Klimaatopgave van mobiliteit bijna 7 Mton CO 2: Werkgevers besparen ruim 4 Mton CO 2 door invoeren koploperbeleid 1. Coalitie Anders Reizen ziet mogelijkheden om fors CO 2 te besparen. Het kabinet Rutte-3 heeft in oktober 2017 aangekondigd een nieuw klimaat- energieakkoord te willen sluiten als opvolger van het SER Energieakkoord. Dit akkoord, te sluiten voor de zomer van 2018, moet nadere invulling geven aan de klimaatambities van het kabinet, dat gericht is op 49% CO 2-reductie in 2030 t.o.v. 1990 (Rijksoverheid, 2017). De sector mobiliteit is één van de sectoren die in dit akkoord een plek zal krijgen. Deze sector (inclusief lucht- en zeevaart) stoot namelijk 27% van de CO 2 in Nederland uit 2. De opgave voor mobiliteit is groot en urgent. Naast het reduceren van CO 2 zijn het bereikbaar houden van Nederland en gezondheid (o.a. fijnstof) belangrijke items die in deze opgave meegenomen moeten worden. Er is veel meer mogelijk in deze sector dan tot nu is gebeurd. Als het gaat om mobiliteit blijkt namelijk dat werkgevers direct en indirect invloed hebben op meer dan 50% van de wegkilometers in Nederland 3. Met hun mobiliteitsbeleid voor woon-werk en zakelijk verkeer, denk aan reiskostenvergoedingen en regelingen rondom parkeren, vliegen en fietsen, hebben werkgevers direct invloed op het reisgedrag van hun medewerkers. Als voorbeeld: als nieuwe medewerkers de eerste drie maanden eerst kunnen kennismaken met het OV kiest daarna 65% blijvend voor het OV (normaliter 25%). Werkgeversaanpak Een grote groep koploper-organisaties in Nederland is de coalitie Anders Reizen gestart. Deze werkgevers committeren zich om de CO 2 uitstoot van hun woon-werk en zakelijke mobiliteit te halveren in 2030 (per fte t.o.v. 2016). Hiermee besparen ze gemiddeld 248 kton aan CO 2 in 2030 4. De coalitie bestaat uit 41 organisaties: ABN AMRO, Accenture, Achmea, Alliander, ANWB, Arcadis, Asito, ASR, Cap Gemini, Conclusion, DB Schenker, Deloitte, de Volksbank, Eneco, Enexis, Essent, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Ministerie van I&W, ING, KNMI, KPN, NN, NS, NUON, Philips, PGGM, ProRail, PWC, Rabobank, Renewi, Royal Haskoning/DHV, Shell, Schiphol, Strukton, Tauw, Triodos, Unilever, Vebego, Vivat en Vodafone/Ziggo. Samen vertegenwoordigen deze werkgevers circa 300.000 medewerkers in Nederland. Op basis van hun meest succesvolle maatregelen om CO 2 te besparen op hun mobiliteit is het koploperbeleid geformuleerd. Bij doorrekening van CE Delft blijkt dat deze maatregelen werkgevers in staat stellen om de benodigde 50% besparing ruimschoots te realiseren 5. CE Delft geeft aan dat veel maatregelen 1 Reductie in 2030 ten opzichte van de Nationale Energie verkenning (NEV). 2 Klimaatbeleid voor mobiliteit op de kaart, CE Delft, feb. 2017. Hierin is de helft van de uitstoot van alle luchten zeevaart van en naar Nederland aan Nederland toegerekend. 3 Mobiliteit vanuit-de-mens obv OViN 2010-2014 4 CO₂-effect van Anders Reizen, CE Delft, maart 2018 (50% reductie staat gelijk aan 248 Kton) 5 CO₂-effect van Anders Reizen, CE Delft, maart 2018: Met het invoeren van alle maatregelen uit het koplopersbeleid kan bij de Anders Reizen bedrijven in totaal 270 kton of ruim 80% aan CO2 in 2030 (ten opzichte van de uitstoot in 2016 exclusief vliegen) worden bespaard. 1
een win-win situatie opleveren en zowel werkgevers als werknemers kunnen profiteren bij uitrol van het koploperbeleid. Deze analyse wordt gedeeld door de Anders Reizen organisaties. Het koploperbeleid met 10 succesvolle maatregelen: Minder Reizen: 1. Niet reizen/delen van kantoren: Thuiswerken en kantoordelen tussen organisaties voorkomt onnodige mobiliteit. Dit kan door bijvoorbeeld medewerkers met geschikte functies, één dag per week te laten thuiswerken. Veranderen van mobiliteitsvorm: 2. Invoeren van parkeerbeleid: door alleen een parkeerplaats vanaf een minimale woon-werk afstand (15 km) toe te kennen, worden medewerkers die dichtbij wonen, gestimuleerd om met de fiets te reizen. Bovendien stimuleert deze maatregel de vitaliteit van medewerkers. Een variant op de maatregel richt zich op medewerkers die op grotere afstand wonen en daarmee een hoge CO 2 uitstoot hebben. Deze groep (bijvoorbeeld vanaf 40 km), kan het best gestimuleerd worden om met het OV te komen door een parkeerpunten-limiet te geven in plaats van het verstrekken van een parkeerplaats (je mag een aantal dagen per jaar parkeren). Tenslotte wordt het gebruik van schone auto s gestimuleerd door het instellen van een milieuzone in de parkeergarage of terrein. 3. Lokatie bij OV: het vestigen bij een OV knooppunt is cruciaal voor het stimuleren van medewerkers om met het OV of fiets te reizen 6. Het grootste deel van de Anders Reizen organisaties zijn gevestigd bij een treinstation en/ of voeren het beleid om op natuurlijke momenten, zoals bij aflopende huurcontracten, te verhuizen naar een stationslocatie. 4. Nieuwe medewerkers: de overstap naar een nieuwe werkgever is een nieuw keuzemoment voor medewerkers om anders te gaan reizen. Door de eerste drie maanden gratis onbeperkt gebruik maken van OV voor woon-werk-, dienst- en privéreizen aan te bieden in plaats van een woonwerkvergoeding of leaseauto, blijft 65% van de medewerkers na deze periode reizen met het OV. Toen deze keuzemogelijkheid meteen bij de start van het werken werd geboden koos 25% voor het gratis OV. 5. Aanbieden van gratis OV voor privé en zakelijk aan medewerkers met privéauto: een extra stimulans voor het reizen met OV is het aanbieden van de keuze voor het onbeperkt gebruik maken van OV voor woon-werk-, dienst- en privéreizen. In Nederland maakt 11% van de medewerkers gebruik van het OV. Bij het verstrekken van gratis OV door de werkgever kiest minimaal 35% van de medewerkers voor het OV. 6. Alle leaserijders ook een mobiliteitskaart: om drempelloos in het OV te kunnen reizen is het verstrekken van een mobiliteitskaart cruciaal. Hiermee worden medewerkers gestimuleerd om flexibel en bewust te reizen. Minimaal 20% van leaserijders gaat hierdoor ook met OV reizen. 7. Invoeren mobiliteitsbudget met bonus malus systeem: een mobiliteitsbudget is een budget dat een werknemer krijgt om zijn vervoer te bekostigen. Door binnen het budget zuinig rijgedrag en een schone autokeuze te belonen, wordt een CO 2 reductie van minimaal 5% per jaar behaald (op basis van hetzelfde leasewagenpark). Het betreft hier enerzijds het monitoren en communiceren van 6 40% van de trein reizigers gebruikt de fiets als voortransport middel. 2
brandstofgebruik per gereden kilometer, anderzijds het financieel stimuleren van de keuze voor een schonere nieuwe leaseauto. Het stimuleren van een schone leaseauto kan worden gerealiseerd door het goedkoper maken van de schone keuze en/of meer vervuilende auto s duurder te maken. 8. <700km reizen per trein in plaats van vliegtuig en minder vliegen >700km: binnen een straal van 700 km is voor veel bestemmingen de reistijd van deur-tot deur competitief tussen trein en vliegtuig (denk aan o.a. Parijs, Brussel, Berlijn, Frankfurt, e.a.). Samen met actief sturen op 10% minder vliegen door bijvoorbeeld video conferencen wordt nog meer CO 2 bespaard. 9. Gedragscampagne/wedstrijd: het ervaren van duurzame mobiliteitskeuzes helpt om medewerkers te stimuleren duurzamer te reizen. De medewerker ervaart namelijk wat deze keuze persoonlijk oplevert. Het lange termijn effect voor lease- en privéauto rijders is dat zij na 2 jaar nog steeds flexibel(er) reizen met 20% minder CO 2 uitstoot dan voorheen. Deze campagnes gaan uit van positief stimuleren van medewerkers gedurende minimaal een maand. Een mooi voorbeeld is Low Car Diet. Verduurzamen van de modaliteit zelf 10. Schonere leaseauto s/elektrificatie: door het terugbrengen van de CO 2 norm van de nieuwe leaseauto s wordt direct een CO 2 besparing gerealiseerd. Bij de Anders Reizen organisaties ligt begin 2018 de uitstootnorm volgens fabrieksopgave tussen de 75-110 gram CO 2 per kilometer voor benzine en diesel auto s. Door de overstap van fossiele naar elektrische leaseauto s wordt tussen 15-20% CO 2 bespaard (op basis van hetzelfde leasewagenpark). Deze besparing is nog te vergroten door groen te laden. Kansen voor heel Nederland Door dit koplopersbeleid op te schalen naar de rest van werkgevers in Nederland kan ruim 4 Megaton CO 2 per jaar worden bespaard 7. Dit kan door samen op te trekken en meer bedrijven en werknemers te stimuleren anders te gaan reizen, bijvoorbeeld middels een campagne en communicatie trajecten over de positieve ervaringen en voorbeelden. Samen optrekken helpt, versnelt en versterkt! Maar het koploperbeleid kan ook versneld en opgeschaald worden door bijvoorbeeld fiscale stimulering of borging in overheidsbeleid. Anders Reizen vormt dan ook waardevolle input voor de gesprekken over de te maken afspraken over zakelijke- en woonwerkmobiliteit binnen het nieuwe Klimaat- en energieakkoord. Bovendien is deze reductie alleen mogelijk als ook de randvoorwaarden voor een verdubbeling van fiets en OV-gebruik in de spits worden gerealiseerd 8. Hieronder de vijf knoppen waaraan gedraaid kan worden om de meest effectieve maatregelen van Anders Reizen op te schalen en daarmee de doelstelling op mobiliteit nagenoeg te halen. 1. Duurzame mobiliteit, tenzij gewoontegedrag blijkt bepalend voor de mobiliteitskeuze. Een beproefde manier om duurzame mobiliteit te stimuleren is het instellen van de default duurzame mobiliteit, tenzij. Bij woon-werk en zakelijk verkeer is het beleid nu gericht op het vergoeden van fossiele autokilometers via de kilometer vergoeding of het aanbieden van een leaseauto. Door het sturen op duurzame mobiliteit, tenzij, wordt een grote CO 2 reductie behaald tegen lagere kosten. Een voorbeeld 7 CO₂-effect van Anders Reizen, CE Delft, maart 2018. Besparing is exclusief autonome CO₂- reductie. 8 CO2-effect van Anders Reizen, CE delft, maart 2018. 3
hiervan is de keuze van een leaseauto. Meestal wordt gekozen voor een fossiele auto omdat een elektrische auto nog als lastig ervaren wordt. Draai de keuze om: elektrisch tenzij. Het default aanbieden van een OV kaart in plaats van een reiskostenvergoeding als start bij een nieuwe werkgever zorgt ervoor dat medewerkers gewend raken aan deze keuze. Veel additionele impact wordt gemaakt door duurzame mobiliteit, tenzij toe te passen bij ruimtelijke planning en gebouwen. Een gebouw met beperkte parkeerruimte inclusief een deelauto concept, of het OV ontsluiten bij het ontwikkelen van een nieuwe woonwijk zijn daar voorbeelden van. Internationaal treinverkeer: ook internationaal reizen wordt vaak direct per vliegtuig ingevuld. Dat is onze mindset, maar daarin zouden we de focus op treinen moeten leggen, in ieder geval binnen Europa. Bedrijven hebben daarin een belangrijke taak, maar een verdere opschaling zal ook met de overheid moeten gebeuren. Enerzijds door een gelijk fiscaal speelveld (nu geen BTW op vliegtickets, geen accijnzen op kerosine), maar zeker ook door te investeren in goede verbindingen naar het buitenland (meer, vaker, goede data over treinen, e.d.). 2. Fiscale maatregelen werknemers zijn financieel gedreven in de mobiliteitskeuze. Werknemers zijn meer nog dan consumenten financieel gedreven in hun mobiliteitskeuzen. Hierdoor zijn financiële prikkels een krachtig instrument om koploperbeleid op te schalen 9. Ook al kunnen werkgevers zelf binnen het huidige systeem het nodige doen, ons fiscale systeem kent perverse prikkels die de impact en opschaling van verduurzaming van mobiliteit belemmeren. Er zijn grofweg drie problemen: 1. De huidige bijtelling van de leaseauto stelt (prikkelt) medewerkers in staat om onbeperkt privé te rijden met een auto van de zaak. In Nederland worden naar schatting 7 miljard privé kilometers met de auto van de zaak gereden. 2. Privégebruik bij andere mobiliteitskeuzes dan het gebruik van de auto van de zaak zijn belast als loon in natura 10. 3. 19 ct onbelaste vergoeding wordt door werkgevers te eenzijdig gebruikt. Hierbij wordt niet gedifferentieerd naar type modaliteit of goed gedrag. We streven naar een fiscaal mobiliteitsregime dat tenminste geen onderscheid maakt tussen vervoersvormen en bij voorkeur ontwikkelen we een regime waarbij de meest duurzame vorm van reizen het meeste wordt gestimuleerd of de minst duurzame vorm het zwaarst wordt belast. De Anders Reizen coalitie wilt graag met een aantal pilots experimenteren om een aangepast fiscaal regime te beproeven waarbij het stimuleren van duurzame mobiliteit centraal staat. Indien deze pilots geslaagd zijn, is een landelijke uitrol mogelijk. 3. Parkeernormen harmoniseren en implementeren De meest rendabele CO 2 maatregel vanuit werkgevers is het voeren van een restrictief parkeerbeleid. Minder parkeergelegenheid oftewel het hanteren van een restrictieve parkeernorm zorgt er direct voor dat een andere mobiliteitskeuze wordt gemaakt. Om landelijk effect te kunnen realiseren zou iedere gemeente eenzelfde restrictieve parkeernorm- en beleid moeten hanteren voor bedrijven en inwoners. 9 Een voorbeeld van financiële sturing is de aankondiging van Duitsland om het OV in steden gratis aan te bieden. 10 Alleen met een afgekocht OV reisrecht (zoals OV Vrij) kun je privé vrij reizen, met pay as you go kaarten kan dat niet. 4
Nu wordt vaak als voorwaarde vanuit de gemeente gesteld dat parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden en wordt getoetst of dit ook gerealiseerd kan worden. Voor woningbouw wordt vaak de verplichting gesteld om twee parkeerplaatsen op de kavel te realiseren. Hierover moeten lokaal stevigere afspraken gemaakt worden, waarbij alternatieven gestimuleerd moeten worden. Hoe vaak komt het voor dat er geen OV-verbinding of goede fietsontsluiting/ structuur is op een bedrijventerrein net buiten de stad? Het zijn communicerende vaten (zie ook punt 1). 4. Handhaving erkende maatregelen via Omgevingswet Naast fiscale maatregelen, biedt de Wet Milieubeheer/ Omgevingswet en de EED (energy efficiency Directive) sturingsmogelijkheden voor de overheid. Bedrijven zijn bij wet verplicht energie maatregelen te nemen die een terugverdientijd hebben van minder dan 5 jaar. De handhavers werken met erkende energie maatregelen. Op het gebied van mobiliteit kunnen de best practices van Anders Reizen worden gebruikt bij de invulling van deze wettelijke regelingen. Met behulp van het maatregelenpakket zou ook een minimumeis gesteld kunnen worden waaraan bedrijven altijd moeten voldoen. Hierbij moeten koplopers beloond worden, bijv. door een vrijstelling voor bepaalde rapportageverplichtingen. 5. Cao vakbonden Veel maatregelen vereisen veranderingen in bestaande regelingen of arbeidsvoorwaarden. Wanneer de indruk bestaat dat dit tot een verslechtering leidt voor (grote groepen) werknemers, dan leidt dat veelal tot discussie en lastige trajecten met ondernemingsraden en/of vakbonden. Een brede toepassing van het koploperbeleid lijkt dan ook alleen haalbaar als zowel werkgeversorganisaties als vakbonden erachter gaan staan. Zowel het bedrijfsleven als de overheid kan hierin een rol spelen. Toenemende vraag naar duurzame mobiliteit vraagt om spreiding en schaalsprong in aanbod Het realiseren van CO 2 besparing door opschaling heeft als effect dat de vraag naar OV toeneemt. Deze vraag kan alleen worden opgevangen als de vervoerscapaciteit van het OV in de spits vrijwel verdubbelt. Als gevolg hiervan dient goed gekeken te worden naar de verdeling van de beschikbare overheidsmiddelen zodat ook de introductie van nieuwe OV concepten (lichter, sneller en frequenter vervoer) mogelijk wordt 11. Bestaande OV reizigers worden verleid om te reizen buiten de hyperspits, bijvoorbeeld door doelgroepenbeleid. Bij het sluiten van het nieuwe klimaat- en energieakkoord zitten alle partijen aan tafel, die een belangrijke rol spelen bij implementatie en opschaling van het koploperbeleid: de koplopers zelf maar ook de partijen die aan de vijf knoppen kunnen draaien: VNG, VNO-NCW, Min Fin, Min I&W, FNV onder leiding van minister Wiebes. Een uitgelezen kans om afspraken te maken over hoe zowel werkgevers, werknemers als de overheid en maatschappelijke organisaties ervoor kunnen zorgen dat de genoemde maatregelen breed geïmplementeerd gaan worden. Bedrijven alleen kunnen veel zoals hierboven al aangegeven, maar samen kunnen we veel meer en versterken we elkaar. Overheidsbeleid kan het koploperbeleid verder stimuleren en de uitrol versnellen. Met het opschalen van het koplopers beleid verminderen we directe en maatschappelijke kosten, verbeteren we het klimaat, de luchtkwaliteit (NOx en fijnstof) en de geluidsoverlast in steden, de gezondheid van werknemers en last but not least blijft Nederland duurzaam bereikbaar 12. 11 https://mobiliteitsalliantie.nl/wp-content/uploads/2017/04/mobiliteitsalliantie_manifest.pdf 12 CO₂-effect van Anders Reizen, CE Delft, maart 2018 True Value case NS, KPMG 5