AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

AVANS Hogeschool, Breda

AVANS Hogeschool, locatie Breda

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Basso r M.17 1 d1 519

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

AVANS Hogeschool, Academie voor Marketing, s-hertogenbosch

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

AVANS Hogeschool, Tilburg

AVANS Hogeschool, Breda

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Management & Organisatie

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

AVANS Hogeschool, Breda

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Christelijke Hogeschool Windesheim

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

Hanzehogeschool Groningen

Avans Hogeschool, Breda

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

Avans Hogeschool, Breda

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Hanzehogeschool Groningen

Avans Hogeschool, Breda

Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management

Management & Organisatie

Hanzehogeschool Groningen, Leeuwarden

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Hogeschool INHOLLAND, Delft

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

: 120 : niet van toepassing : 13 oktober : 5 februari 2016 : 30 maart 2016

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

De onderwijs- en examenregeling

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Formulier Erkenningsaanvraag

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Transcriptie:

AVANS Hogeschool Opleiding: Locaties: Variant: Commerciële Economie, hbo bachelor Breda en Den Bosch Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

2/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per onderwerp 11 1.6 Schematisch overzicht oordelen 12 1.7 Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 17 Onderwerp 3 Inzet van personeel 28 Onderwerp 4 Voorzieningen 30 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 32 Onderwerp 6 Resultaten 34 Deel C: Bijlagen 37 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 38 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 45 Bijlage 3: Bezoekprogramma 49 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 3/51

4/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 5/51

6/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Commerciële Economie van de Hogeschool Avans heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA werd aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 22 mei 2007. Het panel bestond uit: De heer J.P.D. Riegen (voorzitter en domeinpanellid); De heer ing. J.C. de Jong (domeinpanellid); De heer R.H. Koelewijn (studentpanellid); Mevrouw drs. R van Empel (NQA-auditor) Mevrouw I van der Vos (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding Avans Hogeschool verder in dit rapport aangeduid als de hogeschool- heeft locaties in Breda, Den Bosch en Tilburg. De hogeschool heeft negentien domeingerichte academies, die vrijwel steeds locatiegebonden zijn. In het studiejaar 2006-2007 studeerden er bij de diverse academies ruim 18.000 studenten; het onderwijs wordt verzorgd door ruim 1.600 medewerkers. NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 7/51

De deeltijdopleiding Commerciële Economie (CE) vormt samen met de opleidingen Accountancy, Bedrijfseconomie, Small Business & Retail Management, Management, Economie en Recht, Personeelsmanagement en Communicatie de Academie voor Deeltijd (ADT) in Breda, één van de academies van Avans Hogeschool. De opleiding CE van de ADT dateert van 1976. Het is intussen één van de 22 CEopleidingen in Nederland. Binnen de hogeschool zijn er drie CE opleidingen, onderscheidend gepositioneerd in onderwijsvariant en in inhoudelijke keuzes; ze zijn ondergebracht bij verschillende Academies van Avans. De Bredase dt-opleiding CE is ontwikkeld vanuit de behoefte in de regio, na communicatie over en weer met het beroepenveld. Tot en met het instroomcohor in het collegejaar 2006-2007 hanteert de opleiding het idee van specialisaties bij het opleidingsprogramma, waarbij de studenten een vast programma volgen binnen een specialisatie. Die specialisaties zijn: commerciële communicatie, international marketing management en sales- en accountmanagement. Met ingang van het collegejaar 2006-2007 wordt voor de instromende eerstejaars het systeem van minor-major gehanteerd. De opleidingen CE en Small Business&Retail Management van de Academie voor Deeltijd hebben voor een deel hetzelfde programma. Dit betreft onderdelen van de major of marketing. Het verschil tussen de opleidingen is gelegen in de competentieniveaus in de minoren. Het programma van CE is geënt op de vernieuwde landelijke HEO-domeincompetenties, te weten van de Bachelor of Marketing. De opleiding positioneert zich binnen het brede veld van CE met de specialisaties (minoren) Commerciële Communicatie en Internationaal Marketingmanagement. Bij de uitvoering van het onderwijs gaat de opleiding uit van sociaal constructivisme binnen het competentiegericht leren en opleiden. Met een thematische opbouw van het programma beoogt de opleiding een steeds complexer wordende context. Die context is mede de praktijkomgeving van de student. De docenten binnen de ADT hebben relatief kleine aanstellingen en hebben veelal elders een hoofdwerkgever of zijn zelfstandig ondernemer. De opleiding richt zich op een instroom van jonge volwassenen die, al dan niet bij hun instroom, tijdens de opleiding werkzaam zijn in het economische beroepenveld. De opleiding heeft te maken met studenten die een achtergrond hebben in het mbo of het hbo (al dan niet afgerond), die veelal enkele jaren werkervaring hebben en die opnieuw kiezen voor onderwijs. De opleiding wil deze volwassenen die werkzaam zijn in de handel een impuls bieden voor verdere doorgroei in hun beroep. 8/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Enkele gegevens over de opleiding, studiejaar 2006-2007: Aantal studenten Aantal docenten LOKATIE BREDA Docentstudent ratio Aantal instromers Aantal docenten LOKATIE DEN BOSCH Aantal afstuderenden Docentstudent ratio Aantal instromers Aantal afstuderenden ADT 1066 87 1:60 309 210 15 1:55 28 CE 228 34 1:55 50 28 15 1:55 28 SBRM 99 21 1:25 46 46 X X X X 1.3 Werkwijze In maart 2007 hebben de directeur van NQA en een NQA-auditor een zogeheten instellingsaudit uitgevoerd bij Avans. De audit betrof specifiek de facetten 4.1, Materiële voorzieningen, en 5.1, Evaluatie resultaten. Het panel voor CE heeft de uitkomsten van haar bevinden getoetst aan de uitkomsten van deze instellingsaudit. De beoordeling van de opleiding door het panel verliep voor volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. De panelleden hebben zich in mei 2007 inhoudelijk voorbereid op het bezoek van 22 mei 2007. De panellen hebben daartoe het zelfevaluatierapport (en bijlagen) bestudeerd en hebben hun vragen daarover geformuleerd. De panelleden hebben hun bevindingen doorgegeven aan de NQAauditoren, die de kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken hebben geïnventariseerd. Tijdens een voorbereidende vergadering enkele dagen te voren is het bezoek door het panel verder voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader en het opleidingsprogramma is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel. Dit programma is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 9/51

Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel gelegenheid genomen voor onderling overleg om de bevindingen uit te wisselen en om te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder daarbij expliciet oordelen uit te spreken. De voorzieningen op de locatie te Den Bosch zijn beoordeeld door het panel dat in het voorjaar van 2006 in Den Bosch de opleiding SBRM heeft gevisiteerd; daarin hadden twee leden van het panel CE dt Breda eveneens zitting. De ervaringen van deze beide panelleden zijn bevestigd bij de visitatie van de Bossche opleiding MWD, in maart 2007, waarbij een van beide NQA-auditoren van het CE dt Breda was betrokken. Daarbij is, met het oog op deze visitatie CE dt met name ook gevraagd naar de beschikbaarheid van parkeergelegenheid. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juli 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) ontvangen voor een controle op feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Ook dit rapport is aan de opleiding voorgelegd voor controle op feitelijke onjuistheden. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in september 2007. Het visitatierapport is in september 2007 ter beschikking gesteld van de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging hebben de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een centrale rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De argumentatie is vastgelegd in het facetrapport. 10/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

1.5 Oordelen per facet en onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Alle drie facetten van dit onderwerp zijn minimaal met voldoende beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.2 Programma Alle acht facetten van dit onderwerp zijn minimaal met voldoende beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.3 Inzet van personeel Alle drie facetten van dit onderwerp zijn minimaal met voldoende beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.4 Voorzieningen Beide facetten van dit onderwerp zijn minimaal met voldoende beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Alle drie facetten van dit onderwerp zijn minimaal met voldoende beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.6 Resultaten Beide facetten van dit onderwerp zijn minimaal met voldoende beoordeeld door het panel. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 11/51

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Commerciële Economie Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed 2.4 Studielast Goed 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Voldoende(Breda) en Goed (Den Bosch) 4.2 Studiebegeleiding Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Goed 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Het panel heeft over de zes de onderwerpen positief geoordeeld, zoals is weergegeven in paragraaf 1.5 en in de argumentatie daarvoor in Deel B van dit rapport. De conclusie is daarom dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. 12/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 13/51

14/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel stelt vast dat de opleiding de domeincompetenties van de Bachelor of Marketing hanteert, met daarbij de onderliggende niveaudefinities (HEO Domeinen en Domeincompetenties 2005, HBO-raad, Den Haag, December 2005). Deze domeincompetenties zijn gebaseerd op (inter-)nationale ontwikkelingen binnen het domein; ze zijn besproken met vertegenwoordigers uit het werkveld en in het landelijk opleidingsoverleg. De opleiding heeft ook een Opleiding Advies Raad (OAR) die de opleiding adviseert. De basis voor het opleidingsprofiel wordt gevormd door de domeincompetenties waaraan de opleiding de eindkwalificaties ontleent. Dit is vastgelegd in het Opleidingskader 2005 CE en OER 2005-2006, Academie voor Deeltijdopleidingen van Avans). De eindkwalificaties die in het Opleidingskader en in de OER zijn weergegeven, zijn een uitwerking van het landelijk opgestelde beroeps/onderwijsprofiel en de landelijke domeincompetenties. Er zijn tien onderscheiden opleidingscompetenties. De opleiding laat in een competentiematrix zien waar de domeincompetenties met de beoogde niveaus in het curriculum terugkomen. In het Onderwijskader Commerciële Economie van maart 2007 zijn de specifieke beschrijvingen opgenomen van het beroeps- en opleidingsprofiel van CE. De domeincompetenties Commerce zijn gebaseerd op ontwikkelingen binnen het domein. Ze zijn ontwikkeld in overleg met de andere hbo-opleidingen in dit domein en besproken in het Landelijk Domeinoverleg Commerce (Domeincompetenties Commerce 2005). Dit Landelijk Domeinoverleg is een nieuw ingesteld overlegorgaan (najaar 2004) voor alle hbo-opleidingen in deze sector. Het vervangt de oorspronkelijke, separate, overlegorganen voor de oorspronkelijke, separate, bacheloropleidingen. Operationalisering van de landelijke domeincompetenties voor de opleiding CE betreft een omschrijving van het beheersingsniveau per domeincompetentie. Deze concretisering van de domeincompetenties voor de opleiding CE berust op afspraken die gemaakt zijn in het Landelijk Domeinoverleg Marketing, Business & Commerce. (Notulen Landelijk Domeinoverleg Marketing, Business & Commerce, dd. 11 januari 2006 en 2 november 2006). NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 15/51

De opleiding participeert in het Landelijk Domeinoverleg, de opvolger van het eerdere Landelijk Opleidingsoverleg, dat medeverantwoordelijk is voor de ontwikkeling en uitvoering van de landelijke beroepsprofielen en de domeincompetenties Commerce in Nederland. Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op de domeincompetenties van het domein Commerce. Deze domeincompetenties zijn getoetst aan de Dublin descriptoren. Vanuit de Dublin descriptoren heeft het HEO-domeinoverleg kernkwalificaties vastgesteld voor het gehele HEO. Het panel heeft daarnaast een overzicht gezien waarin eindkwalificaties van de opleiding zijn getoetst aan de tien generieke HBO-Kwalificaties (Den Haag, HBO-raad, 2002), die vergelijkbaar zijn met de Dublin descriptoren. Het beroepsprofiel horend bij CE, opgesteld door het landelijk opleidingsoverleg, beschrijft de vereiste competenties van een commercieel hbo-econoom. Het hbo-karakter van een opleiding refereert hierbij aan de volgende vier karakteristieken: Verantwoording, Complexiteit, Transfer van contextgebonden bekwaamheden en hbo-denkniveau (HEO Domeinen en Domeincompetenties, december 2005). Tijdens het visitatie gaven werkgevers en alumni te kennen dat ze het niveau van de eindkwalificaties als voldoende beoordelen. Dit blijkt ook uit de uitslag van de alumnienquête die de opleiding in (februari 2007) heeft uitgevoerd. Uit het gesprek tijdens de visitatie en ook uit de werkveldevaluatie die de opleiding heeft laten doen, blijkt dat werkgevers tevreden zijn over competenties van studenten. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft overtuigend aangetoond dat het opleidingsprofiel gebaseerd is op de landelijk gevalideerde domeincompetenties Commerce. Deze zijn in het 16/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

opleidingsprogramma verwerkt, met daarbij het niveau waarop de competenties dienen te worden behaald. De eindkwalificaties van de opleiding sluiten eveneens aan bij de eisen die door het regionale beroepenveld worden gesteld aan een opleiding CE in het bredere domein Commerce. Dit bleek het panel uit de documentatie en uit de gesprekken tijdens het bezoek. De afgestudeerden van de opleiding kunnen zich profileren in hun werk op basis van kennis, vaardigheden en beroepshouding als beginnend beroepsbeoefenaar in het beroepsdomein. De opleiding leidt op tot werknemers die breed inzetbaar zijn in het regionale werkveld. Startfuncties die afgestudeerden CE kunnen vervullen zijn onder meer: staffunctie marketing en sales; (junior) marketing manager; assistentproductmanager; assistent-accountmanager; commercieel manager; cliëntteam manager; marktonderzoeker; manager business development; product manager. De doelstellingen van de opleiding sluiten aan bij wat het eigen werkveld vraagt, zoals blijkt uit het eerder vermelde werkveldonderzoek dat de opleiding in het voorjaar van 2007 heeft uitgevoerd. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding is een deeltijdse opleiding, waarbij het onderwijs gericht aansluit aan bij de eigen werkomgeving van de studenten. Om deze aansluiting te versterken, heeft de opleiding het formulier Advies van de werkgever over de kwaliteit van de praktijkopdracht ontwikkeld. De thema s (zie 2.2) behandelen praktijksituaties. Actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden door docenten aangegeven in de docent thema-evaluaties; thema s worden zo nodig, na overleg, inhoudelijk bijgesteld door de kerndocent. De Academie voor Deeltijd (ADT) betrekt de Opleiding Advies Raad (OAR) bij het praktijkgericht houden van haar onderwijsprogramma. NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 17/51

De praktijkopdrachten worden ontwikkeld door de vakdocenten, in samenspraak met de kerndocent. Daarnaast brengen de studenten twee verplichte praktijkelementen in: - Maatschappelijke oriëntatie (MOR). Dit betreft 800 uur praktijkervaring gericht op oriëntatie op het beroep. De MOR is ingebed in de propedeuse. De verantwoording van de MOR gebeurt individueel en wordt gedocumenteerd in het studentdossier. Op grond van bestudering van enkele studentdossiers heeft het panel vastgesteld dat er voor de MOR uiteenlopende werkzaamheden kunnen worden ingezet, op voorwaarde dat er samenwerking plaatsvindt. De studenten kunnen de gehele duur van hun opleiding gebruiken voor het voldoen aan de verplichtingen van de MOR. - Een relevante werkplek: studenten moeten vanaf het tweede studiejaar een functie vervullen in de relevante beroepspraktijk. Hieraan zijn eisen verbonden die zijn vastgelegd in het Opleidingskader 2005 en in de Onderwijs en Examen Regeling (OER): de functie is beroepsspecifiek; omvat een contract van minimaal 20 uur per week; heeft een duur van minimaal 18 maanden, waarvan 6 op hbo-niveau. De verantwoording vindt plaats via werkgeversverklaring, arbeidsovereenkomst en CV van de student en wordt gedocumenteerd in het studentdossier (zie ook bij 2.5). Periodiek worden er gastsprekers uitgenodigd, ter versterking van het theorieonderwijs ondersteund; het verband tussen praktijk en theorie wordt hiermee extra benadrukt in de opleiding. De praktijkopdrachten sluiten aan bij de praktijkfuncties waarin de studenten werkzaam zijn. De verschillen tussen de MOR en de stagevrijstelling zijn vastgelegd in de formulieren waarmee beide praktijkelementen worden verantwoord. Hieruit blijkt dat de relevante werkomgeving ook als inbreng voor de MOR kan worden gebruikt. Andersom is niet mogelijk (zie ook bij 2.4 en bij 2.5). Het panel stelt vast dat de gebruikte literatuur actueel is en van het juiste niveau, na het inzien van de literatuurlijsten van de verplichte en de aanbevolen literatuur. Beroepsvaardigheden van de CE ers betreffen voornamelijk het vakgebeid Marketing. Hierbij gaat het er met name om dat zij de wensen en behoeften van consumenten en ondernemingen kunnen vertalen naar de marketing- en salesactiviteiten. CE ers verkrijgen ervaring in diverse terreinen: - In de meest actuele marketing- en salesmethoden en technieken - Organisatie en bedrijfsvoering - Nieuwe marketing- en salesconcepten. Bij de beroepsvaardigheden leren de studenten om zowel zelfstandig als in samenwerking met anderen problemen op te lossen, een marketing- en businessplan op te stellen en dit op professionele wijze te presenteren. Tot het vaardigheidsonderwijs behoort ook onderwijs in de meest voorkomende methoden van marktonderzoek en kennis en inzicht in ICT. Daarbij leren studenten om deze kennis toe te passen bij activiteiten op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Verder behoort tot de beroepsvaardigheden het vermogen om in minimaal één vreemde taal te communiceren. Daarom is Engels een verplicht vak; het is daarnaast mogelijk dat de studenten commercieel Frans of Duits leren. Het panel stelt vast dat de opleidingsdoelstellingen adequaat tot uiting komen in het onderwijs, te weten in de themabeschrijvingen (Themabeschrijvingen CE en Opleidingskader CE). 18/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Uit een enquête onder alumni van de ADT (Deeltijd alumni onderzoek, februari 2007) blijkt dat alumni van oordeel zijn dat het programma duidelijk aantoonbare verbanden heeft met de actuele beroepspraktijk en dat er in de opleiding voldoende beroepsvaardigheden ontwikkeld worden. Alumni geven in die enquête tevens aan dat de domeinspecifieke eisen waaraan het programma moet voldoen, gehaald worden. Het aantal respondenten CE deeltijd in het studenttevredenheidsonderzoek (STO 2006) is niet groot, 36 studenten van de locatie Breda en 23 van de locatie Den Bosch. De gegevens van het STO sluiten echter aan bij die uit de gesprekken tijdens het bezoek, zodat het panel kan concluderen dat de opleiding haar studenten adequaat kennis laat maken met de beroepspraktijk en met theoretische aspecten. Studenten CE dt oordelen in het STO 2006 positiever dan de gemiddelde deeltijdstudent van Avans (N = 413: CE gem. = 3.8, Avans gem. = 3.4). In de gesprekken tijdens het bezoek werden de conclusies bevestigd van de werkveldevaluatie (ADT, februari 2007): werkgevers zijn tevreden over de competentieontwikkeling van studenten over de mate waarin studenten zelfstandig en ondernemend zijn, de vakinhoudelijke kennis beheersen en goed kunnen samenwerken en communiceren. De opleiding participeert in verschillende netwerken en heeft verschillende contacten met het werkveld zoals: BZW (Brabants Zeeuwse Werkgevers Vereniging), VOC (Werkgevers Organisatie Netwerken) en het NIMA (Nederlands Instituut voor Marketing). Een overzicht hiervan is onder meer opgenomen in het Businessplan 2007-2010 en in het Zelfevaluatierapport. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen CE en SBRM hebben een gemeenschappelijke propedeuse en gemeenschappelijke studie-onderdelen in hun tweede studiejaar. Daarbij is een aanzienlijk deel van de landelijk vastgestelde domeincompetenties Commerce op beheersingsniveau 1 als uitgangspunt genomen; de opleidingen CE en SBRM onderscheiden zich van elkaar doordat de kennisgerichte competenties moeten worden bereikt op een voor die opleiding passend niveau. In de hoofdfase en de eindfase komen de overige domeincompetenties aan bod. NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 19/51

De domeincompetenties worden afgedekt door de opleiding, zoals is af te leiden uit de competentiematrix die de opleiding aan het panel heeft voorgelegd. Deze matrix is opgenomen in de studiegids CE. Hierin is aangegeven op welk niveau de diverse competenties behaald moeten worden. De domeincompetenties zijn in het curriculum geconcretiseerd in zogeheten beroepsthema s, beroepsrollen en beroepsproducten. De verantwoordelijkheid dat alle eindkwalificaties (of competenties) in het onderwijs afdoende aan bod komen ligt bij de coördinator. Hij is verantwoordelijk voor vorm en inhoud van het curriculum. De coördinator wordt daarbij ondersteund door de docenten en door de eerder vermeld OAR. Het panel stelt vast dat het programma een adequate concretisering is van de eindkwalificaties, wat betreft niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het onderwijs is themagericht. Dat wil zeggen: er zijn jaarlijks vier studieperioden van elk 10 weken, met per periode een specifiek thema. Voor alle onderdelen van het programma zijn leerdoelen geformuleerd. Daarbij zijn de opleidingscompetenties toegedeeld aan de thema s. Het panel heeft een overzicht gezien met de domeincompetenties Commerce en die van de Bachelor of Marketing en hun behandeling in de onderwijseenheden (Opleidingskader CE). Het betreft de volgende thema s: Professioneel Management ; Professionele Bedrijfskunde; Marketingtrends; Marktonderzoek en Consumentengedrag; Inkoopmanagement; Marketingstrategie; Sales- en Accountmanagement; Commerciële Communicatie; Internationaal Marketingmanagement; Global Marketing; Business Marketing; E-commerce; Strategische Marketing Management. Na de gemeenschappelijk propedeuse jaar met SBRM, onderscheidt de opleiding CE zich, zoals eerder beschreven, van SBRM door specialisaties die specifiek gericht zijn op CE. Dit zijn de specialisaties Commerciële Communicatie, Sales en Accountmanagement en Internationaal Marketingmanagement. Deze specialisaties zijn met ingang van het studiejaar 2006-2007 omgezet in minoren. In jaar 3 komen specialistische vakgebieden aan bod, die betrekking hebben op marketing. Dit gebeurt met name in de thema s Global Marketing, Business Marketing en E-commerce. Dit derde studiejaar CE wordt afgerond met het thema Strategische Marketing Management, waarin alle thema s aan bod komen, aan de hand van praktijkcases. Het onderwijs in studiejaar 4 begint met Consultancy-thema s die in het verlengde liggen van de specialisatiethema s. Studenten komen in de afstudeerfase in aanraking met toegepast onderzoek. Aan de hand van een vraagstelling die binnen het bedrijf waar zij werken actueel is, moeten studenten, beargumenteerd, komen tot conclusies en aanbevelingen. Het panel heeft tijdens het visitatiegesprek vast kunnen stellen dat de studenten tevreden zijn over de theorie in het programma en dat de theorie van toepassing is op de praktijkopdrachten. De mate van tevredenheid van de ADT-studenten over het programma wordt elk kwartaal gemeten door middel van studentenenquêtes. Dit zijn de zogeheten thema-evaluaties. De uitkomst van deze enquêtes wordt geanalyseerd, met het doel het programma te verbeteren (zie ook 5.1). Aan het eind van de afstudeerperiode wordt onder 20/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

afstudeerders een enquête gehouden over hun bevindingen rond de begeleiding, bedrijfspresentaties en eindgesprek (Enquête afstudeertraject). De gegevens uit het STO 2006 laten zien dat studenten tevreden zijn over hun studieprogramma en dat het studieprogramma bijdraagt tot het ontwikkelen van een kritische instelling. Alumni oordelen positief over zowel de inhoud van het programma als de verworven kennis en vaardigheden die ze nodig hebben als beginnend beroepsbeoefenaar. Tijdens het bezoek heeft het panel met alle betrokkenen besproken dat de specifieke CEcompetenties vooral tot uiting komen in het hogere niveau waarin enkele HEOcompetenties en -vaardigheden worden verworven. De specifieke CE-theorie komt in de major aan de orde; in de minoren is er verdieping. Hoewel alle betrokkenen van oordeel zijn dat de CE ers een toereikend programma wordt geboden, en hoewel de conclusie ontegenzeggelijk is dat de opleiding voldoet aan alle competenties, oordeelt het panel dat het programma leidt tot CE ers met een sterke specialisatie op een deelgebied. Het gaat om de thema s Global Marketing (GLM), Business Marketing (BUM) en E-commerce. Op grond hiervan komt het panel tot het oordeel voldoende en niet tot goed. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opbouw van het onderwijsprogramma is vastgelegd in het Opleidingskader CE 2005 en in de studiegids. Ieder studiejaar kent vier perioden van 10 weken, waarvan 8 weken onderwijs, gevolgd door één studieweek, waarna het tentamen wordt afgenomen in week 10. De herkansing is in week 10 van de daaropvolgende periode. Bij het ontwikkelen van het programma wordt er voor gezorgd dat de competenties verdeeld over de thema s aan bod komen (zie 2.2). De competentiematrix die voor het panel beschikbaar was, geeft hiervan een duidelijk overzicht. Ook de inhoudelijke samenhang van het opleidingsprogramma is overzichtelijk beschreven in het Opleidingskader. In de propedeuse wordt horizontale samenhang in het curriculum bereikt door de thematisering van het onderwijs. De werkvormen zijn herkenbaar afgestemd op de te realiseren leerdoelen, weergegeven in de Themabeschrijvingen, die beschikbaar zijn via de studiegids ADT op intranet van Avans. Verticale samenhang in het curriculum wordt bereikt door de keuze van thema s in het curriculum over de leerjaren heen. De propedeuse is beroepsoriënterend, de hoofdfase is beroepsvormend. Voor de inhoud en voor de onderlinge relatie tussen de thema s zijn de kerndocenten verantwoordelijk. Zij zorgen ervoor dat de thema s concreet zijn en bieden deze vervolgens aan de docenten aan voor nadere uitwerking. De docenten geven de thema s inhoudelijk vorm en ontwikkelen de bijbehorende toetsing (zie ook 2.8). Goedkeuring door de kerndocenten van de inhoudelijke invulling van de thema s en de toetsing is NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 21/51

vereist voor uitvoering van het onderwijs. Op deze wijze zijn de opbouw van de inhoud en het niveau gewaarborgd in het programma. Het landelijke programma wordt aangeboden in de major. Daarnaast hebben de studenten in de vrije ruimte de keuze uit een aantal minoren die binnen de ADT worden aangeboden. Dit betekent dat studenten ook minoren kunnen kiezen uit andere studierichtingen. Daarvoor is overleg en instemming nodig van de opleidingscoördinator. Uit de eerder vermelde Alumni-enquête en uit de gesprekken tijdens het bezoek blijkt dat alumni het programma een goede mix vinden van management en marketing. Uit de cijfers van het STO 2006 komt het beeld naar voren dat studenten CE dt hun studieprogramma samenhangend vinden en dat zij vinden dat het programma een goed beeld geeft van hun opleiding. Dit beeld werd bevestigd in de gesprekken tijdens de visitatie. Het oordeel van de deeltijdstudenten CE is in dit opzicht met een score van 3.2 positiever dan dat van overige deeltijdstudenten binnen Avans. (STO 2006, N =413, score: 2.7). Facet 2.4 Studielast Goed Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De nominale omvang van de opleiding CE is vier jaar. Dit is aangegeven in de informatiebrochure (Brochure Economie Deeltijd 2006-2007). Studenten krijgen de leerstof in overzichtelijke thema s aangeboden. Ieder studiejaar is opgebouwd uit vier thema s met een duur van tien weken. In het opleidingskader is de studieduur inhoudelijk verantwoord (zie ook 2.6). Communicatie over onderwijsmateriaal en informatie over onderwijs, onderwijsorganisatie en tentamenmogelijkheden gebeurt via de elektronische leeromgeving Blackboard. Het panel heeft vast kunnen stellen dat veel van de communicatie plaatsvindt door intensief gebruik van Blackboard. Informatie over de opzet van de opleiding is beschikbaar via de studiegids (op het intranet beschikbaar) en het OER van de Academie. Tijdens de visitatie is vastgesteld dat in de studiegids alle relevante informatie beschikbaar is. Studenten worden geïnformeerd via de themahandleidingen over de inhoud van het onderwijs van het desbetreffende thema. De themahandleidingen informeren studenten ook over de leerdoelen, werkvormen, opdrachten en toetscriteria. Toetsresultaten moeten binnen 15 werkdagen bekend zijn. Uit gesprekken met studenten blijkt dat de opleiding dit kan realiseren. De uitslagen zijn inzichtelijk via het Intranet van Avans. Er is mogelijkheid tot inzage en feedback van docenten over de toetsen. Inzage en feedback wordt op een moment dat buiten de roosteractiviteiten valt geplant, zodat de studenten geen lesuren behoeven te missen. 22/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

De gemiddelde studielast per week is begroot op 18 uur. Dat betreft twee dagdelen met in totaal 12 contacturen en verder zelfstudie. Op grond van het gesprek met de studenten stelt het panel vast dat de tijd die studenten aan zelfstudie moeten besteden, sterk uiteenloopt. Het panel hoorde zowel over benodigde tijd van vier uur als van meer dan 15 uur aan zelfstudie, naast de zes contacturen. Studenten ervaren de studielast als werkbaar; naast de gemiddelde studielast van 18 uur werken de meeste studenten fulltime in de beroepspraktijk. Bij de inrichting van het onderwijs is studentengerichtheid een uitgangspunt. Dit komt tot uiting in een geleidelijke overgang van begin- naar eindsituatie, een toename in complexiteit naarmate de opleiding vordert en begeleiding op het gebied van keuzen tijdens de studieloopbaan. Voor (individuele) problemen betreffende de studiebelasting kunnen studenten terecht bij de docenten, de kerndocenten, de studiecoördinator en de decaan van Avans. Studieresultaten worden geregistreerd in Volgplus. In het jaaroverzicht zijn data opgenomen wanneer de cijfers van tentamens op intranet gepubliceerd worden. Studenten kunnen vervolgens hun cijfers opvragen via intranet. Jaarlijks worden per thema minimaal twee tentamenmogelijkheden aangeboden. De regels voor tentamens en hertentamens zijn beschreven in de OER en in de studiegids. In het STO 2006 geven studenten aan dat het programma van de opleiding studeerbaar is. Studenten oordelen positief over de organisatie van het onderwijs en over de spreiding van de studielast. Ook betonen de studenten zich ze tevreden over de lesroosters, tentamenroosters en tentamenmogelijkheden: STO 2006 gemiddelde score 3.60. Dit beeld werd bevestigd tijdens de visitatie. Tijdens de visitatie merkte het panel op dat de uren die studenten aan hun studie besteden, variëren van vijf uur tot vijftien uur, naast de zes wekelijkse contacturen op de opleiding. Facet 2.5 Instroom Voldoende Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Eisen die aan de vooropleiding gesteld worden om toegelaten te worden tot de opleiding, zijn beschreven in het Opleidingskader en in de OER. Hierin is beschreven dat instromende studenten minimaal een jaar werkervaring moeten hebben, maar dat een werkplek bij instroom niet verplicht is. Daarnaast moeten studenten voldoende beheersing hebben van de Nederlandse taal. De ADT hanteert de wettelijke toelatingseisen, hetgeen onder meer inhoudt dat studenten vanaf 21 jaar zonder specifieke vooropleiding worden toegelaten, na het intake-gesprek (zie ook volgend argument). De opleiding richt zich bewust op mensen uit het werkveld die na het NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 23/51

middelbare onderwijs zijn gaan werken of eerder mbo of hbo- ervaring hebben opgedaan. Voor aanvang van de studie vindt een intakegesprek plaats met iedere aankomende student. In dit intakegesprek worden studenten uitdrukkelijk gewezen op de mogelijke consequenties van het aanvaarden van een hbo deeltijdstudie. Het panel heeft een format gezien voor het intakegesprek (Formulier Gespreksverslag Intake). Het intakegesprek wordt niet gehanteerd als selectie door de ADT, maar als informatie aan de instromende studenten over de zwaarte van een deeltijdse opleiding met een verplichting tot werken. Het panel heeft uitgewerkte plannen gezien voor een deficiëntieprogramma op het gebied van rekenen Het deficiëntieprogramma zal vanaf september 2007 aan toekomstige studenten worden aangeboden. Het is ontwikkeld omdat gebleken is dat een deel van de instromende studenten op dit gebied tekort schiet in hun eerste studiejaar. Instromende studenten kunnen vrijstellingen aanvragen op grond van reeds verworven competenties (EVC s) of op grond van eerder behaalde diploma s of onderdelen hiervan. De voorwaarden voor het verkrijgen van vrijstellingen zijn vastgelegd in het OER en in de Nota Vrijstellingsbeleid ADT. Bij de voorlichting voor aankomende studenten en toeleverende scholen wordt de opleiding ondersteund door de Dienst Marketing Communicatie en Studentenzaken van Avans (DMCS). Avans neemt deel aan de jaarlijkse Landelijke Studiebeurs in Utrecht en aan de jaarlijkse Zuid-Nederlandse beurs in Eindhoven, om een bijdrage te leveren aan de oriëntatie van aankomende studenten. Voorlichting over de deeltijdopleidingen is voor aspirant-studenten beschikbaar via het secretariaat en ook op open avonden. Ook verspreidt de ADT een brochure over haar opleidingen. In het STO 2006 oordelen studenten CE dt positief over de aansluiting op hun vooropleiding (N = 23, score: 3.9). Ze betonen zich tevreden over de informatie die vooraf is verstrekt over inhoud en zwaarte van de opleiding. (N = 22, score: 3.6). Ook betonen ze zich tevreden over de informatie op open dagen en voorlichtingsavonden. Dit beeld werd bevestigd tijdens de visitatie, met de kanttekening, van de zijde van de opleiding, over het dalende niveau van rekenvaardigheden, waaraan steeds opnieuw aanpassing nodig blijkt. Het panel vindt, concluderend, enerzijds dat de instroom goed geregeld is. Anderzijds heeft het panel vastgesteld dat er met name rond de verplichting voor een relevante werkkring vanaf jaar twee, weinig formele regels vast liggen. Het panel hoorde een aantal voorbeelden van vrijstelling van relevante werkkring vanaf jaar twee in verband met relevante werkervaring voor instroom in de opleiding. Voor dergelijke vrijstelling heeft het panel in de OER geen richtlijnen kunnen vinden. Vanwege deze onduidelijkheid in het vrijstellingsbeleid komt het panel tot een voldoende en niet tot goed. 24/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

Facet 2.6 Duur Voldaan Criteria De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een studieduur van 240 EC. De studiepunten zijn verspreid over vier studiejaren, 60 EC per studiejaar. De Onderwijs- en Examenregeling beschrijft de studieduur van de opleiding en de onderwijseenheden. Het panel stelt vast dat de 240 EC goed zijn verantwoord in de studiehandleidingen en in het curriculumoverzicht. (OER pag. 12 en 13). Er zijn individuele vrijstellingen mogelijk, op basis van criteria die zijn vastgelegd in de OER en in de EVC-handleiding ADT (zie ook het laatste argument bij 2.5). Bij de verantwoording van de praktijktijd plaatst het panel een kanttekening. De verschillende uitgangspunten van de MOR en van de praktijktijd zijn wel is waar herkenbaar, onder meer uit opleidingsdocumenten zoals de studiegids en uit de formulieren waarmee de resultaten van deze studie onderdelen worden vastgelegd in de individuele studentdossiers, maar de praktijk is dat studenten bijna allen bij hun instroom werkzaam zijn in een relevante werkomgeving en dat zij vier jaar kunnen doen over het invullen van hun MOR. Hierdoor is het mogelijk dat dezelfde uren voor de praktijktijd (hoofdfase) als voor de MOR (propedeuse) gelden. Op dit punt vindt het panel dat de opleiding de MOR scherper kan verantwoorden, mede in het licht van de omvang van de MOR (zie 2.3). Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijsconcept en de werkvormen zijn gebaseerd op de onderwijsvisie van de opleiding. Deze beschreven in de eerder vermelde notities Opleidingskader en Kansrijk in deeltijd. Uitgangspunten zijn: studentgericht, praktijkgericht, themagericht, met toenemende zelfstandigheid in het verloop van de studie, tot uiting komend in afnemende begeleiding bij het sturen van het onderwijs. Het onderwijs wordt themagericht aangeboden met werkwijzen als hoorcolleges, zelfstudie, praktijkopdrachten (individueel en in groepsverband) en projectwerk. Het onderwijs is ingericht in drie fasen: de propedeuse, de hoofdfase en de eindfase. Elke fase heeft eigen competentieniveaus. De onderwijsvormen en de beroepsproducten die studenten maken, variëren per opleidingsfase. NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 25/51

Praktijkopdrachten zijn centraal in de ontwikkeling van beroepsvaardigheden van studenten. De eigen beroepssituaties zijn basis voor de invulling van het onderwijs, ook bij de afstudeeropdracht. Blackboard wordt tijdens de gehele studie ingezet. Studenten en docenten hebben gemakkelijk toegang tot leermiddelen via deze elektronische leeromgeving. Het is voor studenten mogelijk om per projectgroep documenten op te slaan in Blackboard. Vanaf 2006 houden studenten een portfolio bij over de ontwikkeling van hun beroepsvaardigheden. Het portfolio geeft een indruk van de competenties die studenten behaald hebben, zo kon het panel vaststellen tijdens het bezoek, door inzage van enkele portfolio s. Uit het STO 2006 (N = 23) blijkt dat studenten het programma voldoende afwisselend vinden en dat lessen hen voldoende stimuleren en aanzetten tot zelfstandig en actief studeren (N = 23, scores: 3.0-3.7). Dit beeld werd bevestigd tijdens de visitatie. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De uitgangspunten voor toetsing en een overzicht van toetsvormen zijn geformuleerd in het Opleidingskader. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding een scala aan toetsvormen hanteert en dat de toetsvormen zijn afgestemd op de betreffende leerstof en de leerdoelen. De eisen en beoordelingscriteria van de thematische onderwijseenheden zijn omschreven in de Themahandleidingen. Aan het begin van een blok worden de criteria voor de beoordeling aan de studenten gecommuniceerd door de kerndocent. Studenten hebben hierdoor tijdig inzicht in de beoordelingscriteria en de wijze van toetsen. In deze themahandleidingen is een omschrijving opgenomen van de aard van de toets, de eventuele hulpmiddelen en het scoren en beoordelen. Voorafgaand aan een thema worden de handleidingen verspreid via het intranet. Week tien van de themablokken is bestemd voor toetsing (OER-ADT). Via het intranet kunnen studenten zich inschrijven voor toetsen of eventuele herkansingen. Die herkansingen worden aangeboden binnen tien onderwijsweken na een toets. Toetsvormen zijn onder meer: werkstukken, individueel en in groepsverband, met groepsbeoordeling en individuele beoordeling, proces- en productbeoordeling; schriftelijke toetsen met open vragen en met meerkeuzevragen, reflectieverslagen. Binnen de opleiding wordt gewerkt met praktijktoetsen en schriftelijke toetsen. De praktijktoets bestaat uit de beoordeling van een werkstuk, presentatie, gesprek en college activiteiten. De werkgever is betrokken bij het beoordelen van de praktijkopdrachten: de werkgever kan advies uitbrengen aan de docenten over de 26/51 NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt)

prestatie en de presentatie daarvan. De uiteindelijke beoordeling is de verantwoordelijkheid van de opleiding. Bij studieonderdelen waar basiskennis een belangrijk onderdeel is van het thema, zijn er individuele schriftelijke toetsen. Deze toets bestaat uit een theorie-examen met open vragen; hierbij tellen ook de collegeactiviteiten mee. Indien in een thema de toepassing van kennis een belangrijk onderdeel van de leerdoelen is, zijn er de zogeheten bedrijfsopdrachten. Werkervaring (MOR) en een werkplek (stagevrijstelling) worden door de opleidingscoördinator aan de hand van formulieren getoetst. De beoordeling van de werkervaring vindt plaats volgens in de opgestelde formulieren gestelde eisen (zie ook 2.1 en 2.6). Met klachten over de toetsing kunnen de studenten contact opnemen met de opleidingscoördinator. De coördinator beoordeelt of de klacht gegrond is en onderneemt als het nodig is actie. Er is beroep mogelijk bij de examencommissie (Studiegids CE beschikbaar via intranet Avans). Voor ieder onderwijsblok worden nieuwe toetsen gemaakt. De docent ontwikkelt de toetsen voor de onderwijseenheid waarvoor hij verantwoordelijk is. Vervolgens worden de toetsen beoordeeld en goedgekeurd door de kerndocenten. Het panel stelt na bestudering van het toetsmateriaal vast dat de vertaling van de doelstellingen is doorgevoerd tot en met de toetscriteria. De leerdoelen in de thema beschrijvingen zijn afgeleid van de competenties en geeft docenten en studenten een helder beeld, zo weten ze aan welke competenties de thema s gerelateerd zijn en op welk niveau de competenties behaald en getoetst worden. Studenten kunnen alle informatie omtrent de aangeboden thema s via Blackboard bekijken. Tijdens de visitatie concludeerde het panel dat de studenten positief zijn in hun oordeel over de toetsing en beoordeling. Deze conclusie wordt ondersteund door de resultaten van het STO 2006: de toetsmogelijkheden, de beoordelingscriteria en de aansluiting van de toets op de leerstof worden positief beoordeeld (N = 23, scores: 3.7-4.0) en door de uitkomst van de kwartaalenquêtes (ook wel thema-evaluaties genoemd). afstudeerproces Bij het afstuderen zijn de inhoudelijke beoordeling en procesbeoordeling gescheiden. Beoordelingscriteria voor afstudeeropdrachten worden beschreven in Afstudeeropdracht beoordelingsaspecten (Opleidingskader CE, zie bijlagen). Het panel stelt vast dat de opzet van het afstudeerproces zorgvuldig en helder is, ook wat betreft scheiding van begeleiding en beoordeling en wat betreft de betrokkenheid van het werkveld. Echter, uit de afstudeerprotocollen en -verslagen niet altijd helder is af te leiden wie het werkveld vertegenwoordigt bij het afstuderen. Het afstudeerproces heeft drie onderdelen: - De student maakt een afstudeerwerkstuk waarin een probleemstelling binnen het bedrijf waar de student werkzaam is wordt behandeld - Nadat de probleemstelling is goedgekeurd door zowel de opleiding als de werkgever, presenteren de studenten hun afstudeerwerk NQA - visitatie Avans Hogeschool, Breda - hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (dt) 27/51