde; een opslag voor solvabiliteit; een opslag voor uitvoeringskosten; een opslag om het kredietrisico van Nationale-Nederlanden te ondervangen. De hoogte van de aldus becijferde kostendekkende premie op marktwaarde bedraagt voor 2009 30.061.535. Feitelijke premie Een bij SPNG aangesloten werkgever is voor elke bij hem in dienst zijnde deelnemer jaarlijks een premie aan SPNG verschuldigd. Deze premie is gelijk aan de aan de herverzekeraars verschuldigde actuariële premie (voor de reglementaire pensioenopbouw met inbegrip van garantiekosten en de koopsom voor indexatie van de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers) verhoogd met een toeslag ter dekking van de exploitatiekosten van SPNG. De bedoelde toeslag is gelijk aan de omvangskorting die de herverzekeraars ter beschikking stellen aan SPNG. De ontvangen omvangskorting ad 598.419 is hoger dan de exploitatiekosten ad 344.793. De feitelijke premie voor 2009 bedraagt 23.576.936 (2008 20.797.271). Kostendekkendheid van de premie Als de kostendekkendheid van de premie wordt bezien op basis het verzekeringscontract, kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een kostendekkende premie. Immers de feitelijke premie is hoger dan de aldus becijferde kostendekkende premie. Indien de kostendekkende premie op basis van marktwaarde als uitgangspunt wordt genomen, is er sprake van een tekort. Het bestuur heeft besloten om de nadere regelgeving voor herverzekerde pensioenfondsen (zie hoofdstuk 7.8) af te wachten alvorens eventueel maatregelen te nemen. Overigens acht het bestuur van SPNG in dit verband de aan de herverzekeraars af te dragen premie voor SPNG relevanter dan de op basis van marktwaarde vastgestelde kostendekkende premie: het bestuur wijst er daarbij op dat de feitelijke premie voldoende is om de daadwerkelijke kosten van SPNG te dragen. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgever. Ontwikkeling premiestelling In de aan de herverzekeraars af te dragen premies, stortingskoopsommen en koopsommen zijn opslagen opgenomen voor medeverzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, excasso-, administratieen mutatiekosten en garantiekosten. De betreffende premies en (stortings)koopsommen zijn opgenomen in de post Mutatie voorziening voor pensioenverplichtingen. Pagina 19 van 88

4.2.2. Beleggingsbeleid Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van een actief beleid over en binnen de beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties. Het strategisch beleggingsbeleid wordt zo veel mogelijk afgestemd op de verplichtingen van het SPNG. Het bestuur heeft het voornemen om door middel van een zogeheten ALM-studie deze afstemming te optimaliseren. 4.2.3. Toeslagbeleid Er is een wezenlijk onderscheid tussen de toeslagen voor actieven en inactieven (zie ook hoofdstuk 6.4). Toeslagen actieven De toeslagen voor de actieve deelnemers zijn in beginsel onvoorwaardelijk en worden gefinancierd door de bij SPNG aangesloten werkgevers. Deze toeslag was dus in 2009 geen beleids- of sturingsmiddel voor SPNG. Conform de in het fondsreglement vastgelegde bepalingen zijn de opgebouwde pensioenen van de actieve deelnemers per 1 januari 2009 met 3% verhoogd. Toeslagen inactieven Ambitie Het pensioenfonds streeft er met het toeslagbeleid voor de inactieven naar om de premievrije en ingegane pensioenen van de inactieve deelnemers en pensioengerechtigden jaarlijks per 1 januari (maximaal) te verhogen op basis van relatieve stijging van het consumentenprijsindexcijfer. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagtoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Besluitvorming voor het boekjaar 2009 Het bestuur heeft overeenkomstig bovengenoemd beleid in overleg met de actuarieel adviseur en de adviseur vermogensbeheer besloten de ingegane pensioenen en de nog niet ingegane pensioenen op 1 januari 2009 niet te verhogen. Pagina 20 van 88

4.2.4. Resultaat pensioenfonds Het totaal resultaat over het boekjaar bedraagt (32.812.171) (vorig jaar (2.260.322)). Voor het verkrijgen van inzicht in de verschillende verlies- en winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid is een actuariële analyse gemaakt. Het resultaat van deze analyse is in het onderstaande overzicht vermeld: (Bedragen in euro) 2009 2008 Premiebijdragen werkgevers en werknemers 6 23.576.936 20.232.053 Kosten pensioenopbouw garantiecontract (18.363.684) (16.669.545) Toeslagverlening (vanuit premiebijdragen) (5.213.252) (3.562.508) Resultaat op premies 0 0 Pensioenuitvoeringskosten (344.793) (357.937) Bijdrage kosten vanuit premiebijdragen (zijnde de aan 598.419 565.218 SPNG toekomende omvangskorting) Resultaat op kosten 253.626 207.281 Ontvangen en betaalde intrest 248.198 337.645 Resultaat op intrest 248.198 337.645 Uitkeringen (10.232.957) (9.439.900) Afkopen aan werknemers (134.033) (159.262) Uitkeringen herverzekering - garantiecontract 10.232.957 9.439.900 Afkopen klein pensioen garantiecontract 134.033 159.262 Resultaat op uitkeringen 0 0 Binnenkomende waardeoverdrachten 618.576 2.597.495 Koopsommen waardeoverdrachten (618.576) (2.597.495) Uitgaande waardeoverdrachten (279.702) (2.074.719) Afkopen waardeoverdrachten 279.702 2.074.719 Resultaat op waardeoverdrachten 0 0 Toeslagverlening (niet vanuit premiebijdragen) (103.309) (3.644.422) Uitkering overrente 168.508 (34.593) Aandeel in technisch resultaat 7 1.224.363 1.299.595 Overige lasten 8 (333.491) (425.828) Overige resultaten 956.071 (2.805.248) Resultaat boekjaar zonder afslag kredietrisico 9 1.457.895 (2.260.322) Afslag i.v.m kredietrisico Nationale-Nederlanden (34.270.066) 0 Resultaat boekjaar met afslag kredietrisico (32.812.171) (2.260.322) 6 Dit zijn de premiebijdragen exclusief de bijdragen voor de exploitatiekosten ter grootte van de aan SPNG toekomende omvangskorting. 7 Het aandeel in het technisch resultaat over 2009 bestaat uit het regulier door de herverzekeraars vastgestelde bedrag van 1.371.393 en een correctie op het aandeel in het technisch resultaat 2009 van -/- 147.030 ten gunste van de omvangskorting. 8 In de overige lasten zit een last i.v.m. correctie van de balansstanden ultimo 2007 ad 66.798. Het gaat om de balanspost rekening-courant herverzekeraar en te vorderen premies werkgever. 9 Dit betreft de afslag kredietrisico van -/- 10,36% van de bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. herverzekerde voorziening pensioenverplichtingen. Pagina 21 van 88

Uit deze opstelling blijkt dat SPNG over boekjaar 2009 een positief resultaat ad 1.457.895 heeft behaald wanneer de afslag van -/- 34.270.066 in verband met het kredietrisico van Nationale-Nederlanden (zie hoofdstuk 4.1.3 en hoofdstuk 14.2.3) buiten beschouwing wordt gelaten. Met inbegrip van deze afslag bedraagt het resultaat echter 32.812.171 negatief. Zolang de nieuwe regelgeving voor herverzekerde pensioenfondsen nog niet duidelijk is, is het naar de mening van het bestuur onduidelijk welke waarde aan deze vooralsnog uitsluitend boekhoudkundige afslag moet worden toegekend. 4.2.5. Herverzekering en technische winstdeling SPNG heeft een herverzekeringscontract gesloten met Nationale-Nederlanden en AEGON. Dit contract loopt af op 31 december 2012. Het betreft een zogeheten garantiecontract waarbij de uitkeringen van de tot de einddatum van het contract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Het contract kent een winstdeling op intrestresultaat en op technisch resultaat. SPNG ontvangt technische winstdeling op de grondslagen sterfte, arbeidsongeschiktheid (premievrijstelling) en op de resultaten op mutaties. Het technisch resultaat wordt jaarlijks bepaald en indien positief aan SPNG uitgekeerd. Over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 bedraagt het technisch resultaat na aftrek van de risicogrens 1.371.393 positief (na de eerder genoemde correctie van -/- 147.030 ten gunste van de omvangskorting bedraagt het technisch resultaat 1.224.363) en zal met valutadatum 1 januari 2010 aan SPNG worden uitgekeerd. De herverzekeraars hebben de tegenover de pensioenverplichtingen aangehouden beleggingen elk ondergebracht in een gesepareerd beleggingsdepot. SPNG ontvangt jaarlijks de positieve overrente die met deze gesepareerde beleggingsdepots wordt gerealiseerd. Indien in enig jaar de overrente negatief is, zal deze verrekend worden met toekomstige positieve overrentes. Pagina 22 van 88

5. Beleggingen 5.1. Beleggingsbeleid Doelstelling De algemene doelstelling is een zo goed mogelijk rendement behalen binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Ten einde de beoogde pensioenuitkeringen op korte en lange termijn veilig te stellen, wenst het bestuur de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze te beleggen. Het pensioenfonds belegt vanuit de zogeheten prudent person gedachte. Daarbij moeten de beleggingen gericht zijn op de belangen van de pensioen- en aanspraakgerechtigden en voldoen aan kwalitatieve beginselen van veiligheid, kwaliteit en spreiding van risico s. Hoewel het rendement op de portefeuille een hoge prioriteit heeft, staan een defensief karakter van het beleggingsbeleid en een voorzichtige afweging van risico en rendement voorop. Beleggingsstijl SPNG voert in overleg met de vermogensbeheerders en zijn adviseurs een actieve beleggingsstijl. Dit wil zeggen dat zal worden getracht op basis van marktvisie een hoger rendement te behalen dan de gekozen benchmark. Dit alles binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Diversificatie Met een diversificatie van het aantal beleggingscategorieën wordt gepoogd met een gelijk risico een hoger rendement te behalen. Naast staatsobligaties en aandelen wordt onder meer belegd in bedrijfsobligaties, vastgoed, hypotheken en grondstoffen. Besluiten en gevolgen in 2009 De beleggingen bij ING bleven qua strategische verdeling in hoofdlijnen gelijk Wel werden enige verschuivingen binnen de gekozen categorieën doorgevoerd. De beleggingen bij AEGON bleven ongewijzigd in het Strategic Allocation Fund 75/25 (zie hoofdstuk 5.3.2) Conclusie beleggingsjaar 2009 Er kan worden geconcludeerd dat 2009 een goed beleggingsjaar is geweest met een rendement van 14,55%. Met alle categorieën werden betrekkelijk goede beleggingsopbrengsten behaald, met name met de aandelenportefeuille. Met het deel van de beleggingsportefeuille bij ING werd met een rendement van 14% een outperformance behaald van 2,2% ten opzichte van de overeengekomen benchmark. Bij AEGON werd met een rendement van 15,85% een outperformance van 1,8% behaald ten opzichte van de benchmark. (De cijfers van beide vermogensbeheerders betreffen de performance na kosten). 5.2. Organisatie van het vermogensbeheer Het bestuur van SPNG is verantwoordelijk voor het strategische beleggingsbeleid. Hieronder wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische allocatie en bandbreedtes en de benchmarks. Randvoorwaarde is dat de pensioenverplichtingen nagekomen kunnen worden en het risico aanvaardbaar is. Om deze reden vindt spreiding over meerdere beleggingscategorieën plaats en worden minimum en maximum wegingen gehanteerd voor de beleggingscategorieën. Het bestuur onderhoudt de contacten met de externe vermogenbeheerders. Het bestuur heeft AEGON Investment Management en ING Investment Management aangesteld als externe vermogensbeheerders om binnen de opgestelde doelstellingen en restricties het tactische en operationele beleggingsbeleid uit te voeren. De vermogensbeheerders zijn binnen de hier geformuleerde randvoorwaarden vrij in de wijze van beleggen en herbeleggen. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor het administreren van de beleggingen en rapporteren over de beleggingen aan het bestuur. Pagina 23 van 88

5.3. Samenstelling beleggingsportefeuille De in dit hoofdstuk omschreven beleggingsportefeuilles zijn exclusief de leningen in verband met inbreng reserve en voorschotleningen. Deze leningen belopen ultimo 2009 in totaal 79,5 mln (2008: 92,6 mln). In hoofdstuk 14 is een toelichting op deze leningen opgenomen. 5.3.1. Performance ING De bij ING ondergebrachte portefeuille is als volgt belegd per ultimo 2009: Beleggingscategorie mandaat weging/tactisch marktwaarde Performance Performance strategisch ultimo 2009 (x 1.000 ) portefeuille benchmark Vastrentende waarden 76% 70,4% 167.022 10,5% 7,0% Aandelen 17% 18,8% 44.486 34,2% 31,4% Onroerend goed 5% 4,6% 10.800 5,2% nvt 1) - direct (1,4%) ( 3.276) (-12,8%) - indirect (3,2%) ( 7.524) (13%) Hedge Funds 2% 1,4% 3.438 14,9% nvt 1) Liquide middelen 0% 4,8% 11.417 Totaal na kosten 100% 100,0% 237.162 14% 11,8% 1) Voor deze beleggingscategorieën van ING is geen benchmark voorhanden. 5.3.2. Performance AEGON De samenstelling van de bij AEGON ondergebrachte beleggingsportefeuille ultimo 2009 is weergegeven in onderstaande tabel. Beleggingscategorie mandaat weging/tactisch marktwaarde Performance Performance strategisch ultimo 2009 (x 1.000 ) portefeuille benchmark Strategic Allocation Fund 100% 94,7% 95.720 15,85% 13,78% (75/25) Liquide middelen 0% 5,3% 5.365 Totaal na kosten 100% 100,0% 101.085 15,85% 13,78% De bij AEGON ondergebrachte portefeuille is buiten de aangehouden liquide middelen geheel belegd in het Strategic Allocation Fund 75/25 (SAF 75/25), waarbij strategisch 75% in vastrentende waarden wordt belegd en 25% in overige categorieën. Pagina 24 van 88

Overzicht SAF 75/25: beleggingscategorie weging ultimo 2009 rendement SAF 1) rendement benchmark Tactische Asset Allocatie 1,0% 60,1% 2,9% Private Equity 2,9% -20,2% 30,4% Aandelen 9,8% 30,5% 31,1% Grondstoffen 1,8% 16,2% 18,4% Hedge Funds 5,3% 10,0% 4,4% Vastgoed 6,1% 31,3% 38,5% Asset Backed Securities 8,1% 24,7% 13,6% Emerging Market Debt 2,0% 40,0% 29,4% Staatsobligaties 12,6% 3,1% 2,9% Credits 27,5% 23,1% 15,7% Hypotheken 19,8% 6,0% 3,8% High Yield 3,1% 50,4% 48,5% Totaal 100,0% 16,42% 1) 13,78% 1) Dit betreft het rendement voor kosten. De totale benchmark van het Strategic Allocation Fund 75/25 is (gewogen) samengesteld uit de benchmarks van de onderliggende beleggingsfondsen. 5.4. Terugblik en verwachtingen 5.4.1. Terugblik Algemeen In 2009 heeft een economisch herstel ingezet. De financiële markten lieten een krachtige opleving zien. Alle belangrijke regio s konden een positieve economische groei rapporteren. Wel beschouwden deskundigen het herstel nog als broos, waardoor centrale banken en overheden besloten om hun stimuleringsmaatregelen vooralsnog intact te laten. Alle risicovolle beleggingen hebben een positief rendement laten zien, maar ook staatsobligaties stegen in waarde (voor SPNG vormen het slechte rendement op direct vastgoed en private equity een negatieve uitzondering). Bijzonderheden Bedrijven grepen in 2009 massaal de kans om hun balans te verbeteren; de activiteit op de markt van (hoogrentende) bedrijfsleningen sloeg records. Met dit herstel logenstraften markten de extreem pessimistische verwachtingen aan het begin van het jaar: een depressie, deflatie (structurele prijsdalingen) en het mogelijk niet intact blijven van het financiële systeem. Dat de wereldeconomie aan dit doemscenario ontkwam, was vooral te danken aan de beleidsmakers. Met talloze fiscale en monetaire maatregelen bestreden overheden en centrale banken de, door de kredietcrisis ontstane, vraaguitval. Dankzij hun maatregelen gingen ook de ontwrichte geld- en kapitaalmarkten geleidelijk weer functioneren. Economisch- en bedrijfsnieuws, dat positief bleef verrassen, droeg bij aan vertrouwensherstel. Wereldwijde aandelen presteerden uitstekend. Opkomende markten versloegen Europa, de VS en Japan. Pagina 25 van 88

De rente op tienjarige staatsleningen bewoog in de eurozone ruwweg tussen 3 en 3,5%. In de VS bedroeg de tienjaarsrente eind december 3,8%, na in de voorgaande 11 maanden tussen 3 en 3,5% te hebben geschommeld. 5.4.2. Vooruitzichten In het eerste kwartaal van 2010 werd voor dat jaar een verbetering van de economische activiteit verwacht, een goede interesse in aandelen- en bedrijfsobligatiemarkten en een toenemend beroep van overheden en bedrijven op de kapitaalmarkt. Kortom: de vooruitzichten voor een aanhoudend herstel leken gunstig. De Griekse crisis heeft echter voor een neerwaartse bijstelling van dat positieve beeld gezorgd, in elk geval voor wat betreft de economie in de EU-landen. Of alle steunmaatregelen van de EU-landen het beoogde effect zullen hebben, zal nog moeten blijken. Een andere achilleshiel van het herstel is de arbeidsmarkt. In zowel de Verenigde Staten als Europa blijft de arbeidsmarkt zwak, waardoor de consumentenbestedingen vooralsnog beperkt blijven. Herstel van de consumentenbestedingen is een voorwaarde voor een bestendig economisch herstel. Gezien deze grote onzekerheden is het uitspreken van verwachtingen naar de mening van het bestuur nauwelijks zinvol. Pagina 26 van 88

6. Pensioenregeling SPNG verleent aanspraken op ouderdoms-, partner-, en wezenpensioen ten behoeve van zijn deelnemers. Een bij SPNG aangesloten werkgever is voor elke bij hem in dienst zijnde deelnemer een premie aan SPNG verschuldigd. Deze premie is gelijk aan de actuariële premie, die de herverzekeraar voor die deelnemer aan SPNG in rekening brengt voor de jaarlijkse opbouw en risicodekking van het pensioen, alsmede voor de reglementaire toeslag op de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers. De deelnemer is een bijdrage in de kosten verschuldigd van 6% van de pensioengrondslag. 6.1. Middelloon SPNG heeft op 1 januari 2001 de huidige pensioenregeling geïntroduceerd. Het betreft een zogeheten geïndexeerde middelloonregeling, waarbij de pensioenrechten zijn gebaseerd op het gemiddelde salaris van de deelnemer en waarbij de reeds opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks worden geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de CAO-lonen (met een maximum van 3%). Voor de inactieve deelnemers geldt een voorwaardelijke toeslagregeling (zie hoofdstuk 6.4). 6.2. De pensioengrondslag Het maximum jaarsalaris waarover pensioen wordt verleend is gelijk aan de per 1 januari van het desbetreffende jaar geldende maximum loongrens voor de WIA (2009 47.802). De werkgever kan echter besluiten ook over het eventuele salarisgedeelte boven die grens de pensioenregeling van kracht te laten zijn (in dat geval geldt een door de herverzekeraars vastgesteld maximum salaris, voor 2009 is dat 182.539). De franchise wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de CAOlonen. Voor het jaar 2009 bedraagt de franchise 16.359). 6.3. Pensioenaanspraken De huidige pensioenregeling bevat de volgende pensioenaanspraken. Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen kent een opbouwpercentage van 2,25% van de pensioengrondslag voor elk deelnemersjaar dat vanaf 1 januari 2001 bij het pensioenfonds wordt doorgebracht. Het ouderdomspensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Voor deeltijdwerkers wordt deze aanspraak naar evenredigheid vastgesteld. Partnerpensioen Het partnerpensioen wordt op risicobasis toegekend, hetgeen inhoudt dat het pensioen uitsluitend bij overlijden tijdens het deelnemerschap tot uitkering komt: de aanspraak vervalt op de pensioendatum of eerdere ontslagdatum. De deelnemer heeft hierbij wel de mogelijkheid om op de (vervroegde) pensioendatum of eerdere ontslagdatum een deel van het vanaf 1 januari 2001 opgebouwde ouderdomspensioen om te zetten in een aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn/haar (huwelijks)partner. Gedurende het deelnemerschap bedraagt de aanspraak op partnerpensioen 50% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum bij ongewijzigde pensioengrondslag zou hebben kunnen bereiken. Wezenpensioen Ook het wezenpensioen wordt op risicobasis toegekend. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de 21-jarige leeftijd van het kind, met verlenging van de uitkering tot uiterlijk de 27-jarige leeftijd voor studerende en/of arbeidsongeschikte kinderen. Het wezenpensioen bedraagt voor elk pensioengerechtigd kind 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum bij ongewijzigde pensioengrondslag zou hebben kunnen bereiken. Het wezenpensioen wordt verdubbeld voor volle wezen. Pagina 27 van 88