Arbeidsmarktonderzoek



Vergelijkbare documenten
Quickscan ICT 2012 samenvatting

Quickscan Bouw 2012 samenvatting

Samenvatting. Onderzoek

Inge Test

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Quickscan MKB-Retail 2013 samenvatting

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Onderzoek Passend Onderwijs

Samenvatting. Onderzoek

Werkbelevingsonderzoek 2013

Professionalisering Beroepsbevolking ; uw bijdrage? Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao Bijeenkomst Decanen 13 november 2013

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Nieuwe kans op extra instroom

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Loopbanen van verpleegkundigen Waarom de ene verpleegkundige wel een loopbaanstap maakt en de ander niet

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Discrepantie opleiding en functie, vooruitzichten baan en opleiding. Randstad Nederland

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Intentieverklaring Versie:

Is de werkervaringsplek in uw organisatie een boventallige plek? Dit wil zeggen een plek die normaliter niet door een werknemer wordt bezet.

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao.

Eerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Zeeland / West- Brabant

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld?

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

BIJLAGE 1 INDICATOREN EN STREEFWAARDEN OJSP CURAÇAO

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Dorpsschool Rozendaal 7 februari 2014

nieuwsbrief juni 2011

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Stappenplan strategische personeelsplanning

Facts & Figures Flevoland

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Maatschappelijke Participatie

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Werkloosheid 50-plussers

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

Sportpanel Sport beweegt naar werk

Openingstijden Stadswinkels 2008

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

INHOUD. (subvraag 3.1) Leidinggeven aan kwaliteit op Curaçao (subvraag 3.2) Reikwijdte van de studie HOOFDSTUK III ASPECTEN VAN KWALTEIT

Verzamelen gegevens: december 2013

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Werken naar vermogen in de Procesindustrie. Samenvatting van de Eindrapportage

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Voorwoord. Uitkomsten enquête

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Migranten in de Nederlandse Antillen (2)

Transcriptie:

Arbeidsmarktonderzoek Kansen en randvoorwaarden voor jongeren van de Sociale Vormingsplicht KBB 2013.20 Curaçao, februari 2014 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven curaçao tel 8402777 email info@kbbcuracao.com website www.kbbcuracao.com

Colofon Opdrachtgever Contactpersoon SVP Ministerie van Onderwijs Wetenschap Cultuur & Sport (OWC&S) Patricia Pedro Trustfull Noisette Eisden - Varlack Projectteam Gofrie van Lieshout Elly Hellings Samuel Velasquez directeur KBB en projectleider onderzoek externe adviseur IndigoBlue Consult ondersteuning werving respondenten en enquêteur

Inhoudsopgave Hoofdstuk Inhoud Pagina Voorwoord 04 Samenvatting 05 1. Inleiding 07 1.1 Aanleiding onderzoek 07 1.2 Arbeidsmarktsituatie Curaçao 08 1.3 Discrepantie vraag en aanbod 12 1.4 Opdrachtomschrijving 13 2. Onderzoeksopzet 15 2.1 Inleiding 15 2.2 Doelstelling 15 2.3 Doelgroep 16 2.4 Onderzoeksmethodiek 16 2.4.1 Sociaal maatschappelijk profiel 17 2.4.2 Beroepen 18 2.4.3 Survey 19 3. Onderzoeksresultaten 21 3.1 Inleiding 21 3.2 Respons 21 3.2.1 Achtergrond respondenten 22 3.2.2 Bedrijfsgrootte respondenten 23 3.2.3 Aanwezigheid van gecertificeerde leermeesters bij respondenten 24 3.3 Bekendheid en ervaringen met de SVP doelgroep 26 3.4 Arbeidsplaatsen op assistent niveau 28 3.5 Kansen en voorwaarden voor de SVP doelgroep 28 3.5.1 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel voor de werkgever 29 3.5.2 Gewenste competenties 30 3.5.3 Plaats voor SVP-ers in de toekomst 31 3.5.4 Randvoorwaarden voor plaatsing 33 3.6 Plaats voor de toekomst en specifieke voorwaarden per beroep 34 3.6.1 Bakkerij assistent 35 3.6.2 Assistent bouwplaats 35 3.6.3 Assistent monteur sterkstroominstallaties 36 3.6.4 Horeca assistent 36 3.6.5 Assistent autotechnicus 37 3.6.6 Assistent autospuiter/schadehersteller 37 3.6.7 Assistent sport & beweging 38 3.6.8 Assistent kinderopvang 38 3.6.9 Assistent uiterlijke verzorging 39 KBB 2013.30 februari 2014 Page 2 of 82

4. Conclusie en aanbevelingen 40 4.1 Inleiding 40 4.2 Conclusies 40 4.2.1 Onderzoeksopzet 40 4.2.2 Bereidheid werkgevers 41 4.2.3 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel en begeleiding 41 4.2.4 De minimale eisen m.b.t. vakinhoudelijke kennis en vaardigheden 41 4.2.5 Concrete plaatsen 42 4.3 Eindconclusie 43 4.4 Aanbevelingen 43 Literatuurlijst 47 Bijlagen I Sociaal maatschappelijk profiel 49 II Overzicht beroepen 50 III Beroepsprofielen 51 IV Brief 71 V Vragenlijst arbeidsmarktonderzoek SVP 72 VI Overzicht figuren 82 KBB 2013.30 februari 2014 Page 3 of 82

Voorwoord In dit rapport treft u de bevindingen aan van het arbeidsmarktonderzoek naar de mogelijkheden en kansen voor de jongeren van de Sociale Vormingsplicht (SVP). Het onderzoek is uitgevoerd in de tweede helft van 2013 door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao (KBB) in opdracht van het ministerie van Onderwijs Wetenschap Cultuur & Sport (OWC&S). De doelgroep van de SVP betreft vaak kwetsbare jongeren die extra begeleiding nodig hebben op weg naar betaalde arbeid, welke wordt geboden door de professionals van de SVP. De achtergrond en situatie van elke jongere is weer anders en vraagt een op maat gerichte aanpak. KBB heeft getracht met dit rapport inzicht te geven in de mogelijkheden en bijbehorende voorwaarden op de arbeidsmarkt zodat de kansen op aansluiting en succes voor deze jongeren verder verbeterd worden. Curaçao, februari 2014 KBB 2013.30 februari 2014 Page 4 of 82

Samenvatting Om het programma SVP een duurzaam karakter te geven, is het plan om trajecten op SBO niveau 1-2 een plaats te geven binnen bestaande onderwijsstructuren en te bundelen in een centrale begeleidingsorganisatie. In dit kader is door KBB onderzocht waar kansen liggen voor de SVP-doelgroep op de arbeidsmarkt. Aan de hand van 10 vooraf bepaalde beroepsprofielen en een sociaal maatschappelijke schets van de SVP-er is aan betreffende sectoren voorgelegd welke voorwaarden zij noodzakelijk achten vinden om deze jongeren een arbeidsplaats te bieden. Op Curaçao komen vooral jongeren erg moeilijk aan een baan. Het jeugdwerkloosheidspercentage is tussen 2011 en 2013 gestegen van 24,7% naar 37,2%, wat neer komt op ongeveer 2200 jongeren. Het zijn vooral schoolverlaters die erg moeilijk aan een baan komen. Het succesvol begeleiden van de groep die voortijdig uitvalt naar betaalde arbeid is dan ook steeds moeilijker geworden. De belangrijkste algemene voorwaarden die naar voren komen hebben betrekking op sociaal maatschappelijke kenmerken en betreffen motivatie, betrouwbaarheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De werkgevers vinden dit veruit belangrijker dan de vakinhoudelijke kennis die jongeren meebrengen. Ook de sociale achtergrond van de jongeren wordt als minder belangrijk beschouwd als men maar gemotiveerd is en verantwoordelijkheid neemt. Werkgevers zijn niet zozeer bezig met het vraagstuk waar iemand vandaan komt of waar hij of zij een opleiding volgde. Het gaat hen voornamelijk om de juiste combinatie van vakinhoudelijke kennis en, vooral op het assistenten niveau, om de sociale vaardigheden en houding van de jongere. Een kleiner deel van de werkgevers wil zich extra inzetten op grond van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Opvallend is dat juist veel relatief kleine bedrijven de tijd hebben genomen om te reageren en aangeven bereid te zijn om aan deze doelgroep een kans te bieden. Sociaal-emotionele begeleiding voor, tijdens en na de plaatsing door professionals is een must voor werkgevers. Evenals goede voorlichting en begeleiding van de eigen medewerkers. Op vakinhoudelijk vlak staat de vraaggestuurdheid centraal. Beter een leerwerktraject dat werkelijk aansluit op de functie en past bij de interesse en talenten van de jongere (eventueel gekoppeld aan een bedrijfs- of branche certificaat), dan een te algemene opleiding die niet past en demotiveert. Of in alle gevallen het reguliere systeem gevolgd moet worden voor deze specifieke doelgroep is dan ook de vraag. Ook zijn goede en eerlijke voorlichting en selectie van groot belang. KBB 2013.30 februari 2014 Page 5 of 82

Als gekeken wordt naar de sectoren waar in ieder geval nu werk is op dit niveau (assistent), is vooral de horeca assistent sterk vertegenwoordigd, op afstand gevolgd door de bouwplaats assistent en de assistent monteur sterkstroominstallaties. Voor de functie assistent autotechnicus lijkt geen plaats te zijn. Of werkgevers bereid zijn daadwerkelijk plaatsen te bieden aan de SVP jongeren ligt in hoge mate aan de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de gestelde randvoorwaarden. Respondenten die expliciet aangeven dat er geen plek is voor SVP-ers zijn door specialisatie genoodzaakt een hoger niveau aan te trekken of vinden dat vooral omdat er onvoldoende financiële middelen zijn of hun bedrijf te klein is. De grootste plaatsingskansen voor de jongeren lijken bij de horeca te liggen. Echter in deze sector is juist het sociaal maatschappelijk profiel, kenmerkend voor deze groep zeer belangrijk. Communicatievaardigheden en service gerichtheid staan hier centraal en bepalen de individuele slagingskansen. Overige kansrijke beroepen zijn assistent in de bouw, kinderopvang en binnen de autobranche voor het beroep van assistent autospuiter/schadehersteller. De kansen op passend werk op dit niveau zijn minder groot voor de assistent bakkerij, autotechnicus of in de elektro. Binnen de sectoren recreatie/sport & beweging en uiterlijke verzorging/kapsalon liggen ook zeker kansen, echter de SVP is hier redelijk onbekend. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een digitale vragenlijst, vergezeld van de relevante informatie (sociaal maatschappelijk profiel en beroepsprofiel) in combinatie met persoonlijk contact om gelegenheid te geven motivatie en verwachtingen toe te lichten. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd die betrekking hebben op de begeleiding van de jongeren, de aan te bieden opleidingen, voorlichting en relatie met de bedrijven. Ook een bredere samenwerking binnen de verschillende beleidsgebieden op alle niveaus zal aanzienlijk bijdragen aan succesvolle begeleiding en plaatsing van de SVP jongeren. KBB 2013.30 februari 2014 Page 6 of 82

1. Inleiding 1.1. Aanleiding Onderzoek De landsverordening Sociale Vormingsplicht (SVP) schept de verplichting tot het volgen van een kanstraject. De doelgroep wordt gevormd door jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar, die ingezetene zijn van Curaçao en die niet beschikken over een opleidingsniveau van assistent beroepsbeoefenaar of gelijkwaardig daar aan. Een kanstraject is gericht op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren van jongeren en (jong) volwassenen. Gewerkt wordt aan de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houding op een wijze die aansluit bij hun behoeften, mogelijkheden en ervaringen, evenals bij maatschappelijke behoeften. Waar mogelijk sluiten deze kanstrajecten aan op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs. De jongeren dienen minimaal een beroepskwalificatie op niveau 1 af te ronden. Met deze beroepskwalificatie hebben ze meer kansen op de arbeidsmarkt. Het onderwijs- en jongerensamenwerkingsprogramma (OJSP) 2008-2012 beoogt verduurzaming van het programma SVP door een integratie van onderwijs en SVP te verwezenlijken. De reden hiervoor is dat in de evaluatie van het OJSP (eind 2010) geconstateerd is dat SVP veel heeft bereikt. Het streven is om het percentage deelnemers dat doorstroomt naar de arbeidsmarkt of het reguliere onderwijs, nl. 54%, te brengen naar 75%. Om het programma SVP een duurzaam karakter te geven, is het plan om trajecten op SBO niveau een plaats te geven binnen bestaande onderwijsstructuren en de handhaving- en zorgstructuur voor ongediplomeerde jongeren van 16 t/m 24 jaar te bundelen in een centrale begeleidingsorganisatie. In dit kader zijn er vijf verduurzamingslijnen uitgezet die elk afzonderlijk een hoofddoelstelling omvatten: 1. Versterking onderwijsaanbod op assistent-niveau (SBO niveau 1) en het AGO; 2. Versterking van de handhaving- en zorgstructuur voor (dreigende) voortijdige schoolverlaters; 3. Versterking van de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt voor jongeren die gericht zijn op banen op assistent-niveau; 4. Versterking van het AGO om de instroom naar de SVP te beperken. 5. Versterken van sociale vormingsactiviteiten voor jongeren en jongvolwassenen in de wijken. KBB 2013.30 februari 2014 Page 7 of 82

SVP streeft ernaar per 2014 alle trajecten in het kader van het programma SVP via reguliere organisaties/instellingen te laten uitvoeren en te bekostigen met reguliere middelen. Het projectplan SVP (20012009) staat in het teken van het verduurzamen; het ombuigen van het projectbureau naar een begeleidingsorganisatie binnen het ministerie OWCS. Het zal in 2014 naar schatting gaan om zo n 300 jongeren. Er is echter onvoldoende zicht op waar de kansen op de arbeidsmarkt liggen voor werknemers met een beroepsopleiding op niveau 1-2 en lager en onder welke voorwaarden. Ook is niet duidelijk waar er mogelijkheden gecreëerd zouden kunnen worden voor het implementeren van branche certificaten om de kansen op het vinden van duurzaam betaald werk te vergroten. Er moet een betere aansluiting komen tussen de competenties van de deelnemers van SVP en de mogelijkheden binnen de verschillende branches en sectoren op de arbeidsmarkt. De afstemming tussen de vraag en aanbod t.a.v. adequaat geschoold en opgeleid personeel op niveau 1 en 2 van het Secundair Beroeps onderwijs in zowel de publieke als private sectoren van de arbeidsmarkt op Curaçao is niet optimaal. Het is niet duidelijk of het gevolg hiervan is dat enerzijds in toenemende mate werkgevers genoodzaakt zijn om buiten Curaçao te zoeken naar geschikt en opgeleid personeel, waardoor de werkloosheid onder de lager geschoolde lokale bevolking toeneemt en anderzijds door het ontbreken van passende functies voor lager opgeleid personeel waardoor deze doelgroep mogelijk verleid wordt tot criminaliteit. Er is een gebrek aan kwalitatieve afstemming van de opleidingen t.a.v. de vraag op de arbeidsmarkt, deels omdat er onvoldoende bekend is over de vraag naar personeel op de arbeidsmarkt en het niveau en competentie eisen waaraan competente beginnende beroepsbeoefenaars aan dienen te voldoen. Het ministerie van OWC&S, belast met de uitvoering van de Sociale Vormingsplicht heeft KBB gevraagd een onderzoek te doen naar de mogelijkheden en kansen voor de doelgroep AGO/VSBO (niet afgerond) en het niveau 1 en 2 van het SBO onderwijs. 1.2. Arbeidsmarktsituatie Curaçao De problematiek rondom de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt speelt al langere tijd en niet alleen op Curaçao maar ook in de regio en in Europa. Eerdere onderzoeken zijn daarom door KBB bestudeerd en waar relevant ter vergelijking meegenomen. KBB 2013.30 februari 2014 Page 8 of 82

Over het geheel genomen is het opleidingsniveau van de bevolking van Curaçao in de afgelopen tien jaar gestegen 1 en de voortijdige schooluitval voor de jeugd (15 24 jaar) is ten opzichte van 2001 in 2011 gedaald van 45,2% naar 34,9% 2. Dit betekent dat het zou gaan om een totale groep van ruim 2300 jongeren. Vergelijkbaar met het totale Caribische gebied doet de economie op Curaçao het de afgelopen jaren niet goed. De slechte economische situatie is mede debet aan de stijging van het werkloosheidscijfer. Het Curaçaose werkloosheidscijfer schommelt de afgelopen jaren behoorlijk en is in 2013 vergeleken met 2011 flink gestegen terwijl er tussen 2004 en 2011, zoals uit CBS onderzoeksdata 3 blijkt, een sterke afname liet zien. In 2004 was sprake van een werkloosheidspercentage van 16,1%, in 2009 is dit percentage gedaald naar 9,6%. In 2011 is voor het eerst weer sprake van een lichte stijging naar 9,8% en in oktober 2013 4 is het werkloosheidscijfer fors gestegen tot 13,0%. Dat is een stuk hoger dan het gemiddelde algemene werkloosheidscijfer in het Caribisch gebied. De International Labour Organisation (ILO) maakt melding van een gemiddeld totaal werkloosheidspercentage in Latijns- Amerika en het Caribisch gebied van 7,2% 5. Op Curaçao komen vooral jongeren erg moeilijk aan een baan. Het jeugdwerkloosheidspercentage is tussen 2011 en 2013 gestegen van 24,7% naar 37,2% en is daar mee veruit het hoogste in de regio. Jeugdwerkloosheidscijfers van het ILO laten zien dat alleen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten hogere jeugdwerkloosheidscijfers gelden. Gemiddeld geldt in Latijns-Amerika en het 6 Caribisch gebied in 2012 een jeugdwerkloosheids-percentage van 14,6%. Op Curaçao zijn het vooral schoolverlaters die erg moeilijk aan een baan komen. Het succesvol begeleiden van de groep die voortijdig uitvalt naar betaalde arbeid is dan ook steeds moeilijker geworden. 1 Census 2011, website Centraal Bureau voor Statistiek 2 http://www.cbs.cw/images/e_7_population_not_attending_day-school_by_highest_level_of_day-time_education_age_and_sex_census_2011.pdf 3 Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao (2012), Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2011 4 Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao (2013), Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2013 5 International Labour Organisation (2012), Global Youth Employment Outlook, http://www.ilo.org/global/about-the-ilo/newsroom/news/wcms_188797/lang-- en/index.htm, geraadpleegd op 26-11-2013 6 idem 5 KBB 2013.30 februari 2014 Page 9 of 82

Figuur 1: overzicht economische participatie Curaçao 2011.Figuur 2 : overzicht ontwikkeling werkloosheid Curaçao 2008-2013 40% 35% 37.2% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 26.6% 24.8% 24.7% 12.4% 11.3% 11.0% 10.3% 9.6% 9.8% 8.0% 7.9% 8.4% 15.4% 13.0% 10.5% algemeen mannen vrouwen jeugd 15-24 jaar 0% 2008 2009 2011 2013 Ter verduidelijking van de figuren 1 en 2 zijn hierna een aantal definities uitgewerkt en absolute aantallen berekend. De gegevens zijn afgeleid van de website van CBS Curaçao 7 en het AKO arbeidskrachtenonderzoek 2011 8. 7 Bevolkingsdata CBS-Curacao ( http://www.cbs.cw/cbs/themes/population/data/population-2013111273251.pdf) KBB 2013.30 februari 2014 Page 10 of 82

Definities Beroepsbevolking: De werkenden en de werkzoekenden tezamen, ook wel de economisch actieve bevolking genoemd. Schoolgaande jongeren, gepensioneerde ouderen, huisvrouwen, arbeidsongeschikten, etc., maken dus geen onderdeel van de beroepsbevolking uit. Werkloosheidspercentage: Het aantal werkzoekenden als aandeel van de beroepsbevolking. Jeugdwerkloosheidspercentage: Het werkloosheidspercentage van de personen in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar. Het betreft hier alleen het aantal jongeren dat werkzoekend is, schoolgaande jongeren en jongeren die geen werk zoeken vallen niet binnen deze definitie Jeugdwerkloosheidspercentage 2011: 24,7% 2013: 37,2% Totaal aantal jongeren 15 24 jaar op Curacao 2011: 19.283 2012: 19.397 2013: 19.294 Aandeel werkende / werkzoekende jongeren 15 24 jaar op Curaçao 2011 Totaal aantal jongeren 15 24 jaar: 18.803 9 Aantal economisch niet actief: 13.067 (schoolgaand en/of niet op zoek naar werk) Beroepsbevoling 15 24: 5.736 Werkende jongeren 15 24 jaar: 4.318 Werkzoekende jongeren 15 24 jaar: 1.418 Het jeugdwerkloosheidspercentage wordt berekend door het aantal werkzoekende jongeren 15 24 jaar te delen door de beroepsbevolking jongeren 15-24 jaar. Absolute aantal werkloze jongeren op Curacao: 2011: 1.418 2013: ± 2.230 8 CBS Curacao: AKO arbeidskrachten onderzoek 2011 9 In het AKO onderzoek staat dit aantal van 18.803 terwijl in andere documenten (eveneens van CBS) het aantal 15 24 jarigen ruim 19.000 is. De reden van dit verschil van ruim 200 is niet bekend. KBB 2013.30 februari 2014 Page 11 of 82

1.3. Discrepantie vraag en aanbod Verschillende onderzoeken hebben in het verleden aangetoond dat er op Curaçao een discrepantie bestaat tussen vraag en aanbod ten aanzien van werk. In 1998 al publiceerde Verton Advies 10 in opdracht van de overheid een rapport waarin de werkloosheid van alle eilanden van de (voormalige) Nederlandse Antillen in kaart werd gebracht. Een van de conclusies uit dit onderzoek was dat de werkloosheid gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan het verschil in kwaliteit tussen de vraag en het aanbod van werk. Veel vacatures kunnen niet opgevuld worden door lokale arbeidskrachten wegens het niet voldoen aan de noodzakelijke opleidings- en ervaringseisen. Maar, behalve dat er onvoldoende goed opgeleide arbeids-krachten zijn, is er ook sprake van het probleem dat op Curaçao banen, waar geen specifieke opleiding voor is vereist, moeilijk ingevuld kunnen worden. Huishoudelijk werk en banen in de landbouw- en bouwnijverheidssector worden hoofdzakelijk door buitenlandse arbeiders ingevuld. Deze ontwikkeling wordt onderschreven door het in 2004 door Reda Sosial uitgevoerde onderzoek Trabou Tin 11. In dit onderzoek wordt gesteld dat onder Curaçaose arbeidskrachten sprake is van een perceptie van de status van bepaalde beroepen. Met andere woorden, Curaçaose werkzoekenden willen bijvoorbeeld wel schoonmaakwerk op een kantoor doen, maar niet als hulp in de huishouding aan de slag. Daarnaast is er sprake van een te hoog aspiratieniveau met betrekking tot soort werk en een te hoog aspiratieniveau met betrekking tot de hoogte van het loon. Het ontbreekt dus vaak aan de nodige realiteitszin wat voor soort banen met (het ontbreken aan) een bepaalde opleidingsachtergrond ingevuld zouden kunnen worden en het verwachtte loon dat daar tegenover staat. Deze perceptie leeft al vroeg, ook bij schoolgaande kinderen. In een door de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg in 2006 uitgevoerd onderzoek naar toekomstoriëntatie van jongeren uit het voortgezet onderwijs op Curaçao, Bonaire, 12 St. Maarten, St. Eustatius en Saba komt hetzelfde beeld naar voren. Opvallend vaak staat het gewenste toekomstige beroep dat jongeren noemen erg ver af van het op dat moment gevolgde opleidingsniveau. De laatste jaren lijkt de focus van het Funderend Onderwijs ook vooral te liggen op het behalen van een bepaalde score bij de eindtoetsen opdat een zo hoog mogelijk percentage kinderen naar de HAVO kan. Er is weinig tot geen aandacht voor voorlichting over beroepsopleidingen en bijbehorend toekomstperspectief. 10 Verton Advies NV (1998). Match-mis-math. Curaçao 11 Reda Sosial (2004). Trabou tin: een drie-sporen aanpak. Juli 2004 december 2005. Curaçao 12 Jacobs, J. & van Beerendonk, K. (2006). Wat zal de toekomst brengen? Onderzoek naar de toekomstoriëntatie van jongeren op Curaçao, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Afstudeeronderzoek voor de studie psychologie aan de Universiteit van Tilburg in opdracht van de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg, Curaçao KBB 2013.30 februari 2014 Page 12 of 82

Kinderen krijgen zo al jong mee gefaald te hebben als zij de HAVO niet redden en toch naar het VSBO gaan. Dit speelt een rol bij de motivatie en keuzes die vervolgens gemaakt worden. De volgende stap, het SBO sluit niet altijd goed aan op het VSBO waardoor de kans groot is dat deze groep in de lagere opleidingsniveaus terecht komen. In oktober 2012 bracht KBB een onderzoeksrapport uit Klaar voor de Arbeidsmarkt 13 naar de aansluiting van het SBO onderwijs op de arbeidsmarkt. Een belangrijke conclusie van dit onderzoek is dat de druk toeneemt om het vertrouwde aanbodgerichte onderwijs om te buigen naar vraaggestuurd onderwijs. Ook wordt hierin geconstateerd dat er in het bedrijfsleven sterke twijfels bestaan over de huidige onderwijsstructuur van 4 beroepsniveaus. Recente arbeidsmarktonderzoeken van KBB 14 geven ook aan weinig plaatsingsmogelijkheden te zien voor met name de laagste niveaus. 15 In december 2009 kwam Ecorys voor de BES-eilanden met de aanbeveling dat, wil de SVP doelgroep een kans maken, er vooral ook parallel aandacht moet zijn voor het (bij-)scholen van werkenden. Het verhogen van het niveau van werknemers in de laagste functies creëert meer ruimte voor starters, afkomstig uit de SVP-doelgroep. Immers, als zittende werknemers die al jaren op hetzelfde (lager) niveau werkzaam zijn, de kans krijgen om door te groeien, komen deze functies beschikbaar voor nieuwe instromers. In plaats van nieuwe mensen, al dan niet van buiten, te werven voor het middenkader, geeft men zowel de eigen medewerkers nieuwe kansen als nieuwkomers. De bevindingen van eerdere onderzoeken vormen samen met de conclusies uit dit onderzoek en de ervaring van KBB, de basis voor de formulering van conclusies en aanbevelingen verder in dit rapport. 1.4. Opdrachtomschrijving KBB voert in opdracht van OWC&S een arbeidsmarktonderzoek uit naar de kansen en mogelijkheden voor de SVP-doelgroep. Aan de hand van vooraf bepaalde beroepsgroepen, ingedeeld naar sector, worden per niveau zowel de vakinhoudelijke competenties als beroepsgerelateerde eisen in kaart gebracht. 13 Klaar voor de arbeidsmarkt? (2012): Een kwantitatieve en kwalitatieve kijk op de aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt op Curaçao. Door KBB in opdracht van OWC&S, UOW 14 Quickscans Bouw, ICT, MKB/Retail (2013), onderzoeken naar vraag en aanbod personeel in deze sectoren. Door KBB in opdracht van Ministerie van Economische Ontwikkeling. Onderzoeken naar de situatie in de Bakkerijsector, Koeltechniek en Juridische sector lopen nog. 15 Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt BES-eilanden: Handreikingen voor de toekomst (2009). Door Ecorys in opdracht van Directie Leren en Werken KBB 2013.30 februari 2014 Page 13 of 82

Aangevuld met de sociaal-maatschappelijke kenmerken van de doelgroep worden deze voorgelegd aan betreffende sector. De arbeidsmarkt wordt gevraagd welke voorwaarden zij noodzakelijk achten of wellicht overbodig vinden om deze jongeren een arbeidsplaats te bieden. KBB 2013.30 februari 2014 Page 14 of 82

2. Onderzoeksopzet 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe aan de hand van de doelstelling het onderzoek is opgezet en uitgevoerd. De bijbehorende documenten zijn opgenomen in de bijlagen. 2.2 Doelstelling Dit onderzoek heeft als doel de opdrachtgever inzicht te geven waar voor de doelgroep van de SVP mogelijkheden en kansen liggen op de arbeidsmarkt en welke randvoorwaarden daarbij een rol spelen. De conclusies en aanbevelingen geven handvatten om op maat gerichte trajecten aan te bieden die de kans op succesvolle ontwikkeling en een duurzame betrekking op de arbeidsmarkt van deze groep vergroten. De centrale onderzoeksvraag luidt: Waar liggen de kansen op de arbeidsmarkt voor werknemers met een sociaal maatschappelijk profiel dat kenmerkend is voor deelnemers aan de Sociale vormingsplicht en met een beroepsopleiding op niveau 1 of lager? En onder welke voorwaarden? Hiervan afgeleid zijn een aantal deelvragen geformuleerd die gezamenlijk antwoord geven op de vragen : - Is de werkgever bekend met de doelgroep? Zoja, wat is de ervaring? - In hoeverre speelt het sociaal maatschappelijk profiel van de jongeren een rol bij het besluit hen een kans te geven? - Wat zijn de randvoorwaarden op het vlak van begeleiding? - Wat zijn de minimale eisen m.b.t. vakinhoudelijke kennis en vaardigheden? - Kan een indicatie gegeven worden over het aantal beschikbare plaatsen, indien aan de randvoorwaarden wordt voldaan? KBB 2013.30 februari 2014 Page 15 of 82

2.3 Doelgroep Het onderzoek is gericht op werkgevers, leidinggevenden en HR-medewerkers. Voorafgaand aan het onderzoek zijn te onderzoeken beroepsgroepen vastgesteld en een sociaal maatschappelijk profiel om te voorkomen dat antwoorden worden verzameld op basis van niet onderbouwde veronderstellingen en aannames. 2.4 Onderzoeksmethodiek Het onderzoek is een combinatie van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Respondenten zijn gevraagd vragenlijsten in te vullen waarin zij aan kunnen geven wat zij verwachten aan aantal voor de doelgroep passende vacatures. Ook is ruimte gegeven om in te vullen welke kwaliteiten zij minimaal verwachten van de jongeren om hiervoor in aanmerking te komen. Deze gegevens zijn aangevuld met kennis afkomstig van deskresearch, eerder onderzoek, persoonlijke interviews en de ervaringen van KBB in het kader van de aansluitingsproblematiek. Door middel van het voorleggen van een sociaal maatschappelijk profiel en relevante beroepsprofielen is per sector gevraagd in hoeverre men kansen en mogelijkheden ziet en onder welke randvoorwaarden. En vervolgens is de concrete vraag: hoeveel plaatsen worden geboden, mits aan gestelde randvoorwaarden voldaan? Onderstaande fasering is daarbij gevolgd : 1. In kaart brengen sociaal maatschappelijke kenmerken van de doelgroep: Een uitgebreid profiel, samengesteld aan de hand van de Curaçaose jeugdhulpverlening en literatuur is in overleg met de opdrachtgever samengevat tot een bruikbare versie die als toelichting is gebruikt voor het onderzoek. 2. Inventarisatie actuele gegevens en ontwikkelingen arbeidsmarkt: KBB heeft relevante onderzoeken en data geraadpleegd en geanalyseerd 3. Vaststelling indeling van sectoren/beroepsgroepen: In overleg met de opdrachtgever is gekomen tot een lijst van 10 beroepen waarvan de verwachting is dat zij kansen bieden aan de doelgroep. KBB 2013.30 februari 2014 Page 16 of 82

4. Uitwerken beroepsprofielen (aan de hand van de eindtermen voor zover aanwezig) en de bijbehorende competenties: KBB heeft per beroep de functie en taken uitgewerkt, aangevuld met de vereiste competenties en deze in een profiel verwerkt. 5. Voorlichting en uitwerken opzet onderzoek: Het onderzoeksteam heeft alle te volgen stappen uitgewerkt in een planning en het registratie- en administratieproces vast gelegd. 6. Vaststellen doelgroep, opschonen van lijsten en werven respondenten: Beschikbare overzichten zijn verzameld, opgeschoond en ingevoerd om te benaderen. 7. Verzamelen, verwerken & analyseren van gegevens: potentiële respondenten hebben de vragenlijst toegestuurd gekregen, reminders gemaild en telefonisch benaderd. Alle data zijn met behulp van spreadsheets verwerkt in tabellen en overzichten. 8. Uitwerken conclusies en advies: Na het verzamelen van alle verkregen data is een concept rapport uitgewerkt dat wordt aangeboden aan de opdrachtgever voor feedback alvorens het definitieve rapport wordt vastgesteld. 2.4.1 Sociaal Maatschappelijk Profiel Het is noodzakelijk om algemene kenmerken te benoemen alvorens de arbeidsmarkt gevraagd kan worden naar een realistische inschatting van de kansen. De doelgroep van de Sociale Vormingsplicht is echter geen homogeen samengestelde groep mensen maar elk individu kent een persoonlijke voorgeschiedenis en motief waarom zij niet het reguliere traject (kunnen) doorlopen. Wel kan gesteld worden de SVP-er herkenbaar is aan een aantal kenmerken/risicosituaties. KBB 2013.30 februari 2014 Page 17 of 82

Aan de hand van aangeleverde documenten van OWC&S/SVP 16, literatuur 17 en ervaringen van de Curaçaose jeugdhulpverlening 18 is een uitgebreid profiel samengesteld. Hierin zijn persoonlijkheidskenmerken, kenmerken thuissituatie en externe factoren in verwerkt. Voor alle jongeren die in aanmerking komen voor Sociale Vormingsplicht geldt dat zij voortijdig school hebben verlaten, tussen de 16 en 24 jaar zijn, geen startkwalificatie hebben en (nog) niet actief zijn op de arbeidsmarkt. De redenen voor voortijdig uitval zijn divers, sommige jongeren kunnen in principe wel mee in het onderwijs maar vallen door omstandigheden uit. Een ander deel van de doelgroep leert niet gemakkelijk en heeft moeite met lezen en schrijven. Ze zijn vaak kwetsbaar en gemakkelijk beïnvloedbaar en hebben in hun jonge leven al de nodige teleurstellingen achter de rug. Om het profiel voor de doelgroep leesbaar en begrijpelijk te houden is vanuit een uitgebreid profiel een korte beschrijving geformuleerd die in overleg met de opdrachtgever is vast gesteld om te gebruiken voor het onderzoek. Dit profiel is opgenomen in bijlage I. 2.4.2 Beroepen In overeenstemming met de opdrachtgever zijn binnen 8 beroepsgroepen 10 beroepen geselecteerd en uitgewerkt in een beroepsprofiel. De keuze voor deze beroepen is mede ingegeven door de inschatting dat de functies passen bij het niveau van de doelgroep en de veronderstelling dat er plaatsingsmogelijkheden zijn binnen deze sectoren. Een nauwkeurige beschrijving van elk beroep voorkomt grote verschillen in interpretatie tijdens het onderzoek. Ook moet het voor de arbeidsmarkt duidelijk zijn is in welke mate de beroepsbeoefenaar competent gedrag vertoont, gekoppeld aan het niveau. Voor een aantal beroepen zijn inmiddels opleidingstrajecten ontwikkeld, voor andere nog niet. Bestaande eindtermen / eindkwalificaties op betreffend niveau, aangeleverd door SVP, zijn als uitgangspunt gebruikt. Een overzicht van de beroepen en de beroepsprofielen zoals gebruikt voor het onderzoek zijn opgenomen in de bijlagen II en III. 16 Handboek SVP (datum onbekend) door DJJO 17 De belevingswereld van voortijdig schoolverlaters : een onderzoeksrapportage door Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (2008). Iedereen gekwalificeerd? Een samenvatting van de kenmerken, oorzaken, gevolgen en aanpak van ongekwalificeerd uitstromen vanuit een Vlaamse en Europees kader door Katholieke Universiteit Leuven (2011). Dropout from educational institutions in a select sample of Caricom countries door University of tehe West Indies (2004). 18 Ervaringscijfers van YAVE, een ambulant jeugdhulpverleningtraject op Curaçao dat intensieve begeleiding en coaching aan jongeren biedt. KBB 2013.30 februari 2014 Page 18 of 82

Figuur 3 : overzicht onderzochte beroepen en bijbehorende beroepsgroep Sector/Beroepsgroep Bakkerij Bouw Elektro Horeca Mobiliteitsbranche Recreatie Beroep Bakkerij assistent Assistent Bouwplaats Assistent Monteur Sterkstroominstallaties Horeca assistent Assistent autospuiter/schadehersteller Assistent autotechnicus Assistent Sport en beweging Welzijn Assistent kinderopvang (zorghulp, uitstroom kinderopvang Assistent uiterlijke verzorging Zorg Assistent ouderenzorg (zorghulp, uitstroom bejaardenzorg) 2.4.3 Survey Er is met het computerprogramma LimeSurvey een digitale vragenlijst ontwikkeld vergezeld van de relevante informatie (sociaal maatschappelijk profiel en beroepsprofiel). De onderzoeksvragen gaan in op de bekendheid en ervaring met de doelgroep SVP-jongeren, de verwachtingen van werken met deze groep, de voorwaarden en de bereidheid daadwerkelijk plaatsen beschikbaar te houden. De link naar de vragenlijst is per e-mail gestuurd, gevolg door 3 reminders. Organisaties door wie de vragenlijst niet of niet volledig is ingevuld zijn telefonisch benaderd. Dit leverde met name veel waardevolle informatie op over het huidige beeld van doelgroep en de randvoorwaarden om deel te nemen aan het onderzoek. De vragenlijst en begeleidend schrijven zijn opgenomen in bijlagen IV en V. De respondenten voor de vragenlijsten zijn samengesteld uit de bedrijvenlijst van SVP en de database met gecertificeerde leermeesters van KBB. Beide overzichten bleken flink opgeschoond te moeten worden i.v.m. verhuizingen, stoppen van het bedrijf of een deel van de activiteiten of verandering van functie/contactpersoon. KBB 2013.30 februari 2014 Page 19 of 82

Voor 8 verschillende sectoren zijn overzichten van organisaties gemaakt die vervolgens zijn gecontroleerd. Alle bedrijven waarvan een e-mailadres bekend was of achterhaald kon worden hebben een e-mail toegestuurd gekregen met een directe link naar de vragenlijst. Het aantal benaderde bedrijven is per sector verschillend, aangezien ook de omvang van betreffende sectoren zeer uiteenloopt. Tussentijds zijn voorlopige resultaten in kaart gebracht en voor de beroepen waar de respons achterbleef zijn extra inspanningen gedaan om alsnog een aanvaardbaar aantal respondenten te bereiken. Bij het beschrijven van de onderzoeksresultaten en de formulering van de conclusies zijn alle verkregen data meegenomen. KBB 2013.30 februari 2014 Page 20 of 82

3. Onderzoeksresultaten 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek verwerkt en informatie over de respondenten opgenomen. Weergegeven wordt het algemene beeld van werkgevers aan de hand van het sociaal maatschappelijk profiel. Vervolgens is per beroep een onderverdeling gemaakt waarin de verwachtingen en randvoorwaarden zijn opgenomen waar het gaat om het bieden van kansen aan de SVP-jongeren. 3.2 Respons De beschikbare bedrijfsgegevens bleken vaak niet up to date om verschillende redenen: Bedrijven zijn gestopt, mensen van functie veranderd of contactgegevens zijn gewijzigd. Verdeeld over de 8 geselecteerde beroepsgroepen zijn er na opschoning van de lijsten in totaal 231 bedrijven geselecteerd die de vragenlijst hebben ontvangen via LimeSurvey. Hiervan zijn 117 bedrijven ook telefonisch benaderd met de vraag of zij de vragenlijst in goede orde hebben ontvangen en of zij mee willen werken. De animo was aanvankelijk laag. Telefonisch zijn werkgevers rechtstreeks gevraagd of zij alsnog wilden meewerken, meer informatie wilden of wat de redenen zijn om niet mee te werken. Opmerkingen hieromtrent hadden vooral te maken met het matige vertrouwen dat er werkelijk iets met de informatie wordt gedaan. Een aantal werkgevers gaf aan dat er al zo vaak wordt gesproken over het daadwerkelijk aanpakken van een verbeterde aansluiting maar het gevoel leeft sterk dat er weinig structureerd wordt gedaan. Dus waarom tijd besteden aan onderzoek? Voor sommigen zijn verhalen van collega s die negatieve ervaring hebben met de doelgroep voldoende om aan te geven niet geïnteresseerd te zijn. De werkgevers met een positieve ervaring met de doelgroep waren meer bereid uitgebreider hun ervaring en voorwaarden toe te lichten. Om de respons te stimuleren is lopende het onderzoek een incentive ingezet in de vorm van het verloten van twee dagkaarten voor een all-inclusive hotel onder alle organisaties die een volledig ingevulde vragenlijst retourneren. Dit leverde direct resultaat op. Uiteindelijk hebben in totaal 69 respondenten de ingevulde vragenlijst geretourneerd waarvan 8 niet volledig (maar wel bruikbaar) en 61 volledig. KBB 2013.30 februari 2014 Page 21 of 82

Hiermee kan het responspercentage vast gesteld worden op 29,9 %. Voor online enquêtes waarbij er niet altijd sprake is van een eerdere relatie met de ontvangers, kan een reactiepercentage van 20-30% als succesvol worden beschouwd. Samen met de aanvullende telefonisch verkregen informatie kan hiermee een goed beeld geschetst worden over de kwalitatieve voorwaarden om SVP jongeren een plaats in de organisatie te bieden. 3.2.1 Achtergrond respondenten Totaal 69 respondenten hebben een bruikbare vragenlijst ingevuld. Daarvan hebben 7 respondenten aangegeven dat hun organisatie niet binnen een van de subsectoren valt. De subsector mobiliteitsbranche/autotechniek is benaderd voor twee beroepen, namelijk aankomend voorbewerker en assistent autotechnicus. De beroepen assistent kinderopvang en assistent uiterlijke verzorging vallen beide onder welzijn maar gezien de uiteenlopende aard van deze functies zijn hiervoor aparte organisaties benaderd. Absoluut gezien heeft de horeca sector de hoogste respons met 13 volledig ingevulde vragenlijsten, 17% van de totaal benaderde horecabedrijven. Echter procentueel scoort de relatief kleine sector recreatie/sport- en beweging het hoogst, namelijk met 9 respondenten 36%. Figuur 4: overzicht aantal respondenten gespecificeerd naar sector 4 7 4 9 bakkerij bouw electro horeca 10 6 mobiliteitsbranche / autotechniek recreatie / sport- en beweging 4 welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon 13 welzijn / kinderopvang 9 3 zorg / ouderenzorg onbekend KBB 2013.30 februari 2014 Page 22 of 82

3.2.2 Bedrijfsgrootte respondenten Het merendeel van de respondenten valt onder de categorie microbedrijven (1 5 medewerkers in dienst). De overige bedrijven zijn nagenoeg gelijk verdeel over klein (6-10 medewerkers), middelgroot (11 50 medewerkers) en groot (51 of meer medewerkers). Figuur 5: Bedrijfsgrootte correspondenten 21.0% 21.0% 33.9% micro klein middelgroot groot 24.1% KBB 2013.30 februari 2014 Page 23 of 82

Figuur 6: Overzicht aantal respondenten gespecificeerd naar sector en bedrijfsgrootte zorg / ouderenzorg welzijn / kinderopvang welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon recreatie / sport- en beweging mobiliteitsbranche / autotechniek horeca electro micro klein middelgroot groot bouw bakkerij 0 2 4 6 8 10 12 14 3.2.3 Aanwezigheid van gecertificeerde Leermeesters bij respondenten Om bij de analyse aan te kunnen geven of de aanwezigheid van getrainde begeleiding (leermeesters) van invloed is op de beoordeling over het werken met de doelgroep is hierover een vraag meegenomen in het onderzoek. KBB 2013.30 februari 2014 Page 24 of 82

Figuur 7: Overzicht aanwezigheid leermeesters KBB, gespecificeerd per sector zorg / ouderenzorg welzijn / kinderopvang welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon recreatie / sport- en beweging mobiliteitsbranche / autotechniek horeca ja nee weet niet electro bouw bakkerij 0 2 4 6 8 10 12 14 Van de respondenten geeft 39% aan dat medewerkers binnen het bedrijf de leermeestertraining hebben gevolgd. Dit betreft met name organisaties in de zorg, direct gevolgd door de bouw. Dit beeld komt overeen met de cijfers van KBB over de verdeling van het totaal aantal gecertificeerde leermeesters per sector. Op aangeven van het onderwijs is in het verleden vooral actief geworven in de techniek omdat daar het aantal BPV-plaatsen een groot tekort kende. Inmiddels is de horeca een inhaalslag aan het maken en volgt een groeiend aantal horecamensen de leermeestertraining. KBB 2013.30 februari 2014 Page 25 of 82

3.3 Bekendheid en ervaringen met de SVP doelgroep De SVP doelgroep is bij de meeste respondenten wel bekend (88.7%), maar niet iedereen heeft ervaring met de doelgroep. Ongeveer 1/3 heeft dit wel. De sector met de meeste ervaring met de doelgroep is de bouw. Met name in de mobiliteitssector is de doelgroep relatief onbekend. Figuur 8: Bekendheid met de SVP doelgroep, per sector Zorg/ouderenzorg (n = 4) Welzijn/kinderopvang (n = 4) Welzijn/uiterlijke verzorging/kapsalon (n Recreatie/sport- en beweging (n = 9) Mobiliteitsbranche/autotechniek (n = 3) Horeca (n = 13) Elektro (n = 6) Bouw (n = 9) Bakkerij (n = 4) Kent de doelgroep helemaal niet Kent de SVP doelgroep wel maar heeft er binnen het bedrijf geen ervaring mee Kent de SVP doelgroep wel en heeft er binnen het bedrijf ervaring mee Niet ingevuld 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 9: Bekendheid met de SVP doelgroep totaal 11.3% 33.9% Ik ken de SVP doelgroep helemaal niet Ik ken de SVP doelgroep wel maar heb er binnen mijn bedrijf geen ervaring mee 54.8% Ik ken de SVP doelgroep en heb er binnen mijn bedrijf ook ervaring mee KBB 2013.30 februari 2014 Page 26 of 82

Opmerkelijk is dat bij de organisaties die ervaring met de doelgroep hebben vaker dan bij organisaties die dat niet hebben, personeelsleden een leermeestertraining bij KBB achter de rug hebben. Bij de organisaties die al met de doelgroep SVP-ers werken heeft 57,1% van de respondenten door KBB opgeleide leermeester binnen het bedrijf. Bij de organisaties die de doelgroep niet kennen of geen ervaring er mee hebben is dat slechts bij 29,3% het geval. De ervaring van de respondenten met de SVP doelgroep is over het algemeen positief, ongeveer ¼ (23,8%) van de respondenten die de groep kent en er ook in de praktijk mee gewerkt heeft geeft aan negatieve ervaringen te hebben. In de geboden ruimte voor toelichting in de vragenlijst en tijdens de telefonische contacten worden met name positieve ervaringen aangegeven, echter wel aangevuld met enige kanttekeningen. Zo is men van mening dat er voldoende en professionele begeleiding noodzakelijk is. De begeleiders binnen de bedrijven hebben dan ook behoefte hebben goed geïnformeerd te worden over hoe zij de begeleiding dienen aan te pakken. Goede coaching en respect dragen in grote mate bij aan de motivatie en het ombuigen van een passieve naar actieve houding. Ook regelmatig bezoek van school of instelling wordt als prettig en noodzakelijk gezien. Hoewel er begrip is voor de doelgroep is de ervaring wel dat het veel extra tijd en inspanning kost. Bedrijven willen de jongeren wel helpen maar er moet ook naar de oorzaken van de schooluitval gekeken worden. Wanneer het lukt hen te motiveren blijft het risico op terugval groot door de grote sociale problemen die op de achtergrond toch aanwezig blijven. Als voorbeeld worden genoemd familie en vrienden die, wanneer een jongere gemotiveerd is en naar tevredenheid functioneert, druk uitoefenen waardoor wordt terug gevallen in het oude patroon van onverschilligheid of misbruik van vertrouwen. De druk van verkeerde vrienden of familie is soms groot en wanneer de jongeren worden ingezet op functies waar zij direct met klanten te maken hebben of met cash moeten omgaan is men terughoudend. Een goede voorlichting en intake is essentieel voor een succesvolle plaatsing. Er is ervaring met jongeren zonder enige affiniteit met de betreffende sector. Zo noemde een respondent, werkzaam in de kinderopvang meerdere malen meegemaakt te hebben dat er jongeren uit leer-werktrajecten werden geplaatst die helemaal geen band hadden of zochten met kinderen. Men deed mee omdat er plaats was in het traject, absoluut niet omdat het paste bij de persoonlijke interesse of mogelijkheden. KBB 2013.30 februari 2014 Page 27 of 82

3.4. Arbeidsplaatsen op assistent niveau Per subsector zijn de respondenten gevraagd naar het aantal medewerkers op assistent-niveau dat op dit moment in dienst is. Daarmee wordt inzicht verkregen in de sectoren waar in ieder geval werk is op dit niveau. Gemiddeld zijn dat er 3 per organisatie, waarbij vooral de horeca assistent sterk vertegenwoordigd is, op afstand gevolgd door de bouwplaats assistent en de assistent monteur sterkstroominstallaties. Voor de functie assistent autotechnicus lijkt geen plaats te zijn. Figuur 10: Overzicht aantal medewerkers op assistent-niveau, gespecificeerd naar sector/functie assistent ouderenzorg assistent kinderopvang assistent uiterlijke verzorging assistent sport en beweging assistent autotechnicus 1 assistent autospuiter / schadehersteller horeca assistent assistent monteur sterkstroominstallaties assistent bouwplaats 0 20 40 60 80 100 120 bakkerij assisstent 3.5 Kansen en voorwaarden voor de SVP doelgroep Aan de hand van stellingen is getoetst hoe de inzet van SVP-ers wordt gezien, wat de respondenten als belangrijke of juist minder relevante voorwaarden zien en in hoeverre men bereid is de jongeren een kans te geven. Opvallende afwijkingen per beroep zijn apart vermeld in de volgende paragraaf. KBB 2013.30 februari 2014 Page 28 of 82

3.5.1 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel voor de werkgever Het sociaal maatschappelijk profiel is kenmerkend voor de SVP doelgroep en daarom van groot belang voor de werkgever om een realistische inschatting te geven in hoeverre dit van invloed is bij de besluitvorming om samen te werken. Figuur 11: De relevantie van de sociaal maatschappelijke kenmerken van de SVP-er voor de werkgever De 3 maanden begeleiding vanuit SVP is een belangrijke stimulans om SVP-ers een kans te geven 21 26 7 3 1 helemaal mee eens Een SVP jongere moet vooral gemotiveerd zijn, het sociaal maatschappelijke profiel is minder relevant, de inhoudelijke kennis krijgen ze bij ons. 12 23 8 13 2 eens geen mening oneens Het sociaal profiel van een SVP-jongere is minder belangrijk, het gaat vooral om de vakinhoudelijke kennis die ze hebben. 3 15 7 23 10 helemaal oneens 0 10 20 30 40 50 60 De respondenten geven duidelijk aan de 3 maanden begeleiding van de SVP organisatie na plaatsing binnen een bedrijf sterk op prijs te stellen, 81% van de respondenten onderschrijft deze stelling. Op een schaal tussen 1 en 5 geven de respondenten gemiddeld voor de stelling Het sociaal profiel van een SVP-jongeren is minder belangrijk, het gaat vooral om de vakinhoudelijke kennis die ze hebben een 3.38, oftewel zij zijn het hier mee oneens. De stelling dat de motivatie van de jongere belangrijker is dan het sociaal maatschappelijk profiel en de inhoudelijk kennis krijgt meer bijval. Ruim de helft is het daar mee eens. KBB 2013.30 februari 2014 Page 29 of 82

3.5.2 Gewenste competenties Aan de respondenten is gevraagd aan te geven van welke competenties ze het belangrijk vinden dat SVP-ers die hebben om ze een kans te geven. Er kon gescoord worden op een 5-puntsschaal: 1 = heel belangrijk, 2 = belangrijk, 3 = neutraal, 4 = niet belangrijk, 5 = helemaal niet belangrijk. Figuur 12: belang van competenties gemiddelde standaarddeviatie communicatievaardigheden 1.24 0.47 lezen en schrijven 1.80 0.89 spreekvaardigheid Papiamentu 2.35 1.04 spreekvaardigheid Nederlands 2.27 0.95 spreekvaardigheid Engels 2.53 1.27 leesvaardigheid Papiamentu 2.71 1.23 leesvaardigheid Nederlands 2.44 1.03 leesvaardigheid Engels 2.78 1.23 omgaan met gezagsverhoudingen 1.42 0.53 agressie en conflicthantering 1.24 0.47 verantwoordelijkheidsbesef 1.09 0.29 Duidelijk is dat verantwoordelijkheidsbesef het belangrijkst wordt gevonden, gevolgd door communicatievaardigheden en agressie & conflicthantering. De mening over taalvaardigheden Papiamentu, Engels en Nederlands zijn verdeeld. Dat blijkt uit de standaarddeviatie. Standaarddeviatie is een statistische formule om de verschillen tussen de antwoorden van alle respondenten aan te geven. Hoe hoger de standaarddeviatie, hoe groter de verschillen tussen de respondenten. KBB 2013.30 februari 2014 Page 30 of 82

3.5.3 Plaats voor SVP-ers in de toekomst Van alle bedrijven die aan het onderzoek hebben meegedaan verwacht 46,4% dat ze in de toekomst vacatures zullen hebben voor SVP jongeren in het geschetste beroepsprofiel, een minderheid van 17,9% zegt expliciet dat niet te verwachten en 35,7% weet het niet of heeft geen antwoord op deze vraag gegeven. De branches waar de meeste bedrijven aangeven zelf vacatures te verwachten zijn de bouw (66,7% van alle respondenten binnen die sector) en kinderopvang (70%). In de elektrotechnische sector verwacht geen enkel bedrijf een vacature te hebben voor een SPV-er. Aanvullend zijn er door de respondenten een aantal opmerkingen / suggesties gemaakt: Voor bepaalde beroepen gelden specifieke beroepseisen in verband met hoge verantwoordelijkheden en veiligheidsnormen Behalve begeleiding van de jongere is het ook belangrijk zijn/haar naaste omgeving te begeleiden (gezin, vriend/vriendin, etc.) Iedereen heeft recht op een kans Iedereen moet de mogelijkheid krijgen werkervaring op te doen SVP-ers ja, maar wel onder voorwaarde dat ze gemotiveerd zijn en geen strafblad hebben Er zijn mogelijkheden voor SVP ers, maar het hangt af van hoe ze met hun emoties kunnen omgaan Voor SVP-ers is er plek als er voldoende werkaanbod is, afhankelijk van de economische ontwikkeling De begeleiding van SVP-ers is intensief, dat kan niet altijd vanuit een (klein) bedrijf Respondenten die expliciet aangeven dat er geen plek is voor SVP-ers zijn door specialisatie genoodzaakt een hoger niveau aan te trekken of vinden dat vooral omdat er onvoldoende financiële middelen zijn of hun bedrijf te klein is. Subsidie of ander financiële steun vanuit de overheid zou hen mogelijk wel over de streep trekken. Op de vraag of men verwacht of er binnen de gehele branche / beroepsgroep ruimte is voor SVP-ers op niveau SBO-1 zijn maar weinig respondenten (7) die stellen dat dit niet het geval zal zijn. ¼ van de respondenten (25%) is er van overtuigd dat er werk is voor deze doelgroep met dit opleidingsniveau, het merendeel, 66% denkt het wel maar weet het niet zeker. De vraag werd niet beantwoord door 2%. KBB 2013.30 februari 2014 Page 31 of 82

Op de vraag of men concreet vacatures verwacht binnen de gehele eigen sector zijn de antwoorden minder positief. Met name de respondenten in de Bouw- en Zorgsector zijn er minder zeker van dat er binnen hun sector veel werk te vinden is voor SVP-ers. De Horeca is het meest positief, van de respondenten uit deze sector denkt 38,5% zeker te weten dat er werk is voor SVP-ers, aangevuld door 23,1% die denkt dat er misschien wel werk is voor deze doelgroep. Figuur 13: verwachtingen vacatures voor SVP-ers binnen de sector Zorg/ouderenzorg (n = 4) Welzijn/kinderopvang (n = 10) Welzijn/uiterlijke verzorging/kapsalon (n = 4) Recreatie/sport- en beweging (n = 9) Mobiliteitsbranche/autotechniek (n = 4) Horeca (n = 13) Elektro (n = 6) Bouw (n = 9) Bakkerij (n = 4) zeker werk voor SVP-ers op SBO-1 niveau mischien werk voor SVP-ers op SBO-1 niveau geen werk voor SVP-ers op SBO-1 niveau ik weet het niet niet ingevuld 0% 20% 40% 60% 80% 100% In paragraaf 3.6 worden de verwachtingen per beroepsgroep aangegeven. KBB 2013.30 februari 2014 Page 32 of 82