CLINICAL DETERMINANTS OF RED CELL ALLOIMMUNIZATION Implications for preventative antigen matching strategies Dr. Dorothea Evers Promotoren: prof. J.G. van der Bom & prof. J.J. Zwaginga
Casus 64-jarige man. 2016: diagnose MDS-RCMD. Hb 6.3 mmol/l, Leukocyten 2.4x10^9/L; Trombocyten 67x10^9/L. Niet transfusie-afhankelijk. Expectatief beleid. Heden: totale heupprothese, peri-operatief 2 RBCs. Wat geeft u uit? A. ABO/RhD compatibel. B. ABO/RhD, CcEe, K compatibel. C. ABO/RhD, CcEe, K en Jk a compatibel. 2
Casus 64-jarige man. 2016: diagnose MDS-RCMD. Hb 6.3 mmol/l, Leukocyten 2.4x10^9/L; Trombocyten 67x10^9/L. Niet transfusie-afhankelijk. 2017: fietstrauma waarbij miltruptuur en splenectomie. 2018: progressie MDS naar AML waarvoor remissie-inductiekuren en daarna allogene stamceltransplantatie. Heden: 1e kuur, vanwege chemo-geinduceerde aplasie 2 RBCs. Wat geeft u uit? A. ABO/RhD compatibel. B. ABO/RhD, CcEe, K compatibel. C. ABO/RhD, CcEe, K en Jk a compatibel. 3
RBC alloimmunisatie Behoefte aan een verbeterde en nauwkeurigere risico-inschatting: Voorspellend voor het risico op RBC alloimmunisatie. Bepalend voor het te voeren matchingsbeleid. Omvattend: klinische, genetische, en omgevingsgerelateerde factoren van de ontvanger; donorgerelateerde kenmerken. 4
R-FACT: Risk Factors for Alloimmunization after red Cell Transfusions 54,347 newly transfused Exclusion (n = 30,284): 25,037 no follow up after single transfusion episode 4,322 infants < 6 months of age 543 pre-transfusion positive screen 230 immunization to non-clinically relevant alloantigen or to autoantigen 60 Rhd immunziations 38 hemoglobinopathy 43 unidentified antigen mismatch 11 alloimmunization within 7 days of 1 st antigen mismatch 24,063 included 505 cases + 1,010 matched controls 5
Klinische determinanten van RBC alloimmunisatie 1. Cumulatieve transfusieload & RBC antigen immunogeniciteit 2. Infecties 3. Splenectomie 4. Immunosuppressiva o.a. in kader behandeling hemato-oncologische aandoeningen 6
1. Transfusieload & antigen immunogeniciteit Risico op alloimmunisatie neemt toe met de cumulatieve hoeveelheid transfusies. 7 Evers et al, Lancet Haem atol. 2016;3(6):e284-92.
1. Transfusieload & antigen immunogeniciteit Risico op alloimmunisatie neemt toe met de cumulatieve hoeveelheid transfusies. Antigen immunogeniciteit: K > E > Cw > e > Jka > c > C 8 Evers et al, Lancet Haem atol. 2016;3(6):e284-92.
2. Infecties Wat wisten we al? In de muis: met kunstmatige (bacteriele/virale) inflammatie makkelijker en meer alloimmunisatie. R-FACT kennis: Bacteriele infecties van voldoende ernst: RR 3.06 (1.57-5.96) Gram-negatieve bacteremieen: RR 0.58 (0.13-1.14) Virale infecties van aanzienlijke gradering: RR 2.41 (0.89-6.53) Ernst infectie = grootte effect op alloimmunisatie. 9 Evers et al, Br J Haematol 2016; 175(5):956-966.
3. Splenectomie Wat wisten we al? In de muis: geen milt = geen alloimmunisatie. R-FACT kennis: Na splenectomie: 20x verlaagd risico op alloimmunisatie RR 0.05 (0.01-0.55). Dus: zonder milt is de mens sterk beschermd! 10 Evers et al, Haematologica 2017;102(8):e289-e292.
4. Immunosuppressiva & (hemato)oncologische aandoeningen Wat wisten we al? Immunosuppressiva: afremming van diverse schakels binnen het afweersysteem. Bij bepaalde maligne (beenmerg)ziekten mogelijk meer alloimmunisatie (MDS). 11 Zalpuri, Evers et al, Tranfusion 2014; 54(8):1981-7. Evers et al, Haematologica 2017;102(1):52-59.
4. Immunosuppressiva & (hemato)oncologische aandoeningen Wat wisten we al? Immunosuppressiva: afremming van diverse schakels binnen het afweersysteem. Bij bepaalde maligne (beenmerg)ziekten mogelijk meer alloimmunisatie (MDS). R-FACT kennis: Algemeen: immunosuppressiva (bv prednison) beschermen tegen alloimmunisatie (RR 0.55 (0.34-0.91). Specifiek: intensieve behandeling van hematooncologische aandoeningen beschermt sterk tegen alloimmunisatie (chemotherapie, auto- en allogene stamceltransplantatie; RR 0.08-0.34). Implicatie: absoluut risico alloimmunisatie = risico per transfusie x aantal transfusies. 12 Zalpuri, Evers et al, Tranfusion 2014; 54(8):1981-7. Evers et al, Haematologica 2017;102(1):52-59.
Toekomst Een nauwkeurig, simpel en betrouwbaar model. Risico voorspellend. Beleid bepalend. Alle relevante factoren omvattend. 13 19-dec-2017
En met heel veel dank aan het R-FACT consortium!!! LUMC Leiden en CCTR, Sanquin Research Jaap Jan Zwaginga, Anske van der Bom, Masja de Haas, Dorothea Evers, Janneke Tijmensen, Rutger Middelburg UMCU Utrecht Karen de Vooght Jeroen Bosch Hospital, s Hertogenbosch Nathalie Péquériaux, Eugenie Gemen VUMC Amsterdam Otto Visser, Nel Som HagaHospital, Den Haag Cisca Hudig Catharina Hospital, Eindhoven Daan van de Kerkhoff