Avans Hogeschool, s-hertogenbosch



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Christelijke Hogeschool Windesheim

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

AVANS Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Management & Organisatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

AVANS Hogeschool, Breda

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Fontys Hogescholen, Eindhoven

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

AVANS Hogeschool, Breda

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Christelijke Hogeschool Windesheim

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Zeeland. Opleiding: Management Economie en Recht hbo-bachelor Locatie: Vlissingen en Terneuzen Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

AVANS Hogeschool. Personeel & Arbeid s-hertogenbosch

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Bedrijfswiskunde; hbo-bachelor Locatie: Leeuwarden Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

AVANS Hogeschool, locatie Breda

Hogeschool INHOLLAND, Delft

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Hogeschool Zuyd, Sittard

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

De onderwijs- en examenregeling

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Technische Bedrijfskunde, bachelor Locatie: Arnhem Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hanzehogeschool Groningen

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Transcriptie:

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch Opleiding: Integrale veiligheid, hbo bachelor Croho: 39201 Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 12 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

2/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 10 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 29 Onderwerp 4 Voorzieningen 32 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 35 Onderwerp 6 Resultaten 39 Deel C: Bijlagen 43 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 44 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 49 Bijlage 3 Bezoekprogramma 53 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 55 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 3/58

4/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Deel A: Onderwerpen NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 5/58

6/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Integrale Veiligheid van de Avans Hogeschool heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 12 juni 2007. Het panel bestond uit: De heer L. S. Smeyers (voorzitter en domeinpanellid); De heer mr. E.C. van Leeuwen (domeinpanellid); De heer B.E.A. Adank (studentpanellid); Mevrouw drs. M.E. Voorthuis Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing, minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding Avans Hogeschool heeft in een Meerjarenbeleidsplan 2007-2010 haar missie geformuleerd: Zij wil een topinstituut zijn dat toekomstige beroepsbeoefenaren opleidt tot excellente professionals, die zichzelf en hun beroep voortdurend blijven ontwikkelen. Daarnaast wil zij voor specifieke bedrijven en organisaties een vanzelfsprekende partner zijn in het ontwikkelen en delen van kennis (MJB, 2007-2010). NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 7/58

De opleiding Integrale Veiligheid is gestart in september 2001 en is opgericht en ingericht met als kader het beroepsprofiel HBO Integrale Veiligheid en het daaronder liggende Rapport Faber-Hobéon. Vanaf 2005 is de opleiding als major ingebed in de Bachelor of Business Administration. De opleiding leidt Integraal Veiligheidskundigen op en profileert zich door te kiezen voor een brede opleiding, waarin de private en publieke aspecten van veiligheidsvraagstukken gecombineerd worden. De bedrijfs- en bestuurskundige invalshoek spelen daarbij een prominente rol (Opleidingskader Integrale Veiligheid). De opleiding telt ongeveer 400 studenten en 14 docenten. De docent-student ratio bedroeg ten tijde van de visitatie 1: 29,2. Naast de vaste docentenstad worden ook docenten ingeleend vanuit andere opleidingen binnen de Academie. In juli 2005 zijn de eerste studenten afgestudeerd van de deeltijdopleiding en in juli 2006 van de voltijdopleiding. Vanwege de inbedding van de opleiding in de Academie voor Management en Bestuur, maakt de opleiding gebruik van de kwaliteitszorg van de Academie. Ook maakt zij gebruik van andere voorzieningen van de Academie en van de Avans Hogeschool. Ten tijde van de visitatie werden het eerste en tweede jaar van de voltijd bacheloropleiding uitgevoerd; het derde en vierde jaar volgen de pre-bacheloropleiding. In de deeltijdvariant was ten tijde van de visitatie de bacheloropleiding tot en met het derde jaar geïmplementeerd; het vierde jaar volgde nog de pre-bacheloropleiding. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het Positiedocument en het Startdossier gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode mei, juni 2007 inhoudelijk voor op het bezoek op 12 juni 2007. Zij bestudeerden het Positiedocument en Startdossier en de bijlagen, formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQAauditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar Startdossier kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling 8/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

dan wel nadere specificatie nodig is. In het Facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel, dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een Facetrapport en een Onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in augustus 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A), dat deel uitmaakt van het Totaalrapport, wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in september 2007 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in oktober 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 9/58

In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het Facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk is gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Oordeel Voltijd Deeltijd Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Voldoende 1.2 Niveau bachelor Goed Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Voldoende 2.4 Studielast Goed Goed 2.5 Instroom Voldoende Voldoende 2.6 Duur Voldaan Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Goed Voldoende 3.2 Kwantiteit personeel Goed Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende Voldoende 4.2 Studiebegeleiding Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau Voldoende Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief 10/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt facet 1.1 Domeinspecifieke eisen voor zowel de voltijd als de deeltijdvariant met een voldoende en de facetten 1.2 Niveau bachelor en 1.3 Oriëntatie HBO bachelor voor de beide varianten met een goed. Het oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding is voor zowel voor de voltijd- als de deeltijdvariant derhalve positief. Programma Het panel beoordeelt de facetten 2.1 Eisen HBO, 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.4 Studielast en 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voor beide varianten met een goed. Het panel beoordeelt facet 2.3 Samenhang voor de voltijdvariant met een goed en voor de deeltijdvariant met een voldoende. De facetten 2.5 Instroom en 2.8 Beoordeling en toetsing worden voor de voltijd en deeltijdvariant met een voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp Programma is derhalve voor zowel de voltijdals de deeltijdvariant positief. Inzet van personeel Het panel beoordeelt facet 3.1 Eisen HBO voor de voltijdvariant met een goed en voor de deeltijdvariant met een voldoende. De facetten 3.2 Kwantiteit personeel en 3.3 Kwaliteit personeel beoordeelt het panel voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een goed. Het oordeel over het onderwerp Inzet van personeel is voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant derhalve positief. Voorzieningen Het panel beoordeelt facet 4.1 Materiële voorzieningen voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant met een voldoende. Facet 4.2 Studiebegeleiding beoordeelt het voor beide varianten met een goed Het oordeel over het onderwerp Voorzieningen is voor zowel de voltijd-als deeltijdvariant derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt de facetten 5.1 Evaluatieresultaten en facet 5.2 Maatregelen tot verbetering voor beide varianten met een goed. Facet 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld beoordeelt het panel voor beide varianten met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Interne kwaliteitszorg is voor derhalve beide varianten positief. Resultaten Het panel beoordeelt de facetten 6.1 Gerealiseerd niveau en 6.2 Onderwijsrendement voor de voltijd- en de deeltijdvariant met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Resultaten is voor de voltijd- en de deeltijdvariant derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op alle zes de onderwerpen voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 11/58

12/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Deel B: Facetten NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 13/58

14/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In samenwerking met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden is het initiatief genomen om de opleiding Integrale Veiligheid (IV) te ontwikkelen. Een gezamenlijke werkgroep, die hiervoor in het leven werd geroepen, heeft een concept beroepsprofiel opgesteld. De werkgroep heeft op verschillende miniconferenties dit concept besproken, evenals met representanten uit zowel de private als de publieke sector en met individuele vertegenwoordigers uit het werkveld. Hierbij heeft zij gebruik gemaakt van het rapport Advies wenselijkheid en inrichting HBO-opleiding Integrale Veiligheid (Hobeon, Oss, 2002). De reacties op het concept beroepsprofiel zijn verwerkt in het Landelijke Beroepsprofiel HBO-opleiding Integrale Veiligheid (mei, 2004). De opleiding heeft het uiteindelijk beroepsprofiel beschreven in het Opleidingskader Integrale Veiligheid 2006-2007 (Den Bosch, oktober 2006) en in de Studiegids/OER 2006. In het landelijke beroepsprofiel zijn de eindkwalificaties opgenomen in de vorm van competenties 1. Deze zijn geordend rond een aantal resultaatgebieden en kernopgaven. In de competenties is een aantal internationale aspecten opgenomen. Een voorbeeld hiervan is: kan nationale en internationale wet- en regelgeving en juridische besluitvormingstrajecten op het terrein van veiligheid interpreteren en toepassen. De opleiding heeft het initiatief genomen om een landelijk overleg op te richten voor de opleidingen Integrale Veiligheid en Integrale Veiligheidskunde (LOO-IV). Viermaal per jaar vindt overleg plaats binnen dit orgaan. Onderzocht wordt thans of een aparte landelijke Werkveldadviesraad wenselijk is of dat deze gevormd kan worden door leden van de werkveldadviesraden van de verschillende opleidingen. In 2007 staat de actualisatie van het landelijke beroepsprofiel op de agenda van het LOO-IV. De opleiding heeft gekozen voor een brede opleiding, waarin private en publieke aspecten van veiligheidsvraagstukken gecombineerd worden. De bedrijfskundige en de bestuurskundige invalshoek spelen hierbij een belangrijke rol. In vergelijking met de andere opleidingen IV besteedt de opleiding relatief veel aandacht aan private aspecten van veiligheid. Met name met betrekking tot de publieke sector wordt minder aandacht besteed aan de internationale component. De belangrijkste reden 1 De opleiding zal bij de indiening van het NQA rapport bij de NVAO de eindkwalificaties op cd-rom aan de NVAO aanleveren. NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 15/58

die de opleiding hiervoor geeft is dat het internationale beroepenveld in deze sector meer aansluit op het masterniveau in plaats van op het bachelorniveau. De opleiding wijst hierbij tevens op de grote verschillen op het sociale, culturele, politieke, juridische en institutionele vlak tussen de landen. Wel komen in de verdiepingsminor Veiligheid in internationaal perspectief (publiek en privaat) internationale aspecten aan de orde. In de lessen bestuursrecht, bestuurskunde en beleidskunde wordt Europese regelgeving behandeld. Ten behoeve van de private sector wordt onder andere literatuur gebruikt uit de Verenigde Staten en komt Europese regelgeving met betrekking tot ARBO-regelgeving aan bod. Voor wat betreft de private sector noemt de opleiding de internationale arbeidsmarkt meer realistisch. Daarom heeft de opleiding in het private deel Engels opgenomen en heeft zij de bovengenoemde verdiepende minor Veiligheid in internationaal perspectief ontwikkeld, die in september 2008 van start zal gaan. Deze minor is gericht op criminaliteitsbestrijding in Europees verband. Ondanks de aandacht die de opleiding voor wat betreft de private sector besteedt aan internationale aspecten, vindt het panel dat deze aspecten (nog) meer aandacht zouden moeten krijgen. De opleiding onderkent dit punt. In dit kader zullen in 2006/2007 de blokcoördinatoren via de blokreportages over het huidige niveau van internationalisering binnen de verschillende blokken rapporteren. Vanwege het feit dat het panel meer aandacht voor internationale aspecten in de private, maar ook in de publieke sector wenselijk vindt, komt het panel tot het oordeel voldoende in plaats van goed. Facet 1.2 Niveau bachelor goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding maakt, zoals beschreven bij facet 1.1 gebruik van de landelijke competenties. Er zijn in totaal 49 competenties, die zijn onderverdeeld in vakinhoudelijke en methodische competenties (20), ondersteunende competenties (13), sociaal-communicatieve en cultureel-normatieve competenties (13), en leer- en vormgevingscomptenties (3). Een overzicht van deze competenties is opgenomen in Beroepsprofiel HBO-opleiding Integrale Veiligheid (Den Bosch, Leeuwarden, mei 2004). De opleiding heeft de vijf Dublin Descriptoren als volgt herschreven: Kennis en Inzicht in Brede, multidisciplinaire basis, Toepassen van kennis en inzicht in Probleemgericht werken, Oordeelsvorming in Methodisch en reflectief denken en handelen, Communicatie in Sociaal communicatieve bekwaamheid en Leervaardigheden in Professionalisering. Tevens wordt een viertal resultaatgebieden onderscheiden. Een resultaatgebied kan worden gedefinieerd als een afgebakend deel van het werkterrein van een IV er 16/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

waarbinnen deze resultaat dient te boeken. Voor elk van deze gebieden is een aantal kernopgaven geformuleerd. Bij Resultaatgebied 1: Leefbaarheid hoort de kernopgave: Aanpak lokaal integraal veiligheidsbeleid. Deze kernopgave is gerelateerd aan de vier geoperationaliseerde Dublin Descriptoren: Brede multidisciplinaire aanpak, Probleemgericht werken, Methodisch en reflectief denken en handelen en Sociaal communicatieve bekwaamheid. Bij de in totaal vier resultaatgebieden en elf kernopgaven in het beroepsdomein van de IV er zijn vaak zeer verschillende veiligheidspartners betrokken, uit zowel de publieke als private sector. Het panel is van oordeel dat de opleiding er goed in is geslaagd om de relatie weer te geven tussen de resultaatgebieden, kernopgaven, eindkwalificaties en de door haar geoperationaliseerde Dublin Descriptoren. Zij borgt hiermee in voldoende mate het HBO-niveau. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Zoals al beschreven bij de facetten 1.1 en 1.2 maakt de opleiding gebruik van de landelijke kwalificaties, die zij heeft beschreven in het Opleidingskader en die tot stand zijn gekomen na overleg vertegenwoordigers uit het werkveld. Ook heeft de opleiding de eindkwalificaties besproken met de eigen Werkveldadviesraad, die hieraan zijn goedkeuring heeft verleend. De opleiding wil breed inzetbare allround professionals opleiden, die functioneren als (hogere en) middelbare leidinggevenden, staffunctionarissen en adviseurs in met name de private sector. De afgestudeerde IV er krijgt te maken met veiligheidsvraagstukken, die een relatie hebben met een grote variatie aan disciplines, zoals juridische-bestuurlijke, politieke, sociaal-maatschappelijke, economische, psychische, financiële, ethische et cetera. Verder kenmerkt een IV er zich door het methodisch en systematisch kunnen voorkomen of indammen van veiligheidsrisico s. De afgestudeerde dient, na enige praktijkervaring drie functietypen te kunnen bekleden, die van expert, interactieve beleidsdeskundige en manager in één van de vier resultaatgebieden: Leefbaarheid, Fysieke veiligheid, Maatschappelijke integriteit en Beleid en strategie. De IV er moet in staat zijn zich voortdurend te versterken in de eigen beroepsuitoefening en in de range van beroepssituaties. NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 17/58

Uit de evaluaties onder de externe begeleiders en onder de onafhankelijke externe beoordelaars van afstudeeropdrachten blijkt dat de studenten na hun meesterproef voldoen aan de vereiste kwalificaties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Vanaf 2007 zal de nog jonge opleiding gaan deelnemen aan de HBO-Monitor, waardoor zij systematisch informatie kan verzamelen over het niveau van haar afgestudeerden. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Centraal in de opleiding staat het projectonderwijs, waarvoor de thema s worden ontleend aan de beroepspraktijk. Hierdoor krijgen studenten direct vanaf het begin van de opleiding leersituaties aangeboden, die zijn ontleend aan de beroepspraktijk. Ieder blok werken studenten groepsgewijs aan een beroepsproduct. Deze zijn gerelateerd aan externe organisaties, die tevens opdrachtgevers zijn. In de eerste twee blokken van het derde jaar lopen de studenten een stage, waardoor zij in aanraking komen met de beroepspraktijk. Dit gebeurt ook in het afstudeerproject, dat in de laatste twee blokken van de opleiding is geprogrammeerd. Hiermee waarborgt de opleiding de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden. Alle docenten komen in aanraking met de beroepspraktijk, omdat zij begeleiden bij de stages en de afstudeeropdrachten. Eenmaal per twee jaar vindt er op locatie een veiligheidsdag plaats. Ook in de deeltijdvariant is praktijkgerichtheid van essentieel belang. Echter, aangezien deeltijdstudenten reeds werkzaam zijn in de praktijk nemen zij de beroepspraktijk mee. In deze variant wordt, evenals in de voltijdvariant ieder blok afgesloten met een integrale opdracht, die gekoppeld is aan de eigen werkorganisatie of die van één van de collega-studenten. 18/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Een andere manier waarop de deeltijdopleiding aansluit bij de eigen beroepspraktijk is door samen met de student en de organisatie, waarin hij werkzaam is een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) bij te houden. In het POP worden het ontwikkelingstraject en de leerdoelen van de student met betrekking tot de praktijkcomponent van de opleiding vastgelegd. De deeltijdstudent stelt aan het begin van ieder studiejaar zijn POP voor dat jaar op. De opleiding maakt gebruik van zowel boeken als readers met daarin delen uit relevante en actuele vakliteratuur, waaronder tijdschriften. Ook wordt gebruik gemaakt van relevante internetsites en beleidsdocumenten. Het panel heeft de literatuurlijst bestudeerd en beoordeelt deze als voldoende actueel. De lijst omvat een aantal topwerken op het terrein van de integrale veiligheid en betreft zowel het private als het publieke domein. Er staan ook enkele Engelstalige boeken op de lijst. Volgens het panel is de literatuurlijst wat betreft de publieke sector weinig internationaal. Voor de private sector is dit in voldoende mate het geval. Studenten worden in de loop van de opleiding steeds meer gestimuleerd zelf vakliteratuur te zoeken en actuele (onderzoeks)resultaten te gebruiken. De opleiding is vertegenwoordigd in een schrijverscollectief dat het basisboek Integrale Veiligheid heeft vormgegeven. Het management van de opleiding verwacht van de docenten dat zij up-to-date zijn, dat wil zeggen dat zij nieuwe titels en vakbladen bijhouden, seminars en congressen bezoeken en participeren in externe netwerken. Het panel heeft geconstateerd dat dit daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Een aantal docenten is actief in het Expertisecentrum Veiligheid. Dit wordt geleid door een drietal lectoren; één van hen is de lector Integrale Veiligheid. De opleiding onderhoudt verder contacten met de beroepspraktijk via de Werkveldadviesraad. Sinds 2002 vervult deze raad een belangrijke rol in het werkveld van de IV er van de opleiding. De leden komen uit een breed scala van organisaties. Twee van de leden zijn alumni. De raad vergadert thans tweemaal per jaar. Het panel heeft notulen van deze bijeenkomsten gezien. Een terugkerend onderwerp is de aansluiting tussen opleiding en beroep. De opleiding beschikt over een groot netwerk van gastsprekers. Bijna iedere periode verzorgen gastsprekers een college, dat gerelateerd is aan het blokthema. Vier van de vijftien docenten zijn ook werkzaam in het IV-werkveld als consultant, woordvoerder of bestuurslid. De meerderheid, dat wil zeggen 75% van de docenten heeft relevante werkervaring in het IV-werkveld. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek 2006 (STO 2006) blijkt dat ruim driekwart van de studenten van mening is dat er voldoende tijd wordt besteed aan het oefenen van praktische vaardigheden. Zeventig procent vindt dat de opleiding hen voldoende in aanraking brengt met de beroepspraktijk. Ruim 80% van de studenten heeft blijkens deze resultaten een helder beeld van de beroepspraktijk. De Werkveldadviesraad is tevreden over de praktijkgerichtheid van de opleiding, zo wordt in het zelfevaluatierapport vermeld. Dit is ook uit het gesprek van het panel met de commissie gebleken. NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 19/58

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De eindkwalificaties uit het beroepsprofiel (zie facet 1.1 en 1.2) zijn verdeeld over de onderwijseenheden en blokken van het curriculum. Ieder blok staat beschreven in een blokboek. Elk blokboek heeft een vast format. In de blokboeken wordt een omschrijving van de leerstof, de competenties en de leerdoelen gegeven. Deze laatste zijn gekoppeld aan het beroepsproduct dat opgeleverd moet worden, de leerlijnen en de disciplines, die in het thema aan de orde komen. De matrix Overzicht competenties curriculum IV laat zien hoe de competenties zijn verdeeld over het curriculum en geeft de relatie tussen de blokken en de eindkwalificaties weer. Hieruit blijkt volgens het panel dat alle eindkwalificaties gedekt zijn. In een andere matrix wordt een overzicht gegeven tussen de relatie tussen de generieke kwalificaties voor de HBO-bachelor en de kernopgaven IV. Het onderwijsprogramma is weergegeven in een curriculumoverzicht IV. De wijzigingen die in 2005/2006 in het onderwijsprogramma zijn doorgevoerd, hebben voornamelijk betrekking op de volgorde van een aantal blokken of een verschuiving van disciplines naar andere blokken. Door deze veranderingen wordt de student eerst voldoende vaardig gemaakt in het analyseren van veiligheidsvraagstukken, voordat hij met plannen en maatregelen aan de slag gaat. Voor de deeltijdopleiding zijn gelijksoortige matrices tussen de eindkwalificaties en de blokken opgesteld als voor de voltijdopleiding. Uit de blokevaluaties blijkt dat de studenten de relevantie van de thema s voor de beroepspraktijk hoog waarderen. Een belangrijk orgaan binnen de opleiding is de Onderwijscommissie. Deze commissie vervult een belangrijke rol ten aanzien van de borging van de kwaliteit van de opleiding. Zij dient ervoor te zorgen dat de eindkwalificaties in voldoende mate aan bod komen in het programma, evenals de leerdoelen. Alle leerdoelen worden voorgelegd aan deze commissie. Beoordeeld wordt of deze in voldoende mate bijdragen aan de realisatie van de eindkwalificaties. Het panel heeft geconstateerd dat dankzij het feit dat de opleiding breed is opgezet alle door haar geformuleerde 49 eindkwalificaties in het programma kunnen worden gerealiseerd. 20/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voltijd: Goed Deeltijd: Voldoende Criteria Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De horizontale samenhang in het onderwijsprogramma wordt binnen de verschillende blokken gerealiseerd door een beroepsproduct centraal te stellen. De inhoud van de verschillende vakken/disciplines en de vaardigheidstrainingen zijn zoveel mogelijk gerelateerd aan het betreffende beroepsproduct. De verticale samenhang in het onderwijsprogramma wordt gerealiseerd door de concentrische opbouw van de leerstof, onder andere op basis van de indeling analyse, beleid en strategie en een toenemende complexiteit op basis van de variabelen ruimte, tijd, netwerken en disciplines (de zogenoemde kennisleerlijnen) (inhoudelijke leerlijnen), de didactische leerlijnen, de competenties en de indeling publiek-privaat. Voorbeelden van de kennisleerlijnen zijn: Veiligheid (Criminologie, Safety, Externe Veiligheid et cetera.), Beleids- en Bestuurskunde en Organisatie en Management. Tot de stage (het eerste semester van het derde jaar: H6 en H7) is een blok afwisselend gericht op de private of de publieke sector. In het tweede semester van het derde leerjaar komen de beide sectoren samen en wordt het accent gelegd op de publiek-private samenwerking. In de deeltijdopleiding is het eerste semester van het derde jaar gericht op de publieke sector en het tweede semester op de private sector. Voor deze variant geldt dat beide sectoren samenkomen in het eerste semester van het vierde jaar. Ten behoeve van de samenhang beschrijft de opleiding in haar blokboeken de relatie van het betreffende blok met de andere blokken. Deze relatie wordt vermeld tijdens de startbijeenkomst van elk blok. De Onderwijscommissie heeft de taak om de samenhang van zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding te ontwikkelen en zo nodig bij te stellen. Op het niveau van de blokken draagt de blokcoördinator samen met de docenten die binnen het blok studieonderdelen verzorgen, zorg voor de onderlinge afstemming en de inhoud. Streefnorm voor de tevredenheid van de studenten over de horizontale samenhang is dat 70% van de blokken de gemiddelde score 3.3 of hoger krijgt. Bij 30% van de blokken dient de score hoger dan 3.5 te zijn. Uit de evaluaties van februari 2006 blijkt dat de score 3.3. bij 61% van de blokken is gerealiseerd en voor 41% de score 3.5 is gerealiseerd. De opleiding komt met deze scores dichtbij haar streefscores. Voor de deeltijdopleiding wordt de streefnorm niet gerealiseerd. De Onderwijscommissie Deeltijd heeft drie docenten opgedragen om de horizontale samenhang van het programma te versterken. Plannen hiervoor zijn beschreven in een projectplan. Het panel beoordeelt de samenhang van het voltijdprogramma als goed. De Onderwijscommissie speelt hierbij een belangrijke rol. Aan een verbetering van de NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 21/58

horizontale samenhang van het deeltijdprogramma wordt thans gewerkt. Het panel geeft deze variant daarom een voldoende in plaats van een goed. Facet 2.4 Studielast Goed Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijsprogramma is opgebouwd uit 16 blokken. In het eerste jaar: P1 tot en met P4, in het tweede jaar: H1 tot en met H4, in het derde jaar H5 tot en met H8 en in het vierde jaar H9 tot en met H12. Elk blok omvat zeven effectieve lesweken, een studieweek, een toetsweek en een week voor herkansingen. Deze opbouw zorgt voor duidelijkheid en een studeerbaar programma. Verder wordt de studeerbaarheid gerealiseerd door in één periode niet meer dan vijf disciplines aan te bieden, de studielast zo evenwichtig mogelijk over de periodes te verdelen en de wekelijkse studielast op maximaal 40 uur te plannen. Tevens wordt in het kader van de studeerbaarheid tijdig feedback over de studievoortgang gegeven. In alle blokken (behalve de stage en het afstudeertraject) is het onderwijs geordend rond een bepaald thema, dat de studeerbaarheid bevordert, evenals het thematische projectonderwijs. De opleiding hanteert aan het einde van het eerste jaar een bindend (negatief) studieadvies om de doorstroom en het succesvol afstuderen van studenten te bevorderen. Studenten mogen doorstromen naar het tweede jaar, als zij in hun eerste studiejaar minimaal 45 EC hebben behaald, exclusief vrijstellingen. Studenten die niet aan deze eis voldoen, krijgen een bindend negatief studieadvies en moeten de opleiding verlaten. Studenten hebben het panel verteld dat het bindend studieadvies daadwerkelijk wordt gehanteerd. De opleiding heeft het voornemen om het bindend studieadvies te verhogen naar 52 EC. Het panel heeft waardering voor deze hoge norm, alhoewel zij zich hierbij afvraagt of studenten voldoende kans wordt geboden om in het eerste jaar te acclimatiseren. Studenten beoordelen de studie als tamelijk zwaar. Er zijn echter geen duidelijke struikelvakken. Om aan een stage te mogen beginnen moeten studenten voldoen aan de stagedrempel, Deze staat beschreven in de Stagewijzer en op het intranet. Deze drempel houdt in dat de propedeuse moet zijn afgerond. In periode vier van de blokken H1 tot H3 dienen 2 van de 3 beroepsproducten behaald te zijn en van de overige vakken/disciplines mogen maximaal 2 onvoldoende zijn. Een alternatief is dat alle drie de beroepsproducten gerealiseerd zijn en van de overige disciplines mogen er maximaal vier onvoldoende zijn. Ook hanteert de opleiding een afstudeerdrempel. Deze staat beschreven in de Afstudeerwijzer en op het intranet. Deze drempel houdt in dat H1 tot en met H4, de stage en de minor volledig afgerond zijn en de beroepsproducten van de blokken H7 22/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

en H8 moeten ook afgerond zijn. Voor deeltijdstudenten gelden andere normen. Dat wil zeggen dat de blokken H5 tot en met H8, de stage en de minor volledig moeten zijn afgerond, evenals de beroepsproducten van blok H10. Studenten hebben het panel verteld dat zij de studie goed vinden qua zwaarte. Uit evaluatieresultaten blijkt dat studenten de zwaarte van de studie beoordelen met de score 3.4 op een vijfpuntsschaal, de spreiding van de studielast met score 3.3, de tijdige beschikbaarheid van dictaten en blokboeken met de score 3.2 en de overzichten van de studieresultaten met de score 3.6. Het zijn voor het panel aanvaardbare scores om het programma als studeerbaar te beoordelen. Facet 2.5 Instroom Voldoende Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Doelgroepen van de opleiding zijn studenten met een VWO, HAVO of MBO-diploma (niveau 4). Studenten met de volgende vooropleidingen (en profielen) worden toegelaten tot de opleiding: een HAVO-diploma met het profiel Economie en maatschappij, Cultuur en maatschappij, Natuur en gezondheid of Natuur en techniek. Indien sprake is van een HAVO-diploma zonder economie wordt een intakegesprek gehouden. Een VWO-diploma geeft altijd toegang. Ook bieden toegang: het diploma politie-b (BSK+IV) en een LLO-diploma (IV) samen met eerder verworven competenties. Voor het vrijstellingenbeleid maakt de opleiding gebruik van het document Toelatingseisen en vrijstellingenbeleid Deeltijd AMB (februari 2007). Om de aansluiting op de vooropleiding zo goed mogelijk te laten verlopen, organiseert de opleiding in samenwerking met een school voor voortgezet onderwijs een schakelmodule voor potentiële studenten IV uit HAVO-4 en VWO-5. In 2005-2006 hebben twintig scholieren hier aan deelgenomen. Met sommige MBO-diploma s kan een verkort traject (van drie jaar) worden doorlopen. Dit betreft de MBO-opleidingen: Administratief Juridisch Medewerker Openbaar Bestuur, Commercieel Medewerker Marketing en Communicatie, Commercieel Medewerker Bank- en Verzekeringswezen en Sociaal Juridisch Medewerker. Deze studenten dienen tevens de doorstoommodule HBO Economie en Maatschappij te hebben doorlopen. Deze start in februari 2008. Voor VWO ers is er vanaf september 2007 eveneens een verkort traject van drie jaar. De opleiding heeft op dit moment geen buitenlandse studenten. Indien zich een buitenlandse student aanmeldt, wordt het NUFFIC geraadpleegd en om advies gevraagd. Zij heeft de Code of Conduct ondertekend. Indien een student niet over de vereiste vooropleiding beschikt, maar wel over een aantal EVC s kan hij een instroomprocedure volgen, die met een positief resultaat dient te worden afgerond. De procedure behelst een interview, waarin wordt NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 23/58

ingeschat welke kennis iemand mist. Indien iemand bepaalde kennis mist, kan er een extra toets worden afgenomen. Indien sprake is van voldoende werkervaring, maar onvoldoende kennis, kan de student een toelatingsexamen afleggen (Moduulboek schakelmodule 2006). De instroomprocedure voor deeltijdstudenten staat beschreven in de nota Instroomprocedure voor het managementprogramma van deeltijd AMB (januari 2006). Indien een student is toegelaten speelt de coach ofwel klassendocent een belangrijke rol bij de overgang naar de nieuwe opleiding. Hij dient de vinger aan de pols te houden wat betreft de studievoortgang en eventuele belemmeringen te signaleren. Indien nodig wordt individuele ondersteuning geboden. Indien sprake is van studenten met zeer specifieke kenmerken (bijvoorbeeld topsporters) of gehandicapten worden individuele maatregelen getroffen. Bij de toelating van de deeltijdstudenten wordt rekening gehouden met de praktijksituatie waarin de student zich bevindt. De student kan studiepunten verdienen op basis van een aantal criteria die van toepassing zijn in zijn werksituatie, zoals het niveau, de aard en de omvang van de werkzaamheden, de aanwezigheid van de bedrijfsbegeleider die aan bepaalde criteria voldoet en de mogelijkheid om hun POP te realiseren. Studenten in een werksituatie die niet aan de criteria voldoen, dienen per jaar een half jaar stage te lopen. Uit het STO 2006 blijkt dat de studenten matig tevreden zijn de voorlichting, die zij voorafgaand aan de studie kregen (score 2.7). De Open dag en de Voorlichtingsavond worden met de score 3.1 beoordeeld. De aansluiting op de vooropleiding geeft de score 3.0. De studenten, met wie het panel heeft gesproken gaven te kennen dat hun verwachtingen over de studie grotendeels zijn gerealiseerd, zowel wat betreft de inhoud als wat betreft het niveau. Facet 2.6 Duur Voldaan Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De omvang van de opleiding bedraagt 240 EC (60 EC per jaar) en de studiebelasting is 1680 uur. Deze is verdeeld over vier jaar met voor elk jaar 42 studieweken van 40 studiebelastingsuren. Elk studiejaar is opgebouwd uit vier periodes. De opbouw van het onderwijsprogramma en de omvang van de afzonderlijke onderdelen staan beschreven in de Studiegids en in het Opleidingskader. De opleiding heeft een major-minor structuur. De major bestaat uit 210 EC en is direct gekoppeld aan de beroepscompetenties. De minor bestaat uit 30 EC en is verbredend of verdiepend. 24/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijs van de opleiding is vormgegeven langs vier leerlijnen: de integrale leerlijn, de kennisleerlijn, de vaardighedenleerlijn en de individuele leerlijn. Binnen de blokken zijn de leerlijnen nauw op elkaar afgestemd. In de integrale leerlijn zijn de aspecten tijd, ruimte en netwerken gekoppeld aan de beroepsproducten. De complexiteit neemt toe naarmate de studie vordert. De beroepsproducten zijn gekoppeld aan de blokken en afgeleid van de competenties uit het landelijke beroepsprofiel. In de kennisleerlijn leert de studenten de body of knowledge van de IV er. Hij leert redeneren als professional. Ook verwerft de student binnen deze leerlijn systematische werkmodellen, die hij kan verantwoorden met behulp van theorieën. In de vaardighedenlijn leert de student sociaal-, advies- en managementvaardig te opereren. Zowel schriftelijke als mondelinge vaardigheden worden getraind, zoals rapporteren, presenteren, samenwerken, adviseren, netwerken en relaties opbouwen. Ook wordt gewerkt aan het verwerven van de juiste werkhouding. De deeltijdstudenten worden ook getraind in vaardigheden en trainingen. Sociale competenties verwerven zij voornamelijk in de praktijk waarin zij werkzaam zijn. Deze competenties versterken zij met behulp van hun POP. Tot slot is er de individuele leerlijn. Hierin leert de student om te reflecteren op leeren werkervaringen. Hij leert zijn eigen (studie)loopbaan te sturen en zelfverantwoordelijk te zijn. Dit leerproces verloopt volgens drie fasen: zelfstandig samenwerken, zelfstandig leren en zelfverantwoordelijk leren. Hierbij verschuift de taakverdeling van de docent naar de student. De deeltijdstudent is in de meeste gevallen al in staat om zelfstandig te leren. Indien dit (nog) niet in voldoende mate is gerealiseerd, neemt hij dit als leerdoel op in zijn POP. Naast de hierboven beschreven leerlijnen hanteert de opleiding de principes van het concentrisch leren en hanteert zij zelfontdekkende leervormen, waarbij de studenten hun kennis, vaardigheden en houdingen toepassen en integreren met hun voorkennis. De opleiding kiest er voor om de studieactiviteiten te richten op het verwerven, verwerken en toepassen van leerstof en de reflectie hierop. De werkvormen zijn hierop afgestemd. Een blok begint met een hoorcollege/inleiding, waarin de blokcoördinator het thema introduceert en de relaties weergeeft met de beroepscompetenties en met andere blokken en de verschillende onderdelen binnen het blok. De student verwerft tevens kennis door middel van zelfstudie, die hij pleegt als voorbereiding op de hoor- of werkcolleges of door samen te werken met zijn NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 25/58

medestudenten. In de colleges wordt nieuwe kennis verwerkt door middel van structureren, relateren, concretiseren en kritisch beschouwen van de leerstof onder andere door individuele studieopdrachten uit te voeren. In de werkcolleges en de tutorbijeenkomsten wordt gediscussieerd en wordt samengewerkt aan een beroepsproduct. De opleiding vindt reflectie een belangrijk onderdeel van het leerproces. Reflecteren gebeurt onder andere in de tutorbijeenkomsten in de propedeuse. Ook maakt de student tijdens de stage een reflectieverslag. In het deeltijdonderwijs is de relatie tussen de opleiding en de praktijk nog sterker aanwezig dan in het voltijdonderwijs. Het POP vervult voor de deeltijdstudenten een belangrijke functie. De deeltijdstudenten ontwikkelen competenties in de praktijk. Zij worden bij het verwerven ervan ondersteund door de opleiding en door de organisatie, waarin zij werkzaam zijn. Ook brengen de deeltijdstudenten praktijksituaties uit hun werksituatie in tijdens de bijeenkomsten. In de vernieuwde deeltijdopleidingen wordt gewerkt met integrale opdrachten, die analoog zijn aan de beroepsproducten in de voltijdopleiding. Binnen de deeltijdopleiding zijn minder studieactiviteiten, die specifiek gericht zijn op het leren samenwerken, aangezien de deeltijdstudenten in hun organisatie reeds met anderen samenwerken. Studenten vinden de werkvormen blijkens de resultaten van het STO 2006 voldoende afwisselend en aantrekkelijk (score 3.2) en zijn van oordeel dat de opleiding voldoende tijd besteedt aan praktische vaardigheden (score 3.0). De mate waarin de werkvormen hen stimuleren tot zelfstandig en actief studeren, beoordelen zij met de score 2.9 en de tijd die wordt besteed aan theoretische aspecten met score 3.6. De studenten met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over de werkvormen. Het panel is van oordeel dat de werkvormen goed aansluiten bij de onderwijsvisie en de doelstellingen van de opleiding met als centrale thema s samen werken, samen studeren. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het toetsbeleid van de opleiding is gebaseerd op dat van de Academie. (Toetsbeleid, april 2003, Toetsvisie AMB, juli 2005). Het toets/examensysteem voorziet studenten periodiek van gegevens over hun voortgang en van zowel summatieve als formatieve feedback over hun sterke en zwakke punten. Verder dienen toetsen te voldoen aan eisen van betrouwbaarheid. De procedures betreffende het toetsen staan beschreven in het OER. De examencommissie is verantwoordelijk voor de organisatie van examinering, afhandeling van beroeps- en bezwaarschriften en houdt toezicht op de kwaliteit van 26/58 NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt)

de examens. De onderwijscommissie is verantwoordelijk voor het opstellen, evalueren en verbeteren van het toetsbeleid en adviseert de directie hierover. In de themaboeken staan de toetsing en de beoordelingscriteria voor zowel de groepsbeoordelingen als de individuele beoordelingen beschreven. Binnen de integrale leerlijn vindt per blok de toetsing plaats aan de hand van het te leveren beroepsproduct. Elk blok wordt afgerond met de presentatie of verdediging van het beroepsproduct. Het beroepsproduct, de presentatie en/of verdediging en het functioneren in de groep worden door de tutor beoordeeld, waarbij hij het oordeel van de vakdocenten over de inhoud van het beroepsproduct als basis hanteert. Binnen de kennisleerlijn wordt de body of knowledge van de verschillende disciplines getoetst. Deze toetsen worden afgenomen in week 9 van elk blok. In de vaardighedenleerlijn wordt getoetst door middel van reflectieverslagen, die worden becommentarieerd door de trainer. De stage wordt getoetst aan de hand van het eindverslag, dat beoordeeld wordt door de begeleider. Hij weegt het advies van de praktijkbegeleider mee. De criteria waar de stage en het eindverslag aan moeten voldoen staan beschreven in het Blokboek H5/H6, Stagewijzer HBO opleiding Integrale Veiligheid. Het eindverslag dient te worden verdedigd tegenover een eerste en tweede examinator, de bedrijfsbegeleider en een externe deskundige, die niet betrokken is geweest bij de opdracht. Voor het vaststellen van het eindcijfer wordt een vaste procedure gevolgd. In de meesterproef/de afstudeeropdracht dient de student aan te tonen dat hij over die competenties beschikt, die hem in staat stellen om als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren. De criteria waaraan de meesterproef moet voldoen staan beschreven in het Blokboek H11/H12, IV, voltijd en deeltijd afstudeerwijzer. De interne begeleiders van de afstudeerders en de onafhankelijke externe deskundigen kunnen op een evaluatieformulier aangeven in welke mate de HBO-kwalificaties zijn gerealiseerd. Tentamens en beroepsproducten, die onvoldoende zijn, kunnen eenmaal per jaar worden herkanst in week 10 van het daarop volgende blok. Dit geldt eveneens voor de stages en afstudeeropdrachten. De vorm waarin dit gebeurt dient dezelfde te zijn als de eerste keer. Is een tentamen of beroepsproduct na de herkansing nog steeds onvoldoende, dan kan de student het betreffende onderdeel in het daarop volgende collegejaar herkansen. Uit het STO 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de tentamenmogelijkheden, de aantallen en de spreiding over het jaar (score 3.7). Zij vinden de criteria waarop getoetst wordt helder (score 3.6). Ook tevreden zijn zij over de aansluiting van de toetsen op de leerstof (score 3.7), de aansluiting van de toetsen op de leerstof, zowel wat betreft de vorm (score 3.6), als de inzage- en bespreekmomenten (score 3.0). In het Startdossier beschrijft de opleiding het verbeterbeleid met betrekking tot de afstudeeropdracht. Het betreft vier punten: een betere communicatie over de verwachtingen van de opdrachtgever ten aanzien van de uitvoering van de opdracht, het meer prominent zichtbaar zijn van de begeleider binnen de organisatie, meer samenwerking bij de start van het project tussen de opdrachtgever en de afstudeerbegeleider en een versterking van het proces van follow-up op de formulieren van de opdrachtgever. NQA - Avans Hogeschool; hbo-bacheloropleiding Integrale Veiligheid (vt/dt) 27/58