Internetpanel Dienst Regelingen

Transcriptie

1 Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling intermediairenbeleid november Inleiding In juli en augustus is er een peiling georganiseerd onder het Internetpanel Dienst Regelingen over het beleid voor zogenaamde intermediairs. Naast de individuele ondernemers heeft DR ook regelmatig contact met vertegenwoordigers van de sector bij het inrichten van de uitvoering van beleid. Dit zijn de intermediairs tussen, in dit geval, DR en de agrarische ondernemers. Deze agrarisch adviseurs en accountants zijn grootverbruikers van de diensten die DR aanbiedt. Voor een efficiënte en effectieve uitvoering van beleid is kennis en ervaring uit het veld erg waardevol voor DR. Om die reden wil DR graag een beeld krijgen van de wensen en behoeften van intermediairs op het gebied van contacten met en dienstverlening van DR. Hiervoor is deze peiling uitgezet. Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van deze peiling. Voor deze peiling zijn in totaal 30 leden van het Internetpanel Dienst Regelingen uitgenodigd. Daarnaast is de respons aangevuld met een door DR aangeleverd bestand van agrarisch adviseurs en accountants. Dit waren er in totaal 104. Omdat de peiling in de zomervakantie viel, heeft deze langer online gestaan dan meestal het geval is. Uiteindelijk hebben 47 intermediairs de peiling ingevuld. De respons komt hiermee uit op 36 procent. In de vragenlijst kwamen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: mate van contact met Dienst Regelingen; manier(en) van contact; reden(en) om wel of geen contact met DR te hebben; onderwerp(en) waarover men meer contact zou willen; meedenken over nieuw beleid (cocreatie); onderwerpen waarover men zou willen meedenken. 2. Contact met DR Tweederde van de panelleden heeft redelijk intensief contact met DR (figuur 1), de rest heeft weinig tot geen contact. Aan de groep die weinig contact heeft (15 panelleden in totaal) is doorgevraagd naar hun behoefte aan contact met DR. Vier van hen geven aan dat zij uitgebreider contact met DR zouden willen. Voor negen is het weinige contact dat men nu met DR heeft prima. Eén panellid geeft tenslotte aan helemaal geen contact te hebben en hier ook geen behoefte aan te hebben. De laatste heeft deze vraag niet ingevuld. Ook is gevraagd om een toelichting: waarom heeft men weinig contact? De meest genoemde redenen zijn: het huidige contact is voor deze groep panelleden goed (genoeg)/voldoende; men heeft niet rechtstreeks te maken met DR; als er contact nodig is, wordt dit door de panelleden wel gezocht; het weinige contact wordt als positief gezien: pas bij onduidelijkheden is dit nodig. 1

2 Figuur 1 Mate van contact met DR (n=47) 68% 32% redelijk intensief weinig contact De contacten met Dienst Regelingen gaan met name over de regelingen die DR (voor de cliënten van de intermediairs) uitvoert, zoals mestbeleid, de Gecombineerde opgave, de bedrijfstoeslagregeling en (het intekenen en doorgeven van) percelen. Ook subsidieregelingen worden regelmatig genoemd (figuur 2). Onder noemen de panelleden onder meer bedrijfsvernieuwing, productierechten en de registratie van bedrijven en/of klanten. Figuur 2 Op welke onderwerp(en) heeft uw contact met DR vooral betrekking? Uitvoeringsonderwerpen op het gebied van (meerdere antwoorden mogelijk, n=35) mestbeleid 63% Gecombineerde opgave bedrijfstoeslagregeling percelen subsidieregeling Agrarisch natuurbeheer 54% 46% 43% 43% subsidieregelingen RLS I&R 23% 20% 29% In de meeste gevallen hadden de intermediairs telefonisch contact via het DR-loket, gevolgd door contact per en overleggen met DR. Briefcontact wordt in verhouding weinig genoemd. Onder wordt nog contact via agrariërs/cliënten en rechtstreeks contact met DR-medewerkers (dus niet via het DR-loket) genoemd. 2

3 Figuur 3 Op welke manier (via welk kanaal) loopt dit contact meestal? (meerdere antwoorden mogelijk, n=35) DR-loket (tel) 66% overleggen 49% 46% brief 9% 20% De panelleden zijn in de regel zeer positief over het contact met DR (figuur 4). Dit geldt vooral voor de overleggen. In verhouding blijft de tevredenheid over het contact achter. Figuur 4 Waardering van het contact, percentage (zeer) positief (nmax=23) overleggen 94% DR-loket 70% brief 67% 59% De panelleden is gevraagd hun oordeel over het contact toe te lichten. Tabel 1 geeft een overzicht van de meest genoemde open antwoorden. Over de overleggen wordt gezegd dat deze in een goede en constructieve sfeer verlopen. Het contact met de medewerkers van DR is goed. Over het telefonisch contact via het DR-loket wordt zowel positief als negatief gesproken over de deskundigheid van de medewerkers die panelleden te spreken krijgen. Enkelen zijn hier (zeer) positief over, een ander juist niet. Men is positief over de telefonische bejegening. Een nadeel van het DR-loket is dat dit buiten kantooruren niet bereikbaar is. contact levert doorgaans snelle reacties en antwoorden op (positief), over dit antwoord is men dan niet altijd te spreken (negatief). Over brieven wordt aangegeven dat dit een duidelijk overzicht oplevert. Een nadeel van briefcontact is het (te) formele taalgebruik. 3

4 Tabel 1 Oordeel over het contact met DR positief DR-loket (telefonisch via callcenter) vriendelijkheid/bejegening deskundigheid hoog mogelijkheid om vraag toe te lichten overleggen constructief en goede sfeer negatief niet altijd bereikbaar keuzemenu niet duidelijk medewerkers niet deskundig (genoeg) geen punten genoemd deskundigheid medewerkers wederzijds begrip door goede relatie reactietijd (snel antwoord) antwoord via niet deskundig genoeg brief overzichtelijk en duidelijk (te) formeel taalgebruik Meer dan de helft van deze groep panelleden die regelmatig contact hebben met Dienst Regelingen geeft aan dat men wel meer contact zou willen (figuur 5). Men wil vooral meer contact omdat: dit belangrijk wordt gevonden bij de invoer van nieuw beleid en dan vooral de afstemming over uitvoeringszaken; men op de hoogte wil blijven, bijvoorbeeld van actuele ontwikkelingen; om problemen te voorkomen; besluiten vooraf afgestemd kunnen worden. Ook is er gevraagd naar de redenen waarom panelleden geen behoefte hebben aan meer contact. Dit is vooral, omdat men het huidige contact voldoende vindt; daarom is er niet meer contact nodig. Figuur 5 Wilt u meer contact met DR? (n=35) 53% 47% ja nee 3. Meedenken over nieuw beleid Dienst Regelingen wil intermediairs graag betrekken bij het vormgeven van nieuw beleid. Dit wordt cocreatie genoemd. Het overgrote deel van de panelleden is hier positief over. 4

5 Figuur 6 Oordeel over initiatief cocreatie (n=43) 88% 9% positief neutraal negatief Het grootste deel van de panelleden toont zich ook daadwerkelijk bereid om mee te denken over nieuw beleid: bijna tweederde (65 procent) wil dit zeker doen, nog eens ruim een kwart (28 procent) zegt dit waarschijnlijk wel te willen doen. Slechts 6 procent wijst actief meedenken af (figuur 7). Figuur 7 Bent u bereid om in voorkomende gevallen mee te denken over nieuw beleid? (n=43) 65% 28% 5% zeker wel waarschijnlijk wel waarschijnlijk niet zeker niet De panelleden hebben vooral interesse in (meedenken over) de uitvoering van regelgeving (bijvoorbeeld de Gecombineerde opgave, mestbeleid en Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) door/met Dienst Regelingen (90 procent, figuur 8). Tweederde noemt de volledig gedigitaliseerde uitwisseling van gegevens en informatie, gevolgd door communicatie over regelgeving (naar individuele ondernemers), het eenmalig inwinnen van gegevens voor meervoudig gebruik. Gegevensuitwisseling via bedrijfsinformatiesystemen wordt het minst vaak genoemd (door 29 procent). Andere zaken die tot slot naar voren komen zijn de SNL-procedure en het herstel van de bezwaarprocedure. 5

6 Figuur 8 Welke onderwerpen hebben bij cocreatie in het bijzonder uw belangstelling? (meerdere antwoorden mogelijk, n=41) uitvoering regelgeving 90% volledig digitale uitwisseling info 66% communicatie over regelgeving 54% inwinnen gegevens meervoudig gebruik gegevensuitwisseling BIS 29% 34% 7% De panelleden hebben een sterke voorkeur voor fysieke bijeenkomsten om mee te denken over nieuw beleid: dit wordt door 78 procent als eerste voorkeur aangegeven. De helft opteert voor een online vragenlijst. Voor meepraten via een online forum is weinig belangstelling. Onder worden nog telefonisch en gezamenlijke pilots genoemd. Er is ook gevraagd naar de frequentie waarin panelleden zouden willen deelnemen. Bijeenkomsten van DR zouden volgens de meerderheid (23 van de 29 panelleden) eens per half jaar plaats kunnen vinden. Online vragenlijsten kunnen vaker worden ingevuld: 16 van de 20 noemt hier eens per kwartaal. Drie van de vier die aangaven graag via een online forum te willen meepraten, geven aan dat dit maandelijks zou kunnen. Figuur 9 Op welke manier wilt u dan bij voorkeur uw inbreng geven? (meerdere antwoorden mogelijk, n=41) bijeenkomsten van DR 78% online vragenlijsten 49% meepraten online forum 10% 12% 6

7 4. Welk vervolg geeft DR aan deze uitkomsten? Uit de peiling komt naar voren dat veel intermediairs het contact met DR waarderen. Meer dan de helft van de deelnemers aan de peiling wil het contact uitbreiden, zeker wanneer de invoering van nieuw beleid aan de orde is. Het belang van contact bij de vormgeving van nieuw beleid komt ook tot uiting in het hoge percentage dat positief oordeelt over co-creatie en dat ook daadwerkelijk wil meedenken. Dienst Regelingen gebruikt de uitkomsten van deze peiling in het contact met intermediairs bij het vormgeven en uitvoeren van nieuw beleid. 7