Academiejaar: 2017 2018 Opleiding: PBA Sport en Bewegen Module: Sport- Spelontwerp Lector: J. Swimberghe MULTIMOVE Wandelen: Wandelen is een vaardigheid die gekenmerkt wordt door een periode van dubbele steun waarbij beide voeten contact maken met de grond. Diverse vormen van wandelen: - Kruispas - Op de tenen stappen Ritmisch: - Kleine passen - Korde - Zeer klein steunvlak (evenzicht vereist) In verschillende richtingen: - voorwaarts
Roteren: Roteren is een vaardigheid waarbij het lichaam of een lichaamsdeel draait (wijzerzin of tegenwijzerzin) rond de lengte-as, breedte-as of diepte-as. Rond de breedte-as: - Op een vlak - Voorwaarts - Vanuit hurkzit - Breed steunvlak Vanuit een beweging: - Afstoot met 2 voeten - mat Roteren: Roteren is een vaardigheid waarbij het lichaam of een lichaamsdeel draait (wijzerzin of tegenwijzerzin) rond de lengte-as, breedte-as of diepte-as. Rond de breedte-as: - Aan een toestel - Achterwaarts - Vanuit hurkzit - - smal steunpunt Vanuit een beweging: - afstoot met 1 of 2 voeten - ringen
Zwaaien: hangen Hangen is een vaardigheid waarbij men zich met het lichaan of een lichaamsdeel aan een toestel houdt, waarbij het toestel het lichaamsgewicht deels of volledig draagt, al dan niet zonder de grond te raken. Vorm van hangen: - Strekhang, knieën opgetrokken - touwen met handvaten aan - gelijke hoogte - vlak Klimmen: Klimmen is een vaardigheid waarbij men zich met handen en voeten verticaal voortbeweegt. Vorm van klimmen: - omhoog - ladder - touw opstelling materiaal: - klein steunvlak - schuin
Springen en landen: Springen is een vaardigheid die wordt gekenmerkt door een afstoot, een zweeffase en een landing, al dan niet voorafgegaan door een aanloop. Springen wordt opgedeeld in steunspringen (handen als steun gebruiken), ondersteund springen (met hulp), en vrij springen. Vorm van springen: - op een vlak - hoogtespringen - op een lijn vormen van landen: - op 1 of 2 voeten - op een vrije plaats soort materiaal: - balk - cubes als steunpunten in verschillende richtingen: - voorwaarts Wandelen: Is een vaardigheid die gekenmerkt wordt door een periode van dubbele steun waarbij beide voeten contact maken met de grond. Vorm van wandelen: - ene voet voor de andere op 1 lijn ritmisch: - regelmatig - kleine passen soort materiaal: - balk in verschillende richtingen: - voorwaarts!dit is ook een goede oefening op evenwicht!
Klimmen: klauteren Klauteren is een vaardigheid waarbij men zich op handen, voeten en knieën schuin opwaarts voortbeweegt. Vorm van klauteren: - Omhoog/omlaag - Steile helling - Harde ondergrond - Stabiel steunvlak - Weinig steunpunten - Cube - Plank - Recht - Groot steunvlak - schuin Klimmen: kruipen Kruipen is een vaardigheid waarbij men zich op handen, voeten en knieën horizontaal voortbeweegt. Vorm van kruipen: - Voorwaarts - Parallelle coördinatie - Voorlings - Grond - Valmat - Cubes - Cubes staan recht - Valmat ligt vlak - Groot steunvlak - horizontaal
Zwaaien: slingeren Slingeren is een vaardigheid waarbij men het lichaam of een lichaamsdeel, al dan niet m.b.v. een toestel, een heen- en weergaande beweging maakt en waarbij het toestel deze beweging niet ondersteunt. Vorm van slingeren: - In strekhang - Voorwaarts/achterwaarts - Rekstok - Vlak - Gelijke hoogte Klimmen: sluipen Sluipen is een vaardigheid waarbij men zich in buiklig horizontaal voortbeweegt en waarbij het volledige lichaam steeds contact houdt met de grond. Vorm van sluipen: - Voorwaarts - Voorlings (op de buik) - Grond - Valmat - Steunblokken - Vlak - Groot steunvlak - horizontaal
Klimmen Klimmen is een vaardigheid waarbij men zich met handen en voeten verticaal voortbeweegt. Vorm van klimmen: - Omhoog - Omlaag - Zijwaarts - Diagonaal - klimmuur