PRUP Omleidingsweg Anzegem

Vergelijkbare documenten
Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein Leuven

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

25 november Dienst Ruimtelijke Planning

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Zuidoostelijke en noordoostelijke omleidingsweg te Tongeren

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving Bouvelobos, Hemsrodebos en steilrand van Moregem

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inrichting van een bedrijventerrein : Eiland Zwijnaarde te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West

Geïntegreerd advies bij het "Verzoek tot raadpleging voor het RUP regionaal bedrijventerrein Eke"

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Infomoment Verapazbrug

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Richtlijnen plan-milieueffectrapportage uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit. Parallelwegenstructuur E34

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare

Rondzendbrief VLBR-RO/

Renogen biomassa-wkk te Ham

Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER. Doortocht Brugge - Vernieuwing Steenbruggebrug

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

Provincieraadsbesluit

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

VR DOC.0014/ mei 2011 PLIR-0050-GK

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Oostelijk op- en afrittencomplex Jabbeke

adviezen n.a.v. planmer-screening

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER. Historisch gegroeid bedrijf Drukkerij Verstraete N.V. te Knesselare

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding en hervergunning Inbev Belgium NV te Leuven

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

BETREFT: plan MER screening

PROCESNOTA 1.0 (26/04/2018)

Transcriptie:

Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, natuur- en energiebeleid, dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen voor PRUP Omleidingsweg Anzegem 17 mei 2010 PLIR-MER-0030-RL

1. Inleiding De provincie West- wil de mogelijkheden onderzoeken voor een omleiding van de N382. Dit is een weg die dwars door de kern van Anzegem loopt. Ter hoogte van de Kerkstraat en het Dorpsplein zijn veel leefbaarheidsproblemen, hoofdzakelijk veroorzaakt door de doorgang van zwaar verkeer. Er zijn twee belangrijke knelpunten op de huidige doortocht: de kruispunten Kerkstraat-Dorpsplein-Berglaan en Dorpsplein-Statiestraat- Wortegemsesteenweg. In beide gevallen is sprake van twee haakse bochten die moeilijk door zwaar verkeer kunnen genomen worden. Dit leidt tot manoeuvreerproblemen en onveiligheid voor zwakke weggebruikers die zich in de dode hoek van vrachtwagenchauffeurs bevinden. Het probleem situeert hem niet alleen bij het aandeel zwaar verkeer. Naast de twee haakse bochten is het profiel van de N382 op bepaalde plaatsen smal. Ook de aanwezigheid van diverse functies (scholen, supermarkten, ) speelt een rol. Als mogelijke oplossing voor deze problematiek wordt gekeken naar een omleidingsweg. Hiervoor zijn een viertal varianten. Twee varianten die ten oosten van de kern van Anzegem passeren en twee die daar ten westen van lopen. De plan-mer plicht wordt getoetst door middel van artikel 4.2.1 en artikel 4.2.3 2 1 van het plan-m.e.r.-decreet van 27 april 2007 1. Meer bepaald moet het gaat om: een plan dat betrekking heeft op ruimtelijke ordening én dat niet het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhoudt én dat het kader vormt voor de toekenning van vergunningen voor projecten opgesomd in bijlage I en/of II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. De oostelijke tracés liggen in de nabijheid van een habitatrichtlijngebied. Voorheen was het dan ook zo dat het project ook op deze grond plan-mer-plichtig was. De van rechtswege plan-mer-plicht geldt echter niet meer voor plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is sedert de decreetswijziging van 8 mei 2009 BS 03-07-2009. Door de provincie is vrijwillig gekozen voor een plan-mer procedure omdat men zich bewust is van het feit dat de vier mogelijke tracés effecten gaan hebben op het milieu. De plan-mer Is bedoeld om te komen tot een mogelijke keuze voor een van de vier aangeduide tracés. Het plan-mer wordt opgemaakt volgens de procedure van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2009 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan (B.S. 30 mei 2008). Het MER dient het voorgenomen plan te toetsen aan de recente plan-m.e.r. wetgeving. Het kennisgevingsdossier is door de Dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid in eerste instantie onvolledig verklaar op 21 december 2009. Het dossier is opnieuw ingediend met inachtneming van een aantal aanpassingen in het bijzonder met betrekking tot de voorstelling en beschrijving van de verschillende omleidingsvraianten en is volledig verklaard op 11 januari 2010. De ter inzage legging liep van 18 januari 2010 tot en met 17 februari 2010. Het kennisgevingsdossier was gedurende de ter inzage legging te raadplegen bij de gemeente Anzegem, de dienst Mer te Brussel, op de webstek van de Dienst Mer en van de provincie West. Dit werd aangekondigd via de website van de dienst Mer, via de informatiekrant de gemeente Anzegem Het Gouden Blad en via aanplakking aan het stadhuis, de officiële plaats voor aanplakkingen Anzegem. 1 Decreet houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (BS 20 juni 2007).

Parallel aan de ter inzage legging werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. De ontvangen adviezen en inspraakreacties zijn behandeld op de bespreking van de ontwerprichtlijnen op 25 maart 2010. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Dienst Mer en hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen worden hierin meegenomen Het plan-mer dient opgesteld te worden zoals voorgesteld in de nota voor publieke consultatie, aangevuld/aangepast met de vereisten die in deze richtlijnen geformuleerd worden. Rekening houdende met deze richtlijnen zal een ontwerpversie van het definitief plan-mer opgesteld worden. Deze ontwerpversie zal voor advies overgemaakt worden aan de overheden en instanties vermeld in bijlage V van deze richtlijnen. De adviezen op de ontwerpversie zullen behandeld worden op een vergadering. Rekening houdende met de adviezen op de ontwerpversie kunnen bijzondere aanvullende richtlijnen opgesteld worden. In voorkomend geval kan het verslag van die vergadering deze bijzondere aanvullende richtlijnen bevatten. Na aanpassing van de ontwerpversie - rekening houdende met de bijzondere aanvullende richtlijnen - kan het definitief plan-mer ingediend worden bij de dienst Mer voor een beslissing inzake goed- of afkeuring van dit plan-mer. Er zijn een 522-tal inspraakreacties ontvangen. 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer om: recent kaartmateriaal te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende; de bron van de gebruikte basiskaarten te vermelden (vb. topografische kaarten = NGI; meer info http://www.gisvlaanderen.be); het kaartmateriaal zodanig te presenteren dat het van goede kwaliteit is, met name overzichtelijk, duidelijk, bruikbaar (voldoende detailniveau), hanteerbaar (bij voorkeur A4, maximaal A3) en gemakkelijk begrijpbaar, ook voor een niet-deskundige; aandacht te besteden aan de overeenstemming tussen de tekst onderling, de figuren en de legende; alle relevante straatnamen aanduiden en aangeven en naar waar ze ontsluiting bieden; de datum van het herkomst-bestemmingsonderzoek aangeven, bij vermelding van studies, steeds de referentie opnemen; een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst, lijst van figuren, lijst van tabellen en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; in de terminologie doorheen het plan-mer rekening houden met het feit dat het rapport een plan-mer en geen project-mer is (vb. plangebied en geen projectgebied, ). 3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Doelstelling is om de leefbaarheid in het centrum van Anzegem te verbeteren. Het zwaar verkeer aldaar zorgt voor problemen. Het probleem situeert hem niet alleen bij het aandeel zwaar verkeer. Naast de twee haakse bochten is het profiel van de N382 op bepaalde plaatsen smal. Ook de aanwezigheid van diverse functies (scholen, supermarkten, ) speelt een rol. De doortocht (N382) is in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West- geselecteerd als secundaire weg. Bijkomend is de afweging om mogelijk een omleidingsweg te voorzien een bevoegdheid van de provincie.

Aan de basis van dit MER ligt een verzoek van de gemeente Anzegem aan de provincie West- om onderzoek te doen naar de leefbaarheid in het centrum van Anzegem. Dit onderzoek kadert binnen de uitwerking van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West. Door middel van het beleidsinstrument specifiek beleidskader voor bijkomende omleidingswegen op secundair niveau voor kernen in het buitengebied is ondermeer onderzoek gedaan naar de leefbaarheidsproblematiek in de kern van Anzegem. Dit onderzoek bevat zowel verkeerskundige als ruimtelijke parameters voor de afweging van bijkomende omleidingswegen op secundair niveau. De conclusie was dat er duidelijk kan gesteld worden dat het centrum van Anzegem, ter hoogte van de Kerkstraat en het Dorpsplein, te kampen heeft met leefbaarheidsproblemen, hoofdzakelijk veroorzaakt door het zwaar verkeer in de doortocht van de N382. Het plan-mer zal concreet aangeven welke bestemming(en) gewijzigd kunnen worden ten gevolge van het PRUP en wat de omvang van die wijzigingen zijn en dit rekening houdende met de tracé-locatie-alternatieven en de inrichtings- en uitvoeringsalternatieven. Het plan- MER zal de milieueffecten van de bestemmingswijzigingen duidelijk in beeld brengen en evalueren en waar nodig milderende maatregelen voorstellen. Het wijzigen van deze bestemmingen dient afgetoetst te worden ten aanzien van andere juridische en beleidsmatige doelstellingen op gemeentelijk, provinciaal en gewestelijk niveau. Het gebruik van de term vrijwillig in de NPC, wekt de suggestie dat er in dit geval niet de noodzaak en/of wettelijke basis is voor het maken van dit plan-mer volgens het integratiespoorbesluit. In het MER dient verduidelijkt te worden wat hier met de term vrijwillig bedoeld wordt. Daarnaast is het belangrijk om helder uit te werken waarom hier wel degelijk sprake is van een plan-mer plicht. In de NPC wordt aangegeven dat het om een niet project-mer plichtig project gaat. Het is daarom van belang dat het plan-mer voldoende in detail, aandacht besteedt aan de verschillende alternatieven evenals de impact op de verschillende disciplines. 4. Voorgesteld project en alternatieven Door middel van dit MER wordt getracht om een beeld te krijgen van de gevolgen voor het milieu van de ruimtelijke inpassing van de verschillende varianten. Op basis van dit MER heeft de provincie de mogelijkheid om in een PRUP die variant verder uit te werken. Uit de advies-, en inspraakronde zijn vanuit het oogpunt van het milieu geen volwaardige alternatieven naar voren gekomen.. De provincie West heeft naast deze plan-mer procedure volgens integratiespoor, een studie opgestart om de mobiliteitsproblematiek in een ruimer regionaal kader te onderzoeken. Aan deze studie nemen diverse belanghebbende overheden deel en zal waarschijnlijk tegen begin 2011 afgerond zijn. De mogelijkheid bestaat dat deze studie een alternatieve oplossing oplevert voor de problematiek in Anzegem anders dan die in het MER besproken. Daarom wordt gevraagd dit in het MER mee te nemen. In dit kader is het ook belangrijk aan te geven wat het doel is van het MER, namelijk te komen tot een beeld van de (mogelijke) milieueffecten van de vier verschillende tracés en op basis daarvan al dan niet een keuze te maken tussen één van de vier voorgestelde varianten. Het is voor de provincie West- van belang dat er op basis van de MER een keuze voor een bepaald tracé kan worden gemaakt. De resultaten van de regionale studie kan dan mee bepalend zijn of er nu al dan niet een ringweg nodig is. Indien dit het geval blijkt, kan doorgewerkt worden met het eerder gekozen omleidingstracé. Het is echter (omwille van de vele wegwerkzaamheden in de regio) niet duidelijk wanneer (betrouwbare) resultaten vanuit

de regionale studie beschikbaar zullen zijn. Daarnaast zijn uit de inspraak vanuit het oogpunt van het milieu geen volwaardige alternatieven naar voren gekomen. Voor de onderbouwing van de problematiek in Anzegem wordt gebruik gemaakt van verkeerstellingen uit 2006. In een aantal adviezen en inspraakreacties, wordt gevraagd om gebruik te maken van meer recente gegevens. Gezien de werkzaamheden na 2006 en de nog geplande werken is het moeilijk actueel een zuiver beeld te krijgen. Aangezien tijdens de meting van 2006 geen werken plaatsvonden, lijkt dit de meest aangewezen referentiesituatie. Er wordt wel gevraagd om in het MER bij de verkeerstelling en modellering een doorkijk te geven naar 2020 en indien mogelijk rekening te houden met verkeerstellingen die na de werken gaan plaatsvinden naar aanleiding van de regionale studie van de provincie - en deze te integreren in het MER. Daarbij dient ook rekening te worden gehouden met de gewijzigde verkeerssituatie d.m.v. aantal technische ingrepen ten opzichte van 2006. Er dient te worden beschreven van welk type weg wordt uitgegaan (breedte, maximum snelheid, en dergelijke). Over de relatie van het GRS en het mobiliteitsplan Anzegem dient te worden opgemerkt dat gemeente Anzegem al een verkenningsnota heeft opgemaakt, waarin ze de aanleg van een omleidingsweg rond Anzegem opnemen als actie. In het goedgekeurde mobiliteitsplan van 1998 was er enkel sprake van twee westelijke tracés. In de verkenningsnota worden zowel de westelijke als de oostelijke tracés weergegeven. Er is sprake van vier alternatieven, twee ten oosten (A en B) en twee ten westen (A en B) van de dorpskern van Anzegem. Beide westelijke tracés hebben een gemeenschappelijk deel aan de noordzijde. De twee westelijke tracés hebben aan de zuidkant een gemeenschappelijk gedeelte. Westelijk tracé Heel de noordelijke helft van de twee westelijke tracés (West A en West B) is gemeenschappelijk. De nieuwe weg takt aan op de Grote Leiestraat (N382) ca. 700 meter ten noordwesten van het kruispunt met de Vichtsesteenweg/Heuntjesstraat, ter hoogte van een onbebouwde strook in het woonlint langs de N382. Het tracé loopt in zuidwestelijke richting, kruist de Vichtsesteenweg en doorsnijdt de sportvelden van SV Anzegem (Drie Kaven). Vervolgens draait het tracé naar het zuidoosten, kruist de Korte Winterstraat en loopt parallel aan de Lange Winterstraat, op een afstand van ca. 100 meter. Het tracé kruist de Landergemstraat in het korte stuk tussen de kruispunten van deze straat met de Lange Winterstraat en de Buyckstraat. Vervolgens lopen de tracés West A en West B uit elkaar. Tracé West A loopt vanaf de Landergemstraat in zuidzuidoostelijke richting naar de Berglaan, dwars dooropen ruimtegebied. Het tracé loopt rakelings langs een boerderij aan de Kouterstraat. Het tracé loopt zo ver westelijk opdat het woonlint langs de Berglaan volledig binnen de ringweg zou vallen. Voorbij de Berglaan draait het tracé in oostelijke richting en loopt parallel aan spoorlijn 89. Het tracé kruist de Belsbruggestraat tussen de spoorweg en de laatste woning van deze straat. Ter hoogte van de Krommestraat takt de omleidingsweg terug aan op de N382 (Statiestraat), in een onbebouwde zone ter hoogte van de Weedriesbeek. Tracé West B loopt vanaf de Landergemstraat in zuidoostelijke richting, parallel aan de Buyckstraat, en blijft dichter bij de dorpskern van Anzegem. Het tracé kruist de Berglaan vlak bij het gemeentehuis van Anzegem en doorsnijdt aldus het woonlint langs de Berglaan. Voorbij de Berglaan nadert tracé West B opnieuw tot tracé West A. Het kruist de Belsbruggestraat circa 100 meter noordelijker dan tracé West A, ten noorden van de hier aanwezige woningen. Het tracé sluit op dezelfde plaats aan op de N382 als tracé West A.

Oostelijk tracé Het gemeenschappelijk oostelijke tracé loopt in zuidoostelijke richting, grotendeels parallel met en op circa 100 meter afstand van de Kalkstraat. Het tracé kruist de Petegemstraat en de Wortegemstraat (geen bebouwing). Vanaf de Wortegemsesteenweg draait het tracé in een boog rond de hier aanwezige hoogspanningsmasten naar het zuiden en doorsnijdt daarbij de vallei van de Weedriesbeek. Het oostelijk tracé sluit aan op de N382 (Statiestraat) ter hoogte van de Krommestraat, op vrijwel dezelfde plaats als de westelijke tracés (maar dan uiteraard aan de oostzijde van de weg). Variant Oost A begint aan de (recent aangelegde) rotonde op het kruispunt van de N382 met de Vichtsesteenweg en de Heuntjesstraat. Het tracé volgt gedurende circa 200 meter de bestaande N382 (Kruisweg). Vanaf het kruispunt met de Kalkstraat en de dreef naar kasteel Hemsrode draait het tracé in oostzuidoostelijke richting. Achter de woningen langs de Kalkstraat sluit tracé Oost A aan op het (langere) tracé Oost B. Variant Oost B takt veel noordelijker aan op de N382 (Grote Leiestraat), namelijk circa 500 meter ten noorden van de rotonde en ca. 200 m ten Z van de mogelijke aantakking van de westelijke varianten. Het tracé loopt in ZO richting en kruist de Heuntjesstraat circa 150 meter ten oosten van de rotonde, via een smalle opening in het woonlint langs deze straat. Het tracé loopt dan parallel aan de huidige N382, kruist de dreef van het kasteel Hemsrode, en sluit circa 200 meter verderop aan op tracé Oost A. Vervolgens lopen beide tracés samen. 5. Juridische en beleidsmatige context De kennisgeving heeft opgave gedaan van het juridische/beleidsmatige kader dat voor het project in dit MER van belang is. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en in het bijzonder ook aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke component worden duidelijk cartografisch gepresenteerd. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. Volgende relevante randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: Een verwijzing naar omzendbrief RO/2005/01 betreffende de beleidsmatige herbevestiging gewestplannen in het kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan dient toegevoegd te worden. Deze omzendbrief bepaalt dat gemeentelijke en provinciale structuurplannen en toekomstige gemeentelijk een provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen de herbevestigde agrarische bestemmingen dienen te respecteren. Op 24 oktober 2008 werd door de regering besloten om de westelijke zijde van Anzegem te herbevestigen als agrarisch gebied (VR PV 2008/40 punt 0043).

6. Bestaande toestand en milieueffecten a. Referentiesituatie, bestaande toestand en ontwikkelingscenario s Als referentiesituatie wordt de huidige toestand van het plangebied met de onmiddellijke omgeving beschreven. De effecten zullen ten aanzien van deze referentiesituatie beschreven of ingeschat worden. Relevante ontwikkelingsscenario s dienen te worden uitgewerkt. Naast het voorgenomen project is het ook nodig informatie en kennis te vergaren over activiteiten, projecten of plannen die vergund en/of gepland zijn en redelijkerwijze in de onmiddellijke toekomst worden uitgevoerd in de nabije omgeving en die samen met het voorgenomen project een cumulatief effect kunnen teweegbrengen. De autonome ontwikkeling van het studiegebied, zijnde de evolutie van het studiegebied zonder enige beïnvloeding van buitenaf, zal ook in beschouwing genomen worden. Het al dan niet realiseren van het project staat daar los van. Indien er tijdens het opstellen van het MER andere ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen dienen deze toegevoegd te worden aan het afwegingskader. b. Milieueffecten, geplande toestand en milderende maatregelen De volledig verklaarde NPC geeft een beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen onderzocht en beoordeeld worden en geeft aan dat in functie van het effectonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld (ook op een geschikte kaartschaal) en uitgewerkt. Per discipline dient gestreefd te worden naar een duidelijk significantiekader. Hierbij dient aangegeven te worden wanneer een effect als significant beschouwd wordt. Het gebruik van een expertenbeoordeling dient waar mogelijk beperkt te worden. Het ingreep-effectschema zal in het MER, waar noodzakelijk verder uitgebreid worden met de diverse effectgroepen die beschreven zullen worden bij de effectbeschrijving in het MER. Een dergelijk ingreep-effectschema heeft namelijk in een MER ook de functie om een leidraad te zijn voor de lectuur van de effectbeschrijving en beoordeling. De tabel wordt dus in de loop van het onderzoek iteratief aangepast en zal in het MER voor het hoofdstuk waarin de beschrijving gebeurt behandeld worden. Het richtlijnenboek m.e.r deel 2 geeft verdere aanbevelingen met betrekking tot het gebruik van begrippen en de invulling ervan. Tijden het opstellen van het MER dient men ook gebruik te maken van (de recentste versies) van de disciplinespecifieke delen van de Richtlijnenboeken.

De Dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als aanvulling op de volledigverklaarde NPC, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: Mens verkeer Gezien de grote impact op lokaal niveau dient in het MER, het verkeerskundig concept van de planalternatieven voldoende te worden gedetailleerd (o.a. verkeerstechnische knelpunten ter hoogte van de spooroverweg, gelijkvloerse spooroverweg, kruispuntvorm van aan te sluiten straten, breedte van de weg). In het MER moet voldoende aandacht worden besteed aan de interactie van de verschillende alternatieven met fietsers, voetgangers en routes voor uitzonderlijk vervoer. In het MER dient rekening gehouden te worden met de impact op de aansluitende gewestwegen de N36 en de N8. Wanneer er een omleidingsweg wordt aangelegd, zal de ontsluitende functie van de N382 primeren. Menig doorgaand vervoer zal niet langer de N36 door de verschillende doortochten gebruiken als route naar het hogere wegennet. De N36 kan dan fungeren volgens de categorisering der wegen vastgelegd als lokale weg. Er dient rekening te worden gehouden met de studie Vrachtroutenetwerken opgesteld in opdracht van de Vlaamse overheid. Dergelijk netwerk heeft als doel om het zwaar vervoer zo snel mogelijk af te leiden naar het hogere wegennet. Gezien de categorisering van de N382 als secundaire weg type II, dient deze weg te fungeren als ontsluitingsweg naar het hogere net. In dit geval de E17/A14. Bij bereikbaarheid moet ook aangegeven worden wat de omrijfactor is, dat gebeurt nu alleen kwalitatief, kan ook kwantitatief uitgewerkt worden zodat beter inzicht wordt verkregen. Daarnaast voldoende aandacht voor zwakke weggebruiker bij verkeersveiligheid, o.a. oversteekbaarheid en aandacht voor bereikbaarheid landbouwpercelen. Geluid en trillingen De geluidsmetingen in functie van het huidige verkeersgeluid zijn momenteel niet representatief in verband met de (huidige) werken. Lucht Geen opmerkingen Bodem- en grondwater Er zijn mogelijk overstromingsgevoelige gebieden aanwezig. Deze dienen in het MER in voldoende mate in beeld gebracht te worden in verhouding tot de vier mogelijke tracés. De wegenis is gelegen in de brongebieden van de Dommelbeek en Weesdriesbeek. Het aflopend hemelwater zal een bijkomende impact hebben op deze waterlopen die gekwantificeerd moet worden en de voorziene infiltratie- en bufferstructuren dienen dan ook zodanig ontworpen te worden dat er geen overlast ontstaat. Bij de effectgroep grondwaterkwaliteit wordt gekeken naar het aantal risicolocaties binnen de invloedssfeer van de werken. Hierbij dient eveneens aandacht te zijn voor de exploitatie van de weg waarbij potentieel verontreinigd hemelwater mogelijk een negatieve impact heeft op de grondwaterkwaliteit. De afwatering en het effect op de waterhuishouding van de landbouwpercelen in verhouding tot de vier mogelijke tracés, dient in het MER bekeken te worden.

Flora en fauna In het MER dient aangegeven te worden op welke mogelijke afstand (plus marge) de oostelijke tracés passeren langs het Habitatrichtlijnengebied Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen Het MER zal een voortoets passende beoordeling omvatten. Daarbij dient aangegeven te worden dat in het geval voor een keuze van een tracé met impact op SBZ gebied, er een passende beoordeling moet plaatsvinden. Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie In het MER dient aandacht besteed te worden aan het aspect Zorgplicht. Dit is van toepassing wanneer nadelige beïnvloeding aan definitief aangeduide ankerplaatsen verwacht wordt. In het MER dient rekening te worden gehouden met de ruimtelijke vertaling en visievorming op de deelgebieden van de definitief aangeduide ankerplaats Bouvelobos en Hemsrode : handhaven akkerland in bouwvrij agrarisch gebied (deelgebied rond Hoeve ten Bulke) Conserveren gekende en waarschijnlijke archeologische vindplaatsen in situ Integraal vrijwaren van bouwkundige en parkarchitecturale erfgoedwaarden (kasteeldomein Hemsrode). Stimuleren van actief park- en parkbosbeheer, prioritair door het herstellen en aangepast beheren van dreef- en parkbosstructuren Behouden en herstellen van landelijke voetwegtracés in onverharde toestand In het MER dient rekening gehouden te worden met het onderscheid tussen gekende en ongekende archeologische waarden. Er is mogelijk sprake van het doorsnijden van gebieden met een hoge archeologische vondstverwachting. In de ingreepeffect matrix dient ook rekening te worden gehouden met de aspecten wijziging afwatering, wijziging historisch bodemgebruik, wijziging infiltratie en versnippering. In het MER dient rekening te worden gehouden met lopende processen rond GRUPS in functie van de afbakening van de gewenste agrarische en natuurlijke structuur. Vooral in opmaak zijnde plannen voor gebied ten oosten van dorpskom van Anzegem en ontwerp gewestelijk RUP omgeving Bouvelobos, Hemsrodebos en steilrand van Moregem. Mens, ruimtelijke en sociale aspecten Geen opmerkingen. 7. Leemten in kennis Het MER dient opgave te doen van de leemten in de kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt te worden tussen leemten met betrekking tot het plan, met betrekking tot de inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten omgegaan is en hoe zij kunnen doorwerken in de besluitvorming specifiek voor de opstelling van het voorontwerp-rup en voor de besluitvorming nadien met het oog op de definitieve vaststelling van het RUP en op de stedenbouwkundige vergunning.

8. Monitoring en evaluatie In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering. Verder zal opgave worden gedaan van een monitoringprogramma voor die elementen waarvoor dit - vanuit de leemten in de kennis noodzakelijk wordt geacht. 9. Integratie en eindsynthese In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld zijn vanuit verschillende disciplines zullen discipline overschrijdend ten aanzien van elkaar afgewogen worden (vb. impact van voorgestelde compenserende maatregelen in de discipline fauna en flora op de discipline mens vb. landbouw). Bij de milderende maatregelen dient in de mate van het mogelijke aangegeven te worden waar deze zullen/kunnen doorwerken vb. in de stedenbouwkundige voorschriften van RUP of op het niveau van de stedenbouwkundige vergunning, De elementen welke noodzakelijk zijn voor de watertoets, de passende beoordeling, zullen hierin duidelijk opgenomen worden. 10. Niet technische samenvatting De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat zij begrijpelijk is voor de gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting opgenomen te worden, indien gewerkt wordt met afzonderlijke kaarten en/of figurenbundel kunnen verwijzingen naar de relevante figuren volstaan. Deze niet-technische samenvatting wordt in het MER opgenomen en tevens in digitale vorm aangeleverd. 11. Team van deskundigen Paul Arts, discipline mens sociaal organisatorische aspecten (EDA/664); Roel Colpaert, discipline bodem (EDA/007 V3 B), discipline water (EDA/007 V3 C), discipline flora en fauna (EDA/007 V3 A), mens toxicologie en psychosomatische effecten (EDA/007 V5); Jan Parys, discipline bouwkundig erfgoed en archeologie, monumenten en landschappen en materiële goederen in het algemeen (EDA/438/B/V2); Tom Opdebeeck, discipline geluid en trillingen (EDA/588); Dirk Dermaux, discipline lucht (EDA/645).

Het definitieve rapport zal de handtekening bevatten van alle deskundigen en de initiatiefnemer. Ten slotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het rapport contact te houden met de Dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking in het MER van hun adviezen. Brussel, 17 mei 2010 Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB

BIJLAGE I: Lijst van overheden en instanties die geraadpleegd worden in het kader van de plenaire vergadering over een voorontwerp RUP volgens de bepalingen van het decreet Ruimtelijke Ordening en die door de dienst Mer op de hoogte gebracht zijn van de publicatie van de volledig verklaarde nota voor publieke consultatie: Vlaamse overheid Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed PROCORO Agentschap Ruimte en Erfgoed Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij West- Agentschap voor Natuur en Bos West- Vlaams Ministerie van Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse overheid Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Vlaamse Milieumaatschappij Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken Ruimtelijke planning Tav de heer Piet Gellynck - voorzitter Duurzame landbouwontw ikkeling Tav de heer Wilfried Godderis of Agentschap Economie Tav de planologische ambtenaar Phoenixgebouw Goezeputstraat 31 8000 Brugge Onroerend erfgoed West- Baron Ruzettelaan 1 Tav de heer Jan Billiau Tav de heer Koen Vermoesen Werkhuisstraat 9 8310 Brugge Zandstraat 255 bus 3 Koning Albert II-laan 35 bus 12 Woonbeleid Phoenix-gebouw Koning Albert II-laan 19 bus 21 Agentschap Wonen- Afdeling Operationeel Waterbeheer Agentschap Infrastructuur Werkhuisstraat 9 Tav de heer Karel Leliaert Tav de heer Hubert Decramer 8000 Brugge Zandstraat 255 bus 4 Markt 1 Koning Albert II-laan 19 bus 11 8000 Brugge 8200 Sint- Andries 1030 Brussel 1210 Brussel 8200 Sint- Andries 8000 Brugge 1210 Brussel Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) District Noord- West Tav mevrouw Christiane Van Rijckeghem, districtsdirecteur Maria Hendrikaplein 2 9000 Gent

Vlaamse Vervoersmaatscha ppij De Lijn Toerisme West- Tav de heer Luc De Man, directeur Grasmarkt 61 1000 Brussel Nieuwpoortses teenweg 110 8400 Oostende

Bijlage II: Lijst van overheden en instanties die aanvullend door dienst Mer op de hoogte gebracht zijn van de publicatie van de volledig verklaarde nota voor publieke consultatie: LNE LNE LNE VMM Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Lucht en Klimaat Dienst Hinder en Risicobeheer Graaf de Ferrarisgebouw Graaf de Ferrarisgebouw Dienst VR Tav Bram Vogels 7 de verdieping 7 de verdieping Graaf de Ferrarisgebouw Graaf de Ferrarisgebouw 3 de verdieping 2e verdieping, LNE Afdeling Land en Bodembeschermi ng, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen MOW T.a.v. ir. F. Desmyter, Secretarisgeneraal OVAM Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Afdeling Toezicht Volksgezondheid Ondergrond Graaf de Ferrarisgebouw Stationsstraat 110 Spanjaardstraat 15 Elia Keizerslaan 20 1000 Brussel Fluxys NV Kunstlaan 31 1040 Brussel Vlaamse Landmaatschappij T.a.v. de heer Jeroen Reyniers Gulden- Vlieslaan 72 Departement Afdeling Ellipsgebouw Landbouw en Duurzame Visserij Landbouwontwikk Waterwegen en Zeekanaal NV Gemeente Wortegem- Petegem eling Afdeling Bovenschelde T.a.v.: het College van Burgemeester en Schepenen Tramstraat 52 9052 Zwijnaarde Koning Albert IIlaan 11 de verdieping 1000 Brussel 20 2800 Mechelen 8000 Brugge 1060 Brussel Nederkouter 28 9000 Gent Waregemseweg 35 Koning Albert IIlaan 35, bus 1030 Brussel 40 9790 Wortegem- Petegem Gemeente Anzegem T.a.v. het College De Vierschaar 1 8570 van Burgemeester Anzegem en Schepenen

Bijlage III: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die reageerden en waarmee rekening werd gehouden in deze richtlijnen: Dienst VR ANB Wegen en verkeer, exploitatie en beheer West- Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid Elia Gemeente Anzegem Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, afdeling Ruimtelijke Planning Ruimte en erfgoed West- De Lijn West- Gemeentebestuur Wortegem-Petegem OVAM Departement Landbouw en Visserij, afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Waterwegen en Zeekanaal Procoro West Fluxys VMM, afdeling operationeel waterbeheer

Bijlage IV: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die hebben laten weten geen opmerkingen te hebben op de inhoudsafbakening en methodologie: Toerisme LNE, Lucht, Hinder, Risicobeheer en Milieu&Gezondheid NMBS, District Noord West.

Bijlage V: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die werden uitgenodigd om reactie te geven maar die niet reageerden en waarmee dus ook geen rekening kon gehouden worden in deze richtlijnen: Vlaams Ministerie van Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse overheid Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken Agentschap Economie Tav de heer Koen Vermoesen Koning Albert II-laan 35 bus 12 Woonbeleid Phoenix-gebouw Koning Albert II-laan 19 bus 21 Agentschap Wonen- Agentschap Infrastructuur Werkhuisstraat 9 Tav de heer Hubert Decramer 8000 Brugge Markt 1 1030 Brussel 1210 Brussel 8000 Brugge LNE Vlaamse Milieumaatschappij LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Operationeel Waterbeheer Afdeling Land en Bodembesche rming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen MOW T.a.v. ir. F. Desmyter, Secretarisgeneraal Vlaamse Landmaatschappij T.a.v. de heer Jeroen Reyniers Dienst Lucht en Klimaat Tav de heer Karel Leliaert Ondergrond Graaf de Ferrarisgebouw Gulden-Vlieslaan 72 Graaf de Ferrarisgebouw Zandstraat 255 bus 4 7de verdieping 8200 Sint- Andries Tramstraat 52 9052 Zwijnaarde Koning Albert II-laan 20 1060 Brussel 11de verdieping 1000 Brussel

Bijlage VI: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen, instanties en openbare besturen die een ontwerptekst zullen ontvangen: Vlaamse overheid Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed PROCORO Agentschap Ruimte en Erfgoed Agentschap voor Natuur en Bos Vlaamse Vervoersmaatsc happij De Lijn Toerisme Ruimtelijke planning Tav de heer Piet Gellynck - voorzitter Tav de heer Wilfried Godderis of West- Grasmarkt 61 Tav de planologische ambtenaar Goezeputstraat 31 Onroerend erfgoed West- Tav de heer Jan Billiau Tav de heer Luc De Man, directeur 1000 Brussel Phoenix-gebouw Koning Albert IIlaan 19 bus 11 8000 Brugge Werkhuisstraat 9 Zandstraat 255 bus 3 Nieuwpoortseste enweg 110 8000 Brugge 8200 Sint- Andries 8400 Oostende 1210 Brussel

LNE VMM Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hinder en Risicobeheer Graaf de Ferraris-gebouw Tav Bram Vogels 7de verdieping Graaf de Ferraris-gebouw 2e verdieping, OVAM Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Afdeling Toezicht Volksgezondhei d Stationsstraat 110 Spanjaardstraat 15 Elia Keizerslaan 20 1000 Brussel Fluxys NV Kunstlaan 31 1040 Brussel Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwik Ellipsgebouw Waterwegen en Zeekanaal NV Gemeente Wortegem- Petegem Gemeente Anzegem Agentschap Wegen en Verkeer keling Afdeling Bovenschelde T.a.v.: het College van Burgemeester en Schepenen T.a.v. het College van Burgemeester en Schepenen Exploitatie en Beheer West- Nederkouter 28 Waregemseweg 35 2800 Mechelen 8000 Brugge Koning Albert IIlaan 35, bus 40 9000 Gent 9790 Wortegem- Petegem De Vierschaar 1 8570 Anzegem Rijselstraat 231 8200 Brugge 1030 Brussel Indien mogelijk dient de ontwerptekst digitaal te worden aangeleverd. In overleg met de Dienst Mer zal worden gekeken naar de mogelijkheid deze versie digitaal te verspreiden en dient afgesproken te worden hoeveel analoge exemplaren nodig zijn.

Bijlage VII: Vooraankondiging gemeente Anzegem

Bijlage VIII: Aanplakking gemeente Anzegem

Bijlage IX: Aankondiging in gemeentelijk informatieblad