Stelling van Pythagoras

Vergelijkbare documenten
Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Wortels en kwadraten

Stelling van Pythagoras vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

Bijlage 1 Rekenen met wortels

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

1.1 Rekenen met letters [1]

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Thema: Stelling van Pythagoras vmbo-kgt12

44 De stelling van Pythagoras

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

in een driehoek zijn de twee korte zijden samen langer dan de derde zijde

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Vraagstukken van de tweede graad

Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen

6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C:

werkschrift driehoeken

wiskunde C pilot vwo 2017-I

2.9 Stelling van Pythagoras

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

3.1 Soorten hoeken [1]

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Waarom probleemoplossend denken? Heuristiek. Hoe realiseren in de klas? Nieuw leerplan VVKSO. Meer dimensionale kijk

7 a patroonnummer a patroonnummer a h = z

HANDMATIG WORTELTREKKEN

Een kommagetal vermenigvuldigen met een natuurlijk getal

Noordhoff Uitgevers bv

5.1 Herleiden [1] Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) 2 = a 2 b 2

3 Formules. 8 x 6 = x 3 = 12. r-w-w b-w-w g-w-w r-w-r b-w-r g-w-r r-z-w b-z-w g-z-w r-z-r b-z-r g-z-r 6 x 7 = x 100 = 500.

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

4.1 Rekenen met wortels [1]

VOORBEREIDINGSWEEK BASISOPDRACHTEN

de Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Noordhoff Uitgevers bv

Ruitjes vertellen de waarheid

De schaal. Plattegrond van een klas.13

Antwoordmodel - Kwadraten en wortels

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

ANTWOORDEN blz. 1. d = 1013; = ; = ; =

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

Antwoorden Wiskunde Kwadraten en wortels

FAYA LOBI WEDSTRIJD 2014

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

Goniometrische verhoudingen

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

Examen Rekenen en Wiskunde

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli dr. Brenda Casteleyn

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

7 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt: Lengte schuine zijde is. 13 Bovenlangs: 14 a

2 Meten Kaarten Materialen en technieken Meten en schetsen Praktijkopdrachten 2.16

A. B. C. D. Opgave 3. In een groot vierkant is een kleiner vierkant getekend. Wat is de oppervlakte van het kleine vierkant? A. B. C. D.

Goniometrische verhoudingen.

Willem van Ravenstein

Driehoeken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Rekenen aan wortels Werkblad =

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

2003 De Wageningse Methode. Foto s De Wageningse Methode. Druk/Verkoop Tamminga bv, Postbus 176, 6920 AD Duiven

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

7 De getallenlijn = -1 = Nee = 0 = = = 7 -7 C. -2 a 1 b 4 = a b -77 = -10

Estafette. 36 < b < 121. Omdat b een kwadraat is, is b een van de getallen 49, 64, 81 en 100. Aangezien a ook een kwadraat is, en

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

Taak na blok 1 startles 8

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein Den Haag

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

WISKUNDE-ESTAFETTE KUN Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Oefenopgaven Stelling van Pythagoras.

Niveauproef wiskunde voor AAV

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

' --+-~-+ ) C I J F ERE N. leerjaar/groep 7 ) ) ajodakt

Opgave 1 - Uitwerking

Onthoudboekje rekenen

5.1 Lineaire formules [1]

Overstapprogramma 6-7

5 a Als je onder elkaar zet en vermenigvuldigt:

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Noordhoff Uitgevers bv

ProefToelatingstoets Wiskunde B

Aanvullende tekst bij hoofdstuk 1

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

29 Parabolen en hyperbolen

wizbrain 2015 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Uitwerkingen wizprof D = = B 6 ronden duren 6 minuten en 66 seconden, dus 7 minuten en 6 seconden.

Transcriptie:

H3 Stelling van Pythagoras 2 BBL 3.1 Kwadraten en wortels 1. Vul het rijtje in. 1² =. 6² =. 2² =. 7² =. 3² =. 8² =. 4² =. 9² =. 5² =. 10² =. 2. Leer de ingevulde rijtjes van opdracht 1 uit je hoofd! 3. Bereken zonder rekenmachine, maak de tussen stappen. a. 5² =.. x.. =.. b. 7² =.. x.. =.. c. 10² =.. x.. =.. d. 3² =.. x.. =.. 4. Bereken met rekenmachine. a. 15² =. d. 9² =. b. 120² =. e. 25² =. c. 100² =. f. 20² =. 5. Vul het juiste getal in. a..² = 64 b..² = 36 c..² = 4 d..² = 81 Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 1

6. In het vierkant hiernaast staat de oppervlakte. Schrijf de lengte van de zijde op......... 7. Het vierkante grasveld in de tuin van meneer Janssen is 9 m² groot. Wat zijn de maten van het grasveld?. m bij. M 8. Bereken zonder rekenmachine. (Gebruik eventueel de rijtjes van opdracht 1) a. 100 =. d. 49 =. b. 16 =. e. 9 =. c. 81 =. f. 25 =. 9. Klopt het dat 144 gelijk is aan 12. Controleer dit met je rekenmachine Omcirkel het juiste antwoord hieronder. Klopt wel / klopt niet 10. Controleer met je rekenmachine of 26 gelijk is aan 5,099019514. Omcirkel het juiste antwoord hieronder. Klopt wel / klopt niet 11. Bereken met rekenmachine. a. 6,25 =. d. 576 = b. 1089 = e. 72,25 = c. 10,24 = f. 3481 = Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 2

12. Bereken met rekenmachine en rond af op 2 decimalen. a. 19 = d. 7 = b. 300 = e. 83 = c. 45 = f. 1234 = 13. Vul in. Optellen is het omgekeerde van.. Vermenigvuldigen is het omgekeerde van. Kwadrateren is het omgekeerde van.. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 3

3.2 Rechthoekige driehoek 14. Schrijf de juiste letters onder de vraag. a. Welke van de onderstaande driehoeken zijn gelijkbenige driehoeken?...... b. Welk van onderstaande driehoeken is een gelijkzijdig driehoek?...... c. Welke van onderstaande driehoeken zijn rechthoekige driehoeken?...... d. Welk van de onderstaande driehoeken is gelijkbenig en rechthoekig?...... a b c d e Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 4

15. Kleur de langste zijde van de driehoek blauw en de korte zijden rood. 16. a. Weke zijde zijn de langste zijde? Langste zijde ΔDEF is Langste zijde ΔPQR is Langste zijde ΔABC is Langste zijde ΔRST is b. Welke zijden zijn de korte zijde? Kortste zijden ΔDEF zijn en Kortste zijden ΔPQR zijn en Kortste zijden ΔABC zijn en Kortste zijden ΔRST zijn en Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 5

3.3 De stelling van Pythagoras 17. Bij wat voor soort driehoek kun je de stelling van Pythagoras toepassen? 18 a. Welke zijde is de langste zijde van ΔABC?.. b. Welke zijden zijn de kortste zijden van ΔABC?.. c. Vul de lengte van de kortste zijden in het schema in. d. Kwadrateer de korte zijde en vul dit in het schema in. e. Tel de kwadraten bij elkaar op. Vul de uitkomst van de kwadraten in in het schema. f. Neem de wortel van de uitkomst van de optelling van e. Rond af op één decimaal g. Hoe lang is nu de langste zijden? De langste zijde is.cm Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 6

19. Bereken de langste zijden van de driehoeken. Rond af op één decimaal. a. b. De langste zijde is.cm. De langste zijde is.cm. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 7

c. De langste zijde is.cm. 20. Bereken de langste zijden van de driehoeken. Rond af op één decimaal. a. De langste zijde is.m. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 8

b. c. De langste zijde is.m. De langste zijde is.m. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 9

d. De langste zijde is.m. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 10

21 a. Welke zijde is de langste zijde van ΔABC?.. b. Welke zijden zijn de kortste zijden van ΔABC?.. c. Vul de lengte van de korte zijde en de langste zijde in het schema in. d. Kwadrateer de korte zijde en de langste zijde vul dit in het schema in. e. Haal het gekwadrateerde getal van de korte zijde, van het gekwadrateerde getal van de langste zijde af. Vul dit het getal in het schema in. f. Neem de wortel van de uitkomst van e. Rond af op één decimaal g. Hoe lang is nu de korte zijden? De korte zijde is cm Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 11

22. Bereken de korte zijden van de driehoeken. Rond af op één decimaal. a. b. De korte zijde is.cm. De korte zijde is.cm. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 12

c. De korte zijde is.cm. 23. Bereken de korte zijden van de driehoeken. Rond af op één decimaal. a. De korte zijde is.cm. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 13

b. c. De korte zijde is.cm. De korte zijde is.cm. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 14

d. De korte zijde is.cm. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 15

3.4 Pythagoras in de praktijk 24. Joyce loopt over het zandpad naar huis. Haar broer Tijs rijdt met de auto naar huis. auto 56 m Joyce 34 m huis Joyce a. Bereken de lengte van het zandpad. Rond af op één decimaal. b. Bereken hoeveel meter Tijs meer heeft afgelegd dan Joyce. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 16

25. Bereken hoe hoog de berg is. Rond af op één decimaal. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 17

26. Bereken hoelang het achtbaanstuk dat omhoog gaat is. Rond af op twee decimalen. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 18

27. Bereken hoe lang de ladder is. Rond af op één decimaal. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 19

28. Op een hoge paal wordt een ooievaarsnest neergezet. De paal wordt rechtop gehouden door spandraden. Hoe hoog ligt het ooievaarsnest? Rond af op twee decimalen. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 20

29. Bereken de zijde met het vraagteken. Rond af op twee decimalen. Hoofdstuk 3: Stelling van Pythagoras 21