Cartes Samen : solutions 1

Vergelijkbare documenten
- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Infoboekje mpi Kompas

Leesboekje eten en drinken

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Inhoudsopgave LES 1: NAAR SCHOOL LES 2: VRIJE TIJD LES 3: THUIS LES 4: NEDERLAND LES 5: TOEKOMST 126

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Woordenschat. de balpen de bank de computer de gom de klank de kurk. de lat de letter de lijm de lijst de pen de pennenzak de schaarf

ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 1 THUISKOMEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

de bal het secretariaat de fietsenstalling het toilet het toiletpapier de trap

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

MODULE 1 OPDRACHT 16. OPDRACHT heten 2. heet 3. heet 4. heten 5. heet 6. heten 7. heet 8. heet 9. heten 10. heet

WELKOM IN DE EERSTE KLEUTERKLAS BIJ JUF LAURA & PIET DE VIS! INFORMATIEBUNDEL VOOR DE OUDERS

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Auditieve taaloefeningen bij het onderwerp: 1. Auditieve Analyse: A: Eén en twee lettergrepen nazeggen. B: Drie of meer lettergrepen nazeggen.

estafette estafette Tijd voor vrije tijd! Tijd voor vrije tijd! Mireille Geus Mireille Geus Tijd voor vrije tijd!

EEN DUIM VOOR DELEN. ik deel LESFICHE VOOR DE ONDERBOUW. daar wordt iedereen beter van

Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria

REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Lou en Lena in Ecuador

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

Antwoorden Thema 2 Feesten

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN

Werkwoordoefeningen bij les 5

Mijn huis, mijn thuis

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Brieven van Ama welpen

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen

Hallo! Ben jij hier nieuw? Welkom! Ik ben Blokje. Ik ben. jaar. Wat is jouw naam?. Mooie naam! Wil je vrienden zijn?

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

De Nationale. Smaaktest t/m 4. Beste Smaakprins of Smaakprinses, Veel plezier met de Nationale Smaaktest!

Marja Baeten ZO LEES IK PIPPO. Speelbrief. PIPPO-thema prentenboeken

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Wat aten mensen vroeger?

Opdracht 1 Deze week ga je precies bijhouden wat je allemaal eet en drinkt. Dat kun je noteren in je weekmenu, dat je van je juf of meester krijgt.

A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).

grijs de bij het ijs de wijn de vijf de prijs de rijst de dijk het rijbewijs a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Leesboekje familie en vrienden

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Handleiding lesbrief Straks komt er niemand op m n feestje Mei 2018

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien

~~Weekly Diary 28~~ [social_share] Zondag

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

WERKKAARTEN PROCENTEN

GROEP 55 EN 66. Vriendschap. Kom erbij!

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

1. er wordt echt leuke muziek gedraaid. 2. we hebben zes jaar geleden een groot huis gekocht. 3. ik probeer meteen een goedkoop reisje te boeken.

1. De tuin wordt opgeruimd

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Grammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Thema school. Deze werkbundel is van:

ij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z

Luister allemaal goed, zegt de juf. Want ik heb heel leuk nieuws. Over een paar weken is het juffendag. Dan is het groot feest op school.

2014 FC-Sprint² Leerbedrijf Bronnen

bruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou

Transcriptie:

Cartes Samen : solutions 1 Samen Avontuur 1 A1-1 Alles goed? A1-2 Alstublieft! A1-3 Dag! A1-4 Dank u wel! A1-5 Hier is mijn vriend(in). A1-6 Heb jij een telefoon(gsm-)nummer? A1-7 Alex/Eve woont in Leval. A1-8 Hoe oud ben je? A1-9 Hoe oud is hij/zij? A1-10 Hoe oud ben je? A1-11 Ze/Hij is 10 jaar oud. A1-12 Hoeveel plaatsen wil je? A1-13 Hoeveel bollen wil je? A1-14 Hoeveel kost het? A1-15 Ik ben Bart. Hoe heet je? A1-16 Ik zou graag een kwistax huren. A1-17 (In) een potje of een hoorntje? A1-18 Ik zou graag een hoorntje/een potje met een lepel. A1-19 Kan ik je helpen? A1-20 Wat zou je graag doen? A1-21 Slagroom of niet? A1-22 Tot ziens! A1-23 Waar woon je? A1-24 Ik woon in Bastogne. A1-25 Ik zou graag een blauwe fiets hebben. A1-26 Welke smaak wil je? A1-27 Ik wil graag banaan en chocolade. Samen Avontuur 2 A2-1 We zijn er! A2-2 Dag, mevrouw! A2-3 Dag, meneer! A2-4 Dag, meisje! A2-5 Kan ik u helpen? A2-6 Kom! A2-7 Dit is Joke! A2-8 Ze is een nieuwe leerlinge! A2-9 Wacht tot de bel gaat! A2-10 Wie is dat? A2-11 Hoe oud ben je? A2-12 Waar woon je? A2-13 Hoe heet je? A2-14 Ik woon nu in A2-15 Ik heet A2-16 Het is tijd! A2-17 Ik zit in de vijfde klas. A2-18 Kom (maar) mee! A2-19 Hier (Daar) is de gymzaal. A2-20 Hier (Daar) is de refter. A2-21 Hier (Daar) zijn de toiletten.

Cartes Samen : solutions 2 A2-22 Hier (Daar) is het bureau van de directeur. A2-23 Hier (Daar) is de taalklas. A2-24 Wie is onze juf (meester)? A2-25 Dat is de taaljuf (taalmeester). A2-26 Kom binnen! A2-27 Ben je een nieuwe leerlinge? A2-28 Welkom! A2-29 Daar is een plaats! A2-30 Dag, allemaal! A2-31 Ga zitten! A2-31 Neem je schoolagenda! A2-33 Neem je potlood! A2-34 Ik heb geen schoolagenda. A2-35 Schrijf in je schrift! A2-36 Morgen krijg je een schoolagenda. A2-37 Heb je een gom? A2-38 Wat is je hobby? A2-39 Mijn hobby( s) is (zijn) A2-40 Ik op A2-41 Wie danst graag? A2-42 Wie speelt graag piano? A2-43 Wie doet judo? A2-44 Wat doe je na school? A2-45 Kunnen jullie meegaan? A2-46 Hoe heet je moeder (mama)? en je vader (papa)? A2-47 Hoe heet je zus? en je broer? A2-48 Ik ben jaar (oud). A2-49 Ik graag A2-50 Ik eet graag en ik eet niet graag... A2-51 Heb je een vulpen? A2-52 Heb je kleurpotloden? A2-53 Ik heb geen gom. A2-54 Ik heb geen stiften. A2-55 Ik heb een schaar. A2-56 Neem je map! A2-57 Geef (me) je boekentas (schooltas)! A2-58 Toon je lijm! A2-59 Schrijf Joke! A2-60 Luister! A2-61 Lees! A2-62 Teken! A2-63 Spreek! A2-64 Kleur! A2-65 Beeld uit! A2-66 Kook! A2-67 Draag voor! A2-68 Speel! A2-69 Oefen! A2-70 Knutsel! A2-71 Zing! A2-72 Raad! A2-73 Lach! A2-74 Doe maar mee! A2-75 We zijn al met twee! A2-76 Herhaal: Hallo! A2-77 Ga je mee naar zee? A2-78 Mag ik naar het toilet? A2-79 Op maandag zit ik in de klas.

Cartes Samen : solutions 3 A2-80 Op dinsdag eet ik ananas. A2-81 Op woensdag kijk ik naar tv. A2-82 Op donderdag drink ik thee. A2-83 Op vrijdag teken ik een konijn. A2-84 Op zaterdag tel ik van één tot vier. A2-85 Op zondag hoef ik niks te doen. A2-86 Jij krijgt een dikke zoen. A2-87 Er zijn zeven dagen in één week. Samen Avontuur 3 A3-1 Ik wil graag kip, frieten en sla (alstublieft). A3-2 Het is feest! A3-3 Ben je zaterdag vrij? A3-4 Zijn jullie zaterdag vrij? A3-5 Waarom? A3-6 Ik nodig je uit voor een feestje! A3-7 Hoe laat (is het feestje)? A3-8 (Het feest is) om 19 uur! A3-9 Kan je komen? A3-10 Kunnen jullie komen? A3-11 Jazeker. Tot zaterdag! A3-12 Tot dan! Tot ziens! A3-13 Hoeveel kost een ijsje met 2 bollen? A3-14 Hoeveel kost een glas limonade? A3-15 Hoeveel kost een pennenzak? A3-16 Hoeveel kosten vier ijsjes met twee bollen? A3-17 Sam en zijn familie zijn daar! A3-18 Kom binnen! A3-19 Goeienavond! A3-20 Dit zijn mijn ouders en dit is mijn tante! A3-21 Ben jij de nicht van Sam? A3-22 Ik ben Ik heet A3-23 Dit zijn mijn mama en mijn zus. A3-24 Dit zijn mijn oom, mijn tante en mijn neef. A3-25 Ze komen uit A3-26 Wie wenst een aperitief? A3-27 Kijk, ik heb een verrassing voor jullie! A3-28 Gezondheid! A3-29 Evi krijgt een strip van Jommeke. A3-30 Evi is de zus van Joke. A3-31 Jasper is de neef van Joke. A3-32 Lorette is de tante van Sam. A3-33 Pol is de vader van Sam. A3-34 Sam is de zoon van Pol en Marie. A3-35 Mijn ouders heten en / Mijn vader heet en mijn moeder heet A3-36 Mijn vader heet A3-37 Mijn moeder heet A3-38 Ik heb broer(s) en hij (ze) heet (heten) (en) A3-39 Ik heb zus(sen) en ze heet (heten) (en) A3-40 Ik heb geen broer. A3-41 Ik heb geen zus. A3-42 Ik heb geen nicht. A3-43 Max is getrouwd met Anna.

Cartes Samen : solutions 4 A3-44 Boris heeft twee neven. A3-45 Ik eet graag en ik eet niet graag A3-46 Ik drink graag en ik drink niet graag A3-47 Wat willen jullie eten en drinken? A3-48 Ik wil graag en A3-49 Ik wil graag en A3-50 Hij eet graag spinazie, puree en vis en hij drinkt graag cola. A3-51 Ze eet graag vlees, kroketten en sla en ze drinkt graag water. A3-52 Wat eet je en drink je graag? A3-53 Mijn (beste) vriend(in) eet graag en drinkt graag A3-54 Eet je graag kip en drink je graag sinaasappelsap? Samen Avontuur 4 A4-1 De reis duurt 2 uur. A4-2 De rode trui past. A4-3 Welke trein nemen we in Luik? A4-4 Welke kleren neem je mee? A4-5 Hoelang duurt de reis? A4-6 Hebt u maat 40? A4-7 Hoe laat vertrekt de trein naar Charleroi? A4-8 Hoe laat komt de trein in Namen aan? A4-9 Ik heb er een. A4-10 Hoeveel kost een ticket naar Charleroi? A4-11 Ik heb er geen. A4-12 Wat heb je nodig? A4-13 Ik neem de trein naar Aalst. A4-14 Ze nemen de trein naar Oostakker. A4-15 Kan ik deze trui passen, a.u.b.? A4-16 Ik zou graag een blauwe broek kopen. A4-17 Wat heb je nodig? A4-18 Wat heeft hij nodig? A4-19 Wat heeft ze nodig? A4-20 We komen om halftwaalf aan. A4-21 We moeten overstappen. A4-22 Welke maat heb je nodig? A4-23 Welke trein nemen jullie in Bergen? Samen Avontuur 5 A5-1 Sla links af! A5-2 Sla rechts af! A5-3 Ga rechtdoor! A5-4 Steek het plein over. A5-5 Steek de straat over. A5-6 Steek de brug over. A5-7 Steek de speelplaats over. A5-8 Hoeveel kost het? A5-9 Goeiedag! A5-10 Welkom!

Cartes Samen : solutions 5 A5-11 Is dat alles? A5-12 Goeiedag meneer. A5-13 Ik wil graag een pita kalkoen. A5-14 Nog iets? A5-15 Alstublieft. A5-16 Dank u, meneer. A5-17 Met of zonder saus? A5-18 Zonder saus. A5-19 Jazeker, juffrouw. A5-20 Wat wil je drinken? A5-21 Wil je een dessert? A5-22 Ja, graag. A5-23 Is dat alles? A5-24 Ja, meneer. Hoeveel kost het? A5-25 Dat is zes euro en vijftig cent. A5-26 Smakelijk! A5-27 Dank u, meneer. A5-28 Wat zal het zijn? A5-29 Ik wil graag mixed grill met frieten en een suikerwafel. A5-30 Ik wil graag een cocktail zonder alcolhol. A5-31 Ik neem geen frieten en geen dessert. A5-32 Ik heb honger. A5-33 Lekker! A5-34 Hij eet graag een pita kaas. A5-35 Ik wil graag een suikerwafel. A5-36 Ze drinkt graag fruitsap. A5-37 We drinken graag bier. A5-38 We eten graag een stuk taart. A5-39 Goeiedag, ik heet A5-40 Ik heb een rond gezicht(je). A5-41 Ik heb lang krulhaar. A5-42 Dat is mijn pruik. A5-43 Ik draag een roze short. A5-44 Ik draag een wit en geel T-shirt. A5-45 Ik draag A5-46 Ik ben klaar. A5-47 Ik heb een kleine/grote mond. A5-48 Hij heeft blauwe ogen. A5-49 Ze heeft geen blond haar. A5-50 Ik draag een lange jurk. A5-51 Hij draagt een jeans. A5-52 Ze draagt sportschoenen. A5-53 Ze draagt geen korte rok. A5-54 Ik ben klein/groot. A5-55 Hij is groot. A5-56 Ze is klein. A5-57 Ik ben verbaasd. A5-58 Ik ben triest. A5-59 Ik ben bang. A5-60 Ik ben verliefd. A5-61 Ik ben boos. A5-62 Ik ben blij. A5-63 Ik ben grappig. A5-64 Ik ben ziek.

Cartes Samen : solutions 6 Samen Avontuur 6 A6-1 Beste vrienden, ik nodig jullie uit thuis voor het weekend. A6-2 Kom op zaterdag om 10 uur in de straat nummer in A6-3 Breng je toiletzak en je pyjama mee! A6-4 Tot zaterdag! A6-5 Hoe laat is het? A6-6 Het is bijna tien uur. A6-7 Tof! A6-8 Welkom (allemaal)! A6-9 Dag, kom binnen! A6-10 Zet jullie koffer hier in de hal! A6-11 Ik toon jullie mijn huis. A6-12 Dit is de, hier rechts is de, links is de, in het midden is A6-13 Wie is dat? A6-14 Dat is Rose, mijn cavia. A6-15 Welkom, kinderen! A6-16 Dank u, mevrouw! A6-17 Ik moet naar het toilet. A6-18 Daar zijn de toiletten! / Hier is het toilet! A6-19 Waar is Max? A6-20 Hij is buiten. A6-21 Wie is Max? A6-22 Max is mijn hond. A6-23 Kom, we gaan naar boven. A6-24 Neem jullie koffers mee! A6-25 Dit is mijn slaapkamer. We slapen hier samen. A6-26 Tof, we gaan kamperen. A6-27 Dat is mijn nieuwe schoolvriend. A6-28 Dat is de slaapkamer van mijn ouders en dat is de slaapkamer van mijn zus. A6-29 De badkamer is in het midden. A6-30 Dat is mijn kat, A6-31 Dag (hallo), allemaal. A6-32 Ik heb een papegaai en een paard maar geen kat. A6-33 Ik heb een konijn. A6-34 Ik heb geen huisdieren. A6-35 Ik wil graag een schildpad maar mijn ouders willen alleen vissen en eenden. A6-36 We gaan naar beneden. A6-37 Mama heeft een taart gebakken. A6-38 Lekker. A6-39 Hier is de keuken. A6-40 Daar is de woonkamer. A6-41 Hier is de badkamer. A6-42 Daar is de tuin. A6-43 Mama is in de woonkamer. A6-44 De pan is in de keuken. A6-45 De wagen is in de garage. A6-46 De badkamer is boven rechts. A6-47 De eetkamer is beneden links. A6-48 De keuken is beneden in het midden. A6-49 Er is een garage links. A6-50 Er is een tuin rechts. A6-51 Er zijn drie kamers boven en drie kamers beneden. A6-52 Waar woont Wouter? A6-53 Wouter woont op het nummer 38. A6-54 Wat doen jullie?

Cartes Samen : solutions 7 A6-55 Mijn ouders slapen in de slaapkamer. A6-56 Mijn ouders zingen in de woonkamer. A6-57 De kinderen dansen in de eetkamer. A6-58 De kinderen kamperen in de tuin. A6-59 Joke en Tom eten in de keuken. A6-60 Joke en Tom gaan naar beneden. A6-61 Joke en Tom knutselen in de eetkamer. A6-62 Heb je huisdieren? A6-63 Iris heeft een konijn. A6-64 Wouter heeft geen huisdieren. A6-65 Ik heb (geen) A6-66 Heb je een hond? A6-67 Heb je vissen? A6-68 Ik heb er één. A6-69 Ik heb er twee. A6-70 Ik heb er geen. A6-71 Vanavond eten we buiten. A6-72 We moeten nog lantaarns maken. A6-73 Er is geen licht op het terras. A6-74 Wat hebben we nodig? A6-75 Knip stukjes servetten met een schaar. A6-76 Neem alleen de laag met de tekeningen. A6-77 Leg een laag lijm op het potje. A6-78 Plak de stukjes servet op de lijm. A6-79 Leg nog een laag lijm op het potje. A6-80 Laat 20-30 minuten drogen. A6-81 Zet een kaarsje in het potje. A6-82 De lantaarn is klaar! A6-83 Tijd voor het feest! A6-84 Wat een leuk feest! A6-85 We moeten nu opruimen. A6-86 We ruimen op en we spelen dan buiten. A6-87 Het is mooi weer. A6-88 Kom je binnenkort naar Gent? Breng Sam mee!