Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013 en 2014 Regio Achterhoek Bijlagen 0
Bijlage 1: Verkenning arbeidsmarkt en jeugdwerkloosheid Deze analyse geeft een beeld op hoofdlijnen van de jeugdwerkloosheid en werkgelegenheid in de Achterhoek. De focus ligt hierbij op het aan de hand van een aantal kerngegevens identificeren van knelpunten en kansen voor de korte termijn. Sterke toename nww-jongeren sinds begin crisis, zeker ook in de Achterhoek 1 Over 2012 stijging van nww-jongeren met ruim de helft... 1 Nww-jongeren, oftewel niet-werkende werkzoekende jongeren, zijn bij het UWV als werkzoekende ingeschreven jongeren die minder dan 12 uur per week werken. 1
Sterke toename nww-jongeren met name bij havo/vwo en mbo-3 en 4 Veel nww-jongeren met economische, verzorgende en technische opleidingen Meeste nww-jongeren minder dan een jaar werkzoekend 2
Met name zeer sterke stijging nww-jongeren bij middelbare beroepen 3
Meeste mbo vacatures in detailhandel, techniek, economisch en horeca 4
Tekorten stageplaatsen en leerbanen vooral in de zorg, mode-industrie, dierverzorging, bij schoonheidsspecialisten, in de bouw en de transportsector 5
Aantal leerwerkbanen sterk afgenomen, minder krimp bij stages De kansrijke middelbare beroepen per arbeidsmarktsector Nb: Sector Zorg en Welzijn, Helpende op niveau 2 is op basis van recente inschattingen binnen de Achterhoek geen kansrijk beroep. 6
Conclusies De belangrijkste conclusies zijn: Ontwikkelingen jeugdwerkloosheid Over 2012 stijging van nww-jongeren met 56%: van 729 in december 2011 naar 1140 in december 2012. Huidig standcijfer: recente cijfers laten zien dat de stijging ook in 2013 is voortgezet (eind april: 1165). Na enkele jaren daling heeft nog maar 40% van deze nww-jongeren geen startkwalicifatie: het aandeel nww-jongeren met een havo/vwo/mbo-2 opleiding neemt dus toe Er treedt opleidingverdringing op: jongeren vervullen vaker vacatures onder hun niveau, waardoor lager opgeleiden de banen op hun niveau minder vaak bemachtigen Knelpunten en kansen De knelpunten liggen met name bij: Middelbaar (ook niveau 3 en 4) en lager opgeleiden De sterke afname van leerwerkbanen Alle sectoren in de knel, grootste knelpunt bij de zorg De kansen liggen met name bij: Meeste vacatures bij detailhandel, techniek, economisch administratief en horeca Genoemde kansrijke beroepen bieden aanknopingspunten voor gerichte omscholing en bemiddeling Veruit de meeste jongeren zijn minder dan een jaar werkloos De volgende beroepen hebben knelpunten (meeste nww-jongeren) met bijbehorende kansen: Lagere bouwkundige beroepen - mogelijk opleiding verbreden Lagere transportberoepen - mogelijk opscholing niveau 3 Lagere administratieve en commerciële beroepen - mogelijk omscholing kansrijk Middelbare agrarische beroepen - mogelijk opleiding verbreden Middelbare bouwkundige beroepen - mogelijk opleiding verbreden Middelbare werktuigbouwkundige beroepen - mogelijk gericht omscholen Middelbare administratieve en commerciële beroepen - mogelijk omscholing kansrijk Middelbare verzorgende beroepen - mogelijk opscholing niveau 3 Bronvermelding Basiscijfers jeugd februari 2013, UWV en SBB. Schets problematiek jeugdwerkloosheid Achterhoek. 7
Bijlage 2: Beleidskader actieplan Jeugdwerkloosheid Regio Acherhoek 2013 en 2014. Beleidskader Onze samenwerking Wij beogen met dit plan de krachten van alle betrokken partijen te bundelen om de dreigende toename van jeugdwerkloosheid in te dammen. Dit betekent dat wij vrijwillig de samenwerking aangaan. Vrijwillig betekent echter niet vrijblijvend: we maken afspraken met elkaar en houden elkaar daar aan. Een belangrijk onderdeel van dit plan zijn de acties die we met elkaar afspreken. In veel gevallen zullen bij het uitvoeren van deze projecten meerdere partijen betrokken zijn. Deze partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een effectieve uitvoering van de projecten. Maar, ieder project heeft een trekker. Deze trekker is verantwoordelijk voor het opstellen van een projectbegroting, draagt er zorg voor dat een ieder zijn afspraken nakomt, trekt aan de bel als de voortgang om wat voor reden dan ook belemmerd wordt en is verantwoordelijk voor het aanleveren van de benodigde gegevens bij de gemeente Doetinchem of het Graafschap College/ AOC. Tijdens de uitvoering van het plan zullen we voortdurend nagaan of we op de goede weg zijn en blijven. Dit doen wij zowel op het niveau van de projecten als op het niveau van het totale plan. Als daar aanleiding voor is, zullen we onze plannen bijstellen. De gemeente Doetinchem en het Graafschap College/ AOC spelen hierbij, in samenwerking met het Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt Achterhoek, een coördinerende rol: het bundelen van de voortgang over de verschillende projecten en activiteiten in een totaaloverzicht en het formuleren van eventuele aanpassingsvoorstellen. Onze strategie Los van de inzet van de nu beschikbare middelen: hoe kijken wij op hoofdlijnen aan tegen jongeren en de arbeidsmarkt? Wij achten het van belang dat het arbeidsmarktperspectief van jongeren zo veel mogelijk structureel wordt verbeterd. Dit kan betekenen dat wij het behalen van een startkwalificatie stellen boven het verkrijgen van werk op korte termijn. Daar waar mogelijk proberen we dit te combineren. Het al dan niet beschikken over een startkwalificatie achten wij niet alleen afhankelijk van de afgeronde opleiding van jongeren. Ook de ontwikkelde competenties en vaardigheden op basis van werk- en levenservaring zijn hierop van invloed. Wij zullen ons er dan ook sterk voor maken om dergelijke ervaringen te erkennen via EVC-trajecten. Voor de verschillende doelgroepen is de strategie in de onderstaande tabel uitgewerkt. Wij bundelen de krachten, maar de verantwoordelijkheid voor de perspectieven van jongeren ligt uiteraard ook bij die jongeren zelf en bij hun directe omgeving (ouders, verzorgers, vrienden, etc.). Wij verwachten van de jongeren dat zij er alles aan doen wat in hun vermogen ligt, om hun kansen op werk te vergroten. Wij zullen de jongeren daar op aanspreken en ook aan houden. Onze ervaring en verwachting is dat het overgrote gedeelte van de jongeren deze verantwoordelijkheid zal waarmaken. Maar, in die gevallen dat wij van mening zijn dat een jongere er doelbewust met de pet naar gooit achten wij het gerechtvaardigd hier consequenties aan te verbinden. Hierbij kan gedacht worden aan het 8
beëindigen of versoberen van de dienstverlening of, in het geval van een uitkeringsrelatie, het (tijdelijk) verlagen van deze uitkering. Dit in combinatie met pogingen de motivatie van de desbetreffende jongeren te verhogen. Strategische aanpak diverse doelgroepen Doelgroep Scholieren/studenten (Vroegtijdige) schoolverlaters Met werkloosheid bedreigde jongeren zonder startkwalificatie Met werkloosheid bedreigde jongeren met startkwalificatie (Werkloze) jongeren zonder startkwalificatie (Werkloze) jongeren met startkwalificatie Strategische aanpak Opleiding laten afmaken. De schoolkeuze in relatie brengen tot het arbeidsmarktperspectief. Dit met als doel dat jongeren bewuster hun opleiding kiezen, een opleiding waarmee ze later, als ze afgestudeerd zijn, sneller een baan vinden. Zoveel mogelijk langer doorleren, scholingsniveau verhogen Bemiddelen Als vangnet bieden van stages/leerwerkplekken, indien langer doorleren en bemiddelen niet mogelijk is Binnenboord houden bij werkgever (duaal traject) Kwalificeren Binnenboord houden bij werkgever Van werk naar werk bemiddelen Als vangnet bieden van stages/leerwerkplekken, indien bovenstaande niet lukt Kwalificeren, duaal opleiden of werkleeraanbod Bemiddelen naar werk Als vangnet bieden van leerwerkplekken, indien bovenstaande niet lukt Onze extra inzet voor 2013 en 2014 Het budget en de looptijd van dit actieplan is relatief beperkt. Met dit plan beogen wij het stimuleren van activiteiten die gericht zijn op het naar werk of scholing begeleiden van jonge niet werkende werkzoekenden. Wij zetten de middelen in om activiteiten te ontplooien die aanvullend zijn op hetgeen de markt of publieke dienstverleners reeds organiseren. Het intensiveren of versterken van succesvolle methoden kan hier onderdeel van uitmaken. Wij richten ons op een doelgroep die weliswaar ondersteuning nodig heeft, maar waar geen langdurige intensieve aanpak voor nodig is of waarvoor nog niet reeds een andere aanpak op is ontwikkeld. Concreet houdt dit in dat wij ons niet richten op Wajongeren, jongeren met een SW-indicatie of jongeren met een meervoudig complexe problematiek. Ons toetsingskader Voor de beoordeling van een eventuele financiële bijdrage aan initiatieven hebben we een toetsingskader opgesteld. Als aan de onderstaande criteria niet wordt voldaan, wordt geen bijdrage geleverd: 9
1. Het project past binnen de beschreven strategische aanpak van de diverse doelgroepen. Zie hiervoor de tabel en het uitgangspunt dat we gaan voor structurele en duurzame verbetering van de arbeidsmarktperspectieven van jongeren 2. Het project leidt op korte termijn tot concrete resultaten/acties. Dit betekent o.m. voldoende financiële middelen aanwezig, voldoende commitment bij de betrokken partijen. 3. Beschikbaarheid budget De aangevraagde middelen ten laste van het budget actieplan jeugdwerkloosheid moeten uiteraard wel beschikbaar zijn. Daarnaast zal bij de afweging per project gelet worden op: 4. De kosteneffectiviteit van de actie De effectiviteit is niet het enige element dat bepalend is bij de beoordeling van al dan niet inzetten van een maatregel. De kosten spelen ook een rol. Deze dienen met elkaar in evenwicht te zijn. 5. Noodzaak van de ondersteuning Niet iedere jongere heeft dezelfde ondersteuning nodig om zijn weg te vinden in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Hierbij spelen zowel competenties en vaardigheden als de omstandigheden op de arbeidsmarkt een rol. Wij streven naar een selectieve ondersteuning: alleen waar nodig. 6. Duurzaamheid Dit actieplan heeft, mede gelet op de relatie met de economische crisis, een tijdelijk karakter. Desondanks heeft het onze voorkeur dat de initiatieven ook na afronding van het project of de activiteit vruchten afwerpen. 7. De aansluiting bij de kansrijke sectoren Projecten moeten gericht zijn op een structurele verbetering van het arbeidsmarktperspectief. Dit betekent dat moet worden aangesloten bij sectoren (en opleidingsniveau) waar naar verwachting structureel werk in te vinden is. Dit uitgangspunt geldt zowel voor de studiekeuze als de eventueel noodzakelijke arbeidsbemiddeling. 10
Bijlage 3: Activiteiten m.t.b. Jeugdwerkloosheid in de Regio Achterhoek. Hier volgt nog een korte toelichting op de onderstaande activiteiten: Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt Achterhoek (verbinding met andere initiatieven als Scholing naar kansrijke sectoren en de Human Capital Agenda) Gezamenlijke aanpak voortijdig schoolverlaten/rmc. JOUW Unit: advies en begeleiding inzake scholing, werk en inkomen; regionale leer- en kwalificatieplicht voor MBO leerlingen; RMC-trajectbegeleiding voortijdig schoolverlaters. Reguliere aanpak wwb-ers door gemeenten (en ISWI, SDOA): inkomensvoorziening en re-integratie. Werkgeversbenadering: acquisitie van vacatures en plaatsing wwb-ers, advies aan werkgevers. Taskforce Bouw. Techniek pact. Voorloperaanpak: voorlopersproject tussen Graafschap College en gemeente Doetinchem om Passend Onderwijs vorm te geven. Sluitende aanpak Scholing en Werk: doorontwikkeling Achterhoekse structuur scholing en werk naar meer inclusiviteit en flexibiliteit. Leerwerkloket Achterhoek: advies over scholing en werk. Servicepunt Zorg en Welzijn Achterhoek: arbeidsmarktoverleg tussen werkgevers in de zorg, UWV en gemeenten. Stage- en leerbanenoffensief van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. 11
Bijlage 4: Beschrijving acties Als onderdeel van het actieplan Jeugdwerkloosheid Regio Achterhoek 2009-2011 hebben wij ons beleidskader beschreven. Dit hebben wij enigszins geactualiseerd en opgenomen in bijlage 2 van dit plan. Bij vraag 1.6 hebben wij een overzicht gegeven van de dienstverlening aan jongeren in de regio. Vanuit het actieplan zullen we aanvullende acties stimuleren. Gelet op de hoogte van het budget kiezen we voor een beperkt aantal projecten. Hieronder hebben we deze acties opgenomen.begroting is te vinden in de bijlage. Acties: Intensivering begeleiding werkzoekende jongeren naar school of werk Bij de verschillende (samenwerkende) gemeenten wordt de capaciteit voor begeleiding naar scholing of werk tijdelijk vergroot. Als methodiek kan worden gekozen voor die van de zogenaamde Integrale Trajectbegeleiders zoals die in het vorige actieplan is uitgewerkt en effectief is gebleken.ook kan worden ingezet op extra capaciteit voor arbeidsbemiddeling. Afhankelijk van de samenstelling van de doelgroep en de lokale behoefte en beschikbaarheid van reguliere ondersteuning maken de gemeenten, in onderling overleg, een keuze. Kosten: 300.000,--; cofinanciering ad 150.000 door gemeenten (in personeelskosten en inkoop participatie/re-integratieinstrumenten). Bijdrage actieplan: 150.000,--. Stimuleren arbeidsplaatsen voor startende jongeren door Jongerenvouchers of Startersbeurzen Voor 50 jongeren willen we extra werkplekken creëren om hun (eerste) werkervaring op te doen. Wij zetten hiervoor het instrument Jongerenvouchers in. Ook dit project is reeds eerder in de regio uitgevoerd en heeft tot een vergelijkbaar aantal plaatsingen geleid. Bedrijven krijgen een voucher van 2500,-- per werkplek waarop een jongere wordt geplaatst. Voorwaarden is onder meer dat er sprake is van een arbeidscontract van minimaal 6 maanden met een minimale omvang van 12 uur per week. Daarnaast moet het gaan om een jongere waarvan door de verantwoordelijke begeleidende instantie is aangegeven dat plaatsing zonder een voucher niet tot de mogelijkheden behoort. In overleg met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven wordt nog onderzocht of de recent geintroduceerde startersbeurs een alternatief vormt voor deze aanpak. Voor- en nadelen van beide methoden zullen binnenkort tegen elkaar worden afgewogen. Ook zal bekeken worden of constructies als "meester-gezel" of "buddy's" in de aanpak kunnen worden ingebouwd. Kosten: 270.000,--; cofinanciering vanuit werkgevers 125.000,-- (loonkosten). Bijdrage actieplan: 145.000,--. Stimuleren kansrijke initiatieven Deze tijd vraagt om creativiteit en innovatie bij zowel werkzoekenden als werkgevers. Om dit te stimuleen zullen wij aanjaagpremies verstrekken aan kansrijke initiatieven die de mogelijkheden van jongeren op de arbeidsmarkt vergroten. We werken de criteria om voor een premie in aanmerking te komen nog nader uit. Voorlopig gaan we er van uit dat één van de criteria een verplichting tot cofinanciering van 50% is. Tot nu toe zijn de volgende initiatieven in ontwikkeling: Het Centrum voor jonge ondernemers zal in overleg met onder meer de Kamer van Koophandel en het Graafschap College een projectvoorstel uitwerken omtrent zelfstandig ondernemersschap. De centrale vraag daarbij is "wat is er voor specifieke ondersteuning voor 12
jongeren nodig, aanvullend op reguliere ondersteuning (bijv. Ik start smart). Werktitel: "Business Kick". Er zijn verschillende initiatieven om (jonge) werkzoekenden bij elkaar te brengen om door deze contacten hun kansen op een baan te vergroten (bijvoorbeeld: De Broekriem, Het werkcafe in Berkelland, Netwerkgroepen). Wij gaan na hoe deze initiatieven gestimuleerd en eventueel gecoördineerd kunnen worden. Een andere mogelijkheid is dat een collectief van werkzoekenden gezamenlijk opdrachten aanneemt en uitwerkt. Dit idee willen we graag stimuleren. Ook door het formuleren van een opdracht: een concreet advies binnen het project Achterhoek 2020. (werktitel: Innovatiehubs). Kosten: 100.000, --; cofinanciering 50.000,-- te regelen door initiatiefnemers. Bijdrage actieplan 50.000,--. Branchespecifieke projecten Wij nodigen specifieke sectoren uit om plannen in te dienen die leiden tot meer arbeidsplaatsen voor jongeren, BBL-werkplekken of stages. Voorlopig reserveren wij voor 2 projecten een budget ad 100.000,--, waarbij we ervan uit gaan dat de initiatiefnemers zorgdragen voor 50% cofinanciering. Het eerste project wordt uitgewerkt door de samenwerkende opleidingsbedrijven in de techniek. Inspirerend onderdeel van dit plan is, naast het handhaven van leerwerkbanen, het opknappen van "de lelijkste plekken van de Achterhoek" (een verkiezing die door De Gelderlander is georganiseerd). Het tweede project betreft de sector Zorg en hierin heeft de werkgeversvereniging Zorg en Welzijn, in overleg met Calibris, het initiatief. Specifiek voor schoolverlaters uit het MBO worden zowel in 2013 als 2014 projecten geïmplementeerd voor die groepen schoolverlaters waarvan uit de inventarisatie van School Ex blijkt dat ze na de zomer buiten de boot vallen en/of groepen waarvoor beperkt praktijkplaatsen beschikbaar zijn. Hiervoor wordt door het MBO 300.000 gereserveerd. Deze projecten worden uitgewerkt in september 2013 en september 2014. 13
Bijlage 5: Begroting Project kosten bijdragen derden financieringsbehoefte Toelichting trajectbegeleiding 300.000 150.000 150.000 cofinanciering door gemeenten (ambtelijke inzet, inzet participatiebudget) jongerenvouchers 270.000 125.000 145.000 cofinanciering door werkgevers aanjaagpremie 100.000 50.000 50.000 cofinanciering te regelen door initiatiefnemers ntb project 1 200.000 100.000 100.000 project nader te bepalen ntb project 2 200.000 100.000 100.000 project nader te bepalen projectleiding 60.000 60.000 0 wordt gecombineerd met projectleiding/afronding eerder actieplan totaal 1.130.000 585.000 545.000 Overzicht financiering rijksbijdrage actieplan 377.000 bijdrage derden 585.000 collectieve bijdrage partners plan 168.000 totaal 1.130.000 school Ex 2.0 400.000 400.000 0 hoewel wij School Ex als onderdeel van het plan zien, hebben wij deze toch apart in deze begroting opgenomen. Dit in verband met de voorwaarden van het Rijk over cofinanciering voor het gemeentelijk gedeelte. Na aftrek van de organisatiekosten die de ROC's moeten maken ter uitvoering van het School Ex programma is naar verwachting nog 300.000 over voor projecten. 14