november 2015 'Alleen als ze op de goede plek zitten, kunnen ze hun vaardigheden laten zien'



Vergelijkbare documenten
Kansen voor jongeren met een beperking WERKVERKENNER EN PRAKTIJKLOKET

Nieuwe wegen in het passend onderwijs

Aan de slag met Boris Praktijkloket

XSservice BV. Samenwerking Project Boris & PROFIJT

Voor iedereen een plek op de arbeidsmarkt. Nieuwe wegen in het praktijkonderwijs

Mark Hulsen en Carien van der Willigen

Zadkine Startcollege Wat heb jij aan Startcollege? Bol of bbl Entree Opleidingen

Van doelgroepenbeleid naar groepen met een doel. Limburgse arbeidsmarktdag 24 mei 2018 Monique Mol en Tom Heltzel

Met een Praktijkverklaring naar werk

Arbeidstoeleiding van jongeren met een beperking. Will Seignette 16 april 2015

Praktijkleren in de praktijk Voor iedereen een passende werkplek met een passende leerroute

Praktijkleren met de Praktijkverklaring

De Boris zelftest Uitstroom Arbeid Bedrijvennetwerk Regionale samenwerking

Adres PostcodePLAATS. Zoetermeer, 7 oktober Betreft: Dienstverlening Boris Kenmerk: ws ys/dir_alg. Geachte directie,

Boris-Stappenplan. N.A.W. gegevens. Gegevens leerling. Gegevens school. Boris-leerlingnummer: Voornaam, achternaam: Adres: Telefoon: Hulpvraag:

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Handleiding Boris Werkverkenner versie

Opstap naar werk met Praktijkverklaringen: leerwerkbedrijf als verbinding tussen school en werk. SBB, Monique Mol & PTC Groep, Alex Wijnakker

Werknemer in opleiding Themabijeenkomst Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt. Oktober 2010

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool

Arbeidstoeleiding anno 2014

Test je kennis over de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden. Lian de Bruijn Regionaal beleidsadviseur onderwijs arbeidsmarkt

SUBSIDIEAANVRAAG PRO/VSO. Noord - Limburg Gemeente Venlo. 1 oktober 2014 Versie 3 (definitief)

Praktijkonderwijs. TerraNigraMaastricht

NovaWork. Aan de slag op de arbeidsmarkt in zes stappen Werkgevers en opdrachtgevers. Iedereen doet mee!

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Herziening MBO voor leerbedrijven. Versie 1.0 juli 2015

STUDIEVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN - 1 HOOFDSTUK 1

bewust Alternatieve Leerweg

Praktijkonderwijs, dat ga ik doen! Informatiebrochure Praktijkonderwijs

MENUKAART PRO VSO ESF Uitgangspunten ESF voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Schoolverlaters informatie avond FOCUS. Informatieavond 22 november 2016

Werkgroep resultaten en opbrengsten

ENTREEOPLEIDINGEN MEER INFORMATIE EN AANMELDEN ONZE OPLEIDINGEN

EEN LEVEN LANG LEREN

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

Doelomschrijving vier deelnemende scholen

Mogen wij jou. de BAL toespelen? u Het Ambachtshuis Brabant biedt kleinschalige vakscholing. aan volgens het Meester-gezel-principe in Brabant.

_entreeopleiding egiocollegeopleidingen

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

Praktijkonderwijs in de regio Rotterdam

De 7 belangrijkste vragen:

KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE. Uitdaging Beweging Perspectief

VGN-BRANCHEDIPLOMA WOONHULP UITGEGEVEN DOOR ST. CALIBRIS ADVIES

Opening avond door: Hans van Alphen (stage coördinator) Presentatie door : Guus de Wolf (onderwijscoach)

We nemen jullie graag mee

Colmarstraat BC Nijmegen M +31 (0) mail@sellevanderwoude.nl

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Medewerker personeel en arbeid

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Openbaar. Subsidie aan Werkenrode School voor uitvoering project Boris. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel.

Praktijkleerlijnen met erkende certificering Nicole Moviat - WSD-Academie Alex Wijnakker - PTC groep

Kansen voor jongeren bij u op de werkvloer Menukaart voor werkgevers

Informatieavond klas 4

AVONTURENKAART. Reflectieopdrachten

FCB Loopbaanplein in vogelvlucht

wij begeleiden van werk naar werk

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Precies leren wat nodig is EVC

Vakopleidingen. MBO² opleiding Chauffeur Goederenvervoer. CCV Gecertificeerde opleidingen. Onze kennis en ervaring is de kracht achter ons verhaal.

Deel 2. Gevolgd onderwijs pag onderwijs op dit moment pag. 10

Het Ambachtshuis Brabant. Voordeur naar ambachtelijk vakmanschap

Keuzedelen een plus op het mbo-diploma. Innovatie in de regio en kansen op de arbeidsmarkt

Beroepspraktijkvorming

Nieuwe. Handleiding voor leerlingen/stagiairs Versie 2013

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Sectorgids Educatie OnderwijsBoulevard

Keuzevoorlichting mavo-3. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

Van 2 BB/KB naar 3 BB/KB Intersectoraal

Nieuwe kans op extra instroom

FCB Loopbaanplein in vogelvlucht

Sociaal-cultureel werker

Zelfstandig, ondernemend en meedoen?

Onderwerpen. Waarom samenwerking Praktijkonderwijs- MBO Doel Procedure Inhoud Praktische zaken Vragen

Internet resultaten sites ROC Leiden en ROC ID college

Assistent Installatie- en constructietechniek (inclusief elektrotechniek) BBL

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener BOL

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

1e klas: met vrienden en vriendinnen van de basisschool in één klas

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Kiezen, ontdekken & doen!

De Werkschoolregisseur Gangmaker, ontzorger en maatwerker in de regio. De Werkschool. Worden wie je bent

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Inge Test

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

Welkom. Neem contact op zodat wij aan de hand van uw situatie specifieker kunnen aangeven wat wij kunnen betekenen. Werkgever. Werknemer.

TOPklas GOED VOORBEREID NAAR EEN BEROEPS- OPLEIDING REA COLLEGE MAAKT ER WERK VAN

Kennismiddag 22 juni 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid DATUM

Ouderavond Ordening en Ontwikkeling

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Transcriptie:

november 2015 Het is belangrijk om te laten zien welke toegevoegde waarde een jongere zou kunnen leveren, ook als hij geen volledige kwalificatie behaald heeft Haal alles uit de kast om leerlingen te begeleiden bij hun zoektocht naar hun plek op de arbeidsmarkt Je verleden heb je, maar je toekomst moet je maken 'Alleen als ze op de goede plek zitten, kunnen ze hun vaardigheden laten zien' 1

VOORWOORD Een extra steuntje De overstap van onderwijs naar een baan is niet voor iedere leerling vanzelfsprekend. Er is een groep jongeren die daarbij een extra steuntje in de rug kan gebruiken. Als directeur bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft deze groep jongeren mijn bijzondere aandacht. Het afgelopen jaar is er veel veranderd. Passend onderwijs, de nieuwe Jeugdwet en de Participatiewet zijn een grotere rol gaan spelen als het gaat om jongeren die extra ondersteuning nodig hebben. Scholen, jeugdzorg, gemeenten en werkgevers staan samen voor de uitdaging om, in een veranderende omgeving, jongeren de ondersteuning te geven die ze nodig hebben. Scholen, jeugdzorg, gemeenten en werkgevers staan samen voor de uitdaging om jongeren de ondersteuning te geven die ze nodig hebben Dat is een uitdaging, maar vooral ook een kans. Het organiseren van die ondersteuning vraagt om meer samenwerking van de betrokken partijen in de regio en biedt de mogelijkheid om binnen die samenwerking te vernieuwen. Ook de ministeries van OCW, VWS en SZW zetten zich hiervoor gezamenlijk in, daarmee proberen we de ontwikkelingen in de regio te ondersteunen. Vanuit ons ministerie kijken we mee in de regio s en denken we mee over hoe deze samenwerking het beste vormgegeven kan worden. Zo halen we voorbeelden uit de praktijk en kunnen we deze verspreiden. Het is goed om te zien dat ook in de scholen, bij gemeenten en bij bedrijven steeds meer aandacht is voor een betere arbeidstoeleiding van kwetsbare jongeren. Tijdens mijn werkbezoeken zie ik al veel goede voorbeelden van scholen die gebruik maken van faciliteiten die er al zijn in de regio. Zo wordt door scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs samengewerkt met bedrijven, gemeenten, en mbo-opleidingen. Ook maken scholen gebruik van branchecertificering en praktijkverklaringen en wordt er gebruik gemaakt van ESFsubsidies om leerlingen toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Boris brengt je naar een baan vind ik een goed voorbeeld van een methodiek die gebruik maakt van de mogelijkheden van de leerlingen, om zo arbeidstoeleiding te verbeteren. Door leerlingen op te leiden bij erkende leerwerkbedrijven en hun goede werk te bekronen met een praktijkverklaring, helpt Boris-leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs beter de overstap te laten maken naar de arbeidsmarkt. Dat soort initiatieven juich ik van harte toe! Christianne Mattijssen Directeur Voortgezet Onderwijs ministerie van OCW Boris de geleidehond De Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de PO-Raad hebben bij de ontwikkeling van de Borismethodiek nagedacht over een aansprekend beeld. Al snel kwamen ze op het idee om een geleidehond te gebruiken als metafoor voor het ondersteunen van de jongere met een beperking bij het realiseren van zijn participatie. Boris is door het KNGF opgeleid tot geleidehond. Na veel oefenen in de praktijk mocht hij laten zien wat hij kon. Hij heeft zijn opleiding afgerond en werkt nu als geleidehond. Het traject van Boris staat symbool voor de werkwijze binnen het project Boris brengt je bij n baan. 3

Inhoudsopgave Inleiding 05 07 10 11 14 16 17 19 de school als werkendleren-organisatie de borisaanpak en het onderwijs beroepenorientatie een traject op maat het boris praktijkloket bedrijfstakgroepen op school in praktijk gebracht werkend leren in een leerbedrijf 22 24 26 28 30 31 32 goed werknemerschap begeleiding op de werkplek de borisaanpak en gemeenten borisadviseurs aan het woord tot werk in staat de toekomst van boris de boris scholentest Het onderwijs heeft de taak om jongeren voor te bereiden op maatschappelijke participatie. Voor veel jongeren verloopt deze voorbereiding succesvol. Er is echter ook een groep kwetsbare jongeren voor wie de weg naar participatie niet vanzelfsprekend is. Die groep bestaat onder andere uit leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) die niet verder kunnen in het onderwijs. De afgelopen jaren is gewerkt aan het project Boris brengt je bij n baan. De Borisaanpak biedt leerlingen perspectief bij het vinden van hun plek op de arbeidsmarkt. Door de inzet van regionale arbeidsmarktinformatie krijgt de leerling inzicht in de opleidingsmogelijkheden, waar vervolgens doelgericht aan gewerkt kan worden. Daarnaast zorgt een breed netwerk van gemotiveerde werkgevers, intensieve begeleiding en de mogelijkheid tot het behalen van praktijkverklaringen ervoor dat duurzame plaatsing bij een werkgever mogelijk is. Boris is ontwikkeld door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, met steun van het ministerie van OCW en met steun van de werkgevers- en werknemersorganisaties. In dit magazine leest u over de Borisaanpak. Wat houdt die precies in? Hoe kan de aanpak worden ingezet door gemeenten? Hoe kijkt de politiek aan tegen de voorbereiding van jongeren met een beperking op de arbeidsmarkt? Ook leest u over de kosteloze dienstverlening van SBB. Zo verzamelt deze organisatie regionale arbeidsmarktinformatie om inzicht te bieden in kansrijke banen. Ook heeft SBB de Boris Werkverkenner ontwikkeld. Aan de hand van een digitaal leerlingprofiel wordt een selectie gemaakt van werkprocessen die passen bij de talenten en wensen van de leerling. Op basis hiervan kan een maatwerkopleiding worden samengesteld. Een andere dienst van SBB is het Boris Praktijkloket. Via dit loket kunnen scholen beoordelingsformulieren en een praktijkverklaring aanvragen. Dat is een weergave van de werkprocessen binnen het maatwerktraject van de leerling. Door het ondertekenen van de praktijkverklaring geeft de praktijkopleider aan dat de leerling de werkprocessen voldoende beheerst. De leerling kan met zijn verklaring laten zien wat zijn inzetbaarheid in het bedrijf is. De verklaringen worden door de brancheorganisaties erkend als een bewijs van vakbekwaamheid in het uitvoeren van de werkprocessen die in de verklaring zijn vermeld. Als u meer wilt weten over de Borisaanpak, kunt u kijken op www.borisbaan.nl of contact met ons opnemen via info@ borisbaan.nl. In elke arbeidsmarktregio is een SBB Borisadviseur beschikbaar om scholen te informeren over de dienstverlening van SBB en over de verbinding met leerbedrijven in de regio. Welke adviseur actief is in uw regio vindt u achterin dit magazine. Will Seignette Projectleider Boris brengt je bij n baan w.seignette@s-bb.nl 06 23 946 656 ì www..s-bb.nl www.borisbaan.nl

BESCHOUWING De school als werkend-leren-organisatie Om de laatste fase van het onderwijs te benutten voor de overdracht naar werk moeten school, leerling en bedrijf alle drie gericht zijn op het bereiken van resultaat: optimale aansluiting op duurzame arbeid, maximale loonwaarde voor de leerling en minimaal afbreukrisico voor het bedrijf. Als de school dat resultaat voorop wil stellen, moet deze een werkend-leren-organisatie worden. Alleen op die manier kan de school optimaal gebruikmaken van de leermogelijkheden in het leerbedrijf en is de kans op een baan voor de leerling het grootst. Informatie regionale arbeidsmarkt Snuffelstage Kans op werk Verkoper Keukenhulp Hovenier Kapper Postbode Monteur Zorghulp 1 Eigen kracht ontdekken Van leren op school naar werken in een bedrijf Testen Beroepsinformatie keuze Realiteit Sollicitatie 2 Opleiding in bedrijf Maatwerk productie geslaagd! Kwalificatie taak 1 taak 2 taak 3 3 Praktijkverklaring Praktijkverklaring Werk Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur Jobcoach intern Ondersteuning leerbedrijf Jobcoach extern Werkend leren Leerbedrijven Hulptools leerbedrijven Boriskandidaten* Branchecertificering Aantal scholen Belang overheid bestaat sinds 1919 belangrijkste wervingskanaal bedrijfsleven dé weg naar werk voor 100.000 jongeren per jaar 92.000 leerbedrijven zijn bereid Boriskandidaten te scholen (40% van totaal 230.000 leerbedrijven) risicomanagement taakaanpassing interne jobcoaching subsidie scholing praktijkopleider 5.000 voortgezet speciaal onderwijs 5.000 praktijkonderwijs 53.000 uitval mbo / vmbo bedrijfstakerkenning marktwaarde deel van kwalificatie productie inzet gegarandeerd 216 voortgezet speciaal onderwijs 174 praktijkonderwijs 56 middelbaar beroepsonderwijs Boris ondersteunt het participatiebeleid bij: invoering Participatiewet uitvoering sociaal akkoord bestrijding jeugdwerkloosheid invoering passend onderwijs * uitstroom per jaar Werkend leren De Borisaanpak is gebaseerd op de systematiek van het werkend leren uit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), een systeem dat al bijna een eeuw in de onderwijswetgeving is verankerd. Voor 100.000 jongeren per jaar is dit de belangrijkste route naar arbeid en voor het bedrijfsleven is het de belangrijkste manier om nieuw personeel te werven. Belangrijk binnen het werkend leren zijn: 5

Oriëntatie op beroep en loopbaan Er zijn allerlei instrumenten die jongeren helpen bij het bepalen van hun talenten, wensen en kansen als het gaat om hun toekomstige werk. Sommige van die instrumenten zijn al geschikt voor het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, andere worden daarop aangepast. Zo heeft SBB samen met UWV arbeidsmarktschetsen voor alle regio s ontwikkeld; deze zijn te vinden op Borisbaan.nl. Daarnaast is er beroepeninformatie beschikbaar via Beroepeninbeeld.nl. De talententest op de site vergelijkt het persoonlijk competentieprofiel van een leerling met wat er voor een bepaald beroep nodig is. Een traject op maat Als de jongere samen met school heeft bepaald waar zijn kansen en talenten liggen, wordt een maatwerkopleiding samengesteld. Scholen kunnen hiervoor terecht op www.s-bb.nl/ kwalificatiedossiers. Hierop staan alle kwalificatiedossiers. Per opleiding/beroep is aangegeven wat een leerling moet beheersen. Ieder dossier is opgebouwd uit kerntaken en werkprocessen; om een werkproces goed te kunnen uitvoeren, zijn competenties nodig. De kwalificatiestructuur, het geheel aan kwalificatiedossiers, is door deze opzet bruikbaar voor het maken van opleidingsplannen op maat: door de combinatie van een beperkt aantal werkprocessen is een takenpakket samen te stellen dat de inzet en de mogelijkheden van de leerling verbindt met productief werk in het bedrijf. De Werkverkenner helpt om de werkprocessen te vinden die passen bij de mogelijkheden van de leerling. Leren in een bedrijf Een bedrijf kan erkend leerbedrijf worden als het werk kan aanbieden dat past bij de opleiding van een leerling, als er een deskundige praktijkopleider is voor de begeleiding en als de werkplek veilig is. Alle ruim 230.000 erkende bedrijven die stageplaatsen bieden, staan op Stagemarkt.nl, met de werkprocessen die je er kunt leren en de contactgegevens. Bestaande infrastructuur De Borisaanpak gebruikt dus de bestaande infrastructuur: de netwerken, de programma s, de leerbedrijven, de praktijkopleiders, de bedrijfstakregelingen, de wetgeving alles wat er al is. Wat nog ontbrak, waren de verbindingen met het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs. Die konden eenvoudig gelegd worden, soms met kleine aanpassingen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de begeleiding van leerlingen en werknemers met een beperking? En hoe haal je werkgevers over de streep om mensen met een beperking aan te nemen? Het is essentieel voor de leerling én zijn collega s dat de leerling zo snel mogelijk wordt gezien als werknemer. Dat is zijn toekomst. Wilt u weten of u al een werkend-leren-organisatie bent? Vult u dan de Boris Scholentest in achterin dit magazine! ì www.beroepeninbeeld.nl www.borisbaan.nl www.s-bb.nl/kwalificatiedossiers www.stagemarkt.nl Kenmerken werkendleren-organisatie 1. Doel van het onderwijs is om leerlingen te laten uitstromen naar duurzame arbeid. Dat is vastgelegd in het beleid van de school én dat is de verwachting die leerlingen en hun ouders hebben van het opleidingsresultaat. 2. De school beschikt over een netwerk. Het netwerk van erkende leerbedrijven is een afspiegeling van de regionale arbeidsmarkt. Met elk leerbedrijf wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten waarin alle wederzijdse verwachtingen zijn vastgelegd. Daarnaast werkt de school samen met andere organisaties in de regio, zoals gemeentelijke diensten en verwante scholen. 3. Medewerkers van de school kunnen de leerlingen beoordelen op hun arbeidsvermogen en motivatie. Ze zijn in staat om passende opleidingstrajecten te ontwikkelen of te selecteren en de leermogelijkheden in een leerbedrijf vast te stellen en optimaal te benutten. Verder kunnen medewerkers aangeven welke risico s de beperking van de leerling met zich meebrengen in een duurzame arbeidsrelatie. 4. De processen voor arbeidsoriëntatie en de onderwijsleerprocessen staan alle direct of indirect ten dienste van de te bereiken duurzame arbeidsplaats van de leerling. 5. De programmering van de opleiding naar duurzame arbeid is gebaseerd op de kwalificatiedossiers uit het mbo. 6. Het resultaat dat de leerling bereikt, wordt vastgelegd in een certificaat waaruit de inzetbaarheid van de leerling in arbeid blijkt. Dat certificaat heeft landelijke herkenbaarheid en geldigheid. 7. Het resultaat van de school is meetbaar in het aantal bereikte duurzame arbeidsplaatsen door de leerlingen van de school. 8. Gedurende langere tijd wordt de leerling gevolgd in zijn arbeid om vast te stellen of de plaatsing in arbeid duurzaam is gebleken en of verdere ontwikkeling van de leerling in arbeidsvermogen heeft plaatsgevonden. Als de leerling is uitgevallen, wordt uitgezocht wat daar de reden van is. 9. De tevredenheid over de samenwerking tussen school en leerbedrijf wordt binnen elke samenwerkingsrelatie vastgesteld. 10. De evaluatie van de onderwijsprocessen, de meetgegevens over de uitgestroomde leerlingen en de tevredenheidsmeting leiden tot verbetering van het totale proces. 6

De Borisaanpak en het onderwijs De Borisaanpak is gericht op de jongeren die vanwege hun beperking geen startkwalificatie kunnen halen: een diploma op mbo 2-niveau. Die jongeren zijn verspreid over voortgezet speciaal onderwijs, praktijk-onderwijs en mbo. Kenmerk is dat dat onderwijs voor deze jongeren eindonderwijs is. Werkgevers die deze jongeren ontvangen en werk willen bieden, zijn gebaat bij een warme overdracht en een zo duidelijk mogelijke aansluiting op werk. Alle schooltypen hebben daarvoor in hun opdracht van OCW goede mogelijkheden. Voortgezet speciaal onderwijs Het project Boris brengt je bij n baan is gestart om het voortgezet speciaal onderwijs (vso) te helpen bij het leiden van leerlingen naar een plek op de arbeidsmarkt. De Wet kwaliteit vso zegt dat vso-scholen ontwikkelingsperspectief moeten bieden en de ontwikkeling moeten organiseren. Er zijn drie uitstroomprofielen: dagbesteding, arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. De wet gaat over de taak en het onderwijsaanbod van het vso en verplicht scholen tot het opstellen van een ontwikkelingsperspectief per leerling, het vaststellen van een transitiedocument en het uitreiken van een getuigschrift aan leerlingen die geen regulier diploma voortgezet onderwijs kunnen behalen. Ook moeten vso-scholen de onderwijsopbrengst inzichtelijker maken. Arbeid Boris richt zich vooral op het uitstroomprofiel dat gericht is op arbeid. Leerlingen met dit profiel moeten een passende baan vinden. Passend betekent: voor die individuele leerling met zijn of haar mogelijkheden geschikt. Het doel is dat leerlingen zich oriënteren op geschikte beroepen en hun loopbaan-, arbeidsmarkt- en beroepsvaardigheden maximaal kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk om te weten wat een leerling in het arbeidsmarkgerichte uitstroomprofiel aan het einde van het vso kan en weet. Een succesvolle overgang van school naar werken, wonen, vrijetijdsbesteding en burgerschap is een optimaal resultaat. Tijdens de opleiding zijn kerndoelen geformuleerd gericht op: beroepenoriëntatie loopbaancompetenties voor het verwerven en behouden van een passende baan algemene competenties om te functioneren als werknemer specifieke competenties voor een bepaald beroep of om een specifieke functie in het bedrijf te vervullen Loopbaansturing Een belangrijke component is de loopbaansturing. Hiervoor zijn ook kerndoelen opgesteld. Eén doel daarvan is dat de leerling actief werkvelden en beroepen verkent, bij voorkeur in de eigen regio. Verder zijn er algemene competenties geformuleerd rondom de voorbereiding op arbeid, zoals De leerling leert om te gaan met veranderingen en zich aan te passen en De leerling leert met druk en tegenslag om te gaan. Naast algemene werknemerscompetenties zijn specifieke vaardigheden nodig die passen bij de eigen keuzes, mogelijkheden en beperkingen. Daarbij gaat het om de ontwikkeling van vakspecifieke fysieke, manuele of mentale vermogens. 7

Ruim baan voor het praktijkonderwijs! Tjitske Siderius SP Tweede Kamerlid Woordvoerder Onderwijs & Kinderopvang Het praktijkonderwijs is de parel van ons onderwijssysteem. Ook al heb je een beperking of gaan alle ontwikkelingen in de samenleving soms wat snel voor je: op het praktijkonderwijs leer je een vak. Van het wassen van auto s tot het beleggen van broodjes. Belangrijk werk dat altijd nodig blijft. Toch lijkt de regering roet in het eten te gooien. Ondanks mooie woorden in het regeerakkoord lijkt het Kabinet er alles aan te doen om leerlingen die van het praktijkonderwijs komen de weg naar een werkplek af te snijden. De toegang tot de sociale werkplaats is gestopt, het verkrijgen van een uitkering voor jonggehandicapten is nog maar voor weinigen weggelegd, een vervolgopleiding in het mbo wordt door een rekentoets onmogelijk gemaakt en op de dagbesteding wordt in veel gemeenten fors bezuinigd. Blijft over: de arbeidsmarkt. Maar juist in sectoren waar eerder leerlingen van het praktijkonderwijs een baan vonden zoals de zorg regeert de snoeischaar en verdwijnen juist deze geschikte banen. Bovendien is het nogal lastig om zonder begeleiding en een jobcoach een baan te krijgen en nog belangrijker te houden. Resultaat: een mooie opleiding maar dan geen baan én geen geld. Tel uit het verlies voor leerling, ouders, school en samenleving. Als er zo onbezonnen wordt bespaard op werk, inkomen en begeleiding van leerlingen organiseren we geen eerlijke kansen voor leerlingen, maar op termijn hoge maatschappelijke kosten in de zorg en op het gebied van justitie. De school voor praktijkonderwijs is een voorbeeld hoe we onderwijs zo inrichten dat het aan iedereen een eerlijke kans biedt om vooruit te komen in het leven. Zoiets goeds mag je niet door kortzichtige en asociale Haagse regeldrift degraderen tot een opleidingsinstituut voor werkeloosheid. De SP kiest daarom voor het praktijkonderwijs: ruim baan voor de scholieren die via deze opleiding hun plek in de samenleving kunnen verwerven. Dat kost wat, maar daar krijgen zij en wij heel veel voor terug! Je verleden heb je, maar je toekomst moet je maken Stages Stages zijn een verplicht onderdeel in het uitstroomprofiel Arbeidsmarkt. Dat betekent dat extra aandacht en zorg voor vormgeving en begeleiding van stages nodig is. Immers: stagekwaliteit is een integraal onderdeel van de onderwijskwaliteit. Stagetijd is onderwijstijd. Vanaf 14 jaar mogen leerlingen stage lopen. Er wordt geen minimum stagetijd voorgeschreven, wel een maximum: maximaal vier dagen per elke schoolweek, rekening houdend met de arbeidstijdenwet waarin een maximum werktijd per leeftijd staat. Tijdens de stage voert de leerling onder begeleiding beroepstaken uit en ontwikkelt zo beroepscompetenties. De beroepstaken zijn samenhangende werkzaamheden die voorkomen in de beroepspraktijk. Praktijkonderwijs De Borisaanpak bleek niet alleen relevant te zijn voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs, maar ook voor het praktijkonderwijs. Dat heeft twee centrale wettelijke taken: brede vorming en voorbereiding op werk. Praktijkonderwijs bestaat uit aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden en een deel dat de leerling voorbereidt op werken. De school stemt het onderwijs af op de mogelijkheden en keuzes van de leerling. Omdat de doelen rechtstreeks uit de mbo-kwalificatiestructuur komen, sluit de opleiding aan op de afspraken van beroepsonderwijs en bedrijfsleven over productieve arbeid. Zo kunnen leerlingen specifieke beroepstaken uitvoeren en productie draaien. Daarmee is de loonwaarde gegarandeerd. Mbo Het mbo wordt aangeboden op vier niveaus. Opleidingen op niveau 1 worden Entreeopleidingen genoemd. Ze zijn er voor jongeren van 16 jaar en ouder zonder een vmbo- of mbo-diploma die extra zorg nodig hebben en voor mensen die moeten reintegreren. De opleidingen zijn gericht op het behalen van een diploma dat toegang biedt tot vervolgonderwijs, maar kunnen ook leiden tot uitstroom naar de arbeidsmarkt. Het Albeda College en Zadkine hebben in Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Vlaardingen en Spijkenisse het Startcollege opgericht. Hier worden de volgende Entreeopleidingen aangeboden: Assistent Bouwen & Wonen Assistent Dienstverlening & Zorg Assistent Horeca & Voeding Assistent Installatie- & Constructietechniek Assistent Logistiek Assistent Mobiliteit Assistent Verkoop See perfection in imperfection itself De studenten kunnen een diploma halen, maar ook losse certificaten, bijvoorbeeld voor EHBO, lassen, vorkheftruck, digitale vaardigheden, houtbewerking of VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers). Jongeren die geen diploma kunnen halen kunnen in hun portfolio wel praktijkverklaringen opnemen. In een voormalige basisschool in Rotterdam Zuid is een locatie van het Startcollege gevestigd van de regionale opleidingencentra 8

Zadkine en Albeda. In de kantine hangt een schoolbordje in de vorm van een hart waarop iemand geschreven heeft: Love is that you accept persons with all their failures, stupidities, ugly points and nonetheless see perfection in imperfection itself. Dat is precies hoe Ineke Mulder, directeur van het Startcollege, tegen haar studenten aankijkt. De vraag of er jongeren met een beperking op de school zitten, doet ze af met een O ja, ongetwijfeld. Dat antwoord komt niet voort uit onverschilligheid, maar uit de manier waarop ze naar haar studenten kijkt: We moeten niet uitgaan van beperkingen, maar van wensen. Wat wil iemand bereiken in zijn of haar leven? Vaak bestaat het beeld dat jongeren dat niet weten, maar mijn ervaring is dat ze dat juist wél weten. Het gaat er meer om of hun wensen voor de toekomst reëel zijn. Ik vind het belangrijk om die dromen niet te negeren, maar om ze op te delen in haalbare stappen. Iemand die er bijvoorbeeld van droomt om zangeres te worden, kun je vertellen dat je voor zanglessen geld nodig hebt, en voor geld een baan en voor een baan een diploma. Daarnaast kun je de talenten van jongeren benadrukken; je kunt van dealers zeggen wat je wilt, maar het zijn wel ondernemers! En iemand die op tijd op school is, toont daarmee aan afspraken te kunnen nakomen. Dat is een heel andere benaderingswijze dan onze leerlingen gewend zijn; ze hebben vaak al een heel leven achter zich en hebben een negatief zelfbeeld. Ze hebben te vaak gehoord wat ze niet kunnen; wij vragen hen juist wat ze wel goed kunnen. Je verleden heb je, maar je toekomst moet je maken. En dat kan bij ons. We houden onze leerlingen dan ook voor dat ze hier zijn om te leren; we zijn geen bewaarplek of een plek waar je studiefinanciering krijgt, maar een school. Als school moet je dus niet denken in onderwijsstructuren, maar in wat nodig is: werken met échte vacatures, die matchen met jongeren Vormen die voor iedereen werken Wat Ineke betreft zouden scholen minder onderscheid moeten maken tussen praktijkonderwijs en onderwijs voor leerlingen uit de beroepsbegeleidende leerweg van het mbo: Het is maar net hoe de indicatie uitvalt waar een leerling terechtkomt. We maken ons druk om onderwijssoorten, terwijl het er eigenlijk gewoon om gaat dat je een leerling op een goede manier voorbereidt op zijn toekomst. Voor de een werkt een route naar werk het beste en voor de ander een route naar een vervolgopleiding. Het gaat om maatwerk, net als bij Boris brengt je bij n baan. De truc is om te zoeken naar vormen die voor iedereen werken. Dat doen we bijvoorbeeld door uit te gaan van de vervangingsvraag van bedrijven. We vragen hen welk deel ingevuld kan worden door onze leerlingen. Vervolgens leiden wij onze leerlingen op en geven we hen een diploma of certificaten. Daarnaast begeleiden we hen op hun werkplek, want niet iedereen beschikt over de basisvaardigheden die nodig zijn om met collega s om te kunnen gaan, of om op tijd aanwezig te zijn, ook als de tram niet rijdt. Als school moet je dus niet denken in onderwijsstructuren, maar in wat nodig is: werken met échte vacatures, die matchen met jongeren en deze jongeren goed begeleiden. 9

Beroepenorientatie Niets is zo demotiverend als leerlingen in de waan te laten dat hun droomberoep bereikbaar is terwijl iedereen weet dat dat niet zo is. Ga weg uit die gedroomde werkelijkheid en kijk in de echte wereld. Daar zijn tal van mogelijkheden die in de buurt komen van die droom. De leerling heeft recht op goede informatie over alle beroepen op de regionale arbeidsmarkt. hoe ze de arbeidsmarktgegevens kunnen gebruiken en hoe die tot stand zijn gekomen. Onze fundamenten zijn: Een van de onderdelen binnen de Borisaanpak is de oriëntatie op beroep en loopbaan. Er zijn allerlei instrumenten die jongeren helpen bij het bepalen van hun talenten, wensen en kansen als het gaat om hun toekomstige werk. Sommige van die instrumenten zijn al geschikt voor het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, andere worden daarop aangepast. Zo is er beroepeninformatie beschikbaar via www.beroepeninbeeld.nl. De talententest op de site vergelijkt het persoonlijk competentieprofiel van een leerling met wat er voor een bepaald beroep nodig is. Praktische informatie De informatie op Beroepeninbeeld.nl is verzameld door de kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Zij zorgden onder andere voor het erkennen van leerbedrijven en voor het verzamelen van arbeidsmarktinformatie in hun eigen sector. Per 1 augustus 2015 zijn de kenniscentra opgegaan in SBB. Ruud Baarda van SBB: Wij verzamelen niet alleen de arbeidsmarktinformatie van de kenniscentra, maar ook van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en het UWV. Door die koppeling hebben we bijvoorbeeld zicht op of schoolverlaters een baan vinden en zo ja, waar en op welk niveau. We zorgen daarmee voor praktische informatie die voor zowel onderwijs als bedrijfsleven herkenbaar en bruikbaar is. En actueel; als er nieuwe gegevens beschikbaar zijn, verwerken we die in onze informatie op www.s-bb.nl/doelmatigheid. Op de site staan een instructiefilmpje en een handleiding, zodat scholen kunnen zien het gaat om de beroepen die zijn opgenomen in de kwalificatiestructuur. Dat is het geheel aan kwalificatiedossiers, waarin per opleiding/beroep is aangegeven wat een leerling moet beheersen aan het eind van zijn of haar opleiding. de regio is het vertrekpunt. Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over wat nu precies een regio is, hanteren we dezelfde indeling als bijvoorbeeld het ministerie van OCW, werkgevers en het UWV. Een tip voor scholen: kijk goed bij welke regio je hoort. Daarbij gaat het om de vestigingsplaats(en) van de school én om de plaatsen waar hun leerlingen vandaan komen. Arbeidsmarkt voor vso/pro Op basis van de algemene informatie hebben we speciale rapporten gemaakt voor het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs; deze zijn te vinden op Borisbaan.nl. Ik roep scholen op: maak er gebruik van, haal Haal alles uit de kast om leerlingen te begeleiden bij hun zoektocht naar hun plek op de arbeidsmarkt alles uit de kast om leerlingen te begeleiden bij hun zoektocht naar hun plek op de arbeidsmarkt. En vergeet niet: het is voor iedereen een zoektocht om een passende baan te vinden, niet alleen voor leerlingen met een beperking. ì www.beroepeninbeeld.nl www.s-bb.nl/doelmatigheid www.borisbaan.nl 10

Een traject op maat Duurzame arbeid kan alleen worden bereikt als de jongere bijdraagt aan de productiviteit van het bedrijf, als hij loonwaarde heeft. Kies werkprocessen die passen bij de leerling en zijn verdienvermogen kan worden aangetoond. De Boris Werkverkenner helpt hierbij. Zo werkt de Werkverkenner Scholen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs kunnen met hun BRINnummer en mailadres een gratis inlogcode krijgen. Het werkt als volgt: 1. In de Werkverkenner wordt een leerlingprofiel gemaakt bestaande uit werkzaamheden, interesses en competenties. Als een leerling gekozen heeft voor een opleidingsrichting, moet er een maatwerkopleiding samengesteld worden. Daarbij kan de school gebruikmaken van kwalificatiedossiers. In de kwalificatiedossiers is per beroep aangegeven wat een leerling moet beheersen. Ieder dossier is opgebouwd uit kerntaken en werkprocessen. Een voorbeeld: de opleiding Opperman bestratingen bevat twee kerntaken. Kerntaak 1 is Straatwerk uitvoeren. Deze kerntaak bestaat uit meerdere werkprocessen, zoals grond ontgraven en verdichten. Iemand die dit werkproces uitvoert, moet kunnen overleggen met collega s, volgens instructie kunnen werken en de juiste gereedschappen kunnen kiezen. Alle dossiers zijn te vinden op www.s-bb.nl/dossiers. De kwalificatiedossiers zijn ontwikkeld voor het mbo, maar zijn door hun opzet bruikbaar voor het maken van opleidingsplannen op maat: door de combinatie van een beperkt aantal werkprocessen is een takenpakket samen te stellen dat de inzet en de mogelijkheden van de leerling verbindt met productief werk in een bedrijf. 11 Boris Werkverkenner Probleem is dat er honderden kwalificatiedossiers en zo n 3.300 werkprocessen zijn. Hoe kun je de arbeidsmogelijkheden van de leerling zo in beeld brengen dat deze gekoppeld kunnen worden aan werkprocessen en aan een leerbedrijf dat deze werkzaamheden aanbiedt? SBB heeft hiervoor een instrument ontwikkeld: de Boris Werkverkenner. Aan de hand van een digitaal leerlingprofiel wordt een selectie gemaakt van de werkprocessen die passen bij de talenten en wensen van de leerling. Vervolgens wordt bekeken welke bedrijven er in de buurt van de leerling zijn waar hij deze werkprocessen in de praktijk kan aanleren. Dan wordt een maatwerktraject met een bedrijf en de 2. Dan voeg je het niveau toe. De Werkverkenner selecteert zelf de bijbehorende werkprocessen uit alle kwalificatiedossiers met de meest toepasbare werkprocessen bovenaan. 3. Per werkproces kan bekeken worden wat de competenties, kennis en vaardigheden en prestatieindicatoren zijn die aangeleerd moeten worden. Op basis hiervan kan met een leerbedrijf een maatwerktraject afgesproken worden. 4. Voer een postcodegebied in en de erkende leerbedrijven worden gepresenteerd. Als u vragen heeft, kunt een een bericht sturen naar info@borisbaan.nl.

school opgesteld en gaat de leerling bij het bedrijf aan de slag om werkervaring in de benoemde werkprocessen op te doen. De Boris Werkverkenner is te vinden via www.borisbaan.nl/boris-werkverkenner.html. Waar word je blij van? SBB heeft de Werkverkenner samen met Meurs HRM ontwikkeld. Quint Dozel, ontwikkelaar bij Meurs: Een van onze activiteiten is het ontwikkelen van vragenlijsten, waarmee mensen kunnen onderzoeken wat hen uniek maakt: waar word je blij van, wat drijft je? Een jaar of 5-6 geleden hebben we een speciale versie daarvan gemaakt voor leerlingen met een beperking: Heft in eigen handen. Voor SBB hebben we een kleine en een grote werkverkenner ontwikkeld. De kleine maakt rechtstreeks een advies gebaseerd op het profiel van de leerling. De grote is een uitgebreide toolbox voor loopbaanoriëntatie. Deze versie is wat minder tekstueel en wat meer visueel. Screenshot Werkverkenner: werkprocessen & erkende leerbedrijven De methode bestaat uit drie stappen: 1. Leer jezelf kennen door vragenlijsten en gesprekken. Wie ben ik?, Wat kan ik? en Wat wil ik? Om die laatste vraag te beantwoorden, verkent de leerling sectoren en werkzaamheden met filmpjes, geluid en plaatjes. De leerling kan zijn ideale werkomgeving aangeven en de rol die hij wil vervullen. Met die informatie kunnen leerling en coach een reële ambitie formuleren en koppelen aan de benodigde arbeidsmarktcompetenties. Screenshot Werkverkenner: werkprocessen op basis van competenties 2. Werk aan je toekomstplan door jezelf te ontwikkelen. De leerling ziet welke competenties hij al beheerst en waar hij nog aan moet werken. Een helder ontwikkel-resultaat geeft houvast en motiveert de leerling. Belangrijk is dat je jongeren een wat breder beeld geeft van de arbeidsmarkt dan alleen de beroepen die ze al kennen Screenshot Werkverkenner: werkprocessen op basis van generieke werkzaamheden 12

Het is belangrijk om te laten zien welke toegevoegde waarde een jongere zou kunnen leveren, ook als hij geen volledige kwalificatie behaald heeft 3. Presenteer jezelf. De leerling vult samen met zijn coach zijn profiel in. De sollicitatieprocedure komt stap voor stap aan de orde: vacatures zoeken, brieven schrijven en het gesprek. De leerling krijgt tips over het verkopen van zijn profiel in een sollicitatiegesprek. Hoe bewijs je dat je ergens goed in bent? Hoe vertel je wat je belangrijk vindt en waarom ze jou moeten hebben? Maar ook: vind ik dit een aantrekkelijke werkgever? Op het CV-prikbord kan de leerling toekomstige werkgevers uitnodigen voor een kijkje op zijn of haar prikbord met CV, testuitslagen en stageverslagen, foto s en filmpjes. Veel creatiever omgaan met de arbeidsmarkt Quint Dozel: Belangrijk is dat je jongeren een wat breder beeld geeft van de arbeidsmarkt dan alleen de beroepen die ze al kennen via hun ouders of de buren. We vragen hen informatie over henzelf, bijvoorbeeld over hun motivatie, is de taal van de dossiers heel herkenbaar voor bedrijven. En dat is mooi, maar de kunst is om ze slim in te zetten. We hebben daartoe een eerste stap gezet door te bekijken welke generieke werkzaamheden er in die dossiers zitten. Schoonmaakwerkzaamheden bijvoorbeeld; die moeten in iedere werkomgeving plaatsvinden. Je moet op zoek naar jongeren die hier blij van worden én naar werkgevers die de toegevoegde waarde zien. Je moet aansluiten bij hoe zij denken. Zij denken eerder in klussen die geklaard moeten worden en resultaten die geleverd moeten worden; daarom is het belangrijk om hen te laten zien welke toegevoegde waarde een jongere zou kunnen leveren, ook als hij geen volledige kwalificatie behaald heeft. Natuurlijk doen we dat al door een koppeling met het Boris Praktijkloket; via dit loket kunnen scholen een praktijkverklaring op basis van werkprocessen aanvragen. Maar het zou ook mooi zijn als een werkgever bijvoorbeeld via een tool zou kunnen zien welke talenten er in zijn regio binnenkort Je moet op zoek naar werkgevers die de toegevoegde waarde zien. Je moet aansluiten bij hoe zij denken drijfveren en talenten. Die puzzelstukjes koppelen we aan beroepen. Beroepen is eigenlijk niet helemaal de goede term; we moeten veel creatiever kijken naar de arbeidsmarkt, door op zoek te gaan naar de koppeling tussen wat mensen echt leuk vinden en wat ze daarmee kunnen in hun werkomgeving. Dat geldt voor iedereen, maar zeker ook voor jongeren die geen volledige kwalificatie kunnen behalen. Als je met de Boris Werkverkenner hebt bepaald welke werkprocessen passen bij de talenten en wensen van de leerling, is het belangrijk om een bedrijf te vinden waar de leerling in de buurt woont en waar hij zich kan ontwikkelen in die werkprocessen. Daarom is er een koppeling tussen de Boris Werkverkenner en Stagemarkt.nl. Op deze site staan de gegevens van alle erkende leerbedrijven. van school komen. Of als mensen zichzelf online kunnen presenteren: wie zijn ze, wat zijn hun talenten en mogelijkheden, hoe ontwikkelen ze zich? Dat is interessant voor iedereen op de arbeidsmarkt! ì www.s-bb.nl/dossiers www.borisbaan.nl/boris-werkverkenner.html www.stagemarkt.nl Slim inzetten van de kwalificatiestructuur De kwalificatiedossiers zijn ontstaan vanuit sectoren en beroepen. Quint Dozel: Daarmee 13

Het Boris Praktijkloket De meeste leerlingen in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zien een examen als een bedreigende situatie. Hun vaardigheden kunnen beter in het natuurlijke proces vastgesteld worden, tijdens hun stage. De praktijkopleider binnen het leerbedrijf is hiervoor de aangewezen persoon. Deze ziet immers in de praktijk wat een leerling kan én of de leerling in de toekomst binnen het bedrijf kan functioneren. De praktijkverklaring is daarbij het resultaat. Via het Boris Praktijkloket kunnen scholen een praktijkverklaring aanvragen op basis van werkprocessen. Dat is een weergave van werkprocessen binnen het maatwerktraject van de leerling. Door het ondertekenen van de praktijkverklaring geeft de praktijkopleider aan dat de leerling de werkprocessen en de onderliggende prestatie-indicatoren voldoende beheerst. De leerling kan met zijn verklaring aan anderen laten zien wat zijn mogelijkheden zijn. Will Seignette, projectleider Boris brengt je bij n baan : Deze aanpak is niet nieuw, maar grijpt terug op de praktijkverklaringen die al gebruikelijk waren in het leerlingstelsel. De kern is vertrouwen: in het leerbedrijf en in de praktijkopleider. Maar dat vertrouwen moet wel waargemaakt worden. Als een praktijkopleider een leerling een praktijkverklaring geeft en vervolgens blijkt dat die leerling toch niet functioneert in het bedrijf, dan krijgt de praktijkopleider dat op zijn bord! Overigens bevat het praktijkloket ook alle bestaande branchecertificaten. Daarvoor wordt de aanvrager doorgeleid naar de organisatie die de uitgifte van die certificaten beheert. Het is wel zo handig voor de scholen dat we alle branchecertificering in één loket aanbieden. De Van Udenhout Groep, een afspiegeling van de maatschappij Een van de branches waar afspraken mee worden gemaakt op het gebied van certificering, is de schadeherstelbranche. Carli Pellegrom is bestuurslid van Focwa (de vereniging van ondernemers in het carrosseriebedrijf) en is manager schadeherstel bij de Van den Udenhout Groep in het zuiden van Nederland. We hebben nog geen ervaring met certificaten, maar wel met mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Als je hen een weekje begeleidt, kunnen ze repeterende werkzaamheden uitstekend zelf uitvoeren. Misschien niet zo snel als andere werknemers, maar dat maakt niet uit. De kracht van een praktijkverklaring is dat je daarmee laat zien wat iemand wél kan; als iemand geen diploma heeft, wordt alleen maar duidelijk wat hij niet kan. Een mooi voorbeeld: als mensen hier binnenkomen, beginnen ze met het wassen van auto s. Vervolgens gaan we hen smal opleiden, bijvoorbeeld tot lakspecialist. Je bent dan niet zo breed opgeleid als wanneer je een volledige mbo-opleiding gedaan hebt, maar dat geeft niet. We vinden het belangrijk om allerlei mensen te hebben rondlopen; daarmee wordt je bedrijf een afspiegeling van de maatschappij. Daarnaast lever je een bijdrage aan die maatschappij. Wat mij betreft zouden veel meer bedrijven dat moeten doen. Wie wil weten hoe dat in de praktijk werkt, is van harte uitgenodigd om bij ons te Sander Kooistra uit Burgum neemt met gepaste trots bij Siersmederij Easterhei in Sumar zijn praktijkverklaring in ontvangst. Hij is de eerste leerling van het praktijkonderwijs van CSG Liudger die het Boris-traject heeft afgerond. komen kijken! Neem voor meer informatie contact op met Carli Pellegrom via k.c.pellegrom@gmail.com of 06 10 013 604. Zo werkt het Boris Praktijkloket Uitgangspunt is dat er een maatwerktraject voor de kandidaat met een erkend leerbedrijf wordt afgesproken en dat de praktijkopleider van het erkende leerbedrijf de begeleiding voor zijn rekening neemt. Dat maatwerktraject bevat de afspraken over de werkprocessen uit een kwalificatiedossier die beoefend en later beoordeeld gaan worden. Deze keuzes zijn al eerder gemaakt, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de Boris Werkverkenner. Na inloggen op het praktijkloket kunnen de werkprocessen geselecteerd worden en met een druk op de knop kunnen de bijbehorende beoordelingsformulieren worden gedownload of geprint. Dit kan een leidraad vormen voor de opleiding en begeleiding, want alle vereisten en prestatie-indicatoren staan daarin. Als de kandidaat het werkproces volgens de praktijkopleider beheerst, dan kan via het praktijkloket een praktijkverklaring worden uitgedraaid. De naam van de praktijkopleider van het leerbedrijf en de naam van het bedrijf worden ingevoerd en komen op de praktijkverklaring te staan. Het logo van de branches die de Borispraktijkverklaring ondersteunen, wordt vanzelf gekoppeld aan de werkprocessen. Bij de carrosserie is dat de Focwa en bij het boerenbedrijf LTO Nederland. De branches krijgen elk half jaar een overzicht van uitgegeven praktijkverklaringen voor hun sector. Op basis daarvan kunnen ze zelf besluiten of verdere instroom van jongeren uit de doelgroep in hun branche moet worden gestimuleerd en kunnen ze zonodig actie daarop ondernemen. Als u vragen heeft, kunt u een bericht sturen naar: info@s-bb.nl. 14

Honselersdijk, 1 september 2015 De houder van deze verklaring kan de hieronder genoemde werkprocessen in de praktijk uitvoeren. Joeri Alblas Geboren te Groningen op 5 juni 1989 Werkprocessen zoals beschreven in het kwalificatiedossier Autoschadehersteller nivo 2, crebo 95030. Kerntaak 1. Herstelt carrosserieschade 1.3. Voorbereiden werkzaamheden. 1.5. Herstellen van carrosseriedelen. 1.6. Werkplek, gereedschappen en apparatuur onderhouden. Kerntaak 2. Herstelt voertuigsystemen 2.3. Voorbereiden werkzaamheden. 2.4. (De)monteren van voertuigsystemen. 2.7. Werkplek, gereedschappen en apparatuur onderhouden. Afgegeven door: Dhr. B.A. (Bas) van Luijk Praktijkopleider bij: Autoschadehuis Gouda, code leerbedrijf: 04ARB100365880 Handtekening B.A. (Bas) van Luijk Handtekening Joeri Alblas FOCWA erkent deze verklaring als een bewijs van vakbekwaamheid in het uitvoeren van de werkprocessen die in deze verklaring zijn genoemd. De Boris Praktijkverklaring geeft geen recht op in- of doorstroom binnen het mbo, maar is een startbewijs voor de arbeidsmarkt. De Praktijkverklaring Brancheorganisaties hebben meegewerkt aan de uitgifte van praktijkverklaringen. Het leerbedrijf heeft de kwaliteit dat daarin de werkzaamheden worden uitgevoerd zoals die in de kwalificatie staan. De praktijkopleider is geschoold en bekwaam om vast te stellen dat de leerling aan de norm voldoet. Het logo van de branche op de verklaring is de waarborg dat de houder van de verklaring die werkzaamheden bij alle bedrijven in de branche kan uitvoeren. Voor die onderdelen is de jongere daarmee in het bedrijf gelijkwaardig aan zijn gediplomeerde collega. Binnen het bedrijf kunnen daar nieuwe, verwante taken aan worden toegevoegd en de verklaring kan dan worden uitgebreid. De verklaring is geen opstap naar vervolgonderwijs in het mbo; op de verklaring staat duidelijk dat daaraan geen rechten op vervolgonderwijs aan het regionaal opleidingencentrum kunnen worden ontleend. Het is het paspoort naar de arbeidsmarkt. 15

Bedrijfstakgroepen Verschillende bedrijfstakgroepen hebben plannen om de instroom binnen hun branche te ondersteunen. Binnen Boris kan SBB helpen om relaties te leggen met de scholen die voor die instroom kunnen zorgen. Een voorbeeld uit de agrarische sector. Het project Werkboeren biedt jongeren in Friesland die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt een kans zichzelf verder te ontwikkelen onder begeleiding van boeren; deze boeren krijgen een training in begeleiding. De instroom bestaat zowel uit jongeren die met een Wajong-uitkering thuiszitten als leerlingen van de praktijkscholen in Dokkum en Drachten. Door de jongeren twee maanden mee te laten draaien op het boerenbedrijf en vaardigheden op te laten doen, worden ze vervolgens met behulp van AB Vakwerk geplaatst bij een boer met een contract van minimaal een half jaar. Stichting PJS De jongere en de Werkboer worden ondersteund door Auke de Jong van Stichting PJS (Plattelands Jongeren Services): We voeren nu de eerste gesprekken met boeren. Hun bedrijven worden steeds groter, waardoor er druk komt te liggen op arbeid. Veel van hen willen mensen begeleiden. Ze zien kansen om mensen niet verticaal, maar horizontaal weg te zetten: je hoeft niet alle werkzaamheden die nodig zijn in een agrarisch bedrijf uit te kunnen voeren, maar je kunt je ook richten op een aantal daarvan. Dieren voeren bijvoorbeeld, of trekkerwerk. Met de jongeren hebben we gesprekken over wat zij willen en kunnen. Boris heeft ons geholpen om een intakeformulier te maken met relevante werkprocessen uit de kwalificatiedossiers. We kijken daarbij naar de werkprocessen die we kunnen aanleren en afsluiten met een praktijkverklaring; daarmee kunnen jongeren ook aan toekomstige werkgevers laten zien wat ze bij een Werkboer geleerd hebben. Ik denk dat deze systematiek goed kan werken en dat we tot succesvolle plaatsingen kunnen komen. Wellicht kunnen we ons in de toekomst ook richten op een bredere doelgroep; hier hebben we al gesprekken over met gemeenten. Het project Werkboeren wordt uitgevoerd in Friesland en Noord-Holland, in samenwerking met AB Vakwerk, UWV en SBB. Werkboeren wordt mede mogelijk gemaakt door Startfoundation. Meer informatie: adejong@stichting-pjs.nl. 16

Foto Hollandse Hoogte Op school in praktijk gebracht Een jongere moet tijdens zijn schooltijd zo goed mogelijk worden voorbereid op de volgende levensfase: arbeid, het liefst tot aan zijn of haar pensioen. Verblijf in het leerbedrijf kan daarbij sturen op het onderwijsaanbod. Hoe ze dat doen in Rotterdam? De A.J. Schreuderschool in Rotterdam Lombardijen is een school voor voortgezet speciaal onderwijs. De school kent twee uitstroomprofielen: de B-stroom (arbeid) en de C-stroom (dagbesteding). Voor alle leerlingen geldt dat zij een onderwijsprogramma volgen dat aansluit bij hun mogelijkheden. Het aanleren van zelfredzaamheid is daarin een centraal begrip. De B-stroom bestaat uit drie fasen: 1. Fase 1 (12-14 jaar): deze fase is oriënterend van aard. Leerlingen maken kennis met de praktijkvakken: consumptieve technieken, groen, techniek, handel en economie en zorg en welzijn. Kennismaking met de beroepspraktijk gebeurt met de hele groep. In deze fase wordt veel aandacht besteed aan cognitieve vakken als lezen, taal en rekenen. 2. Fase 2 (14-16 jaar): het programma bestaat in deze fase voor een groot deel uit het aanleren en oefenen van werknemersvaardigheden via onder meer interne stages en een groepsstage. Bij de groepsstage werkt een aantal leerlingen onder begeleiding van een docent een dagdeel in een bedrijf. Een apart programma traint de motorische vaardigheden en de arbeidsvaardigheden. 3. Fase 3 (16-18 jaar of ouder): in de afsluitende fase kiezen de leerlingen een beroepsrichting, een keuze die gebaseerd is op een beroepeninteressetest en eerder opgedane vaardigheden. In deze fase gaat een leerling het grootste deel van de tijd naar een individuele externe stage. De stages verlopen bij de A.J. Schreuderschool op vaste wijze. Eerst verrichten de leerlingen binnen de school eenvoudige werkzaamheden. Ze worden daarbij aangestuurd door medewerkers van de school. In een volgende fase sturen ze elkaar aan. Leerlingen van de B-stroom halen gedurende hun opleiding door de branche erkende certificaten. Motivatie Eugène Schilperoordt startte twee jaar geleden bij de A.J. Schreuderschool als coördinator stage en arbeidstoeleiding. Destijds was er een omslag bezig binnen de organisatie: onze leerlingen werden vooral toegeleid naar dagbesteding, maar de tijd dat ze met open armen ontvangen werden op dagbestedingsplekken was voorbij. Ik volgde een cursus bij Edunova met handreikingen voor stagecoördinatoren en hoorde van mijn medecursisten over Boris brengt je bij n baan. Tegelijkertijd startte Rijnmond Netwerkt, een gezamenlijk initiatief van een aantal partijen om jongeren uit het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs meer perspectief op werk te bieden. We werken dan misschien wel met jongeren met een beperking, maar ze kunnen zo veel! Een mooi voorbeeld is onze interne stage. De leerlingen komen Leerlingen zijn veel gerichter bezig met wat ze moeten leren om zich in de toekomst beter staande te kunnen houden langs de klassen met een koffiekar. Voorheen werden ze daarbij geholpen, bijvoorbeeld bij het openhouden van deuren. Maar eigenlijk help je hen daarmee juist niet, want het is de bedoeling dat ze leren om een oplossing te vinden voor problemen die ze tegenkomen. Hoe rijd je een koffiekar door een klapdeur? Is het handig om met in iedere hand een kop koffie te proberen om de deur van een klaslokaal open te maken? 17

MELBA MELBA staat voor Merkmalprofile zur Eingliederung Leistungsgewandelter und Behinderter in Arbeit. Binnen dit Duitse instrument worden 29 kenmerken gebruikt om enerzijds een functie te beschrijven en anderzijds om de capaciteiten van een persoon in beeld te brengen. Probleemoplossend vermogen hebben de leerlingen niet alleen nodig binnen de school, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld in een stagebedrijf. En natuurlijk hoeven ze niet alles meteen op te kunnen lossen; er zijn ook dingen die ze eerst moeten leren. Zo is er een meisje dat stage loopt bij een Wibrawinkel; op deze kleine vestiging moet ze allerlei taken kunnen uitvoeren. Ze had wat moeite met het geld teruggeven aan klanten. Toen ik dat hoorde van het bedrijf, heb ik dat doorgegeven aan haar docenten. Zij hebben haar gewone lesprogramma even losgelaten en zijn aan de slag gegaan met terugrekenen. Een andere leerling had moeite met het spiegelen van producten in een supermarkt. Dat kunnen we op school niet oefenen, maar wel in een bedrijf waar we vaker komen met groepjes leerlingen. Leerlingen zijn veel gerichter bezig met wat ze nog moeten leren om zich in de toekomst beter staande te kunnen houden en dat vergroot hun motivatie. Vastleggen van wat je kunt Wat ook goed is voor de motivatie, is het vastleggen van wat je kunt. Eugène Schilperoordt: We werken met certificaten. Daarnaast heeft een van onze leerlingen, Olaf, net een praktijkverklaring gekregen. Ik heb met zijn stagebedrijf afgesproken aan welke werkprocessen hij zou gaan werken. Ik heb hem geobserveerd aan de hand van MELBA. Op basis van mijn observatie heb ik de werkgever een positief advies gegeven en hij heeft de praktijkverklaring ondertekend. Voordeel is dat Olaf hiermee ook aan andere bedrijven kan laten zien welke werkprocessen hij beheerst. Hij heeft er nu drie behaald en gaat de komende tijd werken aan werkprocessen op het gebied van communicatie. Het mooie is dat zo n verklaring niet alleen een positief effect heeft op een leerling, maar ook op de ouders; zij zien dat hun kind meedoet, participeert. Het kind wordt bevestigd in wat hij of zij kan. Dat is een voordeel van de Borisaanpak, net als het gebruik van termen als werkprocessen. Dat is de taal van het bedrijfsleven; je laat ermee zien dat je serieus bezig bent met het voorbereiden van je leerlingen op de arbeidsmarkt. Daar hoort ook bij dat je leerlingen een goed beroepsbeeld geeft; is een wensbaan ook een kansbaan? Het is niet de bedoeling dat je de dromen van leerlingen (en hun ouders!) inslaat, maar je moet wel gesprekken hebben met leerlingen over hun toekomst op de arbeidsmarkt. En over wat ze daar zelf voor moeten doen; het is niet de bedoeling dat ze achterover leunen, maar dat ze zelf op gesprek gaan bij bedrijven. Die eigen verantwoordelijkheid is belangrijk, ook hier op school. Zo krijgen sommige leerlingen binnen de interne stage de rol van manager. Een rol die ze serieus nemen, soms te serieus. We hebben weleens een leerling gehad die in tranen op het schoolplein zat omdat het niet ging zoals hij wilde. Maar dat is wel een heel wijze les voor hem; hij weet nu dat hij eerder aan de bel moet trekken én hij kan zich inleven in andere leerlingen die in dezelfde situatie terechtkomen. En zo kan het gebeuren dat je opeens een autistische jongen zijn armen om een schoolgenoot heen ziet slaan om hem te troosten! Zo n verklaring heeft ook een positief effect heeft op de ouders; zij zien dat hun kind meedoet, participeert. Het kind wordt bevestigd in wat hij of zij kan

Werkend leren in een leerbedrijf Volgens een onderzoek van MKB- Nederland is 40% van de bedrijven hoog gemotiveerd om met de doelgroep aan de slag te gaan. Van het totaal aan leerbedrijven moeten dat er dus ruim 100.000 zijn. Veel bedrijven hebben evenwel huiver om de eerste stap te maken, omdat ze er onzeker van zijn dat ze het tot een succes zullen maken. Dat ligt voor een deel aan de leerling en voor een deel aan het bedrijf zelf. Aan de scholen vragen de bedrijven de jongeren goed voor te bereiden in werknemersvaardigheden en goede informatie te geven over de mogelijkheden en beperkingen van de jongere. Zelf wil het bedrijf graag ondersteuning hebben in het organiseren van een flexibele werkstructuur zodat maatwerk in functies mogelijk is. Ook is het bedrijf onzeker of ze voldoende begeleidingsexpertise hebben om de jongere in te passen in het bedrijf en daar te handhaven. Op alle terreinen zijn initiatieven om de positie van de leerlingen in de bedrijven te versterken. Motieven en meerwaarde SBB onderzocht de motieven en meerwaarde van leerbedrijven voor het opleiden van jongeren. Leerbedrijf zijn levert naast balans in eigen personeelsbestand ook een beter imago en een dynamische sfeer op. Ook ziet de buitenwereld leerbedrijven als maatschappelijk verantwoorde ondernemingen. Bedrijven die stageplaatsen aanbieden aan leerlingen met een beperking, doen dit om dezelfde redenen. Wel bieden directeuren of stagebegeleiders sneller een stageplaats aan als ze zelf iemand met een beperking kennen. De vier hoofdmotieven van werkgevers om met de doelgroep aan de slag te gaan zijn: 1. De werkgever kent iemand met een beperking in zijn eigen directe omgeving en voelt zich medeverantwoordelijk voor het welzijn van deze relatie en is bereid een arbeidsplaats te bieden. De persoonlijke relatie garandeert een grote betrokkenheid bij de begeleiding van de werknemer maar de persoonlijke band kan ook een professionele arbeidsrelatie in de weg staan. 2. De werkgever heeft een geloofsovertuiging of levensovertuiging van waaruit hij ruimte geeft aan mensen met een beperking in zijn bedrijf. Bij deze twee redenen, de persoonlijke overtuiging van de werkgever, bestaat het risico dat de overige werknemers die overtuiging onvoldoende delen. 19

3. De werkgever besluit de doelgroep in zijn bedrijf op te nemen omdat dat goed is voor zijn bedrijf, omdat de klanten dat waarderen. Vooral in de horeca en de groenvoorziening komt dit motief vaker voor. Opdrachtgevers geven gemakkelijker opdrachten als het bedrijf openlijk ook een maatschappelijke doelstelling heeft. 4. De werkgever is op zoek naar mensen met specifieke bekwaamheden die in zijn bedrijf tot een hoog rendement kunnen leiden. Als de leerling een plaats heeft gevonden die goed past dan wordt hij of zij een loyale en betrouwbare medewerker die niet snel wegloopt naar een ander bedrijf. Alle bedrijven die erkend zijn als leerbedrijf staan op Stagemarkt.nl. Die erkenning geldt in het bijzonder voor het opleiden van leerlingen uit het mbo, maar veel bedrijven zijn echter ook bereid om leerlingen uit het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs een plek te bieden. Daarbij kan gedacht worden aan bedrijven met: Eenvoudige werkzaamheden en/of repeterende werkzaamheden Sociaal ondernemerschap Eén (vaste) begeleider die affiniteit heeft met de doelgroep en die openstaat voor coaching. Bij voorkeur vaste werkplekken voor mensen met een beperking De mogelijkheid tot maatwerk Mark Hulsen, Boriscoördinator bij SBB: De bedrijven op Stagemarkt.nl zijn erkend om stageplaatsen en leerwerkplekken te bieden aan leerlingen uit het mbo. Als bedrijven ook Borisleerbedrijf willen zijn, kunnen ze dat zelf aangeven via het profiel van het leerbedrijf. Dit profiel kan een erkend leerbedrijf zelf aanmaken en beheren: Ga naar erkenning aanvragen op www.s-bb.nl. Volg de procedure via www.s-bb.nl/inloggenvoor-bedrijven. Vul bij opleiding in ieder geval VMBO Leerwerktraject/Boris in. Als u alle gegevens heeft ingevuld en uw aanvraag heeft bevestigd, zal een adviseur van SBB contact met u opnemen om de erkenning met u door te nemen. De adviseur zal samen met u de voorwaarden voor erkenning doornemen en bepalen voor welke kwalificaties u erkend kunt worden. Voorwaarden voor de erkenning kunt u terugvinden op: www.s-bb.nl/bedrijven/ erkenning/voorwaarden-voor-erkenning Word erkend als leerbedrijf Als een bedrijf nog geen erkend leerbedrijf is, kan dat via www.s-bb.nl/erkenning een aanvraag voor een erkenning doen. Een adviseur praktijkleren van de SBB komt dan langs. Niet alleen om het vinkje voor de erkenning te zetten, maar juist ook om het gesprek aan te gaan: welke werkprocessen kunnen jongeren hier aanleren? Hoe is het proces rondom de begeleiding van de leerlingen opgezet? Hoe kun je de instructie verzorgen? Het gesprek gaat over de randvoorwaarden die nodig zijn om opleiden binnen het bedrijf mogelijk te maken. Ook scholen kunnen bedrijven voordragen voor een erkenning, die noodzakelijk is als er jongeren gaan stagelopen of gaan leren en werken. Dat kan via www.s-bb. nl/onderwijs/beroepspraktijkvorming/leerbedrijf-voordragen. Bedrijven en scholen die vragen hebben, kunnen terecht bij de servicedesk van SBB via 088 338 00 00 of via www.s-bb.nl/contact. Als uw bedrijf erkend is, ontvangt u van SBB inloggegevens voor de website van SBB. Door in te loggen op www.s-bb.nl/inloggen-voor-bedrijven kunt u uw bedrijfsgegevens aanpassen en stageplaatsen publiceren. Zo kunt u zelf actief zoeken naar leerlingen vanuit het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. De Nedco Groep: rekening houden met elkaar De Nedco Groep richt zich vooral op de witgoed- en sanitairbranche. Het assortiment bestaat onder meer uit lekbakken, ventilatoren, roosters en regenkappen. Het bedrijf is gevestigd in Nieuwerkerk a/d IJssel en Jinjiang (China). Nedco startte in 1996 als klein familiebedrijf en heeft inmiddels rond de 90 medewerkers. Logistiek manager Klaas van de Wetering: Als mensen bij ons komen solliciteren, vertel ik meteen dat we 17 medewerkers met een beperking hebben. Dat kan betekenen dat je in de kantine bij iemand zit die zes keer hetzelfde vertelt in een kwartier of niet zo netjes eet. Als je daar niet tegen kunt, moet je hier niet komen werken. We maken geen onderscheid tussen medewerkers met en medewerkers zonder beperking, maar vinden wel dat mensen rekening moeten houden met elkaar. Je maakt bijvoorbeeld geen grappen ten koste van iemand met het syndroom van Down; ik wil niet dat medewerkers voor de gek worden gehouden. Tegelijkertijd moeten mensen met een beperking leren welke regels er gelden. Zo hebben we hier iemand die ooit mijn kamer binnenstormde: Leg die telefoon eens neer, ik moet je iets vertellen! Ik heb duidelijk aangegeven dat dat niet kan. Duidelijkheid, structuur, waardering, complimentjes geven allemaal dingen die belangrijk zijn voor mensen met een beperking. Maar net zo goed voor jou en mij. Boerenverstand Klaas van de Wetering: Je kunt heel ingewikkeld doen over de begeleiding van mensen met een beperking, maar volgens mij is het een kwestie van boerenverstand: wat je tegen de ene medewerker niet mag of kunt zeggen, moet bij de ander juist wel. Als je dat kunt aanvoelen, ben je al een eind op weg. Natuurlijk stoot je weleens je kop, maar daar kun je van leren. Ook kun je leren van de mensen om iemand met een beperking heen: ouders, broers, zussen, hulpverleners, jobcoaches als ik weet dat er thuis iets speelt, dan houd ik daar rekening mee. Ook meer weten 20