Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2. Budgettering. Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting. Aangepaste versie

Vergelijkbare documenten
Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Financiële aspecten van de planning

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

Noordhoff Uitgevers bv

De resultatenrekening

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

Belastingen en de boekhouding

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

Antwoorden hoofdstuk 4

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Bedrijfsadministratie Deel I

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Examen VWO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Voorbeeldopgaven Händel

Boekingsboek. Overzicht van een aantal soorten boekingen.

Samenvatting Management & Organisatie Berekeningen

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 13

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 4 1 / 11

Ondernemersplan. Bedrijfsnaam

> Een praktijkvoorbeeld van de openingsbalans staat in de CASE achterin het boek. Rechterkant, passiva, credit Vaste activa. 7.

BECO: DE BALANS - THEORIE

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 24 vragen en geeft een beeld van het examen Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden.

Proefexamen BOEKHOUDEN

Liquiditeitsbegroting

INHOUDSOPGAVE ADMINISTRATIE voor het mkb. 1 Bezittingen en vermogen Nog een voorbeeld Veranderingen in de balans...

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Financieel Management

BKB PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN MAANDAG 11 JUNI Beschikbare tijd 4 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 12 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

2015 Noordhoff Uitgevers bv. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden 1

PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN Toets journaalposten en grootboekrekening

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

fun house fun house fun house Pink

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 26 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Beginner. Beginner. Beginner

BASISKENNIS BOEKHOUDEN. 8. Belastingen

c. 071 Onderhandse lening credit 153 Nog te betalen bedragen 900 credit: 3 maanden schuld 300

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca

Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden. Correctiemodel voorbeeldexamen

1 Contante boekingen en kortingen

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

MODULE 3: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) Inhoud:

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Appendix Bedrijfseconomie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Het berekenen van kortingen en toeslagen, theorie

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 22 juni 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Rekeningen

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Financiën. Exploitatiebegroting Omzet ,50 x 50 = 625,00. 0,67 x 350 = 234,50. Inkoopwaarde. Brutowinst 390,50. Promotie kosten 10,00

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

Internetopgaven hoofdstuk 3

Bedrijfsadministratie - BAD deel 4a

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

Eindexamen havo m&o 2013-I

(opstartfase) maand totaal

Bronnenboek Financieel en administratief beheer

Inhoud VII. 1. De balans Veranderingen in de balans Grootboekrekeningen Hulprekeningen van het eigen vermogen...

Gekoppelde rekening: 110 Beginsaldo: ,00 Periode: 6 Eindsaldo: ,75 Betalingsconditie:

IB Aangifte Acumulus - SIEL. Syllabus Aangifte Inkomstenbelasting voor ondernemers In samenwerking met:

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS

3-jan. 850 Opbrengst verkopen huishoudelijke artikelen Verschuldigde omzetbelasting 19% 114 aan 130 Debiteuren 714

Hoe houd je grip op de financiën van je onderneming. Door : Paul Thonen en Raimond Nuijen

Reader Bedrijfsadministratief medewerker, leerjaar 2 theorieboek

Bedrijfsadministratie 1 Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: uur

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Samenvatting Management & Organisatie H11 en 12

TRL 3A Werkproces P3/P4 K2 W4

ONDERNEMINGSPLAN. Naam bedrijf: Naam ondernemer: Adres ondernemer: Datum:

Eindexamen m&o vwo II

De Eenmanszaak deel 1

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

1 De inventarislijst en de balans

Inhoudsopgave. Mijnondernemingsplan.rtf Pagina 2 van 20Mijnondernemingsplan.rtf Pagina 2 van 20

Module 3 Gegevens verwerken

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Klas:.. Datum:. Beginbalans B.V. xyz 1 jan. 20xx. rekeningafschrift B.V. xyz nr jan jun

Gekoppelde rekening: 110 Beginsaldo: ,00 Periode: 6 Eindsaldo: ,75 Betalingsconditie:

Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van

Going concern Vestigingsplaats:

IB Aangifte Acumulus - SIEL. Cursus Aangifte Inkomstenbelasting voor ondernemers In samenwerking met:

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Jaarrekening Test BV 2015

R A P P O R T. uitgebracht aan het bestuur van de. Stichting Zakbijbelbond-Gospel for Guests. Postbus AC Oosterbeek.

11 Correctieboekingen

Transcriptie:

Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2 Budgettering Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting Aangepaste versie Uitge Sarph

Opdracht Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. www.use.li/e18/0221 X X X Maak een overzicht van jouw ontvangsten en uitgaven voor de komende maand. Kom je geld tekort? Op welke uitgaven kun je bezuinigen? Houd je geld over? Wat ga je met dat geld doen?

Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting Een goed inzicht in je privé-uitgaven en -ontvangsten is belangrijk. Dit geldt natuurlijk ook voor je onderneming. Leveranciers worden lastig als je niet op tijd betaalt. Ook je personeel wil aan het eind van de maand zijn loon ontvangen. En vergeet de Belastingdienst niet. Als je de belasting te laat betaalt, heb je meteen een boete. In dit hoofdstuk leer je: hoe je een liquiditeitsbegroting maakt 5 hoe je een btw-budget maakt een liquiditeitsbegroting voor een kwartaal opstellen Het belangrijkste doel is om in te schatten of je voldoende middelen hebt om aan je toekomstige verplichtingen te voldoen. Als dat niet zo is, dan kun je tijdig actie ondernemen. 175

5.1 Liquiditeitsbegroting Een liquiditeitsbegroting is een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven. Het belangrijkste doel van zo n overzicht is dat je voldoende middelen hebt om aan je verplichtingen te voldoen. Het mag nooit een verrassing zijn als het banksaldo onvoldoende is om de rekeningen te betalen. Een liquiditeitsbegroting is een overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven. Een liquiditeitsbegroting noem je ook wel een voorcalculatorisch liquiditeitsbudget. Je schat namelijk vooraf de ontvangsten en uitgaven in. Om te bepalen of je genoeg geld hebt om alle uitgaven te doen, heb je ook de beginstand van de liquide middelen nodig. De liquide middelen zijn de betalings middelen: het geld in de vorm van munten en bankbiljetten in de kas en het tegoed bij de bank. Behalve een tegoed bij de bank kun je ook rood staan. Als je rood staat, heb je een schuld aan de bank. Als je de ontvangsten en uitgaven voor de komende periode hebt begroot én je weet het saldo van de liquide middelen, dan kun je nagaan of je betalingsproblemen krijgt. Het is handig om je ontvangsten en uitgaven overzichtelijk op te nemen in een spreadsheetprogramma, bijvoorbeeld Excel. Hierin kun je ook gemakkelijk bedragen bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken, zodat je algauw weet hoe je ervoor staat. 176

Schematisch ziet een liquiditeitsbegroting er zo uit: Beginstand liquide middelen Ontvangsten + Totaal beschikbaar Uitgaven Eindstand liquide middelen Rekenvoorbeeld Daniël heeft een winkel. Op 1 januari heeft hij 500 in kas en staat er 12.750 op zijn bankrekening. Komend jaar verwacht hij 525.000 te ontvangen en 535.000 uit te geven. Krijgt Daniël betalingsproblemen? Je antwoord is waarschijnlijk nee, want: Beginstand liquide middelen 13.250 5 Ontvangsten 525.000 + Totaal beschikbaar 538.250 Uitgaven 535.000 Eindstand liquide middelen 3.250 De eindstand liquide middelen is 3.250, maar je weet niet wanneer de uitgaven plaatsvinden. Misschien voordat de ontvangsten binnen zijn. Dan kan er gedurende het jaar wel een betalingsprobleem zijn. Een liquiditeitsbegroting voor het komende jaar kun je verdelen in kortere perioden, zoals kwartalen of maanden. Veel bedrijven maken voor de komende maand zelfs een liquiditeitsbegroting in weken.? Maak nu vraag 1 en 2. 177

5.2 Ontvangsten Ontvangsten die een onderneming heeft, zijn bijvoorbeeld contante omzet, betalingen van klanten die op rekening kochten, privéstortingen en opbrengsten van verkochte bedrijfsmiddelen. In de retail betaalt de klant meteen bij aankoop. Soms betaalt de klant al voor de levering, denk aan webwinkels. Soms betaalt een klant achteraf. Ondernemingen die goederen leveren op rekening hebben ook te maken met debiteuren. Vaak hebben debiteuren een maand de tijd om te betalen. Dit noem je de krediettermijn debiteuren. Dit is de tijd tussen de verkoop op rekening en de ontvangst van het bedrag. Wil je de ontvangsten op de liquiditeitsbegroting bepalen? Dan is het moment van ontvangst van belang.... Een winkelier heeft alleen contante verkopen. De verwachte consumentenomzetten inclusief 21% omzetbelasting voor de komende periode zijn: Maart April Mei Juni Juli 28.000 36.300 25.410 26.620 20.570 Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van april, mei en juni? Liquiditeitsbegroting (deel) Maand April Mei Juni Ontvangsten: Contante verkoop 36.300 25.410 26.620 178

Een onderneming heeft alleen verkopen op rekening. De verwachte omzetten voor de komende periode inclusief 21% omzetbelasting zijn:... Maart April Mei Juni Juli 33.880 36.300 25.410 26.620 20.570 De afnemers krijgen van deze onderneming één maand krediet. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van april, mei en juni? De omzet van maart ontvangt de onderneming pas in april. De afnemers kregen één maand krediet. Dat wil zeggen dat de afnemers pas na een maand hoeven te betalen. De ontvangsten noteer je op de liquiditeitsbegroting bij Debiteuren (verkopen op rekening). 5 Liquiditeitsbegroting (deel) Maand April Mei Juni Ontvangsten: Debiteuren 33.880 36.300 25.410 Op de debetzijde van de balans van 30 juni staat bij de post Debiteuren 26.620. Dat heeft de onderneming nog tegoed van haar afnemers. Het zijn de verkopen van de maand juni inclusief de btw. tip 179

Een onderneming kan ook contante verkopen én verkopen op rekening hebben.... Jasmijn heeft een kinderboekenwinkel. Ze heeft vooral contante verkopen, maar ook verkopen op rekening omdat ze aan scholen en crèches levert. De verwachte omzetten, exclusief 6% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: Maart April Mei Juni Juli 28.000 30.000 21.000 22.000 17.000 Van de omzet is steeds 20% op rekening. De afnemers krijgen één maand krediet. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van april, mei en juni? Eerst splits je de omzet in contante omzet en omzet op rekening. De contante omzetten inclusief btw zijn: April: 30.000 80% 1,06 = 25.440 Mei: 21.000 80% 1,06 = 17.808 Juni: 22.000 80% 1,06 = 18.656 De omzetten inclusief btw op rekening zijn: (Je hebt voor april de verkopen op rekening van maart nodig.) Maart: 28.000 20% 1,06 = 5.936 ontvangt Jasmijn in april April: 30.000 20% 1,06 = 6.360 ontvangt Jasmijn in mei Mei: 21.000 20% 1,06 = 4.452 ontvangt Jasmijn in juni De omzet verkopen op rekening van juni ( 22.000 20% 1,06 = 4.664) ontvangt Jasmijn in juli. Die ontvangsten zijn voor de liquiditeitsbegroting van de maanden april, mei en juni niet van belang. 180

Liquiditeitsbegroting (deel) Maand April Mei Juni Ontvangsten: Contante omzet 25.440 17.808 18.656 Debiteuren 5.936 6.360 4.452 Totaal 31.376 24.168 23.108 Je kunt nu het volgende schema invullen van het verloop van de post Debiteuren: Beginsaldo debiteuren 1 april* 5.936 Omzet op rekening tweede kwartaal** 15.476 + 21.412 Ontvangsten debiteuren tweede kwartaal*** 16.748 5 Eindsaldo debiteuren 30 juni**** 4.664 * 28.000 20% 1,06 = 5.936 ** ( 30.000 + 21.000 + 22.000) 20% 1,06 = 15.476 *** 5.936 + 6.360 + 4.452 = 16.748 **** 22.000 20% 1,06 = 4.664 De post Debiteuren is altijd inclusief btw.!? Maak nu vraag 3 tot en met 7. 181

5.3 Uitgaven De uitgaven van een onderneming zijn bijvoorbeeld betalingen aan leveranciers (crediteuren), betalingen aan personeel, af te dragen omzetbelasting en overige uitgaven. tip Veel uitgaven zijn ook kosten, maar dat hoeft niet zo te zijn. Uitgaven zoals de betalingen aan het personeel zijn kosten. De betalingen aan crediteuren zijn geen kosten, maar uitsluitend uitgaven. UITGAVEN AAN LEVERANCIERS Als je inkoopt bij je leveranciers hoef je niet altijd meteen te betalen. Net als bij debiteuren is er dan een krediettermijn. Voor consumenten geldt vaak een betalingstermijn van 14 tot 30 dagen. Voor bedrijven onderling geldt een wettelijke betalingstermijn van 30 dagen. Daarvan kun je in onderling overleg afwijken met een maximum van 60 dagen. Als je de leveranciers achteraf betaalt, noem je dat een leverancierskrediet. De krediettermijn crediteuren is de tijd tussen de inkoop op rekening en de betaling van het bedrag. 182

Een winkelier heeft alleen inkopen op rekening. De verwachte inkopen, exclusief 21% omzetbelasting, voor de komende periode zijn:... Maart April Mei Juni Juli 28.000 30.000 21.000 22.000 17.000 De winkelier ontvangt één maand krediet van zijn leverancier. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven aan crediteuren in april, mei en juni? De inkopen van maart betaal je in april: 28.000 1,21 = 33.880 De inkopen van april betaal je in mei: 30.000 1,21 = 36.300 De inkopen van mei betaal je in juni: 21.000 1,21 = 25.410 Liquiditeitsbegroting (deel) 5 Maand April Mei Juni Uitgaven: Crediteuren 33.880 36.300 25.410 Op de balans van 1 april staat een bedrag van 33.880 credit bij crediteuren. Op 1 juli staat er 22.000 1,21= 26.620 credit op de balans bij crediteuren. De post Crediteuren is altijd inclusief btw.! 183

Hoeveel een winkelier inkoopt, hangt af van zijn verwachte omzet.... Rudy heeft een schoenenwinkel. Hij heeft alleen inkopen op rekening. De inkoopwaarde van de omzet bedraagt 70% van de omzet. Hij koopt altijd een maand van tevoren in. Dus in maart koopt hij in op basis van de verwachte omzet van april. De verwachte omzetten voor de komende periode, exclusief 21% omzetbelasting, zijn: April Mei Juni Juli 40.000 41.000 42.000 47.000 Rudy ontvangt één maand krediet van zijn leverancier. Bereken de inkopen, exclusief 21% omzetbelasting, voor maart, april, mei en juni. De inkopen in maart zijn: 70% 40.000 = 28.000 De inkopen in april zijn: 70% 41.000 = 28.700 De inkopen in mei zijn: 70% 42.000 = 29.400 De inkopen in juni zijn: 70% 47.000 = 32.900 Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven aan crediteuren in april, mei en juni? De inkopen van maart betaalt Rudy in april: 28.000 1,21 = 33.880 De inkopen van april betaalt Rudy in mei: 28.700 1,21 = 34.727 De inkopen van mei betaalt Rudy in juni: 29.400 1,21 = 35.574 Liquiditeitsbegroting (deel) Maand April Mei Juni Uitgaven: Crediteuren 33.880 34.727 35.574 184

Je kunt nu het volgende schema invullen van het verloop van de post Crediteuren: Beginsaldo crediteuren 1 april* 33.880 Inkopen op rekening tweede kwartaal** 110.110 + 143.990 Betaald crediteuren tweede kwartaal*** 104.181 Eindsaldo crediteuren 30 juni**** 39.809 * 28.000 1,21 = 33.880 ** ( 28.700 + 29.400 + 32.900) 1,21 = 110.110 *** 33.880 + 34.727 + 35.574 = 104.181 **** 32.900 inkopen juni 1,21 = 39.809 UITGAVEN IN VERBAND MET PERSONEEL Als je personeel in dienst hebt, moet je aan je medewerkers loon betalen. De loonkosten bestaan uit: Bruto( jaar)loon werknemer Vakantietoeslag Eventuele gratificatie Werkgeversaandeel sociale premies Onkosten 5 Bruto( jaar)loon werknemer Vakantietoeslag een vast percentage van het brutojaarloon + Eventuele gratificatie LOONKOSTEN Werkgeversaandeel sociale premies & Onkosten 185

Op het brutoloon zijn nog geen loonheffingen ingehouden. De loonheffingen zijn: loonbelasting premies volksverzekeringen werknemersaandeel in de premies sociale verzekeringen Als je de loonheffingen van het brutoloon afhaalt, dan houd je het nettoloon over. Dit krijgt de werknemer op zijn bankrekening. Het nettoloon is een uitgave aan je werknemers. De ingehouden loonheffingen moet je aan de Belastingdienst betalen. Daar heb je een maand de tijd voor. Zo moet je de ingehouden loonheffingen van de maand januari voor 1 maart betalen aan de Belastingdienst. De loonheffingen van de maand januari betaal je dus in februari. Daarnaast moet je als werkgever ook meebetalen aan de werknemersverzekeringen. Het werkgeversaandeel sociale premies mag je niet inhouden op het loon van je werknemers. Deze premies betaal je uit eigen zak. Het bedrag betaal je aan de Belastingdienst. Ook hier geldt dat je deze premies over de maand januari betaalt in februari. Naast nettoloon kun je ook nog andere uitgaven hebben voor het personeel. Denk hierbij aan reiskostenvergoeding, onkostenvergoeding en vakantiegeld. 186

Een winkelier heeft twee personeelsleden. De winkelier heeft zijn loonadministratie uitbesteed aan een administratiekantoor. Van dit administratiekantoor ontvangt hij het volgende overzicht over de maand maart:... Totaal brutoloon 2.000 Ingehouden loonheffingen 200 Nettoloon 1.800 Werkgeverslasten: 23% 2.000 = 460 Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven van maart en april in verband met de lonen van maart? Het nettoloon moet de winkelier in maart betalen. De ingehouden loonheffingen en werkgeverslasten moet hij in april betalen. Liquiditeitsbegroting (deel) 5 Maand Maart April Uitgaven: Nettoloon 1.800 Loonheffingen (460 + 200 = 660) 660 Dit is niet het complete plaatje, want de ingehouden loonheffingen op het loon van februari moet hij in maart betalen. En in april moet hij ook weer het nettoloon betalen. 187

... Sem heeft een winkel en hij heeft drie personeelsleden. Op de balans per 1 april staat bij Te betalen loonheffingen 1.050 credit. Sem heeft zijn loonadministratie uitbesteed aan Max. Max stuurt Sem een overzicht over de maand april: Totaal brutoloon 3.000 Ingehouden loonheffingen 300 Nettoloon 2.700 Werkgeverslasten: 25% 3.000 = 750 Het overzicht van de maand mei ziet er als volgt uit: Totaal brutoloon 3.000 Vakantiegeld 2.880 + 5.880 Ingehouden loonheffingen 1.450 Nettoloon 4.430 Werkgeverslasten: 25% van 5.880 = 1.470 Twee werknemers ontvangen een reiskostenvergoeding van in totaal 150. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven van april en mei in verband met de lonen? Liquiditeitsbegroting (deel) Maand April Mei Uitgaven: Nettoloon 2.700 4.430 Loonheffingen 1.050 1.050 Reiskostenvergoeding 150 150 Op 1 juni staat er op de balans 2.920 bij Te betalen loonheffingen, namelijk 1.450 + 1.470. 188

OVERIGE UITGAVEN Voorbeelden van overige uitgaven zijn huisvestingskosten, rente en aflossing van een lening, verzekeringen en verkoopkosten. Als je geld leent, betaal je interest en aflossing. Je spreekt met de bank of een andere geldgever af op welk moment je betaalt. Zo kun je elke maand de rente betalen, maar bijvoorbeeld ook eenmaal per jaar. Romy heeft op 1 januari van jaar 1 een 6%-lening van 40.000 afgesloten bij de bank. Ze koopt daarvoor een nieuw kassasysteem om beter inzicht te krijgen in de omlooptijd van verschillende productgroepen. Met de bank is Romy overeengekomen dat ze de interest achteraf betaalt op 30 juni en 31 december. Aan het eind van elk jaar lost zij steeds een tiende deel van de lening af.... Wat staat er in jaar 1 op de liquiditeitsbegroting? De eerste keer dat Romy interest betaalt, is op 30 juni. Zij betaalt dan 6% 40.000 / 2 = 1.200. Op 31 december betaalt ze weer 1.200 interest. Op 31 december betaalt ze ook 40.000 / 10 = 4.000 aflossing. 5 Liquiditeitsbegroting (deel) Maand... Juni... December Uitgaven: Interest 1.200 1.200 Aflossing 4.000 Wat staat er in jaar 2 op de liquiditeitsbegroting? Romy betaalt weer interest op 30 juni. Ze heeft in jaar 2 nog maar 40.000 4.000 = 36.000 geleend. Ze betaalt dan 6% 36.000 / 2 = 1.080. Op 31 december betaalt ze weer 1.080 interest. Op 31 december betaalt ze ook weer 4.000 aflossing. 189

Liquiditeitsbegroting (deel) Maand... Juni... December Uitgaven: Interest 1.080 1.080 Aflossing 4.000? Maak nu vraag 8 tot en met 15. 5.4 Het btw-budget Bij inkoop en verkoop heb je als ondernemer te maken met omzetbelasting. De omzetbelasting bij verkoop moet je betalen aan de Belastingdienst. Dit is te betalen btw: de btw die je berekent over de omzet. De omzetbelasting bij inkoop en kosten kun je vorderen van de Belastingdienst. Dit is te vorderen btw: de btw die je betaalt over je inkopen en kosten. Het verschil tussen te betalen en te vorderen btw is de af te dragen btw. Dit bedrag moet je afdragen aan de Belastingdienst. Voor de btw-aangifte kun je de administratie op twee manieren voeren, volgens het factuurstelsel of volgens het kasstelsel. Met het kasstelsel geef je de btw door aan de Belastingdienst op het moment dat je de bedragen daadwerkelijk ontvangt of betaalt. De datum van de factuur is dus niet leidend. Dit stelsel gebruik je als je voornamelijk goederen of diensten levert aan particulieren. Bij het factuurstelsel is de datum die op de factuur staat bepalend voor het moment dat je de btw aangeeft bij de Belastingdienst. Als de leverancier een factuur veel later verstuurt, kun je dus ook pas later de btw aftrekken. Dit stelsel gebruik je als je vooral goederen of diensten levert aan ondernemers, of aan verenigingen of stichtingen.! In de voorbeelden en vragen gaan we altijd uit van het factuurstelsel tenzij anders aangegeven. 190

Om de omzetbelasting goed in de gaten te houden, stelt een winkelier een btw-budget op. Het btw-budget is een overzicht van de te betalen btw en te vorderen btw waarmee hij de af te dragen btw berekent. De meeste ondernemers doen één keer per kwartaal aangifte omzetbelasting. Wanneer je aangifte btw doet, moet je de af te dragen btw betalen aan de Belastingdienst. Op verzoek kun je afwijken van de aangifte per kwartaal en aangifte doen per maand of per jaar. Ondernemers die per jaar aangifte willen doen, moeten wel voldoen aan bepaalde voorwaarden, zoals per jaar minder dan 1.183 aan btw betalen. Een winkelier heeft alleen contante inkopen en contante verkopen. De winkelier heeft de volgende gegevens verzameld over het derde kwartaal.... Consumentenomzet inclusief 21% omzetbelasting: Juli Augustus September 39.930 42.350 35.090 5 Consumentenomzet inclusief 6% omzetbelasting: Juli Augustus September 3.180 4.452 3.074 Inkopen exclusief 21% omzetbelasting: Juli Augustus September 23.100 24.500 20.300 Inkopen exclusief 6% omzetbelasting: Juli Augustus September 2.100 2.900 2.000 191

Overige betaalde btw op kosten: Juli Augustus September 210 294 203 Het btw-budget ziet er voor deze winkelier als volgt uit: Btw-budget Juli Augustus September Derde kwartaal Te betalen btw: Omzet 21% 6.930 7.350 6.090 Omzet 6% 180 252 174 Totaal te betalen btw 7.110 7.602 6.264 20.976 Te vorderen btw: Inkopen 21% 4.851 5.145 4.263 Inkopen 6% 126 174 120 Overige betaalde btw 210 294 203 Totaal te vorderen btw 5.187 5.613 4.586 15.386 Af te dragen btw 1.923 1.989 1.678 5.590 Berekening voor juli: Omzet 21%: 39.930 is 121% Btw is dan: 21 / 121 39.930 = 6.930 Omzet 6%: 3.180 is 106% Btw is dan: 6 / 106 3.180 = 180 Inkoop 21%: 23.100 21% = 4.851 Inkoop 6%: 2.100 6% = 126 192

Let goed op of het bedrag inclusief of exclusief btw is. De af te dragen btw over het derde kwartaal moet de ondernemer voor 1 november betalen.! In het voorgaande voorbeeld waren de btw-bedragen mooie ronde getallen. In de praktijk zijn het natuurlijk geen mooie ronde getallen. Voor de berekening van de af te dragen btw rond je de bedragen per kwartaal af op hele euro s in het voordeel van de ondernemer. Een ondernemer heeft de volgende bedragen berekend over het eerste kwartaal: Totaal te betalen btw: 10.789,89 Totaal te vorderen btw: 7.458,15... Hoeveel btw moet deze ondernemer afdragen? Je moet de btw afronden op hele euro s. De btw mag je afronden in je eigen voordeel. Dus de te betalen btw rond je naar beneden af. De te vorderen btw rond je naar boven af. 5 Te betalen btw 10.789 Te vorderen btw 7.459 Af te dragen btw 3.330? Maak nu vraag 16 tot en met 20. 193

5.5 Een liquiditeitsbegroting voor een kwartaal Veel ondernemers maken voor elk kwartaal een liquiditeitsbegroting. Daarbij noteert een ondernemer per maand de verwachte ontvangsten en uitgaven.... Voor het opstellen van de liquiditeitsbegroting voor het tweede kwartaal heeft een winkelier de volgende gegevens verzameld: Debet Gedeeltelijke balans van 1 april (euro s) Credit Debiteuren 14.000 Crediteuren 29.000 Bank 6.000 Te betalen loonheffingen 850 Kas 2.000 Af te dragen omzetbelasting eerste kwartaal 3.850 De contante verkopen inclusief 21% omzetbelasting bedragen: April Mei Juni 27.000 21.000 28.000 De verkopen op rekening inclusief 21% omzetbelasting zijn: April Mei Juni 12.000 16.000 18.000 De debiteuren ontvangen één maand krediet. De inkopen op rekening inclusief 21% omzetbelasting bedragen: April Mei Juni 24.000 23.000 25.000 De crediteuren geven één maand krediet. 194

De nettolonen bedragen: April Mei Juni 2.000 3.800 2.000 De ingehouden loonheffingen zijn: April Mei Juni 350 665 350 Het werkgeversaandeel in sociale premies bedraagt: April Mei Juni 500 950 500 5 De loonheffingen worden één maand na inhouding betaald. De overige uitgaven in verband met kosten inclusief 21% omzetbelasting zijn: April Mei Juni 8.000 9.000 10.000 De privéopnamen bedragen: April Mei Juni 3.000 3.000 3.000 195

De liquiditeitsbegroting over het tweede kwartaal is: Liquiditeitsbegroting (deel) April Mei Juni Totaal Beginstand 8.000 2.300 5.350 8.000 Ontvangsten: Contante verkoop 27.000 21.000 28.000 76.000 Debiteuren 14.000 12.000 16.000 42.000 Totaal ontvangsten 41.000 33.000 44.000 118.000 Totaal beschikbaar 49.000 35.300 38.650 126.000 Uitgaven: Crediteuren 29.000 24.000 23.000 76.000 Overige uitgaven 8.000 9.000 10.000 27.000 Nettolonen 2.000 3.800 2.000 7.800 Te betalen loonheffingen 850 850 1.615 3.315 Privé 3.000 3.000 3.000 9.000 Af te dragen btw 1e kwartaal 3.850 3.850 Totaal uitgaven 46.700 40.650 39.615 126.965 Eindsaldo 2.300 5.350 965 965 Opmerkingen De beginstand voor mei is gelijk aan het eindsaldo van april. De totaalkolom gaat over het gehele tweede kwartaal. De beginstand van het tweede kwartaal is het saldo liquide middelen op 1 april: 6.000 + 2.000. Het eindsaldo van de totaalkolom moet gelijk zijn aan het eindsaldo bij de maand juni. Een mooi controlepunt! De ondernemer eindigt met een negatief saldo. Op zijn bankrekening zal hij rood komen te staan. 196

Btw-budget op basis van het factuurstelsel April Mei Juni Tweede kwartaal Te betalen btw: Verkopen contant 27.000,00 21.000,00 28.000,00 Verkopen op rekening 12.000,00 16.000,00 18.000,00 Totaal te betalen btw (21%) 6.768,60 6.421,49 7.983,47 21.173,56 Te vorderen btw: Inkopen op rekening 24.000,00 23.000,00 25.000,00 Overige kosten 8.000,00 9.000,00 10.000,00 Totaal te vorderen btw (21%) 5.553,72 5.553,72 6.074,38 17.181,82 5 Af te dragen btw 2e kwartaal 3.991 Toelichting Bij het factuurstelsel is de datum die op de factuur staat bepalend voor de btw-aangifte. Bij de contante verkopen en verkopen op rekening is dus de datum van de verkoop bepalend. Bij de inkopen op rekening is dus de datum van de factuur/aanschaf bepalend. De meeste ondernemers doen één keer per kwartaal aangifte omzetbelasting. De btw-aangifte van het tweede kwartaal betaal je voor 1 september. 197

tip Ondernemers kunnen er ook voor kiezen om de btw van de contante consumentenomzet apart op hun liquiditeitsbudget te vermelden. Je splitst de consumentenomzet dan op in twee aparte posten: contante omzet en btw over de contante omzet. Je kunt ook de btw van de overige uitgaven apart opnemen. De liquiditeitsbegroting uit het voorbeeld op bladzijde 196 ziet er dan zo uit: Liquiditeitsbegroting (deel) April Mei Juni Totaal Beginstand 8.000,00 2.300 5.350 8.000 Ontvangsten: Contante verkoop 22.314,05 17.355,37 23.140,50 62.809,92 Btw contante verkoop 4.685,95 3.644,63 4.859,50 13.190,08 Debiteuren 14.000,00 12.000,00 16.000,00 42.000,00 Totaal ontvangsten 41.000,00 33.000,00 44.000,00 118.000,00 Totaal beschikbaar 49.000,00 35.300,00 38.650,00 126.000,00 Uitgaven: Crediteuren 29.000,00 24.000,00 23.000,00 76.000,00 Overige uitgaven 6.611,57 7.438,02 8.264,46 22.314,05 Betaalde btw 1.388,43 1.561,98 1.735,54 4.685,95 Nettolonen 2.000,00 3.800,00 2.000,00 7.800,00 Te betalen loonheffingen 850,00 850,00 1.615,00 3.315,00 Privé 3.000,00 3.000,00 3.000,00 9.000,00 Af te dragen btw 1 e kwartaal 3.850,00 3.850,00 Totaal uitgaven 46.700,00 40.650,00 39.615,00 126.965,00 Eindsaldo 2.300,00 5.350,00 965,00 965,00 198

LIQUIDITEITSPROBLEMEN Het opstellen van een liquiditeitsbegroting geeft overzicht. Ook als de uitgaven en inkomsten overeenkomen met je exploitatiebudget kunnen er toch (tijdelijke) liquiditeitsproblemen ontstaan. Dan is het van belang dat je zo nodig je beslissingen bijstelt met de gegevens uit de liquiditeitsbegroting. Je kunt je liquiditeit verbeteren door: LIQUIDITEITSPROBLEMEN OPLOSSEN Uitgaven uitstellen Inkomsten vervroegen 5 Uitgaven verlagen Extra vermogen zoeken Uitgaven uitstellen Je kunt je uitgaven uitstellen door je crediteuren later te betalen. Dit kun je doen door: met crediteuren een uitstel van betaling te regelen meer op rekening te kopen en minder contant inkopen zo mogelijk te spreiden over de maand 199

Inkomsten vervroegen Je kunt je inkomsten vervroegen door je debiteuren eerder te laten betalen. Dit kun je doen door: minder op rekening te verkopen en meer contant debiteuren aan te manen om sneller te betalen Debiteuren kun je op verschillende manieren sneller laten betalen. Je kunt daarover afspraken maken en de betalingstermijn duidelijk op de factuur zetten. Daarnaast kun je bijvoorbeeld een kredietbeperkingstoeslag (een opslag als de debiteur een lange betalingstermijn neemt) toepassen of een betalingskorting geven bij contante betaling. Uitgaven verlagen Hoe minder uitgaven, hoe minder druk op de liquiditeit. Uitgaven kun je verlagen door minder kosten te maken. Je kunt je personeelskosten verlagen door: een tijdelijke personeelsstop oproepkrachten niet meer te gebruiken Je kunt ook gebruikmaken van een rekening courant krediet in plaats van duur leverancierskrediet. De debetrente op rekening courant krediet is lager dan de rente bij crediteuren. Extra vermogen zoeken Je kunt je liquiditeit verbeteren door extra vermogen te zoeken. Dit kun je doen door: bij de bank de kredietlimiet (tijdelijk) te verhogen een privéstorting te doen een extra lening af te sluiten? Maak nu vraag 21 tot en met 23. 200

5.6 Samenvatting Een liquiditeitsbegroting is een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven. Een liquiditeitsbegroting wordt ook wel een voorcalculatorisch liquiditeitsbudget genoemd. Je schat namelijk vooraf de ontvangsten en uitgaven in. Schematisch ziet een liquiditeitsbegroting er zo uit: Beginstand liquide middelen Ontvangsten + Totaal beschikbaar Uitgaven Eindstand liquide middelen De liquide middelen zijn de betalingsmiddelen, het geld in de kas en op de bank. Voor het bepalen van de ontvangsten op de liquiditeitsbegroting is het moment van ontvangst van belang. Het bedrag van de contante verkopen ontvang je meteen. Als je verkoopt op rekening komt het bedrag van de debiteuren later binnen. Als je aan je klanten een krediettermijn van één maand geeft, dan ontvang je het bedrag één maand na verkoop. 5 De krediettermijn speelt ook een rol bij de inkopen. Als je inkoopt op rekening hoef je niet meteen te betalen. Voor de liquiditeitsbegroting is het moment van betalen van belang. Als een ondernemer personeel in dienst heeft, moet hij aan het eind van de maand de nettolonen betalen. Op het brutoloon houdt hij de loonheffingen in. De loonheffingen moet hij een maand later betalen aan de Belastingdienst. De meeste ondernemers doen één keer per kwartaal aangifte omzetbelasting. Voor de btw-aangifte kun je de administratie op twee manieren voeren. Met het kasstelsel geef je de btw door aan de Belastingdienst op het moment dat je de bedragen daadwerkelijk ontvangt of betaalt. Dit stelsel gebruik je als je voornamelijk goederen of diensten levert aan particulieren. Bij het factuurstelsel is de datum die op de factuur staat bepalend voor het moment dat je de btw aangeeft bij de Belastingdienst. Dit stelsel gebruik je als je vooral goederen of diensten levert aan ondernemers, of aan verenigingen of stichtingen. 201

Voor de berekening van de af te dragen omzetbelasting kun je een btw-budget opstellen. Voor het btw-budget voor het eerste kwartaal kun je onderstaand schema invullen: Te betalen btw: Omzet 21% Omzet 6% Totaal te betalen btw Btw-budget op basis van het factuurstelsel Januari Februari Maart Eerste kwartaal Te vorderen btw: Inkopen 21% Inkopen 6% Overige betaalde btw Totaal te vorderen btw Af te dragen btw Je mag de btw afronden in je eigen voordeel. Dus de te betalen btw rond je naar beneden af. De te vorderen btw rond je naar boven af. Als je (tijdelijke) liquiditeitsproblemen hebt, dan kun je die oplossen door uitgaven uit te stellen, inkomsten te vervroegen, uitgaven te verlagen of door extra vermogen te zoeken. 202

? Vragen 1 Beschrijf twee maatregelen die een leverancier kan nemen als je hem steeds te laat betaalt. 2 Voor de komende periode verwacht winkelier Verkerk het volgende: De uitgaven zijn: 39.750. De ontvangsten zijn: 38.300. De beginstand liquide middelen is 2.000 positief. Wat is de eindstand van de liquide middelen? 3 Een winkelier heeft alleen contante verkopen. De verwachte consumentenomzetten inclusief 6% omzetbelasting voor de komende periode zijn: Juni Juli Augustus September 5 32.000 27.000 23.000 25.000 Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van juli, augustus en september? 4 Een onderneming heeft alleen verkopen op rekening. Op de balans van 1 juli staat 39.930 bij de post Debiteuren. De verwachte omzetten, exclusief 21% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: Juli Augustus September 27.000 23.000 25.000 a b De afnemers krijgen één maand krediet. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van juli, augustus en september? Welk bedrag staat er op de balans van 1 oktober bij Debiteuren? 203

Vragen 5 Een onderneming heeft alleen verkopen op rekening. Op de balans van 1 juli staat 15.200 bij de post Debiteuren. De verwachte omzetten, exclusief 21% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: Juli Augustus September 28.000 24.000 26.000 a b c De afnemers krijgen een halve maand krediet. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van debiteuren van juli, augustus en september? Welk bedrag staat er op de balans van 30 september (of 1 oktober) bij Debiteuren? Neem het volgende schema van het verloop van de post Debiteuren over en vul het in. Beginsaldo debiteuren 1 juli Omzet op rekening derde kwartaal + Ontvangsten debiteuren derde kwartaal Eindsaldo debiteuren 30 september 6 Een onderneming heeft contante verkopen en verkopen op rekening. Op de balans van 1 juli staat 8.480 bij de post Debiteuren. Van de verwachte omzetten is 30% op rekening. De verwachte omzetten, exclusief 6% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: Juli Augustus September 27.000 23.000 25.000 a b De afnemers krijgen één maand krediet. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van juli, augustus en september? Welk bedrag staat er op de balans van 1 oktober bij Debiteuren? 204

Vragen c Neem het volgende schema van het verloop van de post Debiteuren over en vul het in. Beginsaldo debiteuren 1 juli Omzet op rekening derde kwartaal + Ontvangsten debiteuren derde kwartaal Eindsaldo debiteuren 30 september 7 Een onderneming heeft contante verkopen en verkopen op rekening. Op de balans van 1 juli staat 18.150 bij de post Debiteuren. Van de omzet is 65% op rekening. De verwachte omzetten, exclusief 21% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: 5 Juli Augustus September 48.000 44.000 48.000 a b c De afnemers krijgen een halve maand krediet. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de ontvangsten van juli, augustus en september? Welk bedrag staat er op de balans van 30 september (of 1 oktober) bij Debiteuren? Neem het volgende schema van het verloop van de post Debiteuren over en vul het in. Beginsaldo debiteuren 1 juli Omzet op rekening derde kwartaal + Ontvangsten debiteuren derde kwartaal Eindsaldo debiteuren 30 september 205

Vragen 8 Voor welke datum moet een werkgever de ingehouden loonheffingen van februari betalen aan de Belastingdienst? A Voor 1 maart B Voor 1 februari C Voor 1 april D Voor 1 mei 9 Een winkelier heeft alleen inkopen op rekening. De verwachte inkopen, exclusief 6% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: September Oktober November December 38.000 40.000 31.000 32.000 a b c d De winkelier ontvangt één maand krediet van zijn leverancier. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven aan crediteuren van oktober, november en december? Welk bedrag staat er op 1 oktober op de balans bij Crediteuren? Welk bedrag staat er op 31 december op de balans bij Crediteuren? Neem het schema over en vul het in. Beginsaldo crediteuren 1 oktober Inkopen op rekening vierde kwartaal + Uitgaven crediteuren vierde kwartaal Eindsaldo crediteuren 31 december 10 Een winkelier heeft alleen inkopen op rekening. De verwachte inkopen, exclusief 6% omzetbelasting, voor de komende periode zijn: September Oktober November December 38.000 40.000 31.000 32.000 206

Vragen a b c d De winkelier ontvangt een halve maand krediet van zijn leverancier. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven aan crediteuren van oktober, november en december? Welk bedrag staat er op 1 oktober op de balans bij Crediteuren? Welk bedrag staat er op 31 december op de balans bij Crediteuren? Neem het volgende schema over en vul het in. Beginsaldo crediteuren 1 oktober Inkopen op rekening vierde kwartaal + Uitgaven crediteuren vierde kwartaal Eindsaldo crediteuren 31 december 5 11 Een winkelier heeft alleen inkopen op rekening. De inkoopwaarde van de omzet bedraagt 60% van de omzet. De winkelier koopt altijd een maand van tevoren in. Hij koopt in januari dus in op basis van de verwachte omzet van februari. De verwachte omzetten voor de komende periode, exclusief 21% omzetbelasting, zijn: September Oktober November December 38.000 40.000 36.000 34.000 a b c d De winkelier ontvangt één maand krediet van zijn leverancier. Bereken de inkopen, exclusief 21% omzetbelasting, voor september, oktober, november en december. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven aan crediteuren van oktober, november en december? Welk bedrag staat er op 1 oktober op de balans bij Crediteuren? Welk bedrag staat er op 31 december op de balans bij Crediteuren? 207

Vragen e Neem het volgende schema over en vul het in. Beginsaldo crediteuren 1 oktober Inkopen op rekening vierde kwartaal + Uitgaven crediteuren vierde kwartaal Eindsaldo crediteuren 31 december 12 Een winkelier heeft drie personeelsleden. De winkelier heeft zijn loonadministratie uitbesteed. Van het administratiekantoor ontvangt hij het volgende overzicht over de maand oktober: Totaal brutoloon 3.200 Ingehouden loonheffingen 600 Nettoloon 2.600 Werkgeverslasten: 24% 3.200 = 768 Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven van oktober en november in verband met de lonen van oktober? 13 Een winkelier heeft twee personeelsleden. Op de balans per 1 april staat bij te betalen loonheffingen 894 credit. De winkelier heeft zijn loonadministratie uitbesteed. Van het administratiekantoor ontvangt hij het volgende overzicht over de maand april: Totaal brutoloon 2.200 Ingehouden loonheffingen 410 Nettoloon 1.790 Werkgeverslasten: 22% 2.200 = 484 208

Vragen Eén werknemer ontvangt een reiskostenvergoeding van in totaal 50. Van het administratiekantoor ontvangt de winkelier het volgende overzicht over de maand mei: Totaal brutoloon 2.200 Vakantiegeld 2.100 + 4.300 Ingehouden loonheffingen 900 Nettoloon 3.400 Werkgeverslasten: 22% 4.300 = 946 a b Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven van april en mei in verband met de lonen? Welk bedrag staat er op 1 juni op de balans bij te betalen loonheffingen? 5 14 Een ondernemer heeft op 1 januari in jaar 1 een 6%-lening van 30.000 afgesloten bij de bank. Met de bank is overeengekomen dat de ondernemer de interest jaarlijks achteraf op 31 december betaalt. Aan het eind van het jaar lost de ondernemer steeds een vijfde deel van de lening af. a Wat staat er in jaar 1 op de liquiditeitsbegroting? b Wat staat er in jaar 2 op de liquiditeitsbegroting? 15 Een ondernemer heeft op 1 juli in jaar 1 een 4,5%-lening van 180.000 afgesloten bij de bank. Met de bank is overeengekomen dat de ondernemer de interest elk kwartaal achteraf betaalt. Op 30 juni van elk jaar lost hij steeds een vijftiende deel van de lening af. a Wat staat er in jaar 1 op de liquiditeitsbegroting? b Wat staat er in jaar 2 op de liquiditeitsbegroting? 16 Een ondernemer heeft de volgende bedragen berekend over het tweede kwartaal: Totaal te betalen btw: 15.589,79 Totaal te vorderen btw: 9.589,10 Hoeveel btw moet deze ondernemer afdragen? 209

Vragen 17 Een ondernemer heeft de volgende bedragen berekend over het derde kwartaal: Totaal te betalen btw: 10.589,88 Totaal te vorderen btw: 11.538,12 a b Hoeveel btw moet deze ondernemer afdragen? Bedenk een reden waarom een ondernemer btw terugkrijgt. 18 Je stuurt een factuur op 2 mei, de klant betaalt op 10 juni. Op welke datum moet je de btw aangeven volgens het factuurstelsel? 19 Een winkelier heeft de volgende gegevens verzameld over het eerste kwartaal: Consumentenomzet inclusief 21% omzetbelasting: Januari Februari Maart 35.695 34.727 40.656 Inkopen exclusief 21% omzetbelasting: Januari Februari Maart 21.500 20.800 24.300 Overige betaalde btw op kosten: Januari Februari Maart 200 190 210 210

Vragen Neem het volgende schema over en vul het in. Btw-budget op basis van het factuurstelsel Januari Februari Maart Eerste kwartaal Te betalen btw: Omzet 21% Omzet 6% Totaal te betalen btw Te vorderen btw: 5 Inkopen 21% Inkopen 6% Overige betaalde btw Totaal te vorderen btw Af te dragen btw 20 Een winkelier heeft de volgende gegevens verzameld over het eerste kwartaal: Consumentenomzet inclusief 21% btw Consumentenomzet inclusief 6% btw Januari 35.690 3.695 Februari 34.720 4.730 Maart 40.656 6.560 211

Vragen Inkopen exclusief 21% btw Inkopen exclusief 6% btw Januari 21.414 2.217 Februari 20.832 2.838 Maart 24.394 3.936 Overige betaalde btw op kosten: Januari: 251,30 Februari: 230,49 Maart: 242,48 Neem het volgende schema over en vul het in. Te betalen btw: Omzet 21% Omzet 6% Totaal te betalen btw Btw-budget op basis van het factuurstelsel Januari Februari Maart Eerste kwartaal Te vorderen btw: Inkopen 21% Inkopen 6% Overige betaalde btw Totaal te vorderen btw Af te dragen btw 212

Vragen 21 Ondernemer Faas verwacht voor de maand mei een contante consumentenomzet van 65.461 inclusief 21% btw. Van debiteuren zal hij 14.000 ontvangen inclusief 21% btw. De betalingen aan contante inkopen inclusief btw zijn 37.600. Zijn overige uitgaven bedragen 23.958 inclusief 21% btw. Voor privéuitgaven neemt Faas elke maand 2.800 op. De beginstand van de liquide middelen op 1 mei is 8.300 positief. Wat is de eindstand van de liquide middelen op 31 mei? 22 Van een onderneming zijn de volgende begrote gegevens bekend over de maand april: beginstand liquide middelen: 8.500 contante inkopen inclusief 21% btw: 28.072 te betalen aan crediteuren inclusief 21% btw: 22.000 aflossing lening: 10.000 contante verkopen exclusief 21% btw: 45.000 verkopen op rekening exclusief 21% btw: 9.000 krediettermijn debiteuren: 1 maand verwachte ontvangsten van debiteuren inclusief 21% btw: 12.600 overige te betalen exploitatiekosten inclusief 21% btw: 11.400 verkoop oude inventaris inclusief 21% btw: 2.904 af te dragen btw eerste kwartaal: 10.230 kredietlimiet bij de bank: 5.000 afschrijvingskosten inventaris: 500 5 a b c Van deze begrote gegevens spelen twee posten geen rol bij de liquiditeitsbegroting over de maand april. Welke twee posten zijn dat? Stel de liquiditeitsbegroting over de maand april samen. Welke drie maatregelen kan ondernemer Faas nemen om het verwachte liquiditeitsprobleem te voorkomen? 213

Vragen 23 Voor het opstellen van de liquiditeitsbegroting voor het tweede kwartaal heeft een winkelier de volgende gegevens verzameld: Gedeeltelijke balans van 1 april (euro s) Debiteuren 15.000 Crediteuren 30.000 Bank 9.000 Te betalen loonheffingen 950 Kas 1.000 Af te dragen omzetbelasting eerste kwartaal 3.900 De contante verkopen inclusief 21% omzetbelasting bedragen: April Mei Juni 28.000 22.000 30.000 De verkopen op rekening inclusief 21% omzetbelasting zijn: April Mei Juni 14.000 18.000 20.000 De debiteuren ontvangen één maand krediet. De inkopen op rekening inclusief 21% omzetbelasting bedragen: April Mei Juni 26.000 24.000 28.000 De crediteuren geven één maand krediet. 214

Vragen De nettolonen bedragen: April Mei Juni 2.200 4.200 2.200 De ingehouden loonheffingen zijn: April Mei Juni 450 690 450 Het werkgeversaandeel in sociale premies bedraagt: 5 April Mei Juni 500 990 500 De loonheffingen worden één maand na inhouding betaald. De overige uitgaven in verband met kosten inclusief 21% omzetbelasting zijn: April Mei Juni 6.000 8.000 10.000 De privéopnamen bedragen: April Mei Juni 2.800 2.800 2.800 215

Vragen a Neem het volgende schema over en vul het in. Liquiditeitsbegroting over het tweede kwartaal April Mei Juni Totaal Beginstand Ontvangsten: Contante verkoop Debiteuren Totaal ontvangsten Totaal beschikbaar Uitgaven: Crediteuren Nettolonen Te betalen loonheffingen Overige uitgaven Privé Af te dragen omzetbelasting eerste kwartaal Totaal uitgaven Eindsaldo 216

Vragen b Neem het schema van het btw-budget over en vul het in. Rond de btw-bedragen af op hele euro s. Btw-budget tweede kwartaal April Mei Juni Tweede kwartaal Te betalen btw: Omzet 21% Omzet 6% Totaal te betalen btw 5 Te vorderen btw: Inkopen 21% Inkopen 6% Overige betaalde btw Totaal te vorderen btw Af te dragen btw c Neem de volgende gedeeltelijke balans over en vul de bedragen in. Gedeeltelijke begrote balans van 30 juni (euro s) Debiteuren Bank Kas Crediteuren Te betalen loonheffingen Af te dragen omzetbelasting tweede kwartaal 217

Vragen Plusvragen 24 Van een onderneming zijn de gegevens over de maand juli als volgt: beginstand liquide middelen: 4.500 contante inkopen: 41.040 inclusief 21% btw te betalen aan crediteuren: 34.243 inclusief 21% btw aflossing lening: 15.000 contante verkopen: 67.500 exclusief 21% btw verkopen op rekening: 12.000 exclusief 21% btw krediettermijn debiteuren: 1 maand verwachte ontvangsten van debiteuren: 19.360 inclusief 21% btw overige te betalen exploitatiekosten: 16.800 inclusief 21% btw verkoop oude bedrijfsauto: 3.630 inclusief 21% btw af te dragen btw: 15.900 kredietlimiet bij ing bank: 10.000 afschrijvingskosten: 500 De ondernemer heeft geen personeel in dienst. a b c d Welke twee posten van de gegevens spelen geen enkele rol bij de liquiditeitsbegroting over de maand april? Stel de liquiditeitsbegroting over de maand juli samen. De ondernemer wil over minimaal 1.500 kasgeld beschikken. Bereken het bedrag dat hij uit privé moet storten naar de zaak. Noem drie manieren om de te verwachten liquiditeitsproblemen te voorkomen. 25 Een winkelier heeft alleen inkopen op rekening. De inkoopwaarde van de omzet bedraagt 40% van de omzet. De winkelier koopt altijd een maand van tevoren in. De verwachte contante omzetten voor de komende periode, exclusief 21% omzetbelasting, zijn: April Mei Juni Juli 45.000 52.000 47.500 39.500 218

Vragen a b c d e De winkelier ontvangt één maand krediet van zijn leverancier. Bereken de inkopen, exclusief 21% omzetbelasting, voor april en mei. Welke bedragen staan er op de liquiditeitsbegroting bij de uitgaven aan crediteuren van april, mei en juni? Welk bedrag staat er op 1 april op de balans bij Crediteuren? Welk bedrag staat er op 1 juli op de balans bij Crediteuren? Neem het volgende schema over en vul het in: Beginsaldo crediteuren 1 april Inkopen op rekening tweede kwartaal + Uitgaven crediteuren tweede kwartaal Eindsaldo crediteuren 30 juni 5 f Begin april is er 1.350 in kas en staat er 1.000 op de bankrekening. Maak een liquiditeitsbalans voor de periode april tot en met juni. De uitgaven per maand voor de exploitatiekosten zijn 9.800 exclusief 21% btw. De af te dragen omzetbelasting van het eerste kwartaal is 38.500. 219

* Begrippen Af te dragen btw De te betalen btw min de te vorderen btw. Btw-budget Een overzicht van de te betalen btw en de te vorderen btw waarmee je de af te dragen btw berekent. Factuurstelsel De datum die op de factuur staat, is bepalend voor het moment dat je de btw aangeeft bij de Belastingdienst. Kasstelsel Op het moment dat je de bedragen daadwerkelijk ontvangt of betaalt, geef je de btw door aan de Belastingdienst. Krediettermijn crediteuren De tijd tussen de inkoop op rekening en de betaling van het bedrag. Krediettermijn debiteuren De tijd tussen de verkoop op rekening en de ontvangst van het bedrag. Liquide middelen Betalingsmiddelen: het geld in kas en bij de bank. Liquiditeitsbegroting Een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven. Te betalen btw De btw die je berekent over de omzet. Te vorderen btw De btw die je betaalt over je inkopen en kosten. 220