Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Transcriptie

1 Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid eind groep 2 De planning Ik kan op de takentoren zien welke taken er zijn Ik kan plannen welke taken ik wil maken Ik kan de geplande taak uitvoeren De materialen Ik weet waar de materialen liggen die ik nodig heb Ik weet hoe ik de materialen moet gebruiken Ik kan de gebruikte materialen weer netjes opruimen Ik weet wat ik moet doen als het materiaal (bijna) op is De omgeving Ik zorg voor een opgeruimde werkomgeving binnen en buiten het klaslokaal Ik kan me aan de regels en afspraken houden Verantwoordelijkheid eind groep 4 De planning Ik kan op de planner zien welke taken er deze week gemaakt moeten worden m v rv g zg Ik kan per dag bepalen in welke volgorde ik de taken maak Ik kan op de planner bijhouden welke taken ik beheers Ik weet hoe ik rekenen en spelling moet nakijken Ik kan kiezen uit een vast aanbod van keuzewerk De materialen Ik kan de materialen die ik nodig heb pakken en opruimen Ik kan de materialen hanteren volgens de afspraken Ik weet wat ik moet doen als het materiaal (bijna) op is De omgeving Ik kan zelf bepalen waar ik werk Ik zorg voor een nette werkplek en laat deze opgeruimd achter Ik kan meedenken over de op te stellen groepsregels Ik een conflict situatie negeer ik vervelend gedrag

2 Verantwoordelijkheid eind groep 6 De planning Ik kan de taken op de planner verdelen over een week m v rv g zg Ik kan uitleggen waarom ik voor een bepaalde planning kies Ik kan mijn planning bijstellen Ik kan zelf mijn taken nakijken Ik kan op mijn planner aangeven of ik de taak heb begrepen Ik kan actie ondernemen als ik merk dat ik veel fouten heb gemaakt Ik kan kiezen uit keuzematerialen Ik kan zelf bepalen aan welke workshop ik meedoe De materialen Ik kan materialen in de school pakken en opruimen Ik hanteer het schoolmateriaal volgens de afspraken Ik denk er aan om materiaal mee van huis te nemen als dat gevraagd wordt De omgeving Ik zorg voor een opgeruimde werkomgeving binnen en buiten het klaslokaal Ik kan samen de groepsregels opstellen Ik kan in een conflictsituatie reflecteren op mijn eigen gedrag Verantwoordelijkheid eind groep 8 De planning Ik kan zelf bepalen hoe ik leer m v rv g zg Ik kan zelf een eigen leerdoel stellen en hier een periode aan werken Ik kan zelf bepalen of ik de instructie wel of niet volg Ik kan zelf nakijken en verdere actie ondernemen Ik kan zelf bepalen of ik wil samenwerken, los van de maatjes taken Ik zorg ervoor dat huiswerk op tijd wordt geleerd/ingeleverd De materialen Ik kan schoolmateriaal pakken, opruimen en heb een actieve voorbeeldfunctie Ik kan schoolmateriaal goed hanteren en laat anderen zien hoe het moet Ik kan meedenken over uitbreiding van materialen De omgeving Ik spreek anderen aan op de groepsregels Ik zorg dat ik niet in een conflictsituatie kom Ik kan zelf weer uit een conflictsituatie komen

3 Zelfstandigheid Zelfstandigheid eind groep 2 Werk inplannen Ik kan op de takentoren zien welke taken er gemaakt moeten worden m v rv g zg Ik kan op de takentoren bijhouden welke taak af is Ik weet wat het verschil is tussen kiezen en plannen Ik kan in een week twee werkjes plannen Oplossingen Ik kan hulp vragen Ik kan hulp geven Ik kan materialen pakken Ik kan een geschikte werkplek kiezen Uitgestelde aandacht Ik kan 30 minuten zelfstandig spelen zonder veel sturing van de leerkracht Ik kan reageren op de muis en de ketting van de leerkracht Ik kan hulp vragen aan een maatje als de leerkracht niet beschikbaar is Ik weet waar de time-timer voor dient Zelfredzaamheid Ik kan zelfstandig mijn jas en schoenen aandoen Ik kan mij zelfstandig aan/uitkleden bij gym Ik kan zelfstandig eten en drinken Ik kan zelfstandig naar het toilet Ik durf initiatief te nemen Taakgerichtheid Ik kan 15 minuten zelfstandig aan één activiteit werken Ik kan een werkblad met een nakijkblad, zelf nakijken Zelfstandigheid eind groep 4 Werk inplannen Ik kan de volgorde van mijn taken plannen m v rv g zg Ik kan op de planner op het gemaakte werk reflecteren Ik kan op mijn planner zien welke taak wel/niet af is Oplossingen Ik kan hulp vragen aan een medeleerling aan de samenwerkingstafel Ik kan hulp geven aan een medeleerling aan de samenwerkingstafel Bij een conflict kan in hulp vragen aan een mediator Uitgestelde aandacht Ik kan 20 minuten zelfstandig werken Ik kan het daltonblokje gebruiken Ik weet wanneer mijn instructie is en kan mijn planning daaraan aanpassen Zelfredzaamheid Ik kijk mijn reken- en spellingwerk correct na Ik zorg dat ik de juiste materialen gebruik Taakgerichtheid Ik kan 20 minuten zelfstandig werken aan een taak

4 Zelfstandigheid eind groep 6 Werk inplannen Ik kan plannen met behulp van een weekplanner m v rv g zg Ik kan op mijn planner op het gemaakte werk reflecteren Ik kan op mijn planner bijhouden welke doelen ik heb behaald Oplossingen Ik kan hulpmiddelen inzetten om tot een oplossing te komen Ik kan zelfstandig werk nakijken en corrigeren Ik kan leerstrategieën toepassen Ik kan een conflict met een mediator of zelf oplossen Ik kan mijn mening verwoorden Uitgestelde aandacht Ik kan 45 minuten zelfstandig werken aan een taak Zelfstandigheid eind groep 8 Werk inplannen Ik kan mijn weektaak plannen en overzien m v rv g zg Ik kan eigen/extra taken inplannen Ik kan mijn agenda bijhouden Oplossingen Ik kan werken met een agenda Ik kan op tijd om hulp vragen Ik kan denken in oplossingen Ik ken mijn eigen leerstijl Ik kan kiezen uit diverse verwerkingsmogelijkheden Uitgestelde aandacht Ik kan 60 minuten zelfstandig werken aan een taak

5 eind groep 2 Ik kan samen met een maatje een taak doen m v rv g zg Ik kan parallel aan iemand spelen Problemen oplossen Ik kan iemand om hulp vragen Ik kan, ook ongevraagd, iemand de juiste hulp bieden Ik accepteer hulp van een ander Ik kan samen spelen volgens de afspraken Contact Ik kan vragen aan iemand stellen Ik luister naar de ander Ik kan een gesprekje voeren Ik kan iemand begroeten Ik kan iemands naam gebruiken eind groep 4 Ik kan overleggen binnen een samenwerkingsopdracht m v rv g zg Ik kan een bijdrage leveren aan een samenwerkingsopdracht Ik kan samen met mijn maatje een maatjestaak doen Ik kan uitleg geven aan een ander Ik kan afspraken/beloftes nakomen Probleem oplossen Ik kan samen met iemand tot een oplossing komen Ik kan iemand helpen om tot een oplossing te komen Contact Ik kan vragen of iemand kan herhalen wat ik niet begrepen/verstaan heb Ik maak contact met kinderen uit de klas Ik doe mee met spelen op het schoolplein Ik maak contact met de leerkracht eind groep 6 Ik kan samen met een maatje meerdere taken doen m v rv g zg Ik kan samenwerken met verschillende groepsgenoten Ik kan samen een andere werkplek kiezen Ik weet wie ik om hulp kan vragen Probleem oplossen Ik kan tips geven Ik kan tips ontvangen Ik kan een ander helpen om tot een oplossing te komen Contact Ik kan mijn mening geven Ik kan de mening van een ander accepteren Ik kan me aanpassen als dat ik het belang van de groep is

6 eind groep 8 Ik kan met een groepje presenteren aan de klas m v rv g zg Ik kan de kwaliteiten van een ander herkennen en inzetten Ik kan met alle kinderen samenwerken Ik kan samen met anderen taken verdelen Ik kan samen een plan van aanpak maken Ik kan gebruik maken van andermans kwaliteiten Probleem oplossen Ik kan een ander tips geven om tot een oplossing te komen Ik kan hulp bieden door vragen te stellen Contact Ik kan feedback geven Ik kan feedback ontvangen Ik kan mijn mening geven en onderbouwen Ik sta open voor andere meningen

7 Reflectie Reflectie eind groep 2 Vooraf Ik kan in schatten of ik een opdracht kan uitvoeren m v rv g zg Ik denk na over de materialen die ik nodig heb om te taak uit te voeren Ik kies een goed plek waar ik kan werken Ik kan benoemen wat ik moet doen Tijdens Ik weet hoe ik hulp moet vragen als iets niet lukt Ik snap wat ik aan het doen ben Ik kan problemen onder woorden brengen Ik denk na over wat (niet) goed gaat Na Ik denk na over hoe het is gegaan Ik kan zeggen wat ik van het resultaat vind Ik kan zeggen wat ik van de taak/opdracht vond Reflectie eind groep 4 Vooraf Ik weet wat er van mij op een dag verwacht wordt m v rv g zg Ik weet wat het doel is van de les/taak Ik kan mezelf een doel stellen Tijdens Ik kan benoemen hoe ik met mijn taak bezig ben Na Ik kan mijn werk correct nakijken Ik vraag hulp als ik merk dat ik veel fouten heb gemaakt Ik kan aangeven waarom het samenwerken wel/niet goed ging Ik kan vertellen wat ik moeilijk/makkelijk vond Ik kan aangeven of en waarom de taak goed is uitgevoerd Ik kan mijn gevoel over de taak goed onder woorden brengen

8 Reflectie eind groep 6 Vooraf Ik denk na over de invulling van de tij die ik nodig heb voor een taak m v rv g zg Ik kan benoemen wat ik moet doen Ik kan in schatten op ik een opdracht kan uitvoeren Ik weet wat het doel is van de les en kan aangeven wat ik er over weet Ik denk na over de volgorde van mijn taken Ik denk na over de aanpak van de taak Tijdens Ik ga na of het gaat zoals ik in gedachten had Ik kan mijn planning bijstellen als dat nodig is Ik kan tijdens de opdracht aangeven of ik hulp nodig heb en in welke vorm Als het niet goed gaat, probeer ik een oplossing te verzinnen Na Ik kan vertellen wat ik geleerd heb Ik kan vertellen wat moeilijk/makkelijk was aan de opdracht Ik kan vertellen of ik het doel van de opdracht heb gehaald Ik kan vertellen wat ik van mijn manier van werken vond Ik kan vertellen hoe de samenwerking is verlopen en wat mijn rol daarin was Ik kan leerpunten bedenken voor de volgende keer Reflectie eind groep 8 Vooraf Ik kan overzien wat er van mij verwacht wordt bij een taak m v rv g zg Als ik iets niet kan, maar toch wil leren, weet ik hoe ik dat aan kan pakken Ik weet wat mijn eigen reflectiepunt is Ik kan in schatten of ik instructie nodig heb Ik ben mij bewust van mijn kwaliteiten Tijdens Ik vraag mij af, of ik nog dingen bij moet stellen Ik denk na of het plan gaat, zoals ik vooraf had bedacht Na Ik kan kritisch kijken naar mijn werktempo, concentratie en motivatie Ik weet wat ik de volgende keer anders moet doen Ik kan aangeven wat ik nog wil leren en wat ik daarvoor nodig heb Ik kan ieders rol binnen de samenwerkingsopdracht aangeven Ik kan adequaat omgaan met het werk dat ik heb nagekeken Ik ben in staat mijn eindproduct kritisch te beoordelen Ik kan leerpunten voor de volgende keer formuleren