Case bungalow park Opgave 1 Geef een oordeel over de liquiditeit. Kan je op korte termijn je schulden betalen? Wat moet je op korte termijn betalen? Het kort vreemd vermogen. Wat heb je op korte termijn aan financiële middelen? De vlottende activa zonder de voorraad. (in deze case is er geen voorraad) Quick ratio: De vlottende activa / kort vreemd vermogen Jaar 1: 0,3 Jaar 2: 1,1 Jaar 3: 2,9 In jaar 1 zijn de liquide middelen + de debiteuren veel lager dan wat er op korte termijn betaald moet worden. Dit is niet goed. De quick ratio moet groter zijn dan 1. In jaar 2 is de quick ratio redelijk. In jaar 3 is de quick ratio goed. Conclusie: De liquiditeit was slecht maar is sterk verbeterd. 1
Case bungalow park Opgave 1 Geef een oordeel over de solvabiliteit. Kan je op lange termijn je schulden betalen? Wat moet je op lange termijn betalen? Het lang vreemd vermogen. Wat heb je op lange termijn aan financiële middelen? Het eigen vermogen Eigen vermogen ratio: eigen vermogen / totaal vermogen Jaar 1: 0,56 Jaar 2: 0,57 Jaar 3: 0,57 Het eigen vermogen is elk jaar groter dan het vreemd vermogen en constant. De beoordeling is afhankelijk van het type bedrijf, maar dit kunnen we wel als goed beoordelen. Conclusie: De solvabiliteit is goed. 2
Case bungalow park Opgave 1 Geef een oordeel over de rentabiliteit. Hoeveel winst is er gemaakt? Hoeveel is het geïnvesteerd vermogen? Hoe berekenen we het gemiddelde vermogen? Het gemiddelde vermogen berekenen we door het gemiddelde te nemen van het vermogen aan het begin van het jaar (dat is hetzelfde als het vermogen aan het eind van vorig jaar) en het eind van het jaar. Rentabiliteit eigen vermogen (na belasting) Jaar 1: - 0,2% Jaar 2: + 0,1% Jaar 3: - 0,1% Rentabiliteit van het totaal vermogen Bruto winstmarge Jaar 1: + 0,4% jaar 1: 2,0% Jaar 2: + 2,6% jaar 2: 10,3% Jaar 3: + 1,0% jaar 3: 4,7% Conclusie: Er is alleen winst gemaakt in jaar 2 en in verhouding tot het vermogen is de winst in jaar 2 ook nog veel te laag. 3
Case bungalow park Opgave 1 Geef een oordeel over de financiële prestatie van het bedrijf. De liquiditeit was slecht maar is sterk verbeterd. De solvabiliteit is goed. Er is alleen winst gemaakt in jaar 2 en in verhouding tot het vermogen is de winst in jaar 2 ook nog veel te laag. Voor de continuïteit van het bedrijf is de winst het belangrijkste. De winst is onvoldoende. Er moet wat verbeteren! 4
Case bungalow park Opgave 1 Investeringen in het restaurant. 1.200.000 in 40 jaar afschrijven. Kosten 30.000 / jaar 75.000 in 10 jaar. Kosten 7.500 / jaar 175.00 met restwaarde 55.000 in 10 jaar. Kosten 12.000 / jaar 1.300.000 lening met 2,5% rente. Kosten 32.500 in het eerst volgende jaar. 125.000 loonkosten per jaar voor vast personeel. 20.000 promotie kosten in het eerst volgende jaar. 20% inkoopkosten van 485.000 zijn variabele kosten! Totaal aan kosten: 227.000 5
Opgave 2 Voorbeelden van vaste kosten voor een bungalowpark. Rente, afschrijving, vaste personeelskosten, huur gebouw, energie hoofdgebouw Voorbeelden van variabele kosten per week voor een bungalow. Schoonmaakkosten, energie (gedeeltelijk), tijdelijk personeel Bereken de gemiddelde verhuurprijs. Een gewogen gemiddelde bereken je niet door de prijzen bij elkaar op te tellen en door 4 te delen. Maar een weging naar weken en bezetting. Dus bereken de omzet en deel dat door het aantal verhuur weken. Aantal weken aantal bungalows bezettingsgraad bezetting prijs per week omzet 9 80 60% 432 1.100 475.200 4 80 70% 224 1.300 291.200 9 80 100% 720 1.550 1.116.000 18 80 30% 432 900 388.800 40 1.808 2.271.200 Gemiddelde prijs 2.271.200 / 1808 = 1.256,19 6
Opgave 2 Bereken het break-evenpunt. Vaste kosten / dekkingsbijdrage Vaste kosten: 1.800.00 Bijkomende kosten (opgave 1): 227.000 Totaal: 2.027.000 Dekkingsbijdrage: prijs variabele kosten 1.256,19-218 = 1.038,19 Break-evenpunt: 2.027.000 / 1.038,19 = 1.953 verhuur weken (naar boven afronden) 7
Opgave 2 Bereken de veiligheidsmarge (Verwachte bezetting break-even bezetting) / verwachte bezetting * 100% Verwachte aantal verhuurweken: 1.808 Break-even aantal verhuur weken: 1.953 De verwachte bezetting is lager dan de break-even bezetting. Er is dus geen veiligheidsmarge. Wat is de minimale verhuurprijs voor een incidentele order? De variabele kosten zijn het minimum wat je moet terugverdienen. In dit geval 218 per verhuurweek. Dus voor 15 bungalows: 15 * 218 = 3.270 8
Opgave 3 Overhead totaal Back office Front office Energie indirect 30.000 10.000 20.000 Indirecte arbeid indirect 60.000 33.000 (60.000*0,55) 27.000 (60.000 * 0,45) Afschrijving indirect 20.000 10.000 10.000 Totaal dire 110.000 53.000 57.000 Directe arbeid direct 100.000 55.000 45.000 Directe inkoop direct 150.000 150.000 - ICT direct 150.000 150.000 - ICT energie direct 5.000 5.000 - Totaal indirect 360.000 360.000 45.000 (eventueel ICT energie bij indirecte kosten rekenen) 9
Opgave 3 Opslagpercentage: indirecte kosten / directe kosten * 100% Back office: Direct: 360.000 Indirect: 53.000 Front Office Direct: 45.000 Indirect: 57.000 Back office: 53.000 / 360.000 * 100% = 15% (afgerond) Front office: 57.000 / 45.000 * 100% = 127% (afgerond) (Alternatief is een opslag per direct werkuur. Back-office 10.000 uur. Frontoffice 3.000 uur) 10
Opgave 3 Inkoopkosten 1.400 Directe uren back office 600 (40 uur * 15) Directe uren front office 120 (8 uur * 15) Opslag indirect back office 90 (15% van 600) Opslag indirect front office 152,40 (127% van 120) Totaal kosten 2.362,40 Winst opslag 15% 354,36 Verkoopprijs 2.717 (afgerond) Wat is de laagste prijs als je alleen de variabele kosten meeneemt, maar wel een winstpercentage van 15%? 1.400 + 15% = 1.610 (eventueel ook de directe uren meenemen, dit blijkt niet duidelijk uit de opgave want het personeel heeft tijd genoeg) 11
Opgave 4 Budget: 300 uur ; 18 minuten per bungalow ; 3,50 per uur Werkelijk: 350 uur ; 1.100 bungalows ; Totaal loon: 1.190 Het originele standaard budget: Budget uren * budget prijs 300 uur * 3,50 = 1.050 Het werkelijke resultaat: De werkelijke kosten zijn: 1.190 Er zijn dus meer kosten gemaakt dan gebudgetteerd. Maar er zijn meer kamers schoongemaakt dus het is te verwachten dat de kosten hoger zijn dan gebudgetteerd. Het flexibele budget is het budget aangepast aan het werkelijke productieniveau Er zijn 1.100 kamers schoongemaakt. Daar mag volgens de norm 1.100 / 60 minuten * 18 minuten = 330 uur over worden gedaan. Het flexibele budget budget: 330 * 3,50 = 1.155 Efficiency resultaat: (standaard hoeveelheid werkelijke hoeveelheid) * standaard prijs Efficiency resultaat: (330 uur 350 uur ) * 3,50 = - 70 (er is 20 uur meer over gedaan dan het budget) De werkelijke prijs is: 1.190/ 350 uur = 3,40 Prijsverschil: (standaard prijs werkelijke prijs) * werkelijke hoeveelheid ( 3,50-3,40) * 350 = + 35 (de prijs is 0,10 lager dan het budget) 12