Studiegebied Gezondheidszorg. Opleiding Bachelor in de Ergotherapie. Academiejaar 2013-2014. Module Bachelorproef

Vergelijkbare documenten
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Naam. Datum. Noteer het aantal GFI punten op dit onderdeel Nadere omschrijving problematiek

Evaluatie stage extra muros

Druk, druk, druk en toen was er tijd! Ine Debaene Consultant 2/10/2014

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties

Wanneer is ergotherapie bij Parkinson effectief?

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

TRAJECT WELZIJN_METHODIEK VAN BEGELEIDEN_ _INHOUD_KORT

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH)

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

Effectief omgaan met je tijd

Masterclass Het Nieuwe Werken op het secretariaat

De 6 Friesland College-competenties.

360 feedback rapportage voor de heer J.A. Smit van Jansen & Co

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse

Plan van aanpak Coaching 1

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

Opleidingsprogramma DoenDenken

VRAGENLIJST JOnG. Mail het formulier met jouw antwoorden naar Dionne Neven (Regioadviseur MKB Limburg):

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP)

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

StudieThermometer. Temperatuur wat aan de lage kant? Mw Demo Kandidaat Instelling Demo

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

Organiseren van zorg Niveau 3

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

Ik als begeleider van de begeleiders. Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Appraisal. Datum:

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

Aanpak van een cursus

Kiezen voor coaching als managementstijl

Organiseren. werkt! Krijg meer overzicht,, structuur en (tijd) winst! Germo Bekendam Karlijn L Ortye

Geheugenkliniek: Behandeling

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Formulieren bij opdrachten

Even voorstellen Maria, 4 kids. 14 jaar zelfstandig. Emotionele Intelligentie. Medische wereld, Bedrijfsleven, Overheid.

Leergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR

feedback Flexibel en online Robuust 360º Werkboek Robuus Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º Haal het maximale uit 360º

Het beste uit jezelf

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Samenvatting. Inleiding

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

PRIORITEITEN. drs. Ellen Bulder 1 SITUATIE

Drs. Dirma Terlouw, BSc.

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

PERSONAL & CAREER ASSESSMENT

Wie zei nou dat het moeilijk was?

ASSERTIVITEIT. beter communiceren vanuit jezelf

Motiveren is de sleutel

Competency Check. Datum:

Hoe motivatie werkt en draagvlak groeit

De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie

Teamkompas voor Zelfsturing

Profielschets. Algemene informatie: Geslacht: man / vrouw Geboortejaar:. Functie: Werkverband: voltijd / deeltijd

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Auteurs: Marijke Hoftijzer en Piet Korte isbn:

SoHuman PROFIT/NON-PROFIT PARTICULIEREN SCHOLIEREN [INZICHT IN GEDRAG EN COMMUNICATIE]

Het klopt in mijn hoofd!

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Functiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3

Rapport Kwaliteit- & Projectmanagement 360. Test Kandidaat

EQ - emotionele intelligentie in kaart

Perspectief op Potenties

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Inspiratie om effectief met je tijd om te gaan

POP Martin van der Kevie

Transcriptie:

Orde in de wanorde! Is het plannen en organiseren effectiever na het volgen van tien sessies timemanagement bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek? Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2013-2014 Module Bachelorproef Promotor De heer Godfried Vandamme Ergotherapeut Student Stefanie Buyse Howest departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat de Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk

Orde in de wanorde! Is het plannen en organiseren effectiever na het volgen van tien sessies timemanagement bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek? Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2013-2014 Module Bachelorproef Promotor De heer Godfried Vandamme Ergotherapeut Student Stefanie Buyse Howest departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat de Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk

Woord vooraf Graag wil ik mijn dank betuigen aan de mensen die geholpen hebben om deze bachelorproef te realiseren. Zonder hen was het niet gelukt om dit pronkstuk van mijn opleiding ergotherapie te schrijven. Vooreerst mijn oprechte dank aan de heer Godfried Vandamme, mijn promotor en stagebegeleider gedurende dit proces. Zijn kritisch en ervaren oog zorgde ervoor dat dit werk gerealiseerd werd. Door zijn steun en kennis heeft de bachelorproef de vorm gekregen die hij nu heeft. Het personeel van de afdeling ontwenning in Kliniek Sint-Jozef Pittem verdienen een woord van dank. Hierbij wil ik de heer Paul Seynaeve, afdelingshoofd, extra bedanken. Hij zorgde ervoor dat mijn bachelorproef op de ontwenningskliniek uitgewerkt kon worden. Daarnaast wil ik ook mevrouw Siska Vandemaele bedanken, mijn interne begeleider van deze bachelorproef. Zij stond altijd klaar met raad en daad voor de vormgeving van deze bachelorproef. Zij zorgde tevens voor informatie over dit project en onderhield de contacten met mevrouw Suzanne White. Daaruit volgend wil ik natuurlijk mevrouw Suzanne White bedanken, professor in de ergotherapie (Verenigde Staten), door haar mag ik dit project hier in België gebruiken. Dankzij haar toestemming mag ik gebruik maken van het Assessment of Time Management Skills binnen deze bachelorproef. Aan mevrouw Karine Vandekerckhove, ergotherapeut Heilig Hartziekenhuis Ieper, een woord van dank. Ik kon bij haar terecht voor extra informatie omtrent timemanagement. Mariska Dhoore en Gaëlle Vanneste verdienen ook een dankbetuiging. Zij zorgden voor de hervertaling NL-EN van de ATMS. Mariska Dhoore krijgt een extra dankwoord, zij was bereid mijn bachelorproef te herlezen. Dankzij haar verbeterwerk en tips kon ik deze bachelorproef tot een goed einde brengen. Voor de uitvoering van mijn pilootstudie mocht ik beroep doen op de PAAZ van AZ Delta Campus Westlaan Roeselare, de ergotherapeuten en deelnemende patiënten mogen hierbij in de bloemetjes gezet worden, dankzij hun medewerking kon ik de ATMS in de praktijk gebruiken. Als laatste verdienen ook mijn ouders, familie en vrienden een dankbetuiging. Zij hebben mij gedurende de volledige opleiding gesteund. Mijn moeder heeft met veel geduld telkens de bachelorproef herlezen, bedankt hiervoor. Stefanie Buyse Mei 2014

Abstract Titel Orde in de wanorde! Is het plannen en organiseren effectiever na het volgen van tien sessies timemanagement bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek? Kernwoorden Afhankelijkheidsproblematiek timemanagement structuur plannen organiseren Assessment of Time Management Skills Inleiding: Personen met een afhankelijkheidsproblematiek ervaren problemen met structuur en planning. De grootste oorzaken hiervan zijn het cognitief functieverlies en de verminderde participatie in de maatschappij. Het doel van deze bachelorproef is om na te gaan of sessies met betrekking tot timemanagement een meerwaarde bieden binnen de behandeling van deze doelgroep op vlak van structuur en planning. Methode: Om de effectiviteit van het plannen en organiseren na te gaan, wordt gebruik gemaakt van het Assessment of Time Management Skills als pre- en postmeting. Er wordt tevens gewerkt met een experimentele- en controlegroep om de effectiviteit beter te onderzoeken. De experimentele groep krijgt tien sessies omtrent timemanagement. Resultaat: De experimentgroep en de controlegroep kennen een positieve evolutie tijdens de postmeting aan de hand van het Assessment of Time Management Skills. Er zijn verschillen merkbaar wanneer de stellingen afzonderlijk met elkaar vergeleken worden. Discussie en conclusie: Sessies met betrekking tot timemanagement kunnen wellicht een meerwaarde bieden bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek. De sessies worden beter aangeboden op indicatie, want de ene patiënt ervaart meer moeilijkheden op vlak van timemanagement dan de andere.

6 Inhoudsopgave WOORD VOORAF... 4 ABSTRACT... 5 INHOUDSOPGAVE... 6 LIJST MET AFKORTINGEN... 8 VERKLARENDE WOORDENLIJST... 9 1 INLEIDING... 10 1.1 Korte inhoud... 10 1.2 Literatuurstudie... 11 1.2.1 Het probleem bij afhankelijkheidsproblematiek met betrekking tot plannen en structuur... 11 1.2.2 Timemanagement... 12 1.2.3 De rol van de ergotherapeut bij timemanagement... 14 1.2.4 Verschillende modellen en technieken in functie van timemanagement... 16 1.2.5 Assessment of Time Management Skills... 24 1.3 Onderzoeksvraag... 27 2 METHODE... 28 2.1 De doelgroep... 28 2.2 Deel I: Assessment of Time Management Skills... 29 2.2.1 Vertaling van het Assessment of Time Management Skills... 29 2.2.2 Pilootstudie... 29 2.2.3 Pre- en postmeting... 32 2.3 Deel II: Ergotherapeutische interventies omtrent timemanagement... 33 3 RESULTAAT... 35 3.1 Premeting... 35 3.1.1 Premeting experimentgroep... 36 3.1.2 Premeting controlegroep... 37 3.2 Postmeting... 38 3.2.1 Postmeting experimentgroep... 38 3.2.2 Postmeting controlegroep... 39 3.3 Vergelijking pre- en postmeting... 41 3.3.1 Experimentgroep... 41 3.3.2 Controlegroep... 42 3.3.3 Experimentgroep ten opzichte van de controlegroep... 42 4 DISCUSSIE EN CONCLUSIE... 43 4.1 Interpretatie van de resultaten van het Assessment of time management skills... 44 4.1.1 Non-respons... 44 4.1.2 Premeting ten opzichte van postmeting... 44 4.2 Reflectie over de sessies omtrent timemanagement... 46 4.2.1 Voordelen en nadelen van de sessies... 46

7 4.2.2 Meningen en ervaringen van de patiënten... 48 4.3 Algemene conclusie... 49 4.3.1 Is het Assessment of Time Management Skills een betrouwbaar assessment bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek?... 49 4.3.2 Biedt de ergotherapeut een meerwaarde met betrekking tot timemanagement?... 49 4.3.3 Is het plannen en organiseren effectiever na het volgen van tien sessies timemanagement bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek?... 49 4.4 Discussie... 50 4.4.1 Valkuilen van dit onderzoek... 50 4.4.2 Toekomstperspectief en verder onderzoek... 50 LIJST MET FIGUREN EN TABELLEN... 51 REFERENTIELIJST... 52 BIJLAGEN... 54 Bijlage 1: Hervertaling Assessment of Time Management Skills Nederlands Engels... 55 Bijlage 2: Inleidende brief behorende tot het Assessment of Time Management Skills... 57 Bijlage 3: Assessment of Time Management Skills... 58

8 Lijst met afkortingen ATMS AZ CMCE EFFECT EN GROW GTD ICF NL PAAZ SMART VS Assessment of Time Management Skills Algemeen ziekenhuis Canadian Model of Client-Centered Enablement Essentie Functies Focus Efficiënt Creativiteit - Toolbox Engels Goal Reality Options Way forward Getting Things Done International Classification of Functioning, Disability and Health Nederlands Psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis Specifiek Meetbaar Acceptabel Realiseerbaar - Tijdsgebonden Verenigde Staten

9 Verklarende woordenlijst Cronbachs alfa Interne consistentie Occupational engagement Occupational balance Pearson correlatiecoëfficiënt Sociolect De Cronbachs alfa geeft de maat van de interne consistentie weer. Daarnaast is het een hulpmiddel om de betrouwbaarheid in te schatten (Sijtsma, 2009) De interne consistentie geeft aan dat verschillende elementen, die hetzelfde kenmerk meten, dit ook daadwerkelijk meten (Encyclo, z.j.) De betrokkenheid die personen ervaren voor en tijdens het handelen (le Granse, van Hartingsveld & Kinébanian, 2012) De mate waarin mensen hun dagelijkse activiteiten organiseren en zo hun maatschappelijk handelen tot een harmonieus en samenhangend geheel ervaren (le Granse et al., 2012) Dit wordt gebruikt bij het nagaan van een correlatie tussen meerdere variabelen (Encyclo, z.j.) De taal die een bepaalde groep/gemeenschap spreekt, bijvoorbeeld Nederlands, Engels, Dialect, (Encyclo, z.j.)

10 1 Inleiding 1.1 Korte inhoud Binnen deze bachelorproef wordt de effectiviteit van het organiseren en plannen bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek nagegaan. Voordat dit kan worden onderzocht, moet er eerst een literatuuronderzoek met betrekking tot het onderwerp gebeuren. Aan de hand van deze literatuurstudie worden de problemen in verband met plannen en structureren in kaart gebracht. Daarnaast wordt er een beeld geschetst over timemanagement: waar haalt het zijn oorsprong en hoe is het in de tijd geëvolueerd? Deze bachelorproef is verbonden aan het behalen van het diploma ergotherapie, dus wordt de rol van de ergotherapeut met betrekking tot timemanagement besproken. Er bestaan verschillende methodes voor een beter timemanagement, hiervan worden vier belangrijke besproken. Deze methodes zijn: Let s get organized, het tijdsbestedingsmodel, de GROWmethode en de EFFECT-methode. Dit gevarieerd aanbod wordt in een verder stadium gebruikt binnen verschillende sessies. Deze sessies worden bij de doelgroep personen met een afhankelijkheidsproblematiek toegepast. De effectiviteit moet natuurlijk gemeten worden, hiervoor wordt het Assessment of Time Management Skills gebruikt. Het is een assessment dat zijn oorsprong kent in de Verenigde Staten.

11 1.2 Literatuurstudie 1.2.1 Het probleem bij afhankelijkheidsproblematiek met betrekking tot plannen en structuur Personen met een afhankelijkheidsproblematiek ervaren problemen bij het plannen en structureren (White, Riley & Flom, 2013). Aan de hand van literatuur worden de oorzaken van dit probleem bekeken. Problematisch drinken kent vele gevolgen. De gevolgen die een verband hebben tot het plannen, situeren zich voornamelijk op intrapersoonlijk en interpersoonlijk vlak. Op intrapersoonlijk niveau ervaart deze doelgroep voornamelijk cognitief functieverlies (White et al., 2013; Kerssemakers et al., 2008). Cognitie omvat verschillende aspecten, zoals het denken en herinneren, het redeneervermogen, de mentale verwerking, het probleemoplossend gedrag en het plannen. Deze verschillende aspecten zijn essentieel in het dagelijks leven (Creek & Lougher, 2008). Het dagelijks leven vraagt veel van de cognitieve functies, meer bepaald de executieve functies (Weiner, Toglia & Berg, 2012). Executieve functies zijn de psychologische processen die het handelen coördineren en ons gedrag regelen (Smidts, 2003). Het zijn net deze functies die aangetast zijn bij personen met een afhankelijkheidsproblematiek (Emmelkamp & Vedel, 2007). De executieve functies omvatten tal van vaardigheden die noodzakelijk zijn om zelfstandig te leven (Smidts, 2003; Weiner et al., 2012): het organiseren en plannen; het oplossingsvermogen; de selectieve en volgehouden aandacht; initiatiefname en tijdigheid; het bepalen en hanteren van verschillende strategieën. De gevolgen op interpersoonlijk vlak hebben voornamelijk betrekking tot het functioneren binnen de maatschappij. De oorzaak is voornamelijk te vinden bij het feit dat de doelgroep vaak in aanraking komt met financiële problemen. Daarnaast ervaren patiënten sociale verwaarlozing, ze ondervinden te weinig hulp en sociale steun. Deze vele aspecten zorgen ervoor dat er minder motivatie is tot participatie en zinvolle dagbesteding (Edgelow & Krupa, 2011). Als gevolg van overmatig alcoholgebruik hebben deze mensen vaker te maken met arbeidsverlies. Wanneer een persoon werkloos wordt, ondervindt hij minder structuur in zijn leven. De werkmomenten vervangen zich door meer slaap- en rustmomenten (Kerssemakers et al., 2008; Leufstadius, Erlandsson & Eklund, 2006). Lange slaapperiodes worden geassocieerd met een minder goede gezondheid, lager niveau van kennis, minimale levenskwaliteit en vermindering van de sociale interactie (Leufstadius & Eklund, 2008). Doordat deze personen een eerder passieve rol aannemen binnen de maatschappij, daalt hun productiviteit. Nochtans is productiviteit een belangrijk element binnen ons handelen, het zorgt namelijk voor occupational balance en structuur in het dagelijks leven (Leufstadius et al., 2006).

12 Uit een studie van vijf psychiatrische ziekenhuizen in Vlaanderen (2005) blijkt dat het grootste deel van de patiënten die opgenomen zijn in de ontwenningskliniek (Kliniek Sint-Jozef Pittem) hun vrije tijd alleen doorbrengen. De meeste patiënten zijn eveneens ontevreden over hun dag- en vrijetijdsbesteding (tabel 1) (Vanderplasschen et al., 2005). Tabel 1: Dag- en vrijetijdsbesteding patiënten ontwenningskliniek (Vanderplasschen et al., 2005) Vrijetijdsbesteding Familie Vrienden Alleen Tevreden vrijetijdsbesteding Neen Niet tevreden, niet ontevreden Ja Tevreden daginvulling Neen Niet tevreden, niet ontevreden Ja Totaal (n=249) 28,1% 32,1% 39,8% 57% 13,3% 29,7% 55,4% 14,5% 30,1% Ontwenningskliniek (n=49) 18,4% 28,6% 53,1% 75,5% 10,2% 14,3% 75,3% 10,2% 16,3% De tijdsindeling wordt gelinkt aan het handelen, want tijd is fundamenteel voor het organiseren en structureren van het dagelijks leven (Edgelow et al., 2011). Uit het onderzoek van Leufstadius en Eklund (2008) blijkt tevens dat het brengen van structuur in ons dagelijks leven een positieve invloed heeft op de gezondheid en het welzijn van de mens. 1.2.2 Timemanagement Het definiëren van timemanagement Hieronder worden enkele definities van timemanagement weergegeven: Deze definities werden geselecteerd op basis van de problemen die de doelgroep ervaart; namelijk plannen, organiseren en structuur. Onrechtstreeks sprak Meyer (1922), één van de grondleggers van de ergotherapie, over timemanagement. Hij ging ervan uit dat patiënten tijd leren organiseren wanneer ze iets doen. Dit toont het belang van tijdsgebruik aan binnen onze participatie (Law, 2002). McCay (1959) ontwikkelde een timemanagement trainingsprogramma. Dit programma wordt nu nog steeds gebruikt. Hij beschreef timemanagement als een veranderend proces van tijdsbesteding dat inzicht geeft op tijdrovende activiteiten. Via dit proces leren mensen hun dag te plannen en prioriteiten te stellen. Gedurende dit proces leren ze tevens met onverwachte taken om te gaan (Claessens et al., 2007). Lakein (1973) ging ervan uit dat timemanagement het proces beïnvloedt waarbij behoeftes worden bepaald en doelen opgesteld. Gedurende dit proces worden plannen en prioriteiten opgesteld om deze doelen te bereiken (Claessens et al., 2007).

13 Macan (1994) spreekt niet over timemanagement op zich, maar bespreekt verschillende timemanagement gedragingen. Deze gedragingen zijn: gericht op de bewustwording van het hier en nu; het opstellen van doelen en hierbij prioriteiten stellen; het plannen van de verschillende taken; opstellen van takenlijsten; het groeperen van de verschillende taken. Deze gedragingen zijn gericht op het effectief en efficiënt besteden van tijd (Claessens et al., 2007). Claessens et al. (2007) beschrijven timemanagement als gedragingen die streven naar het bereiken van een doeltreffend gebruik van tijd, terwijl bepaalde doelgerichte activiteiten worden uitgevoerd. White (2013) omschrijft timemanagement als het actief proces van het manipuleren van tijd, creëren van schema s, gebruiken van middelen en strategieën en het continu evalueren van het handelen. Uit de verschillende definities kan geconcludeerd worden dat timemanagement eerder een containerbegrip is. De verschillende definities werden met elkaar vergeleken om tot één algemene definitie te komen. Deze definitie is: timemanagement is een actief en veranderend proces met betrekking tot het gedrag, het is een inzicht gevende manier van controle over de tijd. Plannen en prioriteiten worden opgesteld om doelen te bereiken, het leert de mens tevens omgaan met onverwachte zaken. Het belang van timemanagement Volgens het International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) heeft timemanagement een centrale rol in ons leven. Dit wordt aangetoond aan de hand van de elementen activiteit en participatie (White, 2013). Het is een fundamentele vaardigheid voor iedere persoon om zelfstandig te leven. Zoals eerder uitgelegd, ervaren personen met een afhankelijkheidsproblematiek cognitief functieverlies. Timemanagement is een belangrijk onderdeel van de cognitieve vaardigheden (White et al., 2013). Het vervullen van verschillende taken binnen een bepaalde tijd of het integreren van routines worden vaak als een bedreiging ervaren. Om doeltreffend de taken te verdelen, wordt er regelmatig gebruik gemaakt van hulpmiddelen. Daarnaast wordt het plannen van taken en activiteiten als een kernconcept binnen de cognitieve gedragstherapie beschreven. Vanuit een case studie van Lewinsohn et al. is geconcludeerd dat positieve versterking vele voordelen kent. Hierdoor is er een toename van maatschappelijke betrokkenheid zichtbaar (Riebe, Fan, Unützer & Vannoy, 2012). Om het goed welbevinden te realiseren, is het noodzakelijk dat de persoon zijn tijd evenwichtig kan verdelen over de verschillende handelingsgebieden die Llorens (1991) opstelde. Deze handelingsgebieden zijn wonen/zelfzorg, werk/school, vrije tijd/spel en rust/relaxatie. Ergotherapeuten werken binnen deze handelingsgebieden. Personen hebben normen en waarden, deze zorgen voor de invulling van de verschillende handelingsgebieden (Vandekerckhove, 2009).

14 1.2.3 De rol van de ergotherapeut bij timemanagement Het uitgangspunt bij ergotherapie is dat er een relatie bestaat tussen de gezondheid, het welzijn, de sociale interactie en het handelen van een persoon. Het doel van ergotherapeuten binnen de geestelijke gezondheidszorg is het helpen vinden van een betekenisvolle activiteit die aansluit bij de vaardigheden van de patiënt (Leufstadius, Erlandsson & Eklund, 2006). Ergotherapeuten streven naar een verbeterde levenskwaliteit bij patiënten. Dit kan tot stand komen wanneer ze verschillende mogelijkheden aanbieden, zodat de tevredenheid bij de patiënt verbetert (Bejerholm & Eklund, 2007). Het Canadian Model of Cliënt-Centered Enablement (CMCE) geeft de basiselementen van de ergotherapeut weer (le Granse et al., 2012). Aanpassen (adapt): het is de taak van de ergotherapeut om samen met de patiënt het handelen in zijn context aan te passen waardoor het handelen terug mogelijk wordt. Aanpassen wordt hierbij gezien in de zin van re-integratie. Er kunnen aanpassingen gebeuren aan de activiteit of aan de omgeving (le Granse et al., 2012). Pleiten (advocate) is erop gericht dat patiënten terug kunnen participeren binnen het dagelijks handelen. Het is gericht op de bewustwording ten opzichte van verschillende barrières binnen het handelen (le Granse et al., 2012). Coachen (coach) is het begeleiden van de patiënt zodat hij zelf acties onderneemt om zijn verlangens en doelen te realiseren (le Granse et al., 2012). Samenwerken (collaborate) is een centraal element binnen de interventies. Samenwerken met de patiënt betekent niet dat de therapeut de handelingen uitvoert, maar samen met de patiënt worden de doelen bereikt. (le Granse et al., 2012). Consulteren (consult) betekent dat de therapeut gaat luisteren naar de verschillende visies. Hij gaat informeren over verschillende opties om bepaalde elementen aan te passen. Deze elementen kunnen het handelen of de omgeving zijn (le Granse et al., 2012). Coördineren (coordinate) betekent dat de therapeut, patiënt en zijn omgeving tot een overeenstemming komen. De verschillende werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden, worden door de desbetreffende personen uitgevoerd (le Granse et al., 2012). Ontwerpen/vervaardigen (design/build) betekent dat de therapeut samen met de patiënt producten en omgevingsaanpassingen ontwikkelt. Dit kan op vlak van de thuissituatie of organisatie gebeuren (le Granse et al., 2012). Kennis overdragen (educate): de ergotherapeut geeft zijn kennis en ervaringen door aan de patiënt. Doordat de kennis wordt overgedragen, worden de veranderingen tot het handelen gestimuleerd. Patiënten leren door het zelf uit te voeren (le Granse et al., 2012). Betrokken zijn in (engage): zowel de ergotherapeut als de patiënt moeten betrokken zijn bij het handelen. Het is gericht op het participeren van de patiënt. De nadruk ligt hierbij niet op praten, maar op uitvoeren (le Granse et al., 2012). Specialiseren (Specialize): bij specialiseren ligt de visie op het hanteren van bepaalde technieken in een specifieke situatie. Specialiseren is enkel mogelijk als de therapeut kritisch reflecteert en de patiënt goed informeert (le Granse et al., 2012).

15 Deze verschillende basiselementen die het CMCE bespreekt, zijn opgenomen in het raamwerk van de beroepscompetenties van de ergotherapeut (figuur 1). Figuur 1: Raamwerk beroepscompetenties ergotherapeut (le Granse et al., 2012) De ergotherapeut is expert in het mogelijk maken van het handelen, dit is het centrale competentiegebied. Binnen dit competentiegebied vallen verschillende basiselementen, deze zijn: betrokken zijn, kennisoverdracht, specialiseren, aanpassen en ontwerpen. Het basiselement pleiten behoort onder pleiten voor participatie. Binnen communiceren behoren de basiselementen coachen en consulteren. Onder de beroepscompetentie ondernemen valt het coördineren. Het basiselement samenwerken behoort natuurlijk tot de beroepscompetentie samenwerken (le Granse et al., 2012). Daarnaast zijn er nog twee beroepscompetenties die niet besproken worden binnen de basiselementen. Deze zijn: professioneel werken en leven lang leren. Professioneel werken richt zich op het feit dat ergotherapeuten gebruik maken van gepaste theorieën en modellen (evidencebased werken). De competentie leven lang leren houdt in dat de ergotherapeut actief op zoek gaat naar nieuwe kennis. Dit is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zijn therapieprogramma (van Haringsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). Binnen timemanagement zijn de verschillende basiselementen van de ergotherapeut van belang. De één wat meer uitgesproken dan de ander. De belangrijkste rol die de ergotherapeut zal aannemen is deze van coach. Het coachen streeft ernaar dat mensen met de uitdagingen omgaan en dat ze hun doelen bereiken. Hierdoor worden de prestaties verbeterd zodat de patiënten tot een betere levenskwaliteit komen. Het actief luisteren staat centraal binnen het coachen, hierdoor wordt het probleem of de patiënt beter begrepen (Bora, 2012). Hoe patiënten hun tijd indelen met betrekking tot participatie is een belangrijk gegeven voor de ergotherapeut (Law, 2002). De laatste jaren zijn ergotherapeuten volop bezig met het onderzoeken, observeren en gebruiken van middelen rond timemanagement, zoals dagboeken (White, 2013). In de VS werd een programma opgericht met betrekking tot timemanagement: Occupational Therapy: Let s Get Organized. Tijdens dit programma werd vastgesteld dat timemanagement een grote meerwaarde biedt binnen het dagelijks leven (White, 2013).

16 1.2.4 Verschillende modellen en technieken in functie van timemanagement Er zijn enkele programma s, modellen en technieken ontworpen om personen die problemen hebben met timemanagement, te helpen. Binnen dit hoofdstuk worden een aantal van deze technieken besproken. De besproken technieken komen terug aan bod tijdens de uitwerking (methode) van deze bachelorproef. Deze werkwijze wordt gebruikt tijdens de behandeling van patiënten met een afhankelijkheidsproblematiek. Let s Get Organized programma van S. White Het Let s get organized programma werd opgericht door een ergotherapeut. Het programma richt zich op mensen met een comorbiditeit van middelengebruik en emotionele stoornissen. De interventies zijn ontworpen om de patiënten kennis te laten maken met timemanagement en organisatorische vaardigheden. Dit wordt gedaan via trial-and-error strategieën. De patiënten die deelnamen aan dit programma, waren personen met specifieke problemen omtrent het managen van hun dagelijkse routines (White, Meade & Hadar, 2007). Het programma richt zich voornamelijk op het verstrekken van praktische vaardigheden in verband met het organiseren van routines, het bijhouden van de tijd en het maken en organiseren van afspraken. Deze vaardigheden zijn nodig voor herstel en zijn niet te missen in het dagelijks leven. Dankzij deze interventies nemen de patiënten meer verantwoordelijkheid. Daarnaast ondersteunen en leren de patiënten van elkaar (White, 2007). Het Let s get organized programma bestaat uit tien weken groepssessies die twee maal één uur per week worden gegeven. Iedere groepssessie bestaat uit zes fasen (White, 2007). Tijdens de eerste fase vullen de patiënten hun aanwezigheid in, hierbij vermelden ze de datum en tijd van hun aankomst. Daarna moeten ze de vraag hoe voel je je nu? beantwoorden. Elke patiënt krijgt een kaart waar ongeveer 100 gezichten met verschillende emoties opstaat, in het begin van elke sessie moeten ze deze kaart beoordelen. Tijdens de eerste fase wordt gereflecteerd op hun emoties. Ze krijgen een individuele map waar hun aanwezigheden en werkbladen in worden verzameld (White et al., 2007). In de tweede fase krijgen de patiënten een agenda. Deze agenda wordt tijdens deze sessie gepersonaliseerd. Hierbij kan allerlei materiaal gebruikt worden: kleurcodering, familiefoto s, Iedere volgende sessie worden de patiënten gevraagd hun agenda te herzien en nieuwe informatie toe te voegen. De ervaringen met betrekking tot het gebruik van een agenda worden besproken (White, 2007). Binnen de derde fase worden werkbladen van Percin s Living Skills for Recovery Workbook gebruikt die betrekking hebben tot timemanagement en het organiseren van activiteiten. Mogelijke onderwerpen hierbij zijn: hoe stel ik mijn planning, op de meest efficiënte manier, op?, hoe leer ik?, herzien van het opgesteld schema, Tijdens deze fase wordt dieper ingegaan op bepaalde activiteiten, mogelijke activiteiten zijn: efficiënt boodschappen doen en het gebruik maken van planningsinstrumenten zoals een horloge, notities, lijsten, (White et al., 2007) In de vierde fase worden de ingevulde werkbladen of de activiteiten op een aanvaardbare manier gecorrigeerd. Dit was voor de patiënten een waardevol leermiddel. Door hun motto Fouten zijn goed is er veel respect voor elkaars inspanning. Dit moedigde de patiënten aan om nieuw gedrag uit te proberen (White, 2007).

17 Tijdens de vijfde fase kregen de patiënten huiswerk. Dit huiswerk was dat ze dagelijks hun agenda moeten gebruiken, deze gewoonte moet hierdoor versterkt worden. Het maken van huiswerk werd ook al gestimuleerd door de werkbladen of activiteiten die patiënten meekregen (White, 2007). De laatste fase omvatte een globale afsluiting van de sessies. Tijdens deze fase werden de werkbladen gebundeld tot een groot bestand. De patiënten krijgen uitleg over de volgende sessie en hebben de mogelijkheid een blad in te vullen met hun verwachtingen voor de volgende sessie (White et al, 2007). Het tijdsbestedingsmodel van K. Vandekerckhove Een handig model dat kan gebruikt worden bij tijdsindeling, is het tijdsbestedingsmodel. Dit model biedt de mogelijkheid om de persoonlijke tijdsbesteding te bepalen, uit te voeren, te onderhouden en te evalueren. Het is tevens een model dat ontworpen is door en voor ergotherapeuten. Het tijdsbestedingsmodel (figuur 2) wordt opgesteld aan de hand van de persoonlijke doelen of rollen die de patiënt wil bereiken. Hierbij wordt rekening gehouden met het willen, kunnen, mogen, doen, kiezen en open kijken naar de activiteit van de patiënt (Vandekerckhove, 2009). Willen: de motivatie die aanwezig is bij de patiënt. Kunnen: de aanwezige benodigdheden en de vaardigheden van de patiënt. Mogen: rekening houden met de normen, waarden en verwachtingen van de patiënt en zijn omgeving. Kiezen: het nemen van beslissingen. Doen: de bewuste uitvoer van de activiteit. Open kijken: het reflecteren op de activiteit. Figuur 2: Schematische voorstelling van het tijdsbestedingsmodel (Vandekerckhove, 2009) Pijler 1: de planning opstellen Deze pijler verloopt in drie verschillende stappen. Een eerste stap is het invullen van activiteiten die een vaste plaats innemen in het schema. Deze activiteiten zijn eten, slapen en bewegen. Daarna worden alle andere vaste tijdstippen ingevuld. Deze zijn de zelfzorg, huishoudelijke taken en werk of school. Als laatste vult de patiënt de overige tijd in zoals bijvoorbeeld ontspanning en maakt hij een takenlijst voor de komende dag of week. Het is belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de activiteiten, deze moeten zinvol en betekenisvol zijn voor de patiënt (Vandekerckhove, 2009). Een belangrijk aandachtspunt bij het opstellen van de planning is het evenwicht tussen de verschillende activiteiten. Zo moeten er zowel prestatieactiviteiten als ontspannende activiteiten op het schema staan (Vandekerckhove, 2009).

18 Pijler 1 is voornamelijk gericht op de werkwoorden: willen, kunnen en mogen (Vandekerckhove, 2009). Pijler 2: evalueren van de planning Binnen deze pijler wordt de opgestelde planning geëvalueerd. De patiënt gaat na of hij de planning haalbaar ziet of niet. Kan deze planning hem voldoening bieden? Hij kiest er tevens voor om de voor- en nadelen van de activiteiten te dragen. Wanneer de nadelen zwaarder worden dan de voordelen, zal de activiteit lastig of misschien onhaalbaar worden. Indien de voordelen zwaarder doorwegen dan de nadelen, zal de patiënt voldoening uit zijn activiteit halen (Vandekerckhove, 2009). Tijdens de uitvoering van pijler 2 staat het werkwoord kiezen centraal. De patiënt leert zijn eigen keuzes maken (Vandekerckhove, 2009). Pijler 3: de uitvoering van de opgestelde planning Tijdens de derde pijler voert de patiënt zijn opgestelde planning uit. De goedgekeurde planning is eerder een houvast en leidraad zodat de dag op een zinvolle en bevredigende manier wordt ingevuld. Indien er door omstandigheden, of uit eigen wil, wijzigingen aan de planning moeten worden doorgevoerd, kan de patiënt dit zelfstandig doen. De patiënt mag zichzelf ook belonen wanneer hij een moeilijke activiteit succesvol heeft uitgevoerd (Vandekerckhove, 2009). Binnen deze pijler is het centrale werkwoord doen. De patiënt gaat over tot actie (Vandekerckhove, 2009). Pijler 4: evalueren van uitgevoerde planning Bij de laatste pijler evalueert de patiënt de uitgevoerde planning. Hij heeft een kritische terugblik op zijn occupatie. Dankzij deze evaluatie krijgt hij zicht op zijn tijdsindeling in zijn totaliteit. Dankzij het bijhouden van een agenda kan hij reflecteren op zijn denken en handelen (Vandekerckhove, 2009). Het werkwoord open kijken staat binnen deze pijler centraal. De patiënt wordt gestimuleerd om kritisch te reflecteren bij (probleem)situaties. Hij gaat oplossingsgericht te werk om zijn volgende activiteiten op een waardevolle manier uit te voeren (Vandekerckhove, 2009).