Handboek. September Zelfstandigheid. Les op passend niveau. Vrijheid en verantwoordelijkheid. Effectiviteit. Reflecteren

Vergelijkbare documenten
Inleiding. Namens het team van daltonschool de Tjalk Aïscha Bulsing, daltoncoördinator

niet apart, maar samen

Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

Daltonboek Confetti 2017

Welkom 29 oktober 2015

WAT IS DALTONONDERWIJS?

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN

Pestprotocol Daltonbasisschool het Parelhof Purmerend.

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Inhoud. Daltonschool De Vrijheid

1 De Johannes de Doperschool, een bijzondere school

De dagelijkse praktijk op de Fredericus

Ons daltononderwijs. In dit nummer. Inrichting van de lokalen. Maart 2018 Nieuwsbrief Dalton

Leerlijn zelfstandig werken. Schooljaar

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Zelfstandig Leren

Hoofdstuk 6. De weektaak The assignment represents a contract between student and teacher (Helen Parkhurst)

ZELFSTANDIG WERKEN OP DE. TWEEMASTER /Catamaran

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Daltonhandboek Het Kompas

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Daltonidentiteit. Leren is werken, zelfstandig en samen

BAS: Zelfstandige Leerhouding

DALTON-ONTWIKKELINGSPLAN

K.B.S. De Plataan voor katholiek basisonderwijs Vledderstraat 3E 7941 LC Meppel tel

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Daltonontwikkelingsplan van

2. Waar staat de school voor?

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

DE GESCHIEDENIS NAAR ONS DALTONONDERWIJS

Werken met instructieblokken

Dalton op De Windwijzer

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Doorgaande lijn Vrijheid in Gebondenheid Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8. instructie aan de. doen.

Daltonontwikkelingsplan

Kreekstraat 1, 3293AB Mookhoek tel. (078) Daltonboek

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Tijdens de vergadering van 6 januari 2015

Zelfstandige leerhouding 3 Begeleid zelfstandig leren

Protocol Zelfstandig werken Bisschop Ernst.

Daltonplan De aanloop naar daltononderwijs

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

Uitwerking Dalton visitatie 2018

Lesbrief cluster 1/2. Dagindeling. dagkleuren: maandag - rood dinsdag - oranje woensdag - geel donderdag - groen vrijdag - blauw

Hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs

SINT WALFRIDUS Een katholieke Daltonschool die een stevige basis voor een goede toekomst biedt. Een school die vertrouwen geeft!

HANDBOEK ZELFSTANDIG WERKEN

SINT WALFRIDUS Een katholieke Daltonschool die een stevige basis voor een goede toekomst biedt. Een school die vertrouwen geeft!

Aan de kapstok hang ik mijn jas en tas, Bij de deur nog Een knuffel Een kus En dan ga ik naar mijn klas

Informatie avond groep 7

Informatieavond groep 5


De Edelsteen laat ieder kind stralen!

Daltonhandboek. Tweede versie, dec 2013

Zelfstandig werken op CBS Ichthus. Beleidsdocument over zelfstandig werken

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Huiswerkprotocol. St. Jan Baptist

Daltonhandboek

Als de weektaak heel snel af is, krijgt een leerling meer uitdagende leerstof, en zijn er extra hoeken te kiezen.

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Uitgangspunten: Daltononderwijs. Waar komen wij vandaan?

Aan de kapstok hang ik mijn jas en tas, Bij de deur nog Een knuffel Een kus En dan ga ik naar mijn klas

Informatie bovenbouw Donderdag 29 september: uur

Jaarverslag 2015/2016

o.b.s. De Tandem " Your talents, our future "

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Beleidsstuk Zelfstandig Werken

Wat leren wij? Algemene informatie: En wat leren wij met taal, spelling, begrijpend lezen en rekenen? Waar gaan wij mee aan de slag?

BAS: Weektaken. Oktober 2016

Fluitend naar school. obs de Zandheuvel


Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Onze schooleigenvisie op huiswerk

Groepsbrief. Aan de ouders van de kinderen uit groep 1 en 2

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar

Groepsbrief groep 1en 2

Nieuwsbrief nr.1 2 september 2019

Bijlage 3. Visitatie lidscholen primair onderwijs Nederlandse Dalton Vereniging. Visitatieverslag

Informatie groep 5 (schooljaar )

Voorwoord. Belangrijke data. Voorjaarsvakantie. Studiedagen 4 februari, 4 en 20 maart Inloopochtenden

Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs.

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

1. Inhoudsopgave - 2 -

Inleiding. Het handboek wordt jaarlijks actueel gehouden. Namens de teamleden Het Tangram, daltonwerkgroep

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

De groep 5 bestaat uit 14 leerlingen, zij vormen samen met 9 leerlingen van groep 4 de combinatiegroep 4/5.

Groepen 1 en 2 We starten in augustus 2016 met twee kleutergroepen. De kinderen komen hier spelenderwijs in aanraking met de Daltonbeginselen, waarbij

De Zonnewijzer. Groepen 1 en 2

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Informatie groep 4 Taal Spelling Begrijpend lezen Rekenen Thuis oefenen is daarbij heel belangrijk!

JAARPROGRAMMA GROEP 7

Klasseninformatie schooljaar Informatie over groep 3 en 4

Informatieboekje groep 4 schooljaar Samenwerkingsschool de Lispeltuut

Informatieboekje groep 1 & 2 van Aurora

DALTON BELEIDSPLAN

Welkom op de informatie avond van groep 3b/4b

Algemene belangrijke zaken

Transcriptie:

Handboek Zelfstandigheid Les op passend niveau Vrijheid en verantwoordelijkheid Effectiviteit September 2017 Reflecteren

2

Inhoudsopgave Inleiding blz. 5 1 Dalton blz. 6 1.1 Visie en missie 1.2 Kernwaarden van het daltononderwijs 1.3 De leerkracht en het team 1.4 Leerlingenraad 1.5 Dagkleuren 1.6 Kwartiertjesrooster 1.7 Symbolen 1.8 De taak 1.9 Takenbord kleuters 1.10 Van dagtaak naar weektaak 1.11 Keuzewerk 1.12 Zelfcorrectie 1.13 Uitgestelde aandacht 1.14 Samenwerken 1.15 Werkplekken 1.16 De kring 1.17 Klasseninrichting 1.18 Communicatie 2 Indeling van de klas blz. 34 2.1 Groepsvorm 2.2 Functie 2.3 Inrichting in de klas 2.4 Klassenmap 3 Schoolafspraken blz. 36 3.1 In de klas 3.2 Algemene schoolafspraken 3.3 De schooltijden voor de kinderen 3.4 Gebouw 3.5 Buitenschools 3.6 Kennismaken 3.7 Gezonde school 4 Personele zaken, communicatie en informatie blz. 41 4.1 Personele zaken 4.2 Communicatie met en informatie naar team 4.3 Vergaderingen en studiedagen 4.4 Informatie naar ouders en ouderparticipatie 4.5 Taakverdeling binnen het team 5 Oudergesprekken, toetsing en rapportage blz. 45 5.1 Oudergesprekken 5.2 Toetsing 5.3 Rapportage 3

6 Overgang en groepsoverdracht blz. 47 6.1 Overgang 6.2 Groepsoverdracht 7 Differentiatie en zorg blz. 48 7.1 Puntenlijst leerlingenzorg 7.2 Meerbegaafden 7.3 GGD 7.4 Logopedie 8 Algemene activiteiten en lessen blz. 50 8.1 Schoolreis en schoolkamp 8.2 Sportdag 8.3 Schoolsporttoernooien 8.4 Huiswerk 8.5 Leerlingenraad 8.6 Bewegingsonderwijs 8.7 CKV (culturele en kunstzinnige vorming) 8.8 Computer en ICT 9 Overige vakken en methodes blz. 53 9.1 Rekenen (Pluspunt) 9.2 Schrijven 9.3 Spelling (Taalactief) 9.4 Taal (Taalactief) 9.5 Technisch lezen (Estafette) 9.6 Begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) 9.7 Muziek 9.8 Wereldoriëntatie 9.9 Verkeer (Verkeerskrant) 9.11 Spreekbeurten 9.12 Werkstukken 9.13 Kringgesprekken 9.14 Onderbouwd 9.15 Leefstijl 4

Inleiding De Tjalk is inmiddels ruim 30 jaar een daltonschool. De Tjalk is een openbare school met ongeveer 300 leerlingen en 25 personeelsleden. De school heeft twee locaties, maar streeft er nadrukkelijk naar een eenheid te blijven. Wij hechten grote waarde aan de doorgaande lijnen op beide locaties. De Tjalk maakt deel uit van Stichting SchOOL. In het schoolgebouw van de Tjalk bevinden zich onder andere de voor-, tussen- en naschoolse opvang en de peuterspeelzaal. In dit handboek, dat geschreven is voor de leerkrachten van De Tjalk, staan onder de visie en missie de in de afgelopen jaren gemaakte afspraken wat betreft de schoolorganisatie en het (dalton)onderwijs op de Tjalk. In dit handboek wordt een beschrijving gegeven van de gang van zaken in alle groepen; de aanpak van lessen, de regels en afspraken. De groepen zijn opgedeeld in verschillende bouwen die regelmatig met elkaar overleggen. Onderbouw: groep 1 en 2. Locatie onderbouw: groep 1, 2 en 3 Middenbouw: groep 3, 4 en 5. Locatie bovenbouw: groep 4 t/m 8 Bovenbouw: groep 6, 7 en 8. De Tjalk is een school waar aan de hand van daltonkernwaarden gewerkt wordt. Deze kernwaarden zijn: het leren hanteren van verantwoordelijkheid het leren samenwerken effectief en doelmatig werken het leren zelfstandig te werken het leren reflecteren Essentieel binnen ons onderwijs is het borgen van alle afspraken. Dat doen we d.m.v. dit handboek. Wanneer er afspraken of regels in dit boek beschreven staan die niet meer lijken aan te sluiten bij de huidige situatie, dan kan dit gemeld worden bij een lid van het LT of bij de daltoncoördinator. Trudy de Lange - Directeur Ans Aarnink - IB-onderbouw Ilona Peschel - IB-bovenbouw Mendy Meenderink - Specialist rekenen Marian Laagkemper - Specialist taal Hanneke Gerritsen-Postema - Daltoncoördinator Actuele informatie: - over de school: www.daltontjalklelystad.nl - over het daltononderwijs: www.dalton.nl 5

1. DALTON 1.1 Visie en missie van de Tjalk Begin van schooljaar 2015-2016 hebben we als team een visie en missie verwoord voor onze school. De kernwaarden die we daarbij noemden als voorwaarde om dit te bereiken zijn: professioneel, vertrouwen en samen. 1.2 Visie en missie van het Daltononderwijs Missie "Daltononderwijs is iedere leerling gegund" Visie Op onze school staat het belang van het kind voorop. Met liefde voor de kinderen en passie voor het daltononderwijs, zorgen wij ervoor dat alle kinderen met plezier naar school gaan en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Missie Onze Daltonschool biedt binnen het kader van veiligheid, structuur en rust de kinderen en volwassenen de gelegenheid om zelfstandig, individueel en samen te werken aan de afgesproken taak. Daltononderwijs staat voor een brede vorming (zowel cognitief, cultureel, sportief en sociaal-emotioneel) die bijdraagt aan een sterke persoonsontwikkeling. Daltononderwijs is adaptief onderwijs dat leerlingen past en uitnodigt om op basis van (zelf)vertrouwen uitdagingen aan te gaan om zich verder te ontwikkelen. Het kritisch onderzoekend benaderen van moderne ontwikkelingen en inzichten is op een daltonschool vanzelfsprekend. Daarmee gaat het daltononderwijs voortdurend met zijn tijd mee, zonder de doelmatigheid van onderwijs en de inbreng van een ondernemende leerling uit het oog te verliezen. Visie "De opbrengst, dat ben ik" Het daltononderwijs geeft inhoud aan een brede vorming waarbij intellectuele- en creatieve groei in evenwicht zijn met sociale en persoonlijke groei. Een leerling wordt uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Het daltononderwijs biedt daartoe een leef- en leeromgeving waar leerlingen worden uitgedaagd zich te ontwikkelen tot mensen zonder vrees met een kritische en democratische grondhouding. Het daltononderwijs wil een wezenlijke bijdrage leveren aan haar leerlingen om hen in staat te stellen te kunnen functioneren in een complexe samenleving door ondernemend en zelfverantwoordelijk te zijn in het leven, in het werken en in het samenleven. Doel "The fearless human being" Het daltononderwijs stelt zich ten doel om het onderwijs efficiënter in te richten door de kerndoelen met betrekking tot de leerinhouden van het onderwijs af te stemmen op de behoeften, interesses en competenties van leerlingen. 6

Een daltonleerkracht leidt dit leerproces waar het nodig is en begeleidt het waar dat kan. Hij of zij stelt zich ten doel om het zelf werken en het met elkaar werken van leerlingen in een veilig pedagogisch klimaat te bevorderen door hen daartoe de ruimte te geven. Een daltonleerling stelt zich ten doel om op een ondernemende en onbevreesde wijze zich kennis en vaardigheden eigen te maken. 1.2 Kernwaarden van het daltononderwijs De Nederlandse daltonidentiteit is altijd gestoeld geweest op drie principes. Onderwijs, en dus ook daltononderwijs, is constant in ontwikkeling. De veranderingen op het gebied van ontwikkelingspsychologie en didactische en maatschappelijke inzichten hebben in 2012 geleid tot een kritische bezinning op de daltonuitgangspunten. Hieruit zijn vijf nieuwe kernwaarden ontwikkeld, die hieronder kort beschreven staan: Met behulp van de kernwaarden wordt getracht het leer- en leefklimaat in de school op elkaar af te stemmen. 1. Verantwoordelijkheid en vertrouwen (vrijheid in gebondenheid) "Freedom and responsibility together perform the miracle" Zwart-wit geredeneerd, vanuit een klassikale schoolorganisatie zou de eerste reactie kunnen zijn dat vrijheid kan leiden tot ordeloosheid. Niets is minder waar. Binnen het daltononderwijs heeft ieder kind de vrijheid om: grenzen af te bakenen; in meer of mindere mate samen te werken met anderen; de volgorde van het vastgestelde werk te bepalen; een verdeling van tijd over de verschillende onderwerpen te maken; gebruik te maken van hulpmiddelen. Leerlingen kunnen de volgende keuzes maken: met welk vakgebied of taak zal ik beginnen; wat doe ik op welke dag; hoeveel tijd zal ik eraan besteden; doe ik het alleen of met een ander; waar ga ik werken: in de klas of op een stilteplekje op de gang. Leerkrachten kunnen de volgende keuzes maken: hoeveel taken geef ik de kinderen op, zijn de kinderen toe aan een grotere taak (dagtaak, meerdaagse taak en weektaak); welke andere taken zijn er deze week; welke samenwerkingsopdrachten geef ik deze week; welke lessen doen we samen; welke doe ik met een klein groepje; wat kunnen ze zelfstandig. Van ieder kind wordt een bepaalde basisprestatie verwacht die haalbaar moet zijn. Wij delen de groep kinderen op in 3 niveaus. Leerlingen die meer kunnen presteren, moeten dus ook meer doen, of ander 7

uitdagend werk krijgen. Zijn de kinderen klaar met hun taak, dan kijken ze op hun weektaak wat de andere taken zijn die ze moeten doen. Natuurlijk heeft de leerkracht bij dit alles een begeleidende rol en zal handelen indien dit gewenst is. De vrijheid is er bij de kinderen, maar wel in gebondenheid: dreigt er iets mis te gaan, dan zal de leerkracht sturend bijstellen. De rol van de leerkracht wijzigt. Hij wordt van leider meer begeleider. Hij heeft meer mogelijkheden om kinderen met achterstanden en kinderen die meer aankunnen, te helpen binnen de groep. 2. Samenwerken "The school functions as a social community" Dit beginsel is wellicht het meest essentiële voor de manier van werken/omgaan met elkaar binnen het daltononderwijs. Het samenwerken, daarbij rekening houdend met elkaars (on-) mogelijkheden leidt tot een onderlinge band, een wijze van omgaan met elkaar uitgaande van wat een ieder kan en niet van wat een ander niet kan. Binnen deze visie is er duidelijk plaats voor kinderen die leer technisch minder presteren dan wat verwacht zou mogen worden. Dalton is een manier van omgaan met elkaar. Een school die volgens de dalton-ideologie werkt, schept ruimte en geeft kinderen de gelegenheid om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. Binnen daltonscholen valt het op dat leerlingen toleranter tegen elkaar worden, ze kunnen beter samenwerken. De sfeer en rust in de school en op het schoolplein zal toenemen, het pesten zal worden teruggedrongen. 3. Effectiviteit/ doelmatigheid "Efficiency measure " a simple and economic reorganization of the school" Het daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Een taak als drager van de te leren vaardigheden en kennis biedt optimaal gelegenheid om tot een doelmatige inrichting te komen. Een taak op maat houdt een leerling doelmatig en functioneel bezig. 4. Zelfstandigheid "Experience is the best and indeed the only real teacher" Binnen de klassikale school zien we vooral de leerkracht die aan het woord is, en de leerlingen die luisteren. Daarna wordt werk opgegeven, de kinderen maken opgaven en de leerkracht kijkt na. Het leerplezier van veel kinderen verdwijnt echter als sneeuw voor de zon als ze de hele dag moeten luisteren naar een leerkracht die al voor de zoveelste keer diezelfde sommen uitlegt die zij toch wel snappen, of... misschien wel nooit zullen begrijpen. Deze werkwijze wordt bij het zelfstandig werken veelal losgelaten. De leerkracht geeft de taak op en vervolgens probeert het kind zelfstandig (of met anderen) een oplossing te zoeken. Wanneer het kind er niet uitkomt, kan de hulp van een andere leerling worden ingeroepen. Is dat niet mogelijk dan kan het kind eerst over gaan op een ander deel van de taak en zijn vraagteken wordt op tafel gezet. De leerkracht weet nu dat het kind tegen een probleem aanloopt. Doordat de kinderen meerdere taken krijgen, 8

blijven ze altijd aan het werk. Dit neemt niet weg dat de leerkracht instructiemomenten voor groepen kinderen of de hele klas organiseert. 5. Reflectie "I would be the first to hear welcome criticism" Het kritisch benaderen van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten is op een daltonschool vanzelfsprekend. Iedere docent werkend op een daltonschool reflecteert op zijn/haar onderwijspraktijk en professioneel handelen. Ook op schoolniveau vindt reflectie over het onderwijs voortdurend plaats. Reflectie en evaluatie dragen in hoge mate bij tot een verkenning van de leerweg om het beoogde doel te bereiken. 1.3 De leerkracht en het team Het daltononderwijs van een school laat zich maar voor een deel vastleggen in afspraken. Het belangrijkste is en blijft altijd de persoon van de leerkracht. Deze heeft "dalton tussen de oren zitten". Dat is een bepaalde houding ten opzichte van kinderen en ten opzichte van het onderwijs. Een houding die zich erdoor kenmerkt dat je bijvoorbeeld kinderen geen oplossingen voorkauwt, dat je ze stimuleert zelf na te denken over problemen, dat je oog hebt voor werkvormen die samenwerking bevorderen, dat je hier en daar een stapje terug wilt doen om kinderen de gelegenheid te bieden om zelf verantwoordelijkheid te dragen en ga zo maar door. De persoon van de leerkracht is het hart van het (dalton)onderwijs. Alle nieuwe leerkrachten gaan een daltoncursus volgen. Vanuit de daltonoptiek gezien, opereert een leerkracht per definitie niet solistisch. Hij/ zij functioneert in een team. Binnen dit team inspireer je elkaar en ondersteun je elkaar. En in teambijeenkomsten wordt de ontwikkeling van de school vormgegeven. Er wordt binnen de school gewerkt met een daltoncoördinator, een daltonwerkgroep en daltonontwikkelgroepen (DOP) om de dagelijkse daltonkwaliteit te stimuleren en te onderhouden. 1.4 Leerlingenraad Op de Tjalk hebben wij een leerlingenraad.) Vanaf groep 5 is één leerling per groep vertegenwoordigd in de leerlingenraad. De leerlingen leren opkomen voor hun belangen binnen de schoolorganisatie. Ze tellen mee en maken spelenderwijs kennis met democratische beginselen. De leerlingen krijgen inzicht in de organisatie van de school en door hen te betrekken en verantwoordelijk te maken voor schoolse zaken, zal dit de kwaliteit van de schoolorganisatie bevorderen. De kinderen zullen zelf ook meer betrokken raken met de school en ondervinden wat realistisch en haalbaar is. De leerlingenraad bevordert het actief burgerschap en sluit aan op het educatief partnerschap. Waar en wanneer vergadert de leerlingenraad? Een uur onder schooltijd in een ter beschikking staand klaslokaal of teamkamer. 9

1.5 Dagkleuren Iedere dag van de week wordt in de hele school aangegeven met een vaste kleur. Deze kleuren structureren de week voor de kinderen, wat hen helpt om een planning te kunnen maken. Daarnaast worden de dagkleuren gebruikt bij de administratie van verschillende zaken, zoals de presentielijst die de kinderen s morgens en s middags kleuren als ze binnen komen. Groep 1-2 In de ochtendkring wordt het dagen van de week liedje gezongen. Op de kalenderklok wordt aangegeven welke dag het is, net als de maanden en welk seizoen het is. Groep 3 t/m 8 Op zowel het kwartiertjesrooster als de weektaak komen de dagkleuren terug. De dagkleuren zijn: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag geel groen blauw rood paars De dagkleuren zorgen door de hele school heen voor een ordening van de week. Daarnaast hanteren we in verschillende groepen aanvullende materialen om de kinderen steun te bieden bij het ordenen van tijd en hun bezigheden. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen planning. Zelfstandig administreren. Kinderen kunnen elkaar helpen bij het (leren) plannen. De kleuren geven de leerlingen een duidelijk overzicht in hun planning. De leerlingen en leerkracht reflecteren op de gemaakte planning en op het uitvoeringsproces (Is het gelukt het werk te maken op de dag dat je het gepland had?) 1.6 Kwartiertjesrooster De dagkleuren zorgen door de hele school heen voor een ordening van de week. Daarnaast hanteren we in verschillende groepen aanvullende materialen om de kinderen steun te bieden bij het ordenen van tijd en hun bezigheden. Groep 1/2: dagritmekaarten Een hulpmiddel om de dag voor de kleuters te ordenen zijn de dagritmekaarten van Onderbouwd. Deze dagritmekaarten bestaan uit afbeeldingen die de verschillende activiteiten voorstellen die voor de betreffende dag gepland staan. Deze activiteiten worden, voordat de kinderen op school zijn, op 10

volgorde gehangen. Het gebruik van de dagritmekaarten brengt ordening en geeft de kinderen rust. Door de toevoeging van de klokjes zien de kinderen hoe lang een activiteit duurt. Bij een kleine kring staat een ster. Een groene ster staat voor rekenen, een rode ster voor taal. Daardoor kunnen de leerlingen zien voor wat de instructie is. Bij de ster staat een 1 of een 2, voor groep 1 of groep 2. Daardoor kunnen de leerlingen zien voor wie de instructie is. Boven de dagritmekaarten hangen een time-timer en een klok. Door de time-timer kunnen de leerlingen zien hoe lang duurt een activiteit nog duurt. Deze is dus per activiteit aan te zetten. Door de klok kunnen de leerlingen (die al klok kunnen kijken) hoe laat het is en hoe lang de dag nog duurt. Groep 1/2: Doelenbord Op het doelenbord staan klassikale doelen, specifiek benoemd voor groep 1 en 2. Het zijn doelen voor taal, rekenen én een sociaal/emotioneel doel. Door middel van de weg met een auto, kunnen de kinderen zien hoe ver het doel gevorderd is. 11

Groep 3/4: kwartiertjesrooster Op het whiteboard, naast het digibord, wordt het programma van de betreffende dag aangegeven. In groep 3 en 4 hebben ze geen dagritmekaarten zoals bij de kleuters maar gaan zij over op een mix van een dagritmekaart samen met een woord om het betreffende vak aan te geven. Aan de linkerkant zijn alle kwartieren d.m.v. een analoge klok aangegeven. In groep 4 komt de digitale tijd erbij. Hierdoor zien de leerlingen hoe lang een activiteit duurt. Dit kan helpen bij hun planning. Zie verder groep 5 t/m 8 voor de uitleg van de kaartjes. Het doelenbord in groep 3/4 De doelen van rekenen, taal en spelling staan op het whiteboard aan de andere kant van het digibord. Per vakgebied staan er 4 doelen omschreven, met nummer, uitleg én voorbeeld(som). De leerkracht bepaalt, aan de hand van de resultaten van de instaptoets, welke leerlingen waar komen te staan. groen = dit kan ik / ik kan iemand anders hiermee helpen oranje = dit kan ik al bijna rood = ik heb hulp nodig Zie ook voorbeeld doelenbord groep 5 t/m 8. 1 2 3 4 Groep 5 t/m 8 Op het kwartiertjesrooster hangen verschillende kaartjes. 12

Wit = klassikaal De kaartjes zonder kader geven aan dat er een klassikale activiteit is. Alle kinderen doen mee. Blauw = instructie De kaartjes met een blauw kader geven aan dat er op dat moment een instructie is. Met de sterren of cijfers van het betreffende doel (zie doelenbord) wordt aangegeven voor wie de instructie is bedoeld. Rood = toets De kaartjes met een rood kader geven aan dat het een toets moment is. Alle kinderen doen mee. Onder iedere dag wordt de datum genoteerd. Speciale data worden bij de woensdagmiddag genoteerd. Hierdoor kunnen de leerlingen de (lange termijn) planning overzien. Het doelenbord in groep 5 t/m 8: 13

De doelen van rekenen, taal en spelling staan op het whiteboard aan de andere kant van het digibord. Per vakgebied staan er 4 doelen omschreven, met nummer, uitleg én voorbeeld(som). De leerlingen schrijven zich, aan de hand van de resultaten van de instaptoets, in voor instructie. groen = dit kan ik / ik kan iemand anders hiermee helpen oranje = dit kan ik al bijna rood = ik heb hulp nodig NB: Bij het doelenbord van groep 3 t/m 8 kunnen de namen van de kinderen tijdens een periode veranderen van plek! Hebben ze instructie gekregen en/of extra geoefend en is het kwartje gevallen? Groep 3-4: laat ze een plekje opschuiven. Groep 5-8: laat ze hun naam uitvegen of andere kleur maken. Dit werkt motiverend voor het ontwikkelingsproces. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie De kinderen voelen zich medeverantwoordelijk voor het verloop van de dag. Het stimuleert het taakbesef. De dagritmekaarten en de kwartiertjesroosters zijn een voorstadium van leren plannen. Ook bij het samen plannen van samenwerkingsopdrachten is het kwartiertjesrooster een welkom hulpmiddel. Bij een goed gebruik van het kwartiertjesrooster in combinatie met het doelenbord, krijgen de kinderen instructie op niveau. Bij de dagevaluatie reflecteert de klas op het verloopt van de dag, maar ook op de verschillende instructiemomenten. 14

1.7 Symbolen Op verschillende plaatsen in de school worden symbolen gebruikt. Wc-symbolen Uit het oogpunt van zelfstandigheid, wordt de gang naar de wc aangegeven door een symbool. Aan de hand van dit symbool kan een kind zelf zien of de wc vrij is. Dit symbool kan per groep verschillen. Stoplicht Door middel van het stoplicht kan het kind zien welk geluidsniveau er verwacht wordt. Rood = Het moet stil zijn. Oranje = Er mag fluisterend samengewerkt worden. Groen = Er mag hardop gepraat en samengewerkt worden. Het kiesbord (Groep 1 t/m 3) Kinderen kunnen zelf aan de symbolen op het kiesbord zien welke hoeken/activiteiten er nog vrij zijn en maken vervolgens hun keuze. Met hun persoonlijke symbool geven ze op dit bord aan wat ze hebben gekozen. In groep 3 hebben ze alleen voor lezen een kiesbord. Als zij klaar zijn met lezen mogen ze daar een opdracht uit kiezen. Met hun eigen naam geven ze op dit bord aan wat ze hebben gekozen. 15

Daltonblokje Samenwerken betekent dat kinderen elkaar om hulp mogen vragen. Wij besteden in de groepen ook aandacht aan hoe je hulp vraagt: vriendelijk en zonder onnodig te storen. Soms mag een kind ook weigeren een ander te helpen. Dit kan bijvoorbeeld als het kind zelf bezig is met iets dat de volledige concentratie vereist, of als het zo vaak wordt gevraagd te helpen, dat het eigen werk eronder dreigt te lijden. Ook in dat geval moet het kind leren om vriendelijk nee te zeggen. In de groepen 3 t/m 8 hebben de kinderen het blokje in hun laatje. Tijdens het werken leggen ze deze op hun tafel. Het blokje heeft drie belangrijke kanten, die door de hele school eenduidig zijn: Rood = Ik wil zelfstandig doorwerken, stoor mij niet. Groen = Je mag mij storen, ik wil je helpen. Vraagteken = Ik heb een vraag voor de juf/meester. De leerkracht heeft ook een groot blok met dezelfde symbolen. Zie hoofdstuk 1.12. Uitgestelde aandacht (zie ook hoofdstuk 1.12) In iedere klas hangen kaartjes met symbolen voor uitgestelde aandacht: Als er een leerling bij de leerkracht komt met een vraag, wijst de leerkracht eerst op deze symbolen. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Symbolen verschaffen duidelijkheid, zodat het kind verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen keuzes. Daarnaast geven ze ook de mate van vrijheid aan. Kijkend naar het symbool kan het kind zelfstandig beslissingen nemen, zonder dat iets aan de leerkracht hoeft te worden gevraagd. Door de symbolen te respecteren, houdt het kind rekening met anderen. De symbolen helpen bij de klassenorganisatie en zorgen mede voor een goede werksfeer. Alle symbolen zijn het reflecteren waard met de groep. 16

1.8 De taak De taak is wel het bekendste element van het daltononderwijs. Er is in de school een opbouw in het omgaan met de taak, dit is afhankelijk van de leeftijd en de zelfstandigheid van de leerlingen. Deze opbouw betreft onder andere: De tijd die aan de taak besteed wordt, De periode die hij beslaat, De omvang van de taak, De onderdelen van de taak. Groep 1/2: Weektaak De taak van groep 1-2 omvat een week. Op de taak kunnen de leerlingen: - Aangeven welke taak zij gepland hebben. Dit geven zij aan door het zetten van een streep onder het betreffende vak, in de kleur van de dag waarop de taak gepland is. - Afkleuren welke taak zij gedaan hebben. Dit geven zij aan door het kleuren van de balk onder het betreffende vak. Verplichte taken: - De verplichte taken zijn aangegeven met een *, met onderscheid voor groep 1 en groep 2. - Groep 1 start met 1 verplichte taak per week, gedurende het jaar wordt dit uitgebreid naar 2 verplichte taken per week. - Groep 2 start met 2 verplichte taken per week, gedurende het jaar wordt dit uitgebreid naar 4 verplichte taken per week. Op deze manier werken zij toe naar de overgang naar groep 3. Onderaan de taak staan eventuele mededelingen en de handtekening van de leerkracht. 17

Groep 3/4: Weektaak Deze is in ontwikkeling. De taak van groep 3 omvat zowel een dagtaak als weektaak. Op de dagtaak (verplicht) kunnen de leerlingen: - Aangeven op welk niveau zij de les maken. - Aangeven door middel van een streep welke les zij plannen (zoals in groep 1-2). - De les afkleuren met de kleur van de dag zodra de les gemaakt is. - Na een les aangeven hoe deze gegaan is (proces of product, op aangeven van de leerkracht). Op de weektaak (keuze) kunnen de leerlingen: - Aangeven op welk niveau zij een taak doen. - Aangeven door middel van een streep welke taak zij plannen (zoals in groep 1-2). - De taak afkleuren met de kleur van de dag zodra de taak gemaakt is. - De taken van de weektaak kan je per week wisselen. Of je wisselt de opdracht bij een materiaal. Dit kan mooi corresponderen met het VLL extra werk bord. Onderaan de taak is ruimte voor eventuele opmerkingen. 18

Groep 5 t/m 8: Periodetaak en weektaak Deze taak omvat zowel een periode als een week. Op de periodetaak kunnen de leerlingen: - Zien aan welke doelen deze periode gewerkt wordt. - Zien welke lessen er bij welke doel passen. - Inkleuren hoe het ze, per doel, bij de instaptoets vergaan is. Daarna schrijven ze zich in voor instructie op het doelenbord. - Inkleuren hoe het ze, per les, vergaan is. Daarna kunnen ze hun naam op het doelenbord eventueel aanpassen. - Zien en afkleuren welk keuzewerk er te maken is bij het betreffende blok. - Inkleuren hoe het ze, per doel, op de eindtoets vergaan is. Op de weektaak kunnen de leerlingen: - Een persoonlijk doel stellen voor de komende week. - Zien welke lessen er klassikaal gegeven worden, deze zijn grijs gearceerd. - Zien welk doel er bij een les hoort. De nummers corresponderen met de nummers op de periodetaak. - Zien welke lessen er vrij ingepland kunnen worden. Deze lessen staan met een blauw kader op het agendabord. Hiervoor zijn de vakjes wit op de weektaak, zodat ze deze zelf in kunnen vullen. Onder de weektaak staat een stappenplan voor het plannen. Op de achterkant van de weektaak is ruimte voor reflectie en opmerkingen. 19

De vakken in de taak Klassikale momenten staan vast op de weektaak. Deze staan op het kwartiertjesrooster op een wit kaartje. De kinderen mogen hier niet zelf aan beginnen, maar moeten wachten tot zij instructie van de leerkracht hebben gehad. De instructiemomenten zien zij op het kwartiertjesrooster. Afhankelijk van de inschrijving op het doelenbord moeten zij bij de instructie aanwezig zijn. Zij kunnen hun planning maken aan de hand van het stappenplan wat eronder vermeld staat. Toetsen nemen we ook op in de taak, zodat de kinderen weten wat er allemaal gaat komen in de week. Omvang en inhoud van de taak: maatwerk Hoewel de taak in eerste instantie lijkt op een serie opdrachten die voor alle kinderen van de groep hetzelfde is, is het toch zeker de bedoeling dat er maatwerk wordt geleverd. Wij maken op school, naast de inschrijving per specifiek doel op het doelenbord, ook gebruik van 3 instructiegroepen. We geven de instructiegroepen aan met sterren: * = ik heb verlengde instructie nodig ** = ik volg de reguliere instructie *** = ik heb voldoende aan verkorte instructie Voor het ene kind kan de leerkracht besluiten de taak te verlichten en voor het andere kind kan hij besluiten om de te gemakkelijke onderdelen te vervangen door verdiepende opdrachten. Vooral als de niveaus in de bovenbouw steeds verder uiteen gaan lopen, zal er steeds meer gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid. Voor de kinderen zijn de sterren zichtbaar op de weektaak. In groep 3 worden niet de sterren gebruikt, maar gebruiken ze zon- en maansymbolen om de instructie groep aan te geven. Samenwerken in de taak Omdat samenwerken een belangrijk aspect van het daltononderwijs is, wordt er in vele situaties samengewerkt. De leerlingen die niet staan ingeschreven voor instructie, kunnen hulp vragen aan hun klasgenoten die hebben aangegeven het doel onder de knie te hebben en te willen helpen. Ook zal de leerkracht tijdens de klassikale les regelmatig verschillende samenwerkingsvormen gebruiken. Planning Groep 1/2: Er wordt (op vrijdag) per week gepland op het planbord en de weektaak (streep eronder). Groep 3/4: Er wordt per dag gepland op de weektaak. Groep 5 t/m 8: Er wordt er per week gepland op de weektaak. Notatie Naarmate het kind meer vrijheid krijgt bij het plannen van zijn werkzaamheden, heeft hij/zij ook meer handvatten nodig om dit te kunnen doen. Ook moet voor leerkracht en kind zichtbaar zijn hoe ver hij gevorderd is. Hiervoor wordt het volgende hulpmiddel gebruikt. Groep 1 t/m 4: Als een opdracht klaar is, dan wordt dit in de dagkleur afgekleurd op de weektaak. Het kind kan zo de vorderingen in één oogopslag zien. Groep 5 t/m 8: Als een opdracht klaar is, wordt deze nagekeken. Op de periodetaak kleuren de kinderen de opdracht af. Groen = Het is goed gegaan, ik heb geen instructie nodig. Oranje = Ik had wat foutjes, ik heb korte instructie nodig. 20

Rood = Ik had veel fouten, ik heb verlengde instructie nodig. Reflectie en evaluatie van het werken met de taak Het leren van de vaardigheden die het kind nodig heeft om goed met de taak om te kunnen gaan, gaat niet altijd vanzelf. Het is daarom nodig dat de leerkracht het proces van het taakwerken regelmatig met de kinderen bespreekt: voor welke problemen kwam je te staan en hoe heb je ze opgelost. De leerkracht zal dit zowel groepsgewijs als individueel doen. Het zal dan gaan over thema s als planning, samenwerken, netheid, inzet, zelfstandig problemen oplossen en rekening houden met elkaar. Beoordeling Het kind heeft ook recht op individuele feedback van de leerkracht. In de kleutergroepen vindt dit plaats tijdens of na het werken. Vanaf het moment dat de kinderen voldoende kunnen lezen in groep 3, gebeurt dit in de vorm van een schriftelijke beoordeling op de weektaak. Vanaf groep 5 kan ook het kind zelf op de taak een beoordeling geven van zijn/haar eigen werk d.m.v. smiley s. In groep 8 wordt er gewerkt met een agenda. De kinderen plannen vanuit een 3 wekenplanning het werk in de agenda. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen planning. Zorgen dat je op maandag je weektaakmapje bij je hebt en op vrijdag mee naar huis neemt. Verantwoordelijkheid dragen voor de taakgerichte werksfeer. Zelfstandig kunnen plannen en werken aan de taak. Bij samenwerkingsopdrachten moeten kinderen samen inplannen wanneer ze die opdrachten doen. Kinderen hebben een taak op hun eigen niveau (sterren). De leerlingen en leerkracht reflecteren op thema s als planning, samenwerken, netheid, inzet, zelfstandig problemen oplossen en rekening houden met elkaar. 21

1.9 Takenbord kleuters Kiesbord en het planbord In de kleutergroepen kennen we het kiesbord. Op dit planbord staat aangegeven aan welke activiteiten en in welke hoeken de kinderen mogen werken. Zij kunnen er ook op zien hoeveel kinderen er in de verschillende hoeken mogen werken. s Morgens hangen er de taken van de weektaak en s middags is er een ruimere keuzemogelijkheid. In de kleutergroepen werken zij in de ochtend ook met het planbord. Groep 2 heeft per week twee verplichte taken, en groep 1 heeft één verplichte taak. Gedurende het schooljaar wordt dit uitgebouwd naar respectievelijk vier en twee taken. Op vrijdag plannen de kleuters de nieuwe taken voor de komende week, zodat zij op maandag van start kunnen. Organisatie De kinderen mogen vanuit de kring een activiteit kiezen. Dit doen ze aan de hand van hun weektaak. Zij hebben een eigen symbool op een magneetkaartje. Dit mogen ze op het kiesbord hangen. Daarna kleuren ze als het niet gepland werk is, hun taak op hun weektaak in. Inhoud van de taken De soorten taken zijn heel divers. Bijvoorbeeld werken met ontwikkelingsmateriaal (lezen, taal, rekenen), creatieve opdrachten of werken in een bepaalde hoek. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Door het gebruik van onder andere het kiesbord en het weektakenbord wordt de kleuter taakbesef aangeleerd. Het kind is er verantwoordelijk voor dat het zijn opdrachten af krijgt. Daarbij heeft het de vrijheid om een opdracht vandaag of op een andere dag te doen. De leerkracht is hierbij nog wel een duidelijk begeleidende factor. De keuze wordt in principe zelfstandig gemaakt. De kinderen administreren hun taak door middel van het afkleuren met de dagkleur. De leerkracht zal bewust zoeken naar samenwerkingsopdrachten, regelmatig ook samen met jongste kleuters. Daarnaast wordt er ook veel aandacht besteed aan het elkaar helpen en delen van het materiaal. Kinderen plannen de verplichte werkjes in kleine groepen (er kunnen max. 4 kinderen op een bepaald moment de verplichte activiteit kiezen), waardoor zij gerichte ondersteuning kunnen krijgen van de leerkracht. Kinderen reflecteren onder begeleiding van de leerkracht op het proces van kiezen, plannen en of de planning ook gelukt is. 22

1.10 Van dagtaak naar weektaak Taakperiode Op onze school wordt de taak altijd aangeboden in een weekoverzicht. De taak loopt van maandag t/m vrijdag voor alle groepen. Er is een opbouw, waarbij dit eerst wordt gehanteerd als een aantal dagtaken naast elkaar en later als een weektaak, waarbij kinderen ook verder mogen werken aan opdrachten die bij een andere dag staan. In schema: Groep Taakperiode Klaar met de (deel) taak, dan. 1 Kinderen krijgen naarmate ze zich ontwikkelen 1 taak, die in deze week moeten worden gedaan. De groepsleerkracht heeft aanvankelijk een grote rol bij het leren op zich nemen van deze taakjes. Na de administratie op de weektaak, kiest het kind een andere activiteit. 2 Kinderen krijgen 2 "taken", die in deze week moeten worden gedaan. De rol van de leerkracht wordt steeds kleiner. Kinderen nemen zelf meer verantwoordelijkheid. 3 De opdrachten staan voor de hele week op de weektaak genoteerd. De kinderen plannen per dag. 4 De opdrachten staan voor de hele week op de weektaak genoteerd. De kinderen plannen per dag. 5 De kinderen plannen de taak voor de hele week en maken hierbij gebruik van het agendabord in de klas. De groepsleerkracht heeft aanvankelijk een grote rol bij het leren plannen voor een hele week. 6 De kinderen plannen de taak voor de hele week en maken hierbij gebruik van het agendabord in de klas. De rol van de leerkracht, als hulp voor het plannen, wordt steeds kleiner. 7 De kinderen plannen de taak voor de hele week en maken hierbij gebruik van het agendabord in de klas. De leerkracht helpt alleen die kinderen die hulp nodig hebben bij het plannen. Na de administratie op de weektaak, kiest het kind een andere activiteit. Als het kind de taak van de dag af heeft, kiest het van de weektaak een andere taak. Als het kind de taak van de dag af heeft, kiest het kind stof van het extra werk. De kinderen kiezen uit het extra werk en vermelden dit op de weektaak. De kinderen kiezen uit het extra werk en vermelden dit op de weektaak. De kinderen kiezen uit het extra werk en vermelden dit op de weektaak. 23

8 De kinderen plannen de taak voor drie weken in de agenda en maken hierbij gebruik van het agendabord in de klas en een planning op papier voor drie weken. De kinderen kiezen uit het extra werk en vermelden dit op de weektaak. 1.11 Keuzewerk (in ontwikkeling, planning 2017-2018) Vrijheid betekent niet alleen dat het kind de volgorde binnen de taak mag bepalen, maar ook dat het voor een deel zelf de inhoud van zijn / haar leren kan kiezen. Keuzewerk is: Een niet-vrijblijvende, educatieve activiteit; Een vast onderdeel van de weektaak; Een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling, In de kleutergroepen staat keuzewerk op het takenbord, In de groepen 3 t/m 8 staat het keuzewerk op de weektaak en staat het in de keuzekast, Keuzewerk is bij voorkeur zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren, Ook binnen keuzewerk zal ernaar gestreefd worden kinderen te laten samenwerken. Doel: Keuzewerk is kennis toepassen (op verschillende niveaus) in een zelfgekozen opdracht. Dit inhoud van dit werk kan: - aansluiten bij de doelen van de betreffende periode. - herhalen/automatiseren tot doel hebben. - aansluiten op persoonlijke doelen. Inhoud: Op Daltonschool de Tjalk is een doorgaande lijn te zien in het keuzewerk waarbij de inhoud: 1. is afgestemd op de leeftijd van de kinderen; 2. is afgestemd op het leerniveau van de kinderen; 3. is afgestemd op de leerstof; 3. uitdaging biedt; Ten opzichte van de opdrachten moeten we kritisch zijn: We stellen hoge eisen aan de opdrachten; de opdracht moet compleet zijn en moet een duidelijk leerdoel bevatten. Zo heeft Kapla bijvoorbeeld alleen meerwaarde als er gebouwd wordt volgens de voorbeeldkaarten. Vrij bouwen is te vrijblijvend en heeft op leergebied geen meerwaarde. Heb je twijfels over welke opdrachten bij keuzewerk horen, overleg dit dan in de bouwvergadering. Afspraken: In iedere groep werken alle leerkrachten volgens onderstaande afspraken. Het keuzewerk krijgt een vaste plek op de weektaak. Als start kun je ervoor kiezen om één keuzewerk moment gezamenlijk te plannen. (Het doel is uiteindelijk dat kinderen keuzewerk zelfstandig inplannen gedurende de week). 24

Leerlingen vanaf groep 4 schrijven op de (week- of periode-) taak welk werk ze gekozen hebben. Leerkrachten controleren of de leerlingen wisselend kiezen en of de opdrachten (goed) worden afgerond. Het keuzewerk hoeft niet binnen een week afgerond zijn mits er een goede planning is gemaakt. De leerkracht houdt dit in de gaten. Om het uitdagend te houden is het leuk om het keuzewerk af en toe te wisselen of aan te vullen. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Een leerling mag zelf kiezen welke taak/werkje nodig is om het doel te halen uit de kieskast Een vast onderdeel van de weektaak waar zij zelf aan mogen werken maar wel met een einddoel We leren van en met elkaar De kieskast wordt zodanig ingericht dat kinderen kunnen werken aan hun doelen met werkjes uit de kieskast. Na een thema wordt gekeken of de kinderen de ik-doelen hebben gehaald. 1.12 Zelfcorrectie Wij hechten grote waarde aan het zelf corrigeren door de kinderen. Dit geldt zowel voor de opdrachten die binnen de taak worden gedaan als voor opdrachten daarbuiten. Zelfcorrectie heeft een aantal voordelen: - Het kind kan meteen het werk verbeteren en hoeft niet te wachten tot het werk pas later gecorrigeerd is door de leerkracht. - Het kan een duidelijk leereffect hebben omdat het kind, als het een fout ontdekt, zich meteen zal afvragen hoe deze fout kon ontstaan. - Het zou de kinderen een beter inzicht kunnen geven in wat ze kunnen en bij welke zaken ze hulp moeten vragen van de leerkracht of aan een andere leerling. Vanaf de kleutergroepen is materiaal voorhanden dat zelfcorrigerend is. Daarnaast mogen de kinderen in de loop van groep 3 bepaalde opdrachten zelf corrigeren. De zon-leerlingen kijken zelf na bij veilig leren lezen. In de hogere groepen wordt dit geleidelijk uitgebreid. Het streven is om de kinderen zo veel mogelijk zelf te laten corrigeren. De groepsleerkracht is degene die het beste kan inschatten welk werk in zijn groep geschikt is om door de kinderen te laten nakijken. Hier kan op maat worden gewerkt. Het ene kind geeft er blijk van al heel zelfstandig en goed te kunnen nakijken, terwijl de ander onzorgvuldig is of liever de antwoorden overschrijft. Zelf nakijken vraagt een bepaalde houding van de kinderen. De kinderen moeten zich realiseren dat je je werk nakijkt om er iets van te leren en niet om zoveel mogelijk krulletjes in je schrift te hebben. De leerkracht controleert steekproefsgewijs en ondersteunt dit proces d.m.v. het geven van feedback en maakt duidelijke afspraken met de kinderen per leerjaar. Hierbij gelden de volgende afspraken: - Toetsen worden door de leerkracht nagekeken. - Regelmatig kijkt de leerkracht het werk van alle kinderen na om de voortgang te kunnen bepalen. Dit is bouwafhankelijk. - De leerkracht neemt steekproeven om te kijken of het corrigeren goed is gebeurd. Dit is ook bouwafhankelijk. 25

Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Verantwoordelijkheid nemen voor het corrigeren. Hulp/uitleg vragen als je merkt dat er veel fouten zijn gemaakt. Zelfstandig nakijken. In de varianten waarbij je elkaar of samen corrigeert. Kinderen krijgen gelijk de mogelijkheid hun fouten te verbeteren en hoeven niet te wachten tot de leerkracht aangeeft of het goed of fout is wat ze hebben gedaan. Er wordt binnen de groep geëvalueerd hoe het zelf nakijken gaat en of er op een goede manier mee wordt omgegaan. 1.13 Uitgestelde aandacht Met uitgestelde aandacht bedoelen we een periode dat de leerkracht niet meteen beschikbaar is voor vragen en problemen van kinderen. De kinderen krijgen de vrijheid om eigen oplossingen te bedenken. De vijf belangrijkste redenen om te werken met uitgestelde aandacht zijn: Kinderen leren in deze periode zelfstandig problemen op te lossen. Kinderen komen in de situatie dat ze aan andere leerlingen hulp moeten vragen en kunnen elkaar op deze manier makkelijker helpen, d.w.z. kunnen van elkaar leren. Het biedt de leerkracht de gelegenheid om ongestoord met individuele of met kleine groepjes te werken of om leerlingen te observeren. Kinderen leren dat zij niet altijd op het door hun gewenste moment aandacht kunnen krijgen van de leerkracht. Kinderen leren bij een probleem verder te gaan met andere taken tot de leerkracht tijd heeft. Hoe vraagt een kind hulp? Heeft een kind een probleem met betrekking tot de leerstof dan probeert het eerst zelf dit probleem op te lossen (bijvoorbeeld met behulp van de handelingswijzer). Is het probleem nog niet opgelost, dan mag de leerling tijdens de zgn. overlegmomenten in zijn of haar groep uitleg vragen. Brengt ook dit geen oplossing, dan mag de leerling uitleg gaan vragen aan de leerkracht, maar dan moet de leerkracht wel aangegeven hebben (d.m.v. het tonen van de groene stip op het blok) dat er gelegenheid is tot het stellen van vragen. Het model dat gehanteerd wordt is dus: Eerst zelf nog een keer goed kijken en lezen. Hulp vragen in je groepje. Het blokje (daltonblokje) op vraagteken zetten. Doorgaan met wat je wel snapt (eventueel met ander werk). 26

Om de kinderen te helpen herinneren aan deze stappen, hangen er in elke klas kaarten waarop staat welke stappen ze moeten nemen bij het zelf vinden van een oplossing. Bij dit alles is het uiterst belangrijk dat het kind oplossingen zoekt, die anderen zo weinig mogelijk storen. Het symbool voor uitgestelde aandacht van de leerkracht is het blok Iedere leerkracht spreekt aan het begin van het schooljaar met de kinderen af welk symbool er wordt gebruikt om de periode van uitgestelde aandacht aan te geven. Dat is het blok. Op het moment dat dit blok op tafel staat, weet het kind dat hij de leerkracht niet mag storen. Rood = niet storen. Groen = Vraagteken = je mag de leerkracht storen. de leerkracht loopt een servicerondje voor de vragen van de kinderen. In de groepen 3 tot en met 8 kunnen leerlingen d.m.v. het vraagteken op het blokje, aangeven hulp nodig te hebben. Tijdens het servicerondje schenkt de leerkracht hier aandacht aan. Uitleg servicerondje Na de instructie van het werk gaan de leerlingen eerst zelf aan het werk. De leerkracht heeft dan tijd om kinderen die het nodig hebben op gang te helpen. Daarna loopt de leerkracht de eerste serviceronde. Een serviceronde is een vaste route door de klas, zodat kinderen zelf kunnen inschatten wanneer ze aan de beurt zijn. Het is handig als het rondje in een vast ritme verloopt. Zo blijven de kinderen niet te lang met een probleem zitten. Voor en na een serviceronde heeft de leerkracht tijd om met (groepjes) kinderen te werken. Tijdens de serviceronde krijgen de kinderen, die het daltonblokje op het vraagteken hebben liggen, aandacht. Als kinderen een vraag hebben, maar nog niet geholpen worden, kunnen ze twee dingen doen: - Ze gaan verder met ander werk, waarmee ze wel aan de slag kunnen. - Ze vragen hulp aan een kind uit hun groepje, dat zijn daltonblokje op groen heeft. In de klas hangen kaarten met symbolen die de kinderen helpen herinneren wat te doen als zij niet verder kunnen. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie De vrijheid om zelf oplossingen te bedenken voor problemen en daar hulp voor te zoeken of te geven. De verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen hiervan. De hulp van de leerkracht wordt pas gegeven als niet het kind, maar de leerkracht daartoe het initiatief neemt. Oplossingen door middel van samenwerken wordt gestimuleerd. Kinderen leren naarmate ze ouder worden steeds meer zelf hun gedrag te reguleren. Doordat ze zelf oplossingen bedenken, ervaren zij dat zij zelf oplossingsgericht kunnen werken. De groep reflecteert en evalueert regelmatig hoe dit proces in de groep verloopt. 1.14 Samenwerken 27

Wij vinden het van grote pedagogische waarde dat kinderen sociale vaardigheden opdoen. Samenwerken is daarbij van grote betekenis. Samenwerken - Buitendeur voor elkaar openhouden (door de voorzitter). - Elkaar helpen met: jas dichtmaken, veters strikken, knoop losmaken, gymschoenen aantrekken. - Opruimen binnen (klaar, dan een ander helpen) én buiten (samen een kar/fiets optillen). - In de taak: er worden structureel samenwerkingsopdrachten in de taak opgenomen. - In de instructielessen: taal-, reken- en andere methodes doen vaak suggesties voor samenwerkingsopdrachten. De leerkrachten kunnen deze opnemen in hun lesprogramma. - Bij het tutorleren, zowel bij lezen als bij rekenen. - Binnen het bewegingsonderwijs: ook hier zijn vele werkvormen waarbij samenwerking nodig is. Veel sport- en spelvormen zijn hiervoor geschikt. - Binnen de creatieve vakken: hierbij wordt in de expressiecirkel samengewerkt. Bij deze werkvormen zal de leerkracht regelmatig een korte nabespreking houden over het samenwerkingsproces. Samen werken Er is een verschil tussen samenwerken (dit is samen aan een opdracht werken, zoals hierboven omschreven) en samen werken. Met samen werken bedoelen we dat kinderen weliswaar individueel aan een opdracht werken, maar dat ze wel rekening met elkaar houden en elkaar helpen. Rekening houden met elkaar houdt in dat je elkaar niet stoort of afleidt tijdens het werk. Ook houdt het in dat je je verantwoordelijk voelt voor zowel het welzijn van je medeleerlingen als de sfeer in de groep. Kinderen moeten het normaal vinden dat je elkaar helpt. Het is ook normaal dat je hulp vraagt. Niet alle kinderen kunnen dit uit zichzelf, ze zullen dit moeten leren. Coöperatief leren In alle groepen worden verschillende vormen van coöperatief leren uitgeprobeerd en ingeoefend. Bij deze werkvormen zal de leerkracht regelmatig een korte nabespreking houden over het samenwerkingsproces. Hier bestaan verder nog geen vaste afspraken over. Bijv. binnenkring buitenkring Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Verantwoordelijkheid nemen voor je omgeving. De vrijheid om hulp te zoeken en te geven. Zelfstandig hulp zoeken en hulp verlenen. De kinderen moeten samenwerkingsvaardigheden hebben geleerd om te kunnen samenwerken. 28

Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Met coöperatieve werkvormen wordt van alle kinderen een actieve en betrokken houding verwacht. Er wordt regelmatig met de klas geëvalueerd hoe het samenwerkingsproces binnen en buiten de groep verloopt. 1.15 Werkplekken De kinderen hebben een zekere vrijheid in het kiezen van een werkplek in de aanliggende gemeenschappelijke ruimtes. Doordat er met een taak wordt gewerkt, zijn de kinderen tijdens de werktijd bezig met verschillende opdrachten. De kinderen kunnen naast zelfstandig aan hun taak werken ook samenwerken of extra uitleg van de leerkracht krijgen. In een daltonschool zal een kind moeten wennen aan een zeker werkruis. Het kan er ook voor kiezen een rustige werkplek op te zoeken of een koptelefoon opzetten. Voorbereiding bij de kleuters In de kleutergroepen is het werken in steeds verschillende hoeken vanzelfsprekend. Bij het servicerondje komt de leerkracht langs bij de leerlingen en zo worden de kleuters min of meer voorbereid op het latere zelfstandig werken in ruimtes waar de leerkracht niet steeds aanwezig is. De middenruimte (gemeenschappelijk gebruik) Over het gebruik van de middenruimte maken de betrokken leerkrachten aan het begin van het schooljaar duidelijke afspraken. In de ochtend zijn het stilwerkplekken. In de middag kan hier ook samengewerkt worden, eventueel onder begeleiding. Leerkrachten spreken kinderen aan die praten en sturen ze terug naar de klas. De gang (gebruik per hoek van lokalen ) Ook worden afspraken gemaakt over het zelfstandig gebruik maken van de werkplekken op de gang door de kinderen. Deze afspraken worden in de klassen besproken. Dit is ook van toepassing voor de kleuters. Er worden in de ochtend geen spelletjes gedaan i.v.m de rust. We houden zoveel mogelijk de deuren open. Wanneer er te veel lawaai vanuit de gang komt, moeten de kinderen weer terug naar de klas. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid De vrijheid om zelf de werkplek te bepalen. De verantwoordelijkheid om een gunstige werkplek te kiezen, ligt in principe bij het kind. 29

Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Bij het maken van deze keuze moet het kind zich houden aan de gemaakte afspraken met de leerkracht. Ook tijdens het werken op de gang is het nog steeds belangrijk dat je elkaar niet mag storen. Kinderen kiezen een werkplek die het beste past bij de taak die ze op dat moment uitvoeren. Regelmatig reflecteert de leerkracht met de kinderen op het proces van werkplek kiezen en hoe dit uiteindelijk gegaan is. 1.16 De kring In alle groepen wordt gewerkt met een kring. Het woord kring kent twee betekenissen: Een organisatievorm, een opstelling van het meubilair Een werkvorm, een manier van communiceren Enige gedachten over de toepassing van de kring op onze school: In de groepen 1 en 2 wordt al begonnen met een kring. Vanuit de kring kan ook het kiezen plaatsvinden. Een kring wordt ook gebruikt voor instructies, taalactiviteiten, muziek, drama, zaakvakken, gesprekken, discussies, spelletjes, samen drinken en ga zo maar door. De kleine kring is een effectief middel in alle groepen, waarin kinderen leren met elkaar te communiceren en waarin de leerkracht (verlengde)instructie kan geven aan een klein groepje kinderen. Daltonkringgesprek De twee voorzitters van de week leiden de vertelkring. Al vanaf groep 1-2 leren de kinderen dat de voorzitters vragen: Wie heeft er wat te vertellen of te laten zien? De eerste voorzitter begint daarmee. Vervolgens mogen de kinderen die wat willen vertellen of laten zien, hun vinger opsteken en geeft de voorzitter de beurt aan een klasgenoot. Als het kind klaar is met vertellen, vraagt de voorzitter wie er wat te vragen heeft aan degene die wat verteld heeft. Hij mag dan max. 2 kinderen de gelegenheid geven tot een vraag en dan gaat de tweede voorzitter verder op dezelfde manier. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Het kind is verantwoordelijk voor het naleven van de kringregels en zo voor de goede sfeer in de groep. De voorzitters leiden de kring zelfstandig. Het is voor het samenwerken van groot belang dat kinderen leren communiceren (duidelijk je gedachten verwoorden en leren luisteren naar elkaar). Deze vaardigheid wordt geoefend in de kring. Het leren communiceren met en luisteren naar elkaar zijn vaardigheden die de kinderen leren en nodig hebben bij het op een goede manier (doelmatig) kunnen samenwerken Ook de kring wordt regelmatig geëvalueerd met de groep. 30

1.17 Klasseninrichting De inrichting van de klassen moet zo zijn, dat de kinderen alle materialen die zij nodig hebben, zelfstandig kunnen pakken, eventueel weer schoonmaken en opruimen. Specialistentaken De kinderen zijn samen verantwoordelijk voor hun klas en om die verantwoordelijkheid te versterken, krijgen alle kinderen in de klas een taak. Zij zijn daar samen of alleen verantwoordelijk voor. Een aantal taken zijn; de planten water geven, de absentielijst controleren, de vaatwasser inen uitruimen, de computers uit doen enz. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie De vrijheid om zonder te vragen materialen te gebruiken die nodig zijn. Zelf bepalen wat nodig is en dat zelf halen. Ook een ander moet de spullen weer gebruiken, dus laat het schoon achter, maak niet alles op en overleg over het gebruik van schaarse spullen. Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen en spreken elkaar op hun specialistentaken aan. Er wordt met regelmaat gereflecteerd over de uitvoering van deze taken. 1.17 Communicatie naar ouders Informatieavond Elk jaar begint met een informatieavond plenair en per groep voor alle ouders. De schoolleiding en de groepsleerkrachten presenteren het programma van het jaar en maken afspraken met de ouders. Kennismakingsgesprekken In de eerste paar schoolweken zijn de kennismakingsgesprekken. In deze 10 minuten gesprekken vertellen ouders aan de leerkracht over hun kind. Weektaak De weektaak gaat op vrijdag mee naar huis. De leerkracht zet zijn/haar handtekening op de taak, kan toets uitslagen vermelden en waardeert de werkhouding van het kind. De weektaak komt vanaf groep 3 ondertekend door de ouders op maandag weer terug. Zowel kinderen als leerkrachten als ouders kunnen belangrijke dingen op de weektaak vermelden. Tjalkpost Regelmatig, gemiddeld 1 keer per twee weken, krijgen de ouders de Tjalkpost per mail. Deze is tevens te vinden op de website van de Tjalk. Net als het jaarverslag en de schoolgids. Evaluatieavond Aan het eind van het jaar is een evaluatieavond met de ouders. Met de schoolleiding en in het verlengde daarvan met de groepsleerkrachten wordt teruggekeken op het bijna voorbije schooljaar. 31

Rapportgesprekken Twee keer per jaar zijn rapportgesprekken, waarbij tevens de leerlingprofielen uit het LOVS van CITO worden besproken. Groepsmail Alle algemene schoolmail wordt via directie/ict centraal verstuurd naar alle ouders. Specifieke groepsinformatie wordt via de groepsmail verstuurd. Zie ook het protocol groepsmail. Persoonlijk contact met ouders Het persoonlijk contact tussen ouders en leerkracht is zeer belangrijk. Ouders moeten het gevoel hebben dat ze gehoord worden en zij zijn onze partner als het gaat om de ontwikkeling van hun kind(eren). Vertrouwen is de basis. Vertrouwelijke en persoonlijke informatie over een kind wordt zoveel mogelijk in een persoonlijk gesprek met ouders gedeeld. Daltonkernwaarden Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie Een ieder heeft de verantwoordelijkheid om goed te bedenken welk communicatiemiddel gebruikt wordt in een bepaalde situatie. Ze hebben de verantwoordelijkheid om de weektaak als communicatiemiddel te gebruiken en op de hoogte te zijn van de communicatieprotocollen en afspraken die we gemaakt hebben. Leerkrachten hebben de vrijheid om extra momenten met ouders af te spreken als er belangrijke informatie over een kind besproken moet worden. Bij gezamenlijke avonden kunnen clustercollega s samenwerken. Het gehele team heeft de vrijheid om zelf stukjes aan te leveren voor de Tjalkpost. Het gehele team is ervoor verantwoordelijk dat er goed gecommuniceerd wordt naar ouders. Het is belangrijk dat wij bij ouders navragen hoe 32

2. INDELING VAN DE KLAS 2.1 Groepsvorm De tafels van de leerlingen zijn in principe in tafelgroepen geplaatst. Een speciale aanpak van een individuele leerling/specifieke groep kan hierop een uitzondering zijn. 2.2 Functie De vorming van groepen past in het kader van het samenwerken door leerlingen, een werkvorm die past bij Dalton en op onze school gestimuleerd wordt. Op bepaalde momenten wordt leerstof aangeboden waarbij de leerlingen dienen samen te werken, maar ook tijdens de taakuren heeft de groepsvorm een functie. Heeft een kind een probleem met betrekking tot de leerstof dan probeert het eerst zelf dit probleem op te lossen (bijvoorbeeld met behulp van de handelingswijzer). Is het probleem nog niet opgelost, dan mag de leerling tijdens de zgn. overlegmomenten in zijn of haar groep uitleg vragen. Brengt ook dit geen oplossing, dan mag de leerling uitleg gaan vragen aan de leerkracht, maar dan moet de leerkracht wel aangegeven hebben (d.m.v. het tonen van de groene stip op het blok) dat er gelegenheid is tot het stellen van vragen. Het model dat gehanteerd wordt is dus: 1. Eerst zelf nog een keer goed kijken en lezen. 2. Hulp vragen in je groepje. 3. Aandachtsdobbelsteen op vraagteken zetten. 4. Doorgaan met wat je wel snapt (eventueel met ander werk). In de onderbouw bestaat de klas uit verschillende hoeken: huishoek, bouwhoek, taal/schrijfhoek, computerhoek, leeshoek, verf-/krijtbord, ontwikkelingsmateriaal, zand-/watertafel, crea-hoek enz. In de klas staan tafelgroepjes waaraan kan worden gewerkt. Elke groep heeft dagritmekaarten hangen om de indeling van die dag aan te geven. In de onderbouw wordt geëxperimenteerd met een digitaal keuzebord. De samenstelling van de groepen (vanaf groep 3) is niet gebaseerd op vriendje-vriendinnetje zijn; de groepen worden zo samengesteld dat de verwachting is dat leerlingen elkaar kunnen helpen of elkaar kunnen stimuleren; verschillende niveaus bij elkaar. Gedrag kan ook een indelingsfactor zijn. Het is mogelijk de tafelgroepen regelmatig van samenstelling te veranderen. 2.3 Inrichting in de klas De groepen 3 t/m 8 werken met een stoplicht die het verwachte geluidsniveau van de kinderen aangeeft. Het stoplicht bevindt zich voor in de klas of is zichtbaar op het digibord. Rood = de kinderen zijn stil aan het werk. Wordt gebruikt tijdens toetsen. Oranje = de kinderen mogen fluisterend overleggen, dat betekent niet dat ze altijd mogen samenwerken (met iemand uit een ander groepje). 33