EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.III.2007 C (2007) 1164 def. Betreft: Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart Excellentie, 1. Procedure 1. Bij brief van 10 augustus 2005, geregistreerd bij het secretariaat-generaal van de Europese Commissie op 17 augustus 2005 (SG/A/7409), hebben de Nederlandse autoriteiten de bovengenoemde maatregel overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het EG- Verdrag aangemeld bij de Commissie. Deze kennisgeving is geregistreerd als steunmaatregel N 447/2005. 2. Bij brieven van 14 oktober 2005 (D(2005)/122369) en 14 maart 2006 (D(2006) 205361) heeft de Commissie de Nederlandse autoriteiten verzocht om aanvullende informatie. Zij heeft de gevraagde informatie ontvangen bij brieven van 27 oktober 2005, geregistreerd op 28 oktober 2005 (SG/A/9744), en 12 april 2006, geregistreerd op 19 april 2006 (DG TREN/A/19650). 3. Bij e-mail van 23 juni 2006 hebben de Nederlandse autoriteiten ingestemd met een verlenging van de termijn waarbinnen de Commissie een beslissing moet nemen over de verenigbaarheid van de maatregel, tot 19 juli 2006. 4. Bij brieven van 19 juli 2006 (D(2006)/215969) en 13 december 2006 (D(2006) 226785) heeft de Commissie de Nederlandse autoriteiten om meer informatie verzocht. Bij brieven van 20 oktober 2006, geregistreerd op 23 oktober 2006 (DG TREN/A 35462) en 2 februari 2007, geregistreerd op 8 februari 2007 (DG TREN/A 23201) is antwoord ontvangen. Daarna heeft de Commissie op 23 februari 2007 nog aanvullende informatie ontvangen van de Nederlandse autoriteiten. 2. Beschrijving van de maatregel 2.1 Doel van de maatregel 5. De Nederlandse regering wil zeilende "Commercial Cruising Vessels" (hierna CCV s genoemd) brengen onder de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie Zijne Excellentie de Heer Bernard Rudolf BOT Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 NL - 2500 EB Den Haag Commission européenne, B-1049 Bruxelles Belgique - Europese Commissie, B-1049 Brussel België Telephone: 00-32 (0) 2 299.11.11.
voor de volksverzekeringen (hierna WVA genoemd), zodat de afdrachtvermindering ook van toepassing wordt op kwalificerende bemanningsleden van dergelijke schepen. Daartoe is de WVA gewijzigd. De maatregel heeft tot doel Nederland aantrekkelijker te maken voor scheepvaartondernemingen die dergelijke zeilende CCV s exploiteren. Het gaat om zeilschepen die zeewaardig zijn en gebruikt worden in de commerciële zeilvaart. Door het stimuleren van deze nichemarkt binnen de almaar groeiende markt van commerciële cruises zal het maritieme cluster worden versterkt. Het exploiteren van zeilende CCV s brengt de nodige dienstverlening voor de exploitatie van dergelijke zeilschepen mee, zoals financiering, onderhoud, registratie, bemanning, verzekering en dergelijke. Deze uitstralingseffecten op het maritieme cluster zullen een extra positieve impuls geven aan de werkgelegenheid voor Europese zeelieden. Op dit moment is de dienstverlening rondom de exploitatie van dergelijke schepen in Nederland niet of nauwelijks ontwikkeld. 6. Aangezien de toepassing van de loonfaciliteit alleen mogelijk is wanneer er een koppeling met de Nederlandse vlag bestaat, betekent de regeling ook een stimulering van de communautaire vlag. 7. Teneinde er verzekerd van te zijn dat het uitsluitend CCV s betreft die zijn gebouwd, ingericht en uitgerust voor exploitatie op de mondiale markt, zullen deze schepen moeten voldoen aan transparante criteria en voor de belastingdienst controleerbare voorwaarden, die zijn opgenomen in artikel 1, lid 5, van de WVA. 2.2 Type en bedrag van de steun, looptijd, begroting 8. De steun zal worden verleend in de vorm van een vermindering van de loonbelasting en sociale premies. 9. De duur van de maatregel is zes jaar. Daarna zal worden gekeken of verlenging noodzakelijk is. 10. Het budgettaire beslag wordt geraamd op zo n 500 000 euro in 2006. Dit bedrag is gebaseerd op de veronderstelling dat in het eerste jaar voor de bemanning op ongeveer veertien CCV s de WVA zal worden toegepast door de inhoudingsplichtigen. Verwacht wordt dat in de komende jaren nog enkele tientallen zeelieden werkzaam op CCV s voor deze steunregeling in aanmerking komen. Het budgettaire beslag zal daarmee kunnen oplopen met zo n 100 000 euro per jaar. 2.3 Begunstigden 11. De begunstigden zijn reders die zeilende CCV s exploiteren. De maatregel zal niet van toepassing zijn op pleziervaartuigen. 12. Na de inwerkingtreding van de maatregel zullen naar verwachting drie reders besluiten hun zeilende CCV s onder de Nederlandse vlag te brengen, waardoor zij voor de bemanning op deze schepen een beroep kunnen doen op de afdrachtvermindering zeevaart (WVA). De sector verwacht dat naar schatting drie tot vier zeilende CCV s per jaar onder de NL-vlag zullen worden gebracht. 2.4 Rechtsgrondslag 13. Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. 2
2.5 Voor steun in aanmerking komende kosten 14. De reder zal alleen in aanmerking kunnen komen voor de afdrachtvermindering zeevaart indien het gaat om kwalificerende zeelieden aan boord van een schip onder NLvlag en het schip voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. het schip is gebouwd volgens de Voorschriften voor CCV s; 2. voor het schip is een certificaat van deugdelijkheid met onbeperkt vaargebied afgegeven; 3. het schip heeft een lengte van ten minste 24 meter. 15. De criteria zijn opgenomen om ervan verzekerd te zijn dat het uitsluitend gaat om CCV s die voor exploitatie op de mondiale markt zijn gebouwd, ingericht en uitgerust. 16. De reder zal alleen in aanmerking kunnen komen voor de steunregeling als het gaat om zeelieden aan boord van een schip onder NL-vlag. 2.6 Steunintensiteit 17. Wat de afdrachtvermindering zeevaart voor zeilende CCV s betreft, hebben de Nederlandse autoriteiten toegezegd de gewijzigde WVA-bepalingen aan te passen. De vermindering van de afdracht zal 40% bedragen van het loon van de zeelieden die woonachtig zijn in een van de EER-landen. De vermindering zal 10% bedragen van het loon van zeelieden die niet in een EER-land wonen, maar in Nederland aan de loonbelasting onderworpen zijn of premieplichtig zijn voor de volksverzekeringen. 2.7 Cumulering 18. De steun kan niet worden gecumuleerd met steun die op grond van andere plaatselijke, regionale, nationale of communautaire regelingen wordt toegekend voor het dekken van dezelfde subsidiabele kosten. 3. Beoordeling van de maatregel 3.1 Toepassing van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag 19. Ingevolge artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag "zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt". 20. Onder staatssteun vallen alle voordelen die direct of indirect uit overheidsmiddelen worden gefinancierd en die wordt verleend door de overheid zelf of door instellingen die werken op grond van een overheidsmandaat. 21. In dit verband komt het voorstel van de Nederlandse autoriteiten om de loonbelasting en de sociale premies voor kwalificerende zeelieden te verminderen erop neer dat bepaalde ondernemingen een bepaald bedrag terugontvangen van de overheid, waarbij de kosten worden gedragen door diezelfde overheid. 22. Door de maatregel wordt bovendien de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloed en wordt de mededinging op deze markt vervalst of dreigt deze te worden 3
vervalst omdat bepaalde zeevaartondernemingen worden begunstigd, terwijl ze concurrenten zijn van andere zeevaartondernemingen uit de Gemeenschap. 23. Daarom is de Commissie van oordeel dat het bij de aangemelde steunregeling om steun in de zin van artikel 87, lid 1, gaat en dat de steun dus in principe verboden is, tenzij deze als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden aangemerkt omdat er sprake is van een van de in het Verdrag of secundaire wetgeving genoemde uitzonderingen. 3.2 Rechtsgrondslag voor de beoordeling 24. De maatregel moet worden getoetst aan de leden 2 en 3 van artikel 87 van het EG-Verdrag die een aantal uitzonderingen bevatten op het algemene verbod van artikel 87, lid 1. 25. Alleen de uitzondering van lid 3, onder c), van artikel 87 is mogelijk in dit verband van toepassing. Daarin wordt namelijk bepaald dat staatssteun toegestaan is "mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad". 26. Om een beslissing over de verenigbaarheid te kunnen nemen, worden in dit verband de "Communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer" 1 gevolgd. In deze richtsnoeren wordt aangegeven wanneer staatssteun voor het zeevervoer binnen de grenzen blijft van de communautaire staatssteunregelgeving en procedures en dus goedkeuring zal krijgen. 3.3 Verenigbaarheid van de steun 27. Wat de belasting op het inkomen van zeelieden betreft, wordt in de Communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer het volgende bepaald 2 : " de volgende arbeidskostenmaatregelen [moeten] ten behoeve van het communautaire zeevervoer worden toegestaan: - verlaagde sociale-zekerheidstarieven voor communautaire zeelieden die aan boord van in een lidstaat geregistreerde schepen werken; - verlaagde inkomstenbelastingtarieven voor communautaire zeelieden op in een lidstaat geregistreerde schepen." 28. Met communautaire zeelieden wordt hier bedoeld: "- EU/EER-burgers wanneer het zeelieden betreft die werken aan boord van schepen (met inbegrip van ro-ro-veerboten) die geregelde passagiersdiensten tussen havens van de Gemeenschap verzorgen; - in alle andere gevallen alle zeelieden die in een lidstaat belasting en/of sociale-zekerheidsbijdragen moeten betalen." 29. Uit de voorgaande analyse volgt dat de steunregeling duidelijk bedoeld is als fiscale maatregel om de maritieme werkgelegenheid en knowhow in Nederland in stand te houden, de Nederlandse zeevloot te beschermen, alsook de werkgelegenheid voor het 1 2 PB C 13 van 17.1.2004, blz. 3. Zie onder 3.2 van deze richtsnoeren. 4
forse aantal zeelieden uit de Gemeenschap aan boord van de onder EU-vlaggen varende vloot in stand te houden. Als zodanig is de steun in overeenstemming met het Gemeenschapsbeleid ter zake. 30. De Commissie acht de voorgestelde regeling in overeenstemming met punt 3.2 van de Communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer. De maatregel bevordert de ontwikkeling van de sector en de werkgelegenheid. In punt 3.2 wordt een verlaging van de sociale premies en loonbelasting voor zeelieden, zoals deze wordt voorgesteld in de regeling, uitdrukkelijk toegestaan. Ook vallen de betrokken zeelieden onder de definitie van "communautaire zeelieden" in de richtsnoeren. 31. Al met al is de Commissie van oordeel dat de aangemelde regeling in overeenstemming mag worden geacht met de Communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer. De fiscale regeling is dan ook op basis van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. 4. Besluit De Commissie heeft derhalve besloten: - de aangemelde steunmaatregel als verenigbaar met het EG-Verdrag aan te merken en geen bezwaar te maken. Als deze brief vertrouwelijke gegevens bevat waarvan derden geen kennis mogen nemen, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen na ontvangst van dit schrijven op de hoogte te brengen. Ontvangt de Commissie binnen deze termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u ermee instemt dat de inhoud van dit schrijven in zijn geheel ter kennis van derden wordt gebracht en in de authentieke taal op internet wordt gepubliceerd: http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/index.htm. Uw verzoek dient per aangetekend schrijven of per fax te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Energie en vervoer Directoraat A De Motstraat 28 B-1040 Brussel Fax: 00 32 (0)2 296 41 04 Hoogachtend, Voor de Commissie Jacques Barrot Vice-voorzitter van de Commissie 5