STUKNUMMER AV 2013-054 Verzonden 15 november 2013 ARCHIEFKENMERK Notitie AAN Algemene vergaderingen CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak AFKOMSTIG VAN Besturen CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak DOORKIESNUMMER DATUM ONS KENMERK - PAGINA 1/5 STATUS Ter informatie BETREFT Voortgang onderzoek naar samenwerking CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak Inleiding Zoals inmiddels bekend is, hebben de besturen van CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak het afgelopen voorjaar besloten de mogelijkheden te gaan verkennen voor samenwerking. Inmiddels is dit traject gestart. De eerste fase is om te inventariseren hoe beide verenigingen en organisaties in elkaar steken en te onderzoeken op welke punten samenwerking ons kan versterken. Het doel van deze fase is voldoende informatie verzamelen voor de besturen. Eind januari zullen de besturen dan een besluit nemen over het vervolg van het onderzoek. Waarom onderzoek naar samenwerking? CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak hebben veel overeenkomsten. Beide zijn werkzaam in het publiek maatschappelijke veld. Sectoren waar werknemers in veel gevallen bewust voor kiezen. Beide organisaties profileren zich steeds nadrukkelijker op de beroepsinhoud. Over het algemeen is te zien dat beroepsverenigingen het goed doen. Pure werknemersverenigingen hebben het zwaarder. De combinatie van beide biedt echter veel mogelijkheden voor succes. Vakverenigingen hebben het in het algemeen niet makkelijk. De ledentallen dalen, het is moeilijk om jongeren te betrekken, verenigingen vergrijzen. Dit leidt tot beweging in de wereld van de vakverenigingen. Bij de FNV was dit erg zichtbaar in de media. Bij het CNV is dat niet het geval geweest. Toch hebben ook hier de ontwikkelingen niet stil gestaan. In februari 2012 werd door het algemeen bestuur (AB) van het CNV de Taskforce ingesteld. De Taskforce bestond uit bestuursleden van de aangesloten bonden met een externe begeleider (Jo van Engelen). Het doel van de Taskforce was om vernieuwing van de vakbeweging en mogelijke samenwerking binnen het CNV voor te bereiden. Vanuit CNV Onderwijs was Joany Krijt lid van de Taskforce, vanuit CNV Publieke Zaak was dit Patrick Fey.
2/5 Na een interventie van CNV Vakmensen stopte de Taskforce in maart 2013 haar werkzaamheden. De besturen van CNV Onderwijs en van CNV Publieke Zaak zochten vervolgens elkaar op. CNV Onderwijs is al enige jaren bezig met het ontwikkelen van een nieuwe beroepsgerichte inhoudelijke agenda en heeft zich om die reden in het Taskforceproces ook steeds gericht op mogelijkheden om zelfstandig binnen het CNV te blijven. CNV Publieke Zaak heeft zich de laatste jaren met name in de zorgsector ook meer op de beroepsinhoud gericht. Beide bonden wilden nadrukkelijk zelf de regie in handen houden. CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak hechten sterk aan de christelijk-sociale waarden en hebben om die reden ook een voorkeur om aangesloten te blijven bij het CNV. Die mogelijkheid zien CNV Onderwijs en CNV Publieke zaak in samenwerking: Een sterke en aantrekkelijke vakorganisatie met een uniek publiek maatschappelijk sector profiel. Binnen het CNV en met behoud van de eigenheid en herkenbaarheid van de sectoren. Op 4 juli 2013 hebben de (dagelijks) besturen van beide bonden een dag lang intensief overleg gehad. Resultaat hiervan is een intentieverklaring (Bijlage) om te komen tot een niet-vrijblijvende samenwerking. Dit betekent dat een complex en intensief proces is gestart waarin onderzocht wordt op welke manier en in welke vorm deze samenwerking de meeste kansen oplevert. Dit proces wordt begeleid door adviseur Dedan Schmidt van Berenschot. Het doel is dat de Algemene Vergaderingen van november 2014 een definitief besluit nemen over de samenwerking.
3/5 Richting Bij de samenwerking gaat het niet simpelweg om een samenwerkingsvorm tussen twee organisaties. Of dit nu een federatie, een fusie of een andere vorm wordt, of wellicht beperkt blijft tot een strategische alliantie. Het gaat vooral om de richting. Dit moment biedt kansen voor inhoudelijke vernieuwing van de vakvereniging. Met een gemeenschappelijke visie op het publiek-maatschappelijke domein. Gericht op de beroepsinhoud. De besturen zien hierin veel voordelen voor de leden. Zowel in invloed naar boven toe (politiek) als in mogelijkheden voor aantrekkelijke beroepsgerichte communities en meer gerichte dienstverlening. De besturen werken daarom samen aan een ambitie, visie en missie. Gezamenlijk is een beeld gemaakt van onze vakvereniging(en) van de toekomst. Woorden en beelden die hierbij steeds terug komen zijn: kleurrijk, vernieuwing, beweging, dichtbij de leden, samen ben je sterker, vertrouwen, een stevig fundament bouwen, in de veranderende samenleving staan en je niet als vakvereniging op je eigen berg terugtrekken, markt met divers aanbod voor leden.
4/5 Structuur Het onderzoek naar de samenwerking is verdeeld in verschillende fases. Op dit moment bevindt het traject zich in de eerste fase: richten. Doel is om een bestuurlijke go/no-go te geven over de grote lijnen en het concrete moment van de samenwerking te plannen. Inhoudelijk gaat het in deze fase om onderwerpen als ambitie, waarden, visie, missie en strategische doelen. Praktisch gezien worden beide verenigingen en organisaties volledig in kaart gebracht en wordt op basis daarvan onderzocht wat mogelijke nieuwe vormen kunnen zijn. Om dit alles uit te kunnen voeren is er een projectstructuur opgezet met daarin o.a. drie werkgroepen. Deze werkgroepen zijn op dit moment vooral bezig met het in kaart brengen van de verenigingen en organisaties en het zoeken naar nieuwe verenigings- en organisatiemodellen. Meepraten en meedenken De grootste groep belanghebbenden in dit samenwerkingstraject zijn de leden van CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak. Het is dan ook van groot belang dat deze leden uitgebreid de gelegenheid krijgen om mee te denken en mee te praten. Hiervoor worden themagroepen en klankbordgroepen samengesteld. Themagroepen werken inhoudelijke thema s uit die input geven aan de gemeenschappelijke besturen. Themagroepen kunnen bestaan uit leden, medewerkers en experts van buitenaf. Klankbordgroepen zorgen voor reflectie op het hele proces. Er komen verschillende klankbordgroepen van leden en/of medewerkers. Uitnodigingen hiervoor volgen zo snel mogelijk of heeft u wellicht ten tijde van de AV al langs zien komen. Daarnaast zullen de (dagelijks) bestuursleden van beide vakverenigingen voortdurend in gesprek gaan met de achterbannen. Dit gebeurt in reguliere bijeenkomsten van verenigingsorganen (sectorraden,stuurgroepen, landelijke groepsbesturen). Ook zal er een onderzoek onder de leden van beide organisatie gehouden worden. Externe communicatie vindt pas plaats als het onderzoek zo ver is dat er grote kaders van de samenwerking aangegeven kunnen worden. Als er extern gecommuniceerd wordt, kan er ook online met leden en zelfs met niet-leden het gesprek worden aangegaan over de kansen die een samenwerking kan bieden. Als de uitkomst van het onderzoek is dat de samenwerking er komt en welke vorm daarvoor het meest geschikt is, is formele besluitvorming nodig. Dit is de rol van de algemene vergaderingen. De AV s van juni en november 2014 zullen belangrijke momenten in deze besluitvorming zijn.
5/5 Globale tijdsplanning In grote lijnen is de tijdsplanning van het traject als volgt. De planning wordt echter beïnvloed door veel factoren. De besturen hebben niet op al deze factoren invloed. Zij kunnen daarom besluiten om af te wijken van de planning. Eind januari 2014 Uitkomst van het onderzoek over de feitelijke kansen en wensen over de richting van het samenwerkingstraject. Februari zomer 2014 NB: het is niet de verwachting, maar het is mogelijk dat de uitkomst van het onderzoek dat deze kansen en wensen niet voldoende aanwezig zijn. Werkgroepen werken aan het onderzoeken van de vormgeving en inrichting van de samenwerking. Input: - Themagroepen - Klankbordgroepen - Verenigingsorganen AV s juni 2014 Voorbereiden van besluitvorming in november 2014 Najaar 2014 AV s november 2014 Verder uitwerken vormgeving en inrichting. Besluit over de samenwerking 2015 Implementeren besluit over samenwerking