26 juni 2018 ANBO s visie op pensioen PA-26062018 w.reijn@anbo.nl Inleiding ANBO speelt een actieve rol in de pensioendiscussie. In deze position paper pensioenen staan de uitgangspunten die ANBO hanteert bij de belangrijkste discussieonderwerpen, zowel inzake het huidige als de contouren van een nieuw stelsel. Bij de opstelling van de notitie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de positie van de VCP, waarbij ANBO is aangesloten. De notitie mag niet worden opgevat als een uitputtende eisenlijst van ANBO in het pensioendebat, maar geeft de uitgangspunten weer. Bij een eventuele overgang naar een ander stelsel zal ANBO het geheel beoordelen en afwegen. ANBO wil met een open mind in de discussie staan en gaat uit van gedeelde belangen van verschillende generaties. Doel ANBO wil een pensioenstelsel waarin deelnemers een welvaartsvast pensioen opbouwen, dat hen in staat stelt om na hun werkzame leven hun levenspatroon te handhaven. Nu de overheid in het kader van de participatiesamenleving steeds meer verantwoordelijkheden bij de burger legt, wordt het belang van een goed inkomen na pensionering steeds groter. Een fatsoenlijk inkomen is een basisvoorwaarde voor ouderen om voor zichzelf én voor anderen te zorgen, waar de overheid uit die gebieden terugtreedt. Ontwikkelingen Het huidige pensioenstelsel met voor iedereen AOW op omslagbasis en een kapitaal gedekte aanvulling uit de tweede pijler, geldt nog steeds als een van de beste ter wereld, zo blijkt uit de jaarlijkse vergelijking van het bureau Mercer. Nederland is als enige op alle punten van vergelijking vertegenwoordigd in de top 3 en staat bij Mercer per saldo op nummer 2. Bovendien is de pensioenuitkering in Nederland de hoogste. 1 / 1
Nederland is volgens onderzoek na Luxemburg het land met de minste armoede onder ouderen. Dat geeft aan dat ons pensioenstelsel goed werkt. Financieel is het systeem met een vermogen van circa 1400 miljard robuust, zeker in vergelijking met andere Europese landen die veelal met een omslagstelsel werken. ANBO vindt daarom dat wij zuinig moeten zijn op ons pensioenstelsel. Een eventuele verandering moet een daadwerkelijke verbetering zijn. De afgelopen twintig jaar zijn al veel aanpassingen gepleegd. VUT-regelingen zijn verdwenen en tegelijkertijd is de AOW-leeftijd opgeschoven. Eindloon werd middelloon als basis. En de regels (het financieel toetsingskader) zijn strakker geworden. Maar er zijn weer nieuwe redenen om te veranderen. Belangrijkste reden is dat indexatie al een decennium achterblijft. Indexatie is essentieel bij middelloonregelingen. Bij een pensioen gebaseerd op eindloon is de indexatie tot pensioendatum feitelijk gegarandeerd. Bij de grote pensioenfondsen is het pensioen inmiddels/ vijftien procent in waarde gedaald, terwijl de komende jaren evenmin indexatie mag worden verwacht. Gepensioneerden voelen de achteruitgang vandaag in hun portemonnee, terwijl nieuwe generaties die daling morgen ondergaan. Algemeen wordt het niet-indexeren als belangrijkste reden voor het gedaalde vertrouwen in het pensioenstelsel gezien. Het blijkt niet uit te leggen dat gepensioneerden langdurig niet mee profiteren van een bloeiende economie. Tweede is dat met de huidige wetgeving mensen hun pensioen bij onderdekking niet mee kunnen nemen als zij naar een andere werkgever (buiten de sector) gaan. De toenemende dynamiek op de arbeidsmarkt vereist betere regelingen op dit gebied. Een derde probleem is dat steeds grotere groepen geen pensioen opbouwen. Met name de circa 900.000 zzp ers bouwen vaak te weinig pensioen op. Verder zijn er de zogeheten blinde vlekken, bedrijven zonder pensioenregeling. Ook mensen met een uitkering kennen geen pensioenopbouw. ANBO vindt dat zorgelijk. Werkenden die geen pensioenpremie betalen kunnen op arbeidskosten concurreren, maar de kans dat zij na pensionering een beroep doen op sociale voorzieningen (huur- en zorgtoeslag) neemt dan wel toe. 2 / 3
Wat wil ANBO? ANBO heeft een open houding in de pensioenstelseldiscussie. Wel stelt ANBO aan pensioenstelsels de volgende voorwaarden: 1. Pensioenambitie. De regeling dient gericht te zijn op een goede pensioenuitkomst; 2. Solidariteit. Die zorgt voor een evenwicht tussen generaties, tussen mannen en vrouwen en tussen individuele en gemeenschappelijke belangen. Daartoe rekent ANBO het delen van langlevenrisico, beleggingsrisico (geen pech- en gelukgeneraties), partnerpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen; 3. Verplichtstelling. Zo veel mogelijk mensen moeten pensioen opbouwen; 4. Begrijpelijke pensioenregelingen; 5. Stabiel. Pensioenen zijn een zaak van lange adem en moeten niet meebewegen met de waan van de dag. Pensioenuitkeringen mogen echter van ANBO wel beperkt meebewegen met goede en slechte tijden; 6. Maatschappelijk draagvlak. Het pensioenstelsel moet bindende elementen bevatten, die zorgen voor een breed gedragen deelname, zowel van generaties als van inkomensgroepen. 3 / 3
Concrete onderdelen Rekenrente ANBO vindt de marktrente niet de goede maatstaf voor het bepalen van de verplichtingen van een pensioenfonds. ANBO is voor een voorzichtige rekenrente, zoals die ook wordt gebruikt bij de bepaling van de pensioenpremie. Daarin speelt de marktrente een rol, maar ook prudent rendement. Op die manier sluiten premie en verplichtingen op elkaar aan. Rekenrente 2 ANBO vindt dat de Nederlandse ufr (rekenrente voor de lange termijn, nu ca 2,5 procent) moet worden aangepast aan de Europese ufr (in 2019 3,9 procent). Het gaat om een technische zaak, maar de ufr moet stabiliseren. De door DNB geïntroduceerde ufr zorgt voor een langzame uitholling van de dekkingsgraad, de Europese veel minder. Doorsneepremie-problematiek ANBO stelt vraagtekens bij het veranderen van de huidige systematiek. De vraag is met name of het sop (bedragen tot 100 miljard) de kool (beginnende zzp ers van 47 jaar) waard is. ANBO is tegen een met de leeftijd meestijgende premie, omdat oudere werknemers dan relatief te duur worden. Degressieve opbouw, waarbij jonge deelnemers veel en oudere deelnemers minder opbouwen, is in die zin een goede oplossing. Maar er kleven ernstige problemen aan deze oplossing. Het accent van de opbouw komt aan het begin van de loopbaan te liggen, juist in een periode van lagere salarissen, wisseling van banen en vaak baantjes waarbij geen pensioen wordt opgebouwd. Dan zijn er de kosten: ANBO is tegen oplossingen waarbij de rekening vanuit het vermogen van pensioenfondsen wordt betaald. Daarmee zouden gepensioneerden betalen terwijl zij zelf alle lasten al gedragen hebben. Zzp-dossier Een betere en goedkopere oplossing zit voor ANBO in het zzp-dossier. Als zzp ers in beginsel verplicht pensioen opbouwen, blijven zij binnen het stelsel en is een flink deel van de problematiek opgelost. Plus dat de wens om zoveel mogelijk mensen pensioen op te laten bouwen wordt ingevuld. Keuzevrijheid ANBO is tegen keuzevrijheid in de opbouwfase. Zoals uit vele wetenschappelijke publicaties blijkt, maken mensen zelden een evenwichtige keuze tussen opbrengsten die dichtbij liggen en opbrengsten in een verre toekomst. Bovendien kan keuzevrijheid de solidariteit binnen het systeem ondergraven. De huidige mogelijkheden bij pensionering (hoog-laag, flexibele ingangsdatum, uitruil partner/ouderdomspensioen) lijken genoeg. Hooguit zou daar een bedrag ineens aan kunnen worden toegevoegd. 4 / 3
AOW-leeftijd De AOW maakt de helft van het gemiddelde pensioen (eerste plus tweede pijler) in Nederland uit en dus van groot belang voor de oudedagsvoorziening. ANBO heeft begrip voor de verhoging van de AOW-leeftijd als gevolg van een hogere levensverwachting. Maar ANBO vindt dat de overheid met de versnelling van de verhoging van de AOW-leeftijd is doorgeschoten. ANBO vindt dat die versnelling eruit moet worden gehaald, zodat de AOW-leeftijd in 2025 op 67 komt. Daarna mag de AOW-leeftijd met 2/3e van elk extra levensjaar stijgen. AOW-leeftijd 2. ANBO vindt dat de kwestie zware beroepen in beginsel in de betreffende sectoren dient te worden opgelost. De kosten dienen binnen die sectoren te worden gedragen, zodat een goede prikkel voor duurzame inzetbaarheid blijft bestaan. Wel dient de rvuboete, die het vervroegd uittreden van werknemers moeilijk maakt, te worden geschrapt. ANBO is er niet voor om de AOW zelf in te zetten om eerdere pensionering mogelijk te maken. Sectoren kunnen hun lasten dan afwentelen op de gemeenschap. Bovendien is een eenduidige, heldere en voor iedereen geldende regeling als de volksverzekering AOW een groot goed, te meer omdat het daarmee een goedkoop uit te voeren regeling blijft. 5 / 3