Stap voor stap door je studie

Vergelijkbare documenten
Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

Een LOI-opleiding is méér dan leerstof alleen

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Het hele verhaal in Gebarentaal

Oefeningen voor reumapatiënten

Oefeningen voor pols en hand

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Stap voor stap door je studie

Bij bovenstaande voorbeeld moet u de oefening 6 keer achtereen uitvoeren. Dit dient u twee maal per dag te herhalen.

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Schouderoefeningen

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Gebarentaal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Yogales december 2018!

november 2014 vanaf 9 jaar Zeuren tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

Rollenspel. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

mei 2014 vanaf 9 jaar Doe normaal tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Les 1. Bij de huisarts

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Cosis Begeleid Leren

Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Communiceren met een zorgvrager met afasie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

HOOFDSTUK Introductie video. 2.Houding gitaarspelen linker hand

Spoedeisende Hulp Gipskamer. Patiënteninformatie. Gebroken pols. Slingeland Ziekenhuis

Beoordeling power-point groep 5

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Yoga & Astrologie. Aardetekens: Stier, Maagd & Steenbok.

Thema 1 Concentratie. Waarom? Wanneer? Hoe? Kringgesprek

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Standaardisatie van gebaren

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Basisinformatie Opleiding

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 2 Het lichaam

Waar gaan we het over hebben?

COACHFRIEND. Werkboek. (voeg hier je profielfoto toe)

Oefenprogramma revalidatie

Mijn computer is leuk

Waar gaan we het over hebben?

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. 1. Welkom. 2. Waarom deze opleiding? 3. Inhoud van de opleiding. 4. Lesrooster. 5. De les. 6. Examen. 7. Verder leren. 8. Wist je dit al?

Sa Ta Na Ma Snatam Kaur Feeling Good Today Nr. 7

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

Lesbrief les 1 groep 1 en 2 Fit zijn is fijn

Bal in de hoepel gooien

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen.

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

In het selectie scherm heeft u verschillende opties:

Clicker Training. Train uw pup met de clicker training. Uw pup leren wat zijn naam is:

Deelnemers welkom heten Stel medewerkers op hun gemak, maak contact.

Oefenenprogramma na een HNP (hernia)operatie of een kanaalstenoseoperatie

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

Piano / Keyboardles deel 1

Kernvraag: Hoe verplaatst geluid zich en hoe horen we dit?

COACHFRIEND PRO. Werkboek. (voeg hier je profielfoto toe)

Lesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg

Weet wat je kan. Je laten horen

TAALCOMPLEET. Nederlands voor anderstaligen KNM. 5 e druk 2016 ISBN KNM: Copyright: KleurRijker B.V.,

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel

Docentenhandleiding module Studeren onderdeel (Bijna) 18 en op het mbo niveau 3/4

Tegeltjeswijsheden. Gebaren.nl Vlaggeschip CN Oosterhout

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Het hele verhaal in Gebarentaal

GEMENGDE LEERWEG (GL) MAVO (TL) MAVO/HAVO

GEMENGDE LEERWEG (GL) MAVO (TL) MAVO/HAVO

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Cosis Begeleid Leren

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Pal Dan Gum oefeningen

LES: Wie van de drie? 2

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Thema Op zoek naar werk

LESBRIEF. Muziek & tekst: Tjeerd P. Oosterhuis & Robert Dorn Choreografie en lesopzet: Lucia Marthas, Melaisa Illis

Leesboekje het lichaam

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Transcriptie:

Groei door. Stap voor stap door je studie Welkom, Bedankt voor het aanvragen van deze proefles. Hiermee krijg je een goede indruk van studeren bij de LOI en de opleiding van je keuze. Je maakt kennis met de online leeromgeving, ontdekt de slimme extra studietools, leest over de docenten én kunt een hoofdstuk van het lesmateriaal inzien. Heb je na het bekijken van de proefles nog vragen? Of wil je graag een persoonlijk studieadvies? Bel ons gerust! Onze mede werkers zitten voor je klaar op maandag t/m donderdag van 09.00u tot 20.00u en vrijdag van 09.00u tot 18.00u. Bel 071-545 1234. 1 LOI Proefles

Inhoud Studeren bij de LOI Thuis of klassikaal, wat past bij jou? Professionele begeleiding tijdens je opleiding Online leeromgeving Je opleiding start op LOI Campus, de online leeromgeving Online hoorcolleges brengen stof tot leven Live webcolleges: interactieve lessen via LOI Campus Slimme kennistrainer: makkelijker leren en onthouden Digitaal portfolio brengt je competenties in kaart Over de lesstof Lesstof op papier Bekijk een hoofdstuk uit het lesmateriaal Vragen of advies? Kijk op de laatste pagina of op www.loi.nl om te zien hoe je ons kunt bereiken 2 LOI Proefles

Studeren bij de LOI Heb je graag een extra stok achter de deur en wil je medestudenten en docenten ontmoeten in de klas? Kies dan voor een van de klassikale opleidingen. Wil je liever volledig flexibel zijn en hecht je minder waarde aan het klassikale aspect? Kies dan voor onze efficiënte thuisstudie methode. Thuis of klassikaal, wat past bij jou? Klassikaal studeren Thuis studeren Vaste structuur van bijeenkomsten In een kleine groep met docent en medestudenten Volledig flexibel in studieplek en -tijden Goed te combineren met werk en privé Begeleiding door ervaren docenten Online leeromgeving met effectieve studietools Doelgerichte lesstof voor studenten met werkervaring Examens kunnen veelal iedere werkdag worden afgelegd Professionele begeleiding tijdens je opleiding Tijdens de gehele opleiding krijg je begeleiding van topdocenten met ruime ervaring in het vakgebied. De docent begeleidt de bijeenkomsten bij een klassikale opleiding en geeft feedback op ingestuurde opdrachten. Ook is de docent via LOI Campus altijd bereikbaar voor extra uitleg of het beantwoorden van vragen. Je kunt dus altijd rekenen op de kennis en ervaring van een vakspecialist. Bij de volledige MBO- en HBO-opleiding heb je bovendien een persoonlijke coach en/of loopbaanbegeleider, die je begeleidt van start tot diploma. 3 LOI Proefles

Online leeromgeving Je opleiding start op LOI Campus, de online leeromgeving LOI Campus, de online leeromgeving, biedt een leidraad voor je studie. Je vindt er een gedetailleerd leerpad, met daarin alle onderdelen van de opleiding, een uitleg bij de diverse opdrachten en waar nodig extra (multimediaal) lesmateriaal. Ook leg je er contact met de docent en medestudenten en vind je er de door jou behaalde cijfers. Je hebt dus altijd inzicht in je opleiding en je vorderingen. Bovendien biedt LOI Campus veel actuele (vakgebied)informatie die je goed van pas zal komen bij de studie. Online hoorcolleges brengen stof tot leven Bij veel opleidingen vind je op LOI Campus online hoorcolleges. Hierin krijg je extra uitleg over lastige onderwerpen, kun je presentaties bekijken en worden cases behandeld. Zo komt de stof nog meer tot leven en wordt studeren makkelijker en leuker. De online hoorcolleges zijn gratis en zo vaak te bekijken als je maar wilt. 4 LOI Proefles

Live webcolleges: interactieve lessen via LOI Campus Bij een groot aantal opleidingen kun je live webcolleges volgen, gewoon vanachter je eigen computer. Je krijgt les en kunt via chat direct reageren op de docent en medestudenten. Aan bod komen onderwerpen waarvan uit ervaring blijkt dat studenten baat hebben bij extra uitleg. Slimme kennistrainer: makkelijker leren en onthouden Deze unieke trainingsapplicatie stelt vragen over de lesstof en herhaalt precies die vragen die je niet wist of niet goed had, totdat je alle lesstof kent en onthoudt. Digitaal portfolio brengt je competenties in kaart Het digitaal portfolio brengt je ontwikkeling duidelijk in beeld. Ook kan je met het portfolio direct aan werkgevers laten zien welke kennis en competenties je hebt verworven. 5 LOI Proefles

Over de lesstof Lesstof op papier De papieren lesstof sluit naadloos aan op het examen en is up-to-date. Unieke opbouw van de lesstof Alleen bij de LOI ontvang je speciaal ontwikkeld lesmateriaal, waardoor het bijzonder geschikt is om zelfstandig te bestuderen. Het lesmateriaal is toegankelijk geschreven, overzichtelijk en zo opgebouwd dat je je kennis steeds verder verdiept. Bovendien bevat het verschillende elementen die studeren makkelijker maken. Trefwoorden In de kantlijn staan trefwoorden. Hiermee kun je een bepaald onderwerp makkelijk en snel terugvinden. Oefenopgaven Met de oefenopgaven test je of je de opgedane kennis kunt toepassen. Aan het eind van het hoofdstuk zijn de antwoorden opgenomen. Kun je de oefenopgaven niet goed uitwerken, dan betekent dit dat je het bijbehorende deel van de leerstof nog eens moet doornemen. Parate-kennisvragen Aan het einde van het hoofdstuk vind je de paratekennis vragen. Hiermee kun je testen of je de leer stof voldoende kent. De vragen zijn genummerd. Het antwoord kun je snel terugvinden dankzij de genummerde verwijsrondjes in de kantlijn. Inzendopgaven Als je de antwoorden op de parate-kennisvragen weet en de oefenopgaven goed kunt uitwerken, ga je verder met de inzendopgaven. Deze stuur je via de online leeromgeving ter beoordeling naar je docent. Binnen enkele dagen heb je een uitgebreid antwoord terug. Bekijk een hoofdstuk uit het lesmateriaal 6 LOI Proefles

Maak je handen soepel Doel van deze oefeningen is om de spieren in de handen te versterken en de coördinatie van de fijne motoriek te vergroten. Wanneer deze handoefeningen goed en consequent worden gedaan zal er meer controle op de handbewegingen zijn bij het maken van gebaren. Doe deze oefeningen ter versoepeling van de handen een aantal maal per week. Echter voorkom overbelasting en stop onmiddellijk wanneer de vingers pijn gaan doen. 1. De vuist Open de hand tot een 5- hand en maak dan een vuist. Doe deze oefening een minuut achter elkaar. 3. De vingerval I Plaats de hand voor je in de ruimte met de palm naar voren, de vingers gestrekt. Buig nu de vingers, vanaf de knokkel, één voor één zodat ze naar voren wijzen. Doe deze oefening vijf maal. 2. De vingerlift Leg de hand plat op tafel met de palm naar beneden. Doe de vingers één voor één omhoog en laat deze even omhoog staan, terwijl de andere vingers plat op de tafel blijven liggen. Doe deze oefening vijf maal. 4. De vingerdans Leg de hand plat op tafel met de palm naar boven. Til de duim en pink tegelijk op terwijl de andere vingers plat op tafel blijven liggen. Til dan de duim en de ringvinger tegelijk op, de duim en de middelvinger en tot slot de duim en de wijsvinger. Doe deze oefening vijf maal. 12 Nederlands Gebarencentrum

5. De vingerval II Plaats de hand voor je in de ruimte met de palm naar voren, de vingers gestrekt. Buig de ringvinger en de pink tegelijk zodat ze naar voren wijzen. De andere vingers blijven gestrekt. Doe deze oefening tien maal. 7. De vingerval III Plaats de hand voor je in de ruimte met de palm naar voren, de vingers gestrekt. Buig de pink, ring- en middelvinger zodat ze naar voren wijzen. De andere vingers blijven gestrekt. 6. De piano Plaats de vingertoppen op de tafel. Doe afwisselend de wijs- en ringvinger en de duim, middelvinger en pink omhoog. Doe deze oefening tien keer. 8. De Y-strek Maak een vuist. Strek de duim en de pink tegelijk en maak dan weer een vuist. Doe deze oefening tien keer. Nederlands Gebarencentrum 13

1 De Nederlandse Gebarentaal Wereldwijd zijn er meer dan 6000 talen. De meeste talen worden gesproken en kunnen beluisterd worden maar dat geldt niet voor gebarentalen. Gebarentalen worden visuele talen genoemd omdat alles in die taal zichtbaar is. Je 'luistert' naar de taal met de ogen in plaats van met de oren. En je 'praat' niet met de stem, maar met de handen en de gezichtsexpressie. Voor ongeveer 70 miljoen dove mensen in de wereld is gebarentaal de moedertaal. Leeromgeving Oefening 1. De Nederlandse Gebarentaal Aan de hand van een aantal stellingen wordt informatie gegeven over gebarentalen. Rico, de dove presentator, geeft deze informatie in de Nederlandse Gebarentaal en je hoort de stem van een tolk. Bedenk bij iedere stelling of het waar of niet waar is en kijk dan vervolgens naar de uitleg. Doe dan de volgende opdrachten: 1. Lees eerst de gebruiksaanwijzing voor het on-line Basiswoordenboek NGT voorin dit werkboek. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het begrip BLOEM. Bekijk het standaardgebaar en doe dit gebaar na. Is dit ook het gebaar voor tarwebloem? Bekijk nu het gebaar BLOEM in ASL en DSG. Waarin lijken deze gebaren op elkaar? 2. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het begrip FAMILIE. Bekijk de 3 gebaren: standaard NGT, ASL en DSG. Lijken deze gebaren op elkaar? Doe het standaard NGT gebaar na. 3. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het begrip ROOD. Bekijk de 3 gebaren: standaard NGT, ASL en DSG. Waarin verschillen deze gebaren van elkaar? Doe het standaard NGT gebaar na. 4. Kijk in het online Basiswoordenboek NGT bij het gebaar VRIEND en bekijk nog een keer de regionale variaties van dit gebaar. Het begrip vriend heeft twee gestandaardiseerde gebaren. Deze gebaren zijn synoniemen. Gebaren die synoniem zijn betekenen dus precies hetzelfde en kunnen beiden gebruikt worden. Je kunt dat zien doordat achter het begrip 3 puntjes staan. Dus: VRIEND en VRIEND... Kijk naar de standaardgebaren VRIENDIN en VRIENDIN... Wat is het verschil tussen VRIEND en VRIENDIN, en tussen VRIEND... en VRIENDIN...? 5. GOED en LEKKER zijn makkelijk herkenbare gebaren. Beide gebaren hebben ook een synoniem. Zoek in het online Basiswoordenboek NGT de synoniemen GOED... en LEKKER op en beschrijf deze. Gebaren-oefenprogramma Oefen met de gebaren in het Gebaren-oefenprogramma. Ga naar het overzicht en klik op het handje met de 33 gebaren. Je komt nu in het oefenprogramma. Kies de manier waarop je wilt oefenen. Doe in elk geval een keer 'meerkeuze' en 'open vragen'. Oefen net zo lang tot je boven de 60% goed hebt. De gebruiksaanwijzing van het oefenprogramma staat voorin dit werkboek. Een overzicht van de begrippen vind je achter in dit werkboek bij Gebarenschat. 14 Nederlands Gebarencentrum

2 Het maken van een gebaar Gebaren worden gemaakt met de handen. Wordt elk gebaar gemaakt met beide handen? Of alleen met de linker- of rechterhand? Leeromgeving Oefening 2. Het maken van een gebaar Bekijk eerst de informatie die gegeven wordt in het filmpje. Beantwoord dan de volgende vragen. 1. Rico vertelt hoe je een gebaar maakt, namelijk met a. dit wordt het manuele deel van het gebaar genoemd b. dit wordt het non-manueel deel van het gebaar genoemd. 2. Schrijf drie gebaren op die je geleerd hebt in de eerste les die je met beide handen moet maken: 3. Maak het gebaar SCHRIJVEN eerst met je rechterhand en daarna met je linkerhand. Wat valt je op? 4. Noteer drie gebaren die je in de eerste les geleerd hebt met een orale component. Nederlands Gebarencentrum 15

3 Gebarenoefening Om gebaren goed te kunnen onthouden is het belangrijk om ze vaak te herhalen. Oefen hier met het herkennen van gebaren die gebruikt zijn in de les. Als deze oefening te moeilijk is, ga dan eerst in de leeromgeving naar oefening 5. Wijzen in NGT. Oefen daar de gebaren in het oefen-programma. Leeromgeving Oefening 3. Gebarenoefening In het filmpje wordt tien maal een gebaar gemaakt. Wat betekent elk gebaar? Hieronder staat een lijst met begrippen. Kies uit deze lijst de juiste betekenis van elk gebaar. Kijk dus naar fimpje 1 en kies uit de lijst het begrip dat de betekenis van het gebaar aangeeft, zet achter dat begrip het cijfer 1. Let op er zijn 10 gebarenfilmpjes en hieronder staan 15 begrippen. Vijf begrippen hebben dus niets met deze gebaren te maken. GOED WETEN VERGISSEN NAAM WIJ allemaal WIE JULLIE twee SNAPPEN/BEGRIJPEN GEBAAR SCHRIJVEN WETEN: IK-WEET-HET-WEL WETEN: IK-WEET-HET-NIET NADOEN van mij VERGETEN ONTHOUDEN 16 Nederlands Gebarencentrum

4 Aandacht trekken Wanneer je iets tegen iemand of een groep personen wilt zeggen, moet je eerst de aandacht hebben. Aandacht trekken kan op verschillende manieren gebeuren. Die manieren zijn afhankelijk van waar de gesprekspartners zich bevinden. Naar elkaar kijken, oogcontact hebben, is een voorwaarde om met elkaar te kunnen communiceren in NGT. Ook tijdens de communicatie kijk je elkaar aan. Horende mensen kunnen met elkaar praten terwijl ze naar iets anders kijken. Maar bij doven betekent luisteren kijken. Lees de informatie over aandacht trekken en doe daarna de oefening. Manieren van aandacht trekken 1. aantikken Als je dichtbij een doof persoon staat of zit, kun je hem/haar aantikken op de schouder of de arm. Nooit op de rug of op het hoofd. Een dove hoort niet dat er iemand komt aanlopen en kan dus behoorlijk schrikken als er plotseling op de schouder wordt getikt. Zorg er dus voor dat iemand je ziet aankomen door van voren of vanaf de zijkant te komen aanlopen. Als je zelf wat verder weg staat en iemand anders dichterbij, kun je die persoon vragen om de dove even aan te tikken en vervolgens te wijzen naar jou. Hierbij kun je het gebaar ROEPEN gebruiken. Bij het werkwoord ROEPEN wijzen de richting van de palm en vingers naar de persoon die geroepen wordt en de rug van de hand wijst naar de persoon die roept. Nederlands Gebarencentrum 17

2. zwaaien in het gezichtsveld Als je dichtbij zit of staat, kun je kleine zwaaibewegingen maken in het gezichtsveld van de dove persoon. Als je wat verder af zit kun je de bewegingen wat groter maken, om zo de aandacht te vragen. Bij een grote groep mensen kunnen zelfs twee handen gebruikt worden en nog grotere bewegingen gemaakt worden. 3. stampen op de grond en slaan op de tafel Twee andere manieren van aandacht trekken als je wat verder van elkaar staat, zijn stampen op de grond of slaan op tafel. Dit veroorzaakt trillingen op de grond en de tafel, die dove mensen kunnen voelen. Gewoon aandacht vragen kun je door rustig te stampen of te slaan. 4. knipperen met het licht Knipperen met het licht kan gebruikt worden om de aandacht van een groep mensen in een grote ruimte te krijgen. Dit wordt ook gedaan als iemand bijvoorbeeld op een andere verdieping in huis is, dan knipper je met het licht in de gang om iemand te roepen. 18 Nederlands Gebarencentrum

4 Aandacht trekken - oefening Beoordeel verschillende manieren van aandacht trekken. Is het de goede manier of moet het anders? Leeromgeving Oefening 4. Aandacht trekken In het filmpje zie je 10 situaties waarin de aandacht van iemand wordt getrokken. In een aantal situaties wordt dat op de juiste manier gedaan en in een aantal andere situaties wordt dat op een verkeerde manier gedaan. Bekijk de situaties 1 voor 1 en kruis aan of dat op een juiste of verkeerde manier gedaan is. Als de manier van aandacht trekken niet correct is, schrijf er dan bij waarom deze manier niet goed is en hoe dat beter zou kunnen. Situatie Juiste manier Verkeerde manier van aandacht trekken van aandacht trekken, waarom? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Nederlands Gebarencentrum 19

5 Wijzen in de Nederlandse Gebarentaal In tegenstelling tot de algemene norm dat het niet netjes is om te wijzen naar personen, wordt dat in de Nederlandse Gebarentaal juist heel veel gedaan om daarmee duidelijk te maken over wie of wat je spreekt. Een belangrijke regel bij het wijzen is dat men altijd even kijkt in de richting waar men naar wijst. We noemen dat wijsgebaar een INDEX. De INDEX wordt ook gebruikt voor persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, h/zij, wij, jullie en zij. Leeromgeving Oefening 5. Wijzen in de Nederlandse Gebarentaal Bekijk het eerste filmpje 'Informatie over wijzen in NGT' en doe daarna de oefening. Oefening A In dit filmpje zie je 6 zinnen in NGT. Bekijk deze zinnen een aantal maal en beantwoord de volgende vragen: zin 1 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie bedoelt ze dan? zin 2 Wat betekent deze zin? Welk wijsgebaar zie je in deze zin? zin 3 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? 20 Nederlands Gebarencentrum

zin 4 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? zin 5 Wat betekent deze zin? Wat valt je op bij het wijzen? zin 6 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? Gebaren-oefenprogramma Oefen met de gebaren in het Gebaren-oefenprogramma. Ga naar het overzicht en klik op het handje voor de gebaren. Je komt nu in het oefenprogramma. Kies de manier waarop je wilt oefenen. Doe in elk geval een keer 'meerkeuze' en 'open vragen'. Oefen net zo lang tot je boven de 60% goed hebt. Oefen ook met 'zelf gebaren'. De gebruiksaanwijzing van het oefenprogramma staat voorin dit werkboek. Het overzicht van de begrippen staat achterin dit werkboek bij Gebarenschat. Nederlands Gebarencentrum 21

Oefening B In het derde filmpje zie je nog 5 zinnen. Bekijk deze zinnen een aantal maal en beantwoord de volgende vragen: zin 1 Het eerste gebaar is een nieuw gebaar: MORGEN. Het tweede gebaar is het gebaar WERKEN. Het derde gebaar is een wijsgebaar. Wat betekent dit? Kun je nu begrijpen wat deze zin betekent? zin 2 In deze zin zie je een nieuw gebaar: PRECIES. Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie bedoelt ze dan? zin 3 In deze zin zie je een nieuw gebaar: gedaan. Dat is het gebaar DOEN. Wat betekent deze zin? Wat valt je op bij het wijzen? zin 4 Een nieuw gebaar: FEEST! Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie bedoelt ze dan? zin 5 Wat betekent deze zin? Hoe vaak wijst Sarah in deze zin en wie/wat bedoelt ze dan? 22 Nederlands Gebarencentrum

Service Overtuigd? Ben jij ook overtuigd van de voordelen van een LOI-opleiding? Wacht dan niet langer en schrijf je in voor de opleiding van je keuze. Doe het vandaag nog! Dan heb je je lesmateriaal al binnen een paar dagen in huis. Vragen? Heb je nog vragen over de opleiding van je keuze of over studeren bij de LOI? Bel dan even. Ons telefoonnummer is (071) 545 1234. Een heel team professionele adviseurs zit voor je klaar. We zijn bereikbaar op ma t/m do van 09.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 09.00u tot 18.00 uur. 8 LOI Proefles