Richtlijn Intensive Care
|
|
- Fedde Goossens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Richtlijn Intensive Care INITIATIEF Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, Nederlandse Vereniging voor Intensive Care en Nederlandse Internisten Vereniging IN SAMENWERKING MET Nederlandse Vereniging voor Heelkunde Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra Nederlandse Orthopaedische Vereniging Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie Stichting Topklinische opleidingsziekenhuizen Vereniging van Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen Verpleegkundigen & Verzorgenden IC Nederland MET ONDERSTEUNING VAN Kennisinstituut van Medisch Specialisten FINANCIERING De revisie werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) 1
2 Colofon Richtlijn Intensive Care 2015 Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie Mercatorlaan BL UTRECHT 2015 Nederlandse Vereniging voor Intensive Care Mercatorlaan BL UTRECHT 2015 Nederlandse Internisten Vereniging Mercatorlaan BL UTRECHT Alle rechten voorbehouden. De tekst uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enige andere manier, echter uitsluitend na voorafgaande toestemming van de uitgever. Toestemming voor gebruik van tekst(gedeelten) kunt u schriftelijk of per en uitsluitend bij de uitgever aanvragen. Adres en adres: zie boven. 2
3 Samenstelling van de werkgroep Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2010 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (inclusief verpleegkundigen) die betrokken zijn bij de zorg voor de vitaal bedreigde patiënt te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep). De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. Naast vertegenwoordigers van de wetenschappelijke verenigingen hebben ook vertegenwoordigers van de patiëntenvereniging NPCF en de koepelpartijen van ziekenhuisinstellingen (NFU, NVZ, STZ, SAZ) geparticipeerd in de werkgroep. De werkgroep werkte gedurende 2010 tot april 2014 aan de totstandkoming van de richtlijn. De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn. Kerngroep Ir. T.A. van Barneveld, Kennisinstituut van Medisch Specialisten (technisch voorzitter) Prof. Dr. B.J.M. van der Meer, Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (inhoudelijk voorzitter) Prof. dr. P.H.J. van der Voort, Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (inhoudelijk voorzitter) Dr. A.R.H. van Zanten, Nederlandse Internisten Vereniging (inhoudelijk voorzitter) Mw. mr. drs. G.G.J. ten Broeke, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (vanaf februari 2012) Mw. drs. S.E.M.-J. Gielen-Wijffels, Nederlandse Vereniging voor Intensive Care Prof. dr. A.R.J. Girbes, Nederlandse Internisten Vereniging (tot januari 2012) Dhr. S. Hofstede, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (tot januari 2012) Prof. dr. E. de Jonge, Nederlandse Internisten Vereniging (vanaf januari 2012) Mw. C. Ram, Nederlandse Vereniging voor Intensive Care Verpleegkundigen Mw. Dr. F.J. Schoonderbeek, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde Dr. J.A.P. van der Sloot, Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (tot december 2011) Mw. drs. L.J.P. Slegers, Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (vanaf februari 2012) Dr. L.J.A. Winsser, Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (tot januari 2012) Commissie Prof. dr. M.J. de Boer, Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (vanaf januari 2012) Mw. dr. A.C. Bolte, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie Drs. E.S. Boon SAZ Vereniging van Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (tot februari 2014) Drs. J.P.W. Vogelaar, SAZ Vereniging van Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (vanaf februari 2014) Mw. drs. M. A. de Booys (tot januari 2012), Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie drs. L.J. Bras, Stichting Topklinische opleidingsziekenhuizen Dr. J. Braun, Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie Mw. drs. D.H.C. Burger, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde Dr. P.D.S. Dijkstra, Nederlandse Orthopaedische Vereniging 3
4 Mw. J.L. Gerkes, Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen Drs. I.K. Haitsma, Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie Mw. A. Hamersma (vanaf januari 2012), Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Dhr. P.H.J. van Keulen, Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie Dr. P.C. Kievit, Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Dr. M.A. Kuiper, Nederlandse Vereniging voor Neurologie Dhr. J.J. Peetoom, Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie Mw. I. Rust, Verpleegkundigen & Verzorgenden IC Nederland Drs. P.M.S. Schröder, Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose mw. dr. E.L. Swart, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers Dr. M. Treskes, Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde Ondersteuning Mw. dr. J. Berdowski, adviseur, Orde van Medisch Specialisten (tot augustus 2011) Mw. M. Barnhoorn, adviseur, Orde van Medisch Specialisten (tot juli 2012) Mw. E.E. Volmeijer, MSc, junior adviseur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten (vanaf mei 2012) 4
5 Inhoudsopgave Samenstelling van de werkgroep... 3 Hoofdstuk Verantwoording... 7 Achtergrond Hoofdstuk 2 IC-patiënt Definitie intensive care patiënt Hoofdstuk 3 Organisatorische Randvoorwaarden voor optimale Intensive Care zorg Toepassing formatienormen Multidisciplinaire samenwerking en interdisciplinair overleg IC-geneeskundige behandeling: intensivist hoofdbehandelaar Aansturing en continuïteit medische behandeling door intensivisten Intensivist 24/7 in het ziekenhuis Zorgbeleidsplan Telemedicine Span of control van intensivisten Hoe kunnen IC-artsen, IC-fellows, AIOS/ANIOS-IC, en IC-ziekenhuisartsen worden ingezet? Het medisch hoofd van de Intensive Care afdeling IC-verpleegkundigen IC-verpleegkundigen in opleiding Medische technologie Radiologisch laborant Rol van de arts-microbioloog bij intensive care geneeskunde Laboratoriumspecialist klinische chemie Bouwkundige voorzieningen Hoofdstuk 4 Relatie tussen volume en uitkomst Relatie tussen volume en uitkomst voor IC-patiënten Hoofdstuk 5 Organisatie van IC in Nederland Regionalisatie Uitwerking van regionalisatie in de Nederlandse praktijk SOFA score als instrument van ernst van ziekte en complexe zorg Overleg over en overplaatsing van IC patiënten Transport van IC patiënten Repatriëring van IC-patiënten
6 Hoofdstuk 6 Organisatie en eisen Kern IC en basis IC Organisatorische criteria voor een IC Organisatorische criteria voor een kern IC Continuïteit van zorg in de kern IC Hoofdstuk 7 Intensive Care buiten de IC muren: pre-ic zorg, peri-ic zorg en post IC zorg Preoperatieve optimalisatie op de IC Spoed Interventie Team Post-IC zorg De consultatief IC-verpleegkundige (CIV) Medium Care Hoofdstuk 8 Kwaliteitssysteem Kwaliteitssysteem Richtlijnen en lokale protocollen Prospectieve Risico Analyse (PRI) Meten en registreren middels indicatoren Elektronische dataregistratie (PDMS) Analyse en reflectie Feedback Visitatie Ketenzorg Hoofdbehandelaarschap en closed format Overdrachten College Intensive Care Individuele expertise Veiligheid, fouten en complicaties Calamiteiten binnen en buiten het ziekenhuis / rampen opvang
7 Hoofdstuk Verantwoording Achtergrond en afbakening richtlijn Aanleiding voor het reviseren van de richtlijn In 2006 is in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, in samenwerking met een groot aantal andere wetenschappelijke verenigingen, en ondersteund door Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO een richtlijn Organisatie en werkwijze op intensive care afdelingen voor volwassenen in Nederland uitgebracht. Deze richtlijn vormt sinds die tijd de basis voor de organisatie van IC-afdelingen in Nederland. - er worden drie niveaus van zorg ( levels ) benoemd met de daarbij behorende kwaliteitseisen; - in de richtlijn worden eisen benoemd wat betreft de continuïteit van zorg; - afhankelijk van het niveau van een IC werden eisen gesteld aan formatie voor artsen en verpleegkundigen; - er werden aanbevelingen gedaan voor het opzetten van regionale IC-netwerken. Deze regionale netwerken moeten er onder andere voor zorgen dat de expertise en ervaring van grote IC s ook beschikbaar zijn voor patiënten op kleinere IC s; - er werden aanbevelingen gedaan voor het onderhouden van een kwaliteitssysteem op de intensive care. De richtlijn IC uit 2006 heeft sinds het verschijnen in zowel de wetenschappelijke als de lekenpers veel aandacht gekregen. Met name ten aanzien van de criteria over de niveau 1 IC s ontstond veel discussie. De criteria, onder andere ten aanzien van continuïteit van medische en verpleegkundige zorg (formatie, omvang, bezettingsgraad) en concentratie van zorg, werden door sommige partijen als te strikt en ook als onvoldoende onderbouwd gezien. Veilige IC zorg zou ook met minder strikte criteria en goede meting van uitkomsten geleverd kunnen worden. Na implementatie werd de richtlijn uit 2006 echter breed gedragen en er werd erkend dat er een positieve impuls vanuit gegaan is in de verbetering van de kwaliteit van zorg. De discussie werd versterkt door het eind 2008 verschenen IGZ rapport IC-afdelingen van niveau 1: op weg naar verantwoorde zorg, waarin de IGZ onder andere een dringend advies uitbracht de richtlijn uit 2006 op korte termijn te reviseren en zo nodig aan te vullen. Volgens dit rapport moest de regionale samenwerking verbeterd worden met heldere afspraken over overleg door kleinere IC s met IC s van een hoger niveau, zorgdragen voor voldoende capaciteit in de regio voor alle patiënten die IC-zorg nodig hebben, Regionale afspraken moeten worden vastgelegd in zorgbeleidsplannen. Samenwerking in regio s moet bevorderd worden, bijvoorbeeld met regionale refereeravonden, regiobijeenkomsten en gemeenschappelijk wetenschappelijk onderzoek. Ook pleitte de IGZ voor duidelijkheid over de benodigde formatie op IC afdelingen en voor een systeem van externe verantwoording met betrekking tot de kwaliteit van zorg, met name door het openbaar maken van de met het APACHE IV systeem gecorrigeerde sterfte (IGZ, 2011). In 2011 verscheen een ander IGZ rapport Grote intensive care-afdelingen werken continu aan kwaliteit. De conclusie hieruit was dat alle IC s van niveau 2 of niveau 3 verantwoorde zorg leverden. Tegelijkertijd werd nog een aantal tekortkomingen gesignaleerd. Op veel plaatsen ontbraken afspraken en technische voorzieningen voor consultatie en besprekingen op afstand. Een ernstig punt van zorg was dat in ten minste twee regio s de capaciteit van de IC van niveau 3 7
8 onvoldoende was om aan de beschikbaarheidsfunctie van de regio te kunnen voldoen. In dit rapport formuleerde de IGZ een aantal expliciete aanbevelingen voor verbeterpunten in een nieuw te ontwikkelen richtlijn voor organisatie van IC-zorg: - er was behoefte aan definities van een IC-patiënt, van multi-orgaanfalen, van een regionaal coördinerend centrum en het maximum aantal IC-patie nten waarvoor een intensivist, IC-arts en IC- verpleegkundige op verschillende tijdstippen van de dag of week nog verantwoord zorg kan dragen; - er was behoefte aan eisen voor de deskundigheid en competenties van IC- artsen; - IC-artsen dienen de dienstoverdrachten op de IC bij te wonen, ook in ANW-dienst; - IC s moeten overdrachtmomenten multidisciplinair standaardiseren en hiervoor checklists ontwerpen en testen, analoog aan de ontwikkelingen van het operatieve proces; - besprekingen zoals het MDO en de ro ntgenbespreking moeten gestandaardiseerd (overwegingen, conclusies en beleid) worden vastgelegd; - ziekenhuizen dienen keuzes te maken met betrekking tot de competenties en eisen horend bij de complexiteit van de verrichtingen die zij aanbieden. Door de huidige ontwikkelingen bij de concentratie van complexe ingrepen is de niveau-indeling als onderscheid niet meer functioneel. Om lijn te brengen in de discussie hebben de direct betrokken beroepsgroepen de voormalige richtlijncommissie gevraagd een advies uit te brengen over de herziening van de richtlijn. De commissie adviseerde om de richtlijn te herzien en daarin aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen - aanvulling met de sinds 2006 verschenen wetenschappelijk literatuur; - criteria voor regionale samenwerking; - intramurale samenwerking met high dependency afdelingen; - een systeem van externe toetsing en transparantie op basis van proces en uitkomst variabelen, waarbij gedacht kan worden aan een certificeringsysteem. Verder werd door veldpartijen aangedragen aandacht te besteden aan de niveau indeling en de problematiek rond de acute opvang indien er geen IC aanwezig is (de zogenaamd acute zorg afdelingen). Invitational conference bij start richtlijnontwikkeling De richtlijnontwikkeling is van start gegaan met een uitgebreide knelpuntenanalyse, waarin een invitational conference in september 2010 met alle stakeholderpartijen uit het veld (beroepsgroepen, zorgverzekeraars, overheid, IGZ, patiëntenorganisaties, koepelorganisaties van instellingen) centraal heeft gestaan. Aan de hand van de resultaten van de invitational conference heeft de commissie geïdentificeerd waar de knelpunten lagen en welke delen van de richtlijn behouden konden blijven. Een beknopt verslag van de invitational conference is bijgevoegd als bijlage 4. IC-zorg in Nederland; huidige situatie Afgemeten aan de overleving tot ziekenhuisontslag en vergeleken met de situatie in andere landen is de kwaliteit van zorg op Nederlandse intensivecareafdelingen goed. De standardized mortality ratio (SMR) is de werkelijke sterfte gedeeld door de verwachte sterfte op basis van gevalideerde internationale modellen. In feite is het een vergelijking van de voor ernst van ziekte gecorrigeerde sterfte met een internationale benchmark, waarbij een waarde kleiner dan 1 betekent dat de sterfte lager is dan de internationale norm en een waarde groter dan 1 wijst op een hogere sterfte. Recent onderzoek rapporteerde de SMR op 59 Nederlandse IC s in de 8
9 periode Voor alle patiënten, met uitzondering van opnames op IC na hartchirurgie, bedroeg de SMR 0.87 (95% betrouwbaarheidsinterval ) en voor patiënten na hartchirurgie bedroeg de SMR 0.80 ( ) (Brinkman, 2011). Dit betekent dat de sterfte van IC-patiënten in Nederland respectievelijk 13% en 20% lager was dan verwacht kon worden op grond van internationale criteria. Recent is in opdracht van de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) door de stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE) een onderzoek verricht naar verschillen in sterfte tussen IC s in Nederland. Gecorrigeerd met het APACHE IV systeem werden geen significante verschillen aangetoond in SMR tussen IC s van niveau 1,2 of 3 (Kluge, 2015). Op dit artikel verschrenen een aantal reacties (Kuiper, 2015; Girbes, 2015). Uitgangspunten bij het ontwikkelen van een nieuwe richtlijn over organisatie van intensive care Op grond van bovenstaande overwegingen heeft de richtlijncommissie de volgende uitgangspunten geformuleerd die als leidraad dienen bij het tot stand komen van de nieuwe richtlijn: - de richtlijn uit 2006 heeft duidelijke normen gesteld waaraan intensive care moet voldoen. Als gevolg hiervan is er een aantoonbaar hoge kwaliteit van IC-zorg in Nederland; - er bestaat onvoldoende borging dat regionale samenwerking altijd goed verloopt. In de nieuwe richtlijn moeten duidelijke, niet-vrijblijvende, normen worden geformuleerd waaraan regionale samenwerking moet voldoen; - kwaliteit van IC-zorg is over het algemeen in Nederland zeer goed. Tegelijk is daar weinig toezicht op, met name niet vanuit de beroepsgroep zelf. In de nieuwe richtlijn moet er voor gezorgd worden dat er objectief toezicht is op de kwaliteit van zorg op individuele IC s en ook in regio s waarbij voldaan moet worden aan de maatschappelijke vraag naar transparantie over de resultaten van zorg; - de nieuwe richtlijn moet zorgen voor kwalitatief hoogstaande en ook doelmatige zorg; - IC zorg kent een uitgebreid palet aan dure modaliteiten. Niet iedere modaliteit (zoals ECLS/ECMO) hoeft overal aanwezig te zijn. Opdeling van zorg in basis IC zorg, waar alle basis IC faciliteiten aanwezig zijn, en kern IC zorg, waar ook aanvullende gespecialiseerde medische technieken ingezet kunnen worden, moet er toe leiden dat IC zorg betaalbaar blijft. Voor alle patiënten blijven door regionale samenwerking tussen kern en basis IC's alle faciliteiten geborgd; - capaciteitsproblemen moeten regionaal opgelost worden op een manier dat patiënten die dat nodig hebben altijd binnen de regio op een IC opgenomen kunnen worden; - er is behoefte aan criteria voor goede intramurale samenwerking met andere high-care afdelingen; - waar beschikbaar moet nieuwe wetenschappelijke kennis op het gebied van organisatie van intensive care opgenomen worden in de nieuwe richtlijn. 9
10 Achtergrond Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beknopte beschrijving gegeven van de huidige situatie rond IC-zorg in Nederland. Tevens zal een beschrijving gegeven worden van de herkomst van IC-patiënten vanuit het zorgsysteem. De hieronder gepresenteerde cijfers zijn afkomstig van de stichting NICE en hebben betrekking op de periode 2010 en Een IC-patiënt kan zowel binnen als buiten het ziekenhuis vandaan komen. Er is daarbij een geplande en een niet geplande patiëntenstroom. De laatste vereist vroegtijdige herkenning en adequate start van de behandeling, zo nodig voor de daadwerkelijke IC-opname. IC-zorg in Nederland In Nederland worden per jaar circa patiënten opgenomen op een IC-afdeling. Het aantal behandeldagen op de IC s in Nederland bedraagt naar schatting De gemiddelde leeftijd van de patiënten is 64 jaar. Van alle opnamen op IC-afdelingen komt 47% van de OK, 23% van de verpleegafdeling en 17% van de SEH. 5% van de opnamen zijn uit een ander ziekenhuis afkomstig. Het aantal heropnames bedraagt gemiddeld 6%. Medische opnamen blijken 45% te bedragen. De onderstaande tabellen [tabel 1.1 en 1.2] geven de verdeling volgens stichting NICE van de ziekenhuizen naar volume en de gemiddelde ernst van ziekte van patiënten die daar behandeld worden. Tabel 1.1 Verdeling ziekenhuizen naar volume Volumegroep Aantal opnames Aantal ziekenhuizen 1 < > Tabel 1.2 Ernst van ziekte APACHE IV score Volumegroep Gemiddeld % percentiel Mediaan % percentiel APACHE IV sterftekans Gemiddeld % percentiel Mediaan % percentiel SAPS score 10
11 Gemiddeld % percentiel Mediaan % percentiel De gemiddelde SAPS II score van niet-cardiochirurgische patiënten in Nederland is 34. De gemiddelde SMR o.b.v. SAPS II is 0,67; o.b.v. APACHE II 0,58; en o.b.v. APACHE IV 0,76. De gemiddelde behandelduur van niet-cardiochirurgische patiënten is 3,6 dagen, mediaan 1,1. Na IC nog gemiddeld 11,6 in het ziekenhuis, mediaan 7,4. Herkomst IC-patiënten Omdat de richtlijn er van uit gaat dat een patiënt die aan bepaalde criteria voldoet een IC patiënt is, ook buiten de IC afdeling, is het onderstaande schema opgemaakt om enerzijds de locaties waar IC patiënten zich kunnen bevinden inzichtelijk te maken en anderzijds om de patiënten- en informatiestromen over IC patiënten te structureren. De geplande patiëntenstroom Het aantal geplande op de IC opgenomen patiënten neemt over de jaren in verhouding af. Momenteel is ongeveer 34% (50% bij de IC s met meer dan 1100 opnames per jaar, 20% bij IC s met minder dan 1100 opnames per jaar) van de opnames op de intensive care in Nederland gepland, terwijl dit in 2000 nog ruim 60% was (van der Voort et al., 2009). Deze daling hangt samen met aanzienlijke verbeteringen in de chirurgische en anesthesiologische technieken (Finks et al., 2011) alsmede met een intrinsieke groei van niet-chirurgische patiënten. 11
12 Een geplande chirurgische opname op de IC komt voort uit het karakter van de ingreep in combinatie met de comorbiditeit van de patiënt. Het potentieel risico op het falen van essentiële orgaanfuncties op korte termijn bepaalt de opname. Verder kan een patiënt ook (gepland) preoperatief opgenomen worden op de IC voor preoperatieve optimalisatie. Niet-geplande patiënten stroom Niet-geplande opnames, zogenaamde acute opnames, van patiënten op de IC-afdeling vormen de meerderheid van de opnames op een intensive care afdeling in Nederland. Uit de landelijke database NICE blijkt dat meer dan 60% van de opnames ongepland is. Kleinere volume IC s hebben relatief meer acute opnames ten opzichte van grotere volume IC s in Nederland. Ongeveer tweederde van de acute opnames treden op buiten kantooruren. Anders/externe patiëntenstroom Deze categorie betreft de instroom van patiënten vanuit een locatie buiten een ziekenhuis (bijvoorbeeld zorginstellingen zonder IC). De externe stroom patiënten is ten tijde van schrijven van deze richtlijn wisselend van omvang per IC-afdeling maar kan in bepaalde IC s meer dan 5% van de opnames bedragen. Verantwoording en methodiek Initiatief NVA, NVIC, NIV Autorisatiedatum Geautoriseerd door: Kennishiaten Indicatoren Doelgroep en doelstelling van de richtlijn In deze richtlijn wordt het zorgproces rondom de patiënt met bedreigde vitale functies beschreven. Hierbij wordt de patiënt met mono-orgaanfalen op specifiek hiervoor bestaande afdelingen, zoals CCU, Respiratory Care Unit en PACU niet in detail besproken. De richtlijn volgt het zorgproces (diagnostiek en behandeling) voor de patiënt met bedreigde vitale functies. Het startpunt is de binnenkomst of aanwezigheid in een zorglocatie ten tijde van bedreiging van een of meer vitale functies van de patiënt (zie definitie IC-patiënt). De richtlijn eindigt niet bij ontslag van de IC, aangezien ook het nazorgtraject (onder andere evaluatie van behandeling) zal voor zover het IC gerelateerd is worden meegenomen. Deze richtlijn is primair van toepassing op IC patiënten vanaf 18 jaar die op een IC voor volwassenen worden behandeld. IC behoeftige patiënten van 16 en 17 jaar kunnen op een pediatrische IC of op een IC voor volwassen behandeld worden. De keuze wordt lokaal gemaakt in overleg tussen kinderarts, intensivist en kinderintensivist van de regionale PICU. Deze richtlijn 12
13 is niet van toepassing op patiënten onder 16 jaar, deze worden op een pediatrische IC behandeld. Richtlijngebruikers Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van beroepsgroepen die zorg verlenen aan ICpatiënten. Een overzicht van de betreffende verenigingen staat vermeld bij de samenstelling van de werkgroep. Daarnaast is deze richtlijn ook van belang voor andere betrokkenen bij (de organisatie van) de zorg voor IC-patiënten zoals de besturen en management van instellingen (NVZ, SAZ, NFU, STZ). Belangenverklaringen Potentiële belangenverstrengeling is geïnventariseerd conform de procedure beschreven in de Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling (KNAW, KNMG, 2012). De werkgroepleden hebben bij het starten van de richtlijn in 2010 schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. In 2014 zijn de belangenverklaringen opnieuw ingediend.tevens is navraag gedaan naar persoonlijke financiële belangen, belangen door persoonlijke relaties, belangen d.m.v. reputatiemanagement, belangen vanwege extern gefinancierd onderzoek, en belangen door kennisvalorisatie. In het werkproces heeft de werkgroep ervoor zorg gedragen dat werkgroepleden, die potentiële belangenverstrengeling hadden ten aanzien van de interventies waarover een besluit werd genomen, niet aan die besluitvorming hebben deelgenomen. De belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten. Inbreng patiëntenperspectief Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van de NPFC in de richtlijncommissie. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de NPCF. Betekenis van richtlijnen Richtlijnen bevatten geen wettelijke voorschriften, maar aanbevelingen die zoveel mogelijk op bewijs gebaseerd zijn. Zorgverleners kunnen aan de aanbevelingen voldoen in het streven kwalitatief goede of optimale zorg te verlenen. Omdat deze aanbevelingen gebaseerd zijn op algemeen bewijs voor optimale zorg en de inzichten van de werkgroep hierover, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig in individuele gevallen afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, zelfs noodzakelijk. Wanneer van deze richtlijn wordt afgeweken, is het verstandig om dit beargumenteerd en gedocumenteerd, waar relevant in overleg met de patiënt of diens vertegenwoordiger, te doen. Werkwijze en methode van richtlijnontwikkeling Werkwijze De richtlijnontwikkeling is van start gegaan met een uitgebreide knelpuntenanalyse, waarin een invitational conference met alle stakeholderpartijen uit het veld (beroepsgroepen, zorgverzekeraars, overheid, IGZ, patiëntenorganisaties, koepel organisaties van instellingen) 13
14 centraal heeft gestaan. Aan de hand van de resultaten van de invitational conference heeft de commissie geïdentificeerd waar de knelpunten lagen en welke delen van de richtlijn behouden konden blijven. Een beknopt verslag van de invitational conference is bijgevoegd als bijlage 4 De werkgroepleden zochten systematisch literatuur en beoordeelden de kwaliteit en inhoud ervan. Vervolgens schreven de werkgroepleden een paragraaf of hoofdstuk voor de conceptrichtlijn, waarin de beoordeelde literatuur werd verwerkt. Tijdens vergaderingen lichtten zij hun teksten toe, dachten mee en discussieerden over andere hoofdstukken. De uiteindelijke teksten vormen samen de hier voorliggende richtlijn. Methode richtlijnontwikkeling Deze (concept)richtlijn is opgesteld aan de hand van het Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation (AGREE II) instrument ( Dit instrument is een breed (internationaal) geaccepteerd instrument voor de beoordeling van de kwaliteit van richtlijnen. Strategie voor zoeken naar literatuur Er werd eerst oriënterend gezocht naar bestaande richtlijnen ( SUM search: en en naar systematische reviews in de Cochrane Library en via SUMsearch. Vervolgens werd er voor de afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in de elektronische databases Pubmed en Embase. Tevens werd er aanvullend handmatig gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de opgevraagde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar (systematische reviews of meta-analyses van) gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT s). In afwezigheid van RCTs werd verder gezocht naar prospectieve gecontroleerde onderzoeken, vergelijkende onderzoeken en prospectieve nietvergelijkende onderzoeken. De gebruikte zoektermen staan in bijlage 1. Beoordeling van de kwaliteit van studies Na selectie door de werkgroepleden bleven de artikelen over die als onderbouwing bij de verschillende conclusies staan vermeld. De geselecteerde artikelen zijn vervolgens door de werkgroepleden beoordeeld op kwaliteit van het onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs. Hierbij is de indeling gebruikt, zoals weergegeven in tabel 1.3: indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies. De beoordeling van de verschillende artikelen vindt u in de verschillende teksten terug onder het kopje Samenvatting literatuur. Voor de onderwerpen waarvoor voldoende goede literatuur voorhanden was, zijn er evidence tabellen gemaakt (zie bijlage 1 voor de evidencetabellen). Het wetenschappelijk bewijs is vervolgens kort samengevat in een conclusie. De belangrijkste literatuur waarop deze conclusie is gebaseerd staat bij de conclusie vermeld, inclusief de mate van bewijs (zie Tabel 1.4 Niveau van bewijskracht van de conclusie op basis van het aan de conclusie ten grondslag liggend bewijs). 14
15 Tabel 1.3 Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies Bewijs niveau Interventie onderzoek Diagnostisch accuratesse onderzoek Schade of bijwerkingen, etiologie, prognose A1 Systematische review / meta-analyse van tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau A2 Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang Onderzoek ten opzichte van een referentietest ( gouden standaard ) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van resultaten, met voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor confounding en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. B Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 (ook patiëntcontrole onderzoek, cohort-onderzoek) Onderzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 of retrospectief cohort onderzoek of patiëntcontrole onderzoek C D Niet-vergelijkend onderzoek Mening van deskundigen Tabel 1.4 Niveau van bewijskracht van de conclusie op basis van het aan de conclusie ten grondslag liggend bewijs Niveau Conclusie gebaseerd op 1 Onderzoek van niveau A1 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A2 (Het is aangetoond dat ) 2 1 onderzoek van niveau A2 of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B (Het is aannemelijk dat ) 3 1 onderzoek van niveau B of C (Er zijn aanwijzingen dat ) 4 Mening van deskundigen (De werkgroep is van mening dat ) Formuleren van aanbevelingen Voor een aanbeveling zijn naast het wetenschappelijke bewijs vaak nog andere aspecten van belang, zoals patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen of organisatorische aspecten. Deze aspecten worden, voor zover niet wetenschappelijk onderzocht, vermeld onder het kopje overwegingen. Bij de overwegingen spelen de ervaring en opvattingen van de werkgroepleden een rol. De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op zowel het beschikbare wetenschappelijke bewijs als op de belangrijkste overwegingen. De gebruikte methodiek voor richtlijnontwikkeling verhoogt de transparantie van de totstandkoming van de aanbevelingen in deze richtlijn. 15
16 Implementatie, indicatorontwikkeling en budget impact analyse In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Gezien de ontwikkelingen in het acute zorg landschap in Nederland zal de commissie er op toezien dat er een implementatieplan zal worden toegevoegd om de geleidelijke invoering te bevorderen langs duidelijke implementatielijnen. Dit dient tevens te voorkomen dat externe partijen tussentijds het eindplaatje gaan toetsen of handhaven terwijl de veranderingen voortvloeiend uit deze richtlijn, bij een implementatieduur die arbitrair op vijf jaar is gesteld, gefaseerd dienen te worden ingevoerd. Daardoor zullen ook tussentijdse visitaties en kwaliteitscontroles door het op te richten College Intensive Care (hoofdstuk 8) met een duidelijk toetsingskader mogelijk zijn. Tevens is een budget impact analyse (BIA) uitgevoerd om de financiële consequenties van de in de richtlijn voorgestelde veranderingen in de organisatie van de IC zorg in kaart te brengen. Bij het schrijven van deze richtlijn zijn inhoudelijke, en niet de financiële aspecten leidend geweest. De BIA heeft tot doel inzichtelijk te maken wat de consequenties van een aantal belangrijke aanbevelingen zijn op de kosten. De resultaten zijn vooral van belang bij de implementatie van de richtlijn en overleg met organisaties betrokken bij de financiering van de zorg. De richtlijn is verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen. Daarnaast zal er een samenvatting van de richtlijn worden gepubliceerd in een geschikt vaktijdschrift en in tijdschriften van de deelnemende wetenschappelijke verenigingen. Ook is de richtlijn te downloaden vanaf de website van de verenigingen en de Kwaliteitskoepel medisch specialisten ( Gelijktijdig met het ontwikkelen van de conceptrichtlijn is er met begeleiding van de Orde van Medisch Specialisten een set interne indicatoren (zie bijlage 5) ontwikkeld voor organisatie van IC-zorg. Een indicator is een meetbaar kenmerk van de gezondheidszorg met een signaalfunctie voor (een aspect van) de kwaliteit van zorg. Indicatoren maken het de zorgverleners mogelijk om te meten of zij de gewenste zorg leveren en om onderwerpen voor verbeteringen te identificeren. Commentaar- en autorisatiefase De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd. Geldigheid Uiterlijk in 2020 bepalen het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, het bestuur van de Nederlandse Internisten Vereniging en het College voor Intensive Care in onderling overleg of de richtlijn herzien moet worden. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn (of delen daarvan) komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een onderhoudstraject te starten. 16
17 De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care en de Nederlandse Internisten Vereniging zijn als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Literatuurlijst Brinkman S, Bakhshi-Raiez F, Abu-Hanna A, et al. External validation of Acute Physiology and Chronic Health Evaluation IV in Dutch intensive care units and comparison with Acute Physiology and Chronic Health Evaluation II and Simplified Acute Physiology Score II. J Crit Care 2011;26:105. Finks JF, Osborne NH, Birkmeyer JD. Trends in hospital volume and operative mortality for high-risk surgery. N Engl J Med Jun 2;364(22) Girbes ARJ, Vroom MB, Kuiper MA, de Smet AMGA, Schultz MJ. Investigating associations between ICU level and quality of care in the Netherlands: reporting only SMRs is not the whole story. In press, 2015 IGZ. Grote intensive care-afdelingen werken continu aan kwaliteit, IGZ. IC-afdelingen van niveau 1: op weg naar verantwoorde zorg, KNMG. KNAW Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling Kuiper MA, Girbes ARJ. The Big Dilemma: ICU Volume-Outcome Relationships*. Critical Care Medicine. Accepted for publication. 17
18 Hoofdstuk 2 IC-patiënt 2.1 Definitie intensive care patiënt Inleiding Het centrale uitgangspunt van deze richtlijn is dat een IC-patiënt de juiste zorg op de juiste tijd op de juiste plaats dient te krijgen. Het exact definiëren van een IC-patiënt, blijkt In de literatuur niet eenvoudig. Er worden definities gevonden variërende van een IC patiënt is een patiënt die op een IC ligt tot en met verregaande kwalitatieve omschrijvingen. Het geven van een definitie is van belang vanwege het centrale uitgangspunt van deze richtlijn. Specifiek voor de groep ICpatiënten worden in dit document richtlijnen gegeven rondom kwalitatieve, logistieke, personele en medische voorzieningen. Voor de andere patiëntengroepen gelden andere richtlijnen en definities. In de praktijk wordt deze groep patiënten soms wel op de IC behandeld i.v.m. diverse organisatorische redenen. Hieronder zijn medium care patiënten (MC), Brain Care patiënten (BC), Respiratory Care patiënten (RC) en post anaesthesia care unit patiënten (PACU). Deze verschillende groepen patiënten worden op de IC over het algemeen behandeld onder hoofdbehandelaarschap van de intensivist. Dit kan in verband met kwaliteit en efficiënt gebruik van mensen en middelen voordelen hebben (Kastrup et al., 2012). Ook in deze richtlijn is er op een IC ruimte voor meerdere patiëntencategorieën tegelijk. Na het definiëren van de IC patiënt, betekent dit automatisch dat het huidige IC-tarief (gebaseerd op de gemiddelde IC-patiënt) niet voldoet. Er dient een herdefiniëring plaats te vinden met betrekking tot vergoeding van kosten gebaseerd op IC en niet-ic patiënten op een IC afdeling. Dit kan betekenen een tarievenstructuur voor MC, RC, CCU, BC, PACU en IC-patiënten. Een nieuwe tarievenstructuur voor deze patiënten zou een succesvolle en volledige effectuering van deze richtlijn potentieren. Stroomdiagram Onder een IC-patiënt verstaat de commissie: Een patiënt met één of meer acuut bedreigde of verstoorde vitale functies, waarbij continue monitoring noodzakelijk is en behandeling van een in potentie reversibele aandoening kan leiden tot herstel van vitale functies. Een IC-patiënt voldoet bovendien aan de criteria van ICpatiënt zoals aangegeven in onderstaand stroomdiagram. De intensivist bevestigt of een vitaal bedreigde patiënt een IC patiënt is. Patiënten die een donorprocedure of preoperatieve optimalisatie met continue monitoring zullen ondergaan of vitaal bedreigd zijn en een behandelingsbeperking hebben, kunnen ook onder de omschrijving IC-patiënt vallen. Patiënten met mono-orgaan falen waarvoor continue monitoring vereist is (zoals hart of brein) worden in principe op een daartoe gespecialiseerde afdeling (CCU of stroke unit) gemonitord danwel behandeld. Hartfalen gaat echter vaak gepaard met een meer of minder ernstig respiratoir falen. Niet invasieve ventilatie (NIV) in de vorm van CPAP is als behandelvorm voor cardiogeen geassocieerd respiratoir falen (cardiogeen longoedeem) breed ingevoerd en wetenschappelijk goed onderbouwd. (Gray et al., 2008; Keenan et al,. 2011). In de literatuur is geen meerwaarde gevonden van BIPAP ten opzichte van CPAP in cardiogeen geassocieerd respiratoir falen (Keenan et al., 2011). BIPAP behandeling op de CCU is daarom niet geïndiceerd. Falen van NIV (dus overgang van niet-invasieve naar invasieve beademing) is sterk geassocieerd met initiële ph (grens +/- 7,30), coöperatie/onrust/bewustzijnsdaling, hemodynamische 18
19 instabiliteit maar ook verbetering na 1 uur van ph en CO 2 waarden. Is er na 1 uur geen verbetering dan heeft dat een hoge voorspellende waarde voor het falen van de NIV. De vraag wanneer een CCU-patiënt een IC-patiënt wordt, bijvoorbeeld in geval van respiratoir falen bij een cardiologische ziekte, is in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie als volgt geregeld (NVvC, 2001). In de richtlijn EHH/CCU wordt geadviseerd om bij een patiënt met cardiaal falen en dreigende (ernstige)uitval van een tweede orgaan een intensivist te betrekken. Niet-Invasieve Ventilatie (NIV) in de vorm van CPAP kan worden geïnitieerd op de CCU, mits het CCU team aantoonbaar is geschoold en gecertificeerd voor deze beademingsvorm (bekwaam en bevoegd). Een en ander is afhankelijk van de lokaal gemaakte afspraken. Is er een indicatie voor invasief beademen dan zal dit worden geïnitieerd op de IC. Voor wat betreft de respiratory care afdeling (RC) geldt dat bij een indicatie voor een andere vorm van NIV dan CPAP (bijvoorbeeld BIPAP) de behandeling zal worden geïnitieerd op basis van lokale afspraken met eisen aan scholing en certificering. Dit houdt in dat het RC team aantoonbaar is geschoold en gecertificeerd voor deze beademingsvorm (bekwaam en bevoegd). Lokaal moet in overweging worden genomen om de intensivist in medebehandeling te vragen. Op basis van de literatuur zijn er globale indicaties te geven wanneer en waar de (niet-)invasieve beademing te starten (Elliot et al., 2002; Ambrosino & Vagheggini, 2008). Deze grenzen zullen wederom in een lokaal protocol vastgelegd moeten zijn. De indicatie tot monitoring en behandeling op een intensive care afdeling wordt inhoudelijk gesteld vanuit de medische expertise. Het stroomdiagram moet gebruikt worden bij een patiënt met een bedreigde vitale functie en dient in geval van IC-patiënt bevestigd te worden door een intensivist. Bij vaststelling van IC-patiënt wordt een daadwerkelijke opname op de IC-afdeling door een intensivist getoetst aan de lokale opnamecriteria die voor die afdeling gelden (bijvoorbeeld een cardiochirurgische IC zal een IC-patiënt met neurologische ziekte kunnen weigeren). NB: het stroomschema geeft een inhoudelijke kwalificatie aangaande een patiënt. Afhankelijk van de lokale gewoonte, organisatie en afspraken, waarbij meerdere soorten patiënten op een intensive care kunnen worden opgenomen, kunnen dus ook PACU, MC of andere patiënten uit het stroomschema op de IC worden opgenomen, onder hoofdbehandelaarschap van de intensivist, net zoals dat nu het geval is op veel IC afdelingen, met medebehandelaarsschap van het betreffende poortspecialisme. Dit helpt om de zorgkwaliteit en efficiëntie op de intensive care afdeling maximaal te houden. 19
20 Stroomdiagram 2.1 Definitie intensive care patiënt 20
21 Casuïstiek Om het stroomdiagram te verduidelijken zijn enkele voorbeelden opgenomen in dit document. A: Via de eerste hulp wordt een 82 jarige vrouw binnen gebracht, dreigend respiratoir insufficiënt. Bij anamnese en lichamelijk onderzoek is er een hoge ademhaling-frequentie, tachycardie en koorts. De bloeddruk is 95/65 mmhg, de (perifere) zuurstofsaturatie in 91% met 5 liter O2 nasaal. Op de thoraxfoto wordt een infiltratieve afwijking gezien in de rechter onderkwab. Voorlopige werkdiagnose: (dreigende) respiratoire insufficiëntie bij pneumonie. Stroomdiagram: 1. Solitair cardiaal falen? NEE 2. Potentieel levensbedreigend en één of meer orgaanfalen? JA 3. Medische indicatie voor continue monitoring en noodzakelijk acuut ingrijpen op circulatie en/of ademhaling/ademweg? JA 4. Perioperatief geïnduceerd? NEE 5. Verwachte respiratoire verbetering binnen 1 uur met CPAP? NEE Uitkomst: IC-patiënt B: Een electieve operatie van een patiënt (NYHA II, pre-op kreatinine 120umol/l) aan een aortobifemorale bypass, wordt perioperatief gecompliceerd door fors bloedverlies (3 l), waarvoor transfusie en er ontstaat milde hypothermie. In een ongecompliceerd verlopen setting zou deze patiënt volgens lokaal protocol na een beperkte verkoever periode van enkele uren naar de afdeling worden overgeplaatst. Stroomdiagram: 1. Solitair cardiaal falen? NEE 2. Potentieel levensbedreigend en één of meer orgaanfalen? JA 3. Medische indicatie voor continue monitoring en noodzakelijk acuut ingrijpen op circulatie en/of ademhaling/ademweg? JA 4. Perioperatief geïnduceerd met verwachting dat snelle verbetering optreedt? JA Uitkomst: PACU patiënt Maximaal 24 uur PACU observatie, daarna IC-patiënt Na deze langdurige OK staat de anesthesioloog voor de keuze waar deze patiënt behandeld wordt. Indien er geen PACU voorziening is wordt de patiënt opgenomen op de IC maar is het kwalitatief een PACU-patiënt. C: Astma cardiale casus Een patiënt bekend met ischaemische cardiomyopathie wordt opgenomen in de vroege ochtend met dyspnoe, orthopneu en een bloeddruk van 85/40 mmhg, de ademfrequentie is 35/min. Het bewustzijn is helder. De thoraxfoto toont longoedeem. Het bloedgas toont een zuurstofsaturatie van 85%. Stroomdiagram: 1. Solitair cardiaal falen? NEE 2. Potentieel levensbedreigend en één of meer orgaanfalen? JA 3. Medische indicatie voor continue monitoring en noodzakelijk acuut ingrijpen op circulatie en/of ademhaling/ademweg? JA 4. Perioperatief geïnduceerd? NEE 5. Verwachte respiratoire verbetering binnen 1 uur met CPAP JA Uitkomst: CCU patiënt De intensivist wordt in medebehandeling gevraagd. De CPAP wordt gestart in overeenstemming met lokale protocollen en patiënt wordt volgens de lokale protocollen of op de CCU opgenomen of op de IC. Wanneer er onvoldoende verbetering is in het eerste uur wordt de patiënt alsnog in gezamenlijk overleg overgeplaatst naar de IC-afdeling onder hoofdbehandelaarschap van de intensivist. 21
22 D. Hypertensie Een patiënt meldt zich op de SEH met een ernstige hypertensie 290/150 mmhg. Hij is bekend met coronairlijden en een kreatinine van 150 umol/l. Het bewustzijn is aanvankelijk helder. De hartfrequentie 80/min en de ademfrequentie 20/min met een SpO 2 92%. Op de SEH wordt met labetolol tabletten de bloeddruk naar 150/95 mmhg teruggebracht. Stroomdiagram: 1. Solitair cardiaal falen? NEE 2. Potentieel levensbedreigend en één of meer orgaanfalen? JA 3. Medische indicatie voor continue monitoring en noodzakelijk acuut ingrijpen op circulatie en/of ademhaling/ademweg? NEE Uitkomst: MC patiënt De patiënt wordt opgenomen op de medium care voor bloeddrukverlagende behandeling. De bloeddruk loopt toch weer op en er ontstaat anurie en toename van dyspnoe. Ook na start furosemide neemt de diurese niet toe. Er is de volgende dag noodzaak tot nierfunctievervangende therapie mede gezien toegenomen overvulling op de thoraxfoto. De patiënt moet opnieuw het stroomdiagram doorlopen: Stroomdiagram: 1. Solitair cardiaal falen? NEE 2. Potentieel levensbedreigend en één of meer orgaanfalen? JA 3. Medische indicatie voor continue monitoring en noodzakelijk acuut ingrijpen op circulatie en/of ademhaling/ademweg? JA 4. Perioperatief geïnduceerd? NEE 5. Verwachte respiratoire verbetering binnen 1 uur met CPAP NEE Uitkomst: IC-patiënt E. Exacerbatie COPD Patiënte, 74 jaar oud, bekend met COPD gold 4 meld zich op de SEH. Sinds 2 dagen is er sprake van toenemende benauwdheid, Patiënte heeft een maximale EMV bij een hypercapnie, hypoxemie en een ph van 7,32. Ademhalingsfrequentie van 32/min en sinustachycardie van 110/min en een normale bloeddruk. Stroomdiagram: 1. Solitair cardiaal falen? NEE 2. Potentieel levensbedreigend en één of meer orgaanfalen? JA 3. Medische indicatie voor continue monitoring en noodzakelijk acuut ingrijpen op circulatie en/of ademhaling/ademweg? JA 4. Perioperatief geïnduceerd? NEE 5. Verwachte respiratoire verbetering binnen 1 uur met CPAP JA Uitkomst: respiratory care patiënt Patiënt wordt op de respiratory care unit onder hoofdbehandelaarschap van de longarts opgenomen en behandeld met BIPAP zoals in het zorgbeleidsplan van het ziekenhuis is omschreven. De intensivist is in medebehandeling. Er is geen ander orgaanfalen. Wanneer zich dat wel ontwikkelt of het respiratoire falen verergert, doorloopt de patiënt opnieuw het stroomschema en wordt naar de IC overgeplaatst. Conclusies 1. op basis van de hier beschreven definitie in combinatie met het stroomdiagram is te bepalen of een patiënt qua zorgzwaarte en ziekte aan de MC, BC/stroke unit, PACU, CCU of IC criteria voldoet; 2. op een IC worden niet uitsluitend IC-patiënten behandeld en bewaakt. Wel geven de definitie en stroomdiagram houvast voor het herkennen en erkennen van het type patiënt ten einde een adequaat zorgniveau te bewerkstelligen; 22
23 3. in het kader van kwaliteit van zorg en efficiëntie van zorg vallen alle patiënten die zich binnen de afdeling intensive care bevinden onder hoofdbehandelaarschap van de intensivist met het medebehandelaarschap van het desbetreffende poortspecialisme. Dit is vastgelegd in het zorgbeleidsplan van de instelling; 4. invasieve beademing behoort te worden verricht op een erkende IC-afdeling, met uitzondering van direct postoperatief beademen bij de PACU patiënt. Niet invasieve beademing (CPAP en BIPAP) kan ook buiten de IC plaatsvinden indien het team adequaat geschoold en bevoegd is (zie boven), in samenspraak met de intensivist. Verder horen er heldere, vastgelegde lokale afspraken te bestaan tussen intensivisten en de desbetreffende vakgroepen met betrekking tot indicatiestelling, overdracht en overleg. Aanbevelingen Patiënten met mono-orgaan falen waarvoor continue monitoring vereist is (zoals hart of brein) kunnen op een daartoe gespecialiseerde afdeling (zoals CCU of stroke unit) gemonitord dan wel behandeld worden. Het stroomdiagram moet gebruikt worden bij een patiënt met een bedreigde vitale functie en dient in geval van de uitkomst IC-patiënt bevestigd te worden door een intensivist. Daarnaast dienen alle opnames op de IC getoetst worden aan de lokale opnamecriteria en bevestigd door een intensivist Beademing op de CCU wordt alleen non-invasief uitgevoerd, onder vastgelegde voorwaarden in samenspraak met de intensivist voor een beperkte duur. Andere non-invasieve beademingsmethoden dan CPAP zijn niet van meerwaarde bij respiratoir falen van cardiale origine. CPAP en andere vormen van non-invasieve beademing kan op respiratory care afdelingen toegepast worden binnen lokale afspraken onder inhoudelijke voorwaarden, en uitsluitend na adequate scholing van medewerkers. Literatuurlijst Ambrosino N, Vagheggini G. Noninvasive positive pressure ventilation in the acute care setting: where are we? Eur Respir J 2008;31: Elliott MW, Confalonieri M, Nava S. Where to perform noninvasive ventilation? Eur Respir J 2002;19: Gray A, Goodacre S, Newby DE, Masson M, et al. Noninvasive ventilation in acute cardiogenic pulmonary edema. N Engl J Med 2008;359(2): Kastrup M, Seeling M, Barthel S, et al. Effects of intensivist coverage in a post-anaesthesia care unit on surgical patients' case mix and characteristics of the intensive care unit. Critical Care 2012;16:R126. Keenan SP, Sinuff T, Burns KE, et al. Clinical practice guidelines for the use of noninvasive positive-pressure ventilation and noninvasive continuous positive airway pressure in the acute care setting. CMAJ 2011;183(3):E195 E214. NVA. Richtlijn het Preoperatieve traject, NVA. PACU Visiedocument NVA, NVA. Richtlijn het Peroperatieve traject, NVA. Richtlijn het Postoperatieve traject, NVvC. Richtlijn voor de structuur en organisatie van de Coronary Care Unit en de Eerste Hart Hulp in Nederland,
Richtlijn Intensive Care
Richtlijn Intensive Care 40 INITIATIEF Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, Nederlandse Vereniging voor Intensive Care en Nederlandse Internisten Vereniging IN SAMENWERKING MET Nederlandse Vereniging
Nadere informatieConcept richtlijn Intensive Care 2013 versie 2.0. Geachte collega fellows,
Concept richtlijn Intensive Care 2013 versie 2.0 Geachte collega fellows, In dit artikel willen we enkele hoofdzaken bespreken die in de concept richtlijn Intensive Care staan en die naar alle waarschijnlijkheid
Nadere informatieCHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND. Nederlandse Vereniging voor Intensive Care
CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND Nederlandse Vereniging voor Intensive Care 1 Inhoudsopgave Blauwdruk Zorgbeleidsplan... 3 De IC- patiënt... 4 Hoe werken de professionals op de IC?...
Nadere informatieCHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND
CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND Nederlandse Vereniging voor Intensive Care 1 Inhoudsopgave Blauwdruk Zorgbeleidsplan... 3 De IC-patiënt... 4 Hoe werken de professionals op de IC?...
Nadere informatiejaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op:
Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2009-04-14 2-29 Inleiding De cijfers in dit rapport zijn gebaseerd op de records die opgenomen zijn in de landelijke database. Voor 2008 zijn 2083 aangeleverd, waarvan 5 zonder
Nadere informatie3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Organisatie van intensive care
Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële
Nadere informatieRichtlijn consultatieve psychiatrie
Richtlijn consultatieve psychiatrie A.F.G. Leentjens, A.D. Boenink, J.J. van Croonenborg, J.J.E. van Everdingen, C.M. van der Feltz-Cornelis, N.C. van der Laan, H. van Marwijk, T.W.D.P. van Os, H.N. Sno
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 9. Samenstelling van de werkgroep 11
Inhoud Voorwoord 9 Samenstelling van de werkgroep 11 Samenvatting 13 Samenvatting van de aanbevelingen 13 Symptomen van het PD 13 Criteria voor PD 14 Risicofactoren 14 Meetinstrumenten 14 Patiëntenperspectief
Nadere informatieDe anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg.
ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING (2004) PREOPERATIEVE ZORG De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. Doel Het doel van het anesthesiologische
Nadere informatieWhat matters to you? IC nivo. National institutes of health, USA. Nivo van zorg. Nederland, CBO 2006 12-5-2015
Beeld van een Intensive care Internationale / locale kwaliteitseisen Intensive Care JJ Koeijers St. Elisabeth Hospitaal Internist-Intensivist-Acute geneeskundige 10-5-2015, quality of care Inhoud Intensive
Nadere informatieLEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN 2007 Deze notitie is tot stand gekomen vanuit een samenwerkingsverband tussen onderstaande verenigingen en secties: NVKCh SKAZ SCK
Nadere informatieDe hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist
De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist 3 juli 2013 Inhoud. Hoe het was. En nu? Complicaties Klinisch vraagstuk Wat gebeurt er? Rol van vroege NIV Hoe doen wij het? Conclusie
Nadere informatieSamenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn
Definitief Rapport Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Bezoek aan Ziekenhuis Tjongerschans
Nadere informatieAlgemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde
Algemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde Colofon Algemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde Copyright VRA 2016 Nederlandse Vereniging van Revalidatiegeneeskunde Postbus 9696 3506 GR Utrecht vra@revalidatiegeneeskunde.nl
Nadere informatieTussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit
Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus
Nadere informatieVoorbeelden informatiepakketten
Bijlage 1 Voorbeelden informatiepakketten 4.3 Overdracht OK-verkoeverafdeling Hieronder wordt de overdracht van de operatiekamer naar de verkoeverafdeling besproken. De overdracht van de operatiekamer
Nadere informatieJaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:
Jaarverslag 2015 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2016-03-22 Inhoud Inleiding... 4 Minimale Data Set (MDS)... 5 Algemeen... 6 Aantal... 7 Her... 8 Herkomst... 9 Opnametype... 9 Leeftijd en Geslacht... 10 Reanimaties...
Nadere informatieBIJLAGE 1 Verslag bijeenkomst Stuurgroep IC (CONCEPT) 3 april 2017, 9.30u 11:00u, Utrecht- Domus Medica
BIJLAGE 1 Verslag bijeenkomst Stuurgroep IC (CONCEPT) 3 april 2017, 9.30u 11:00u, Utrecht- Domus Medica Aanwezig: Evert-Jan de Kruijf (NIV), Bas Oude Elberink (NIV), Lilian Vloet (FCIC), Marianne Brackel
Nadere informatieStaken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017
Staken van de behandeling op de IC wat zegt literatuur? Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 26 juli 2017 Inleiding Tegenwoordig overlijden patienten op de IC nadat wij besluiten met behandelen te staken
Nadere informatieMedische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA. 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA
Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA Rode Kruis Ziekenhuis Middelgroot perifeer ziekenhuis
Nadere informatieKwaliteitsstandaard Intensive Care. Consultatiedocument, opgesteld door de Adviescommissie Kwaliteit van het Zorginstituut, 13 april 2016.
Kwaliteitsstandaard Intensive Care Consultatiedocument, opgesteld door de Adviescommissie Kwaliteit van het Zorginstituut, 13 april 2016. PDF-versie 10 Inhoudsopgave Inleiding...3 1 De Intensive Care-patiënt...7
Nadere informatieChapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van
Nadere informatieAanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden
Aanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden Algemene informatie 1. Naam van de richtlijn: Richtlijn diagnostiek en beleid bij volwassenen met chronische nierschade (CNS) 2. Aanspreekpunt (welke partij?)
Nadere informatieLectoraat Acute Intensieve Zorg
Dr. Lilian Vloet (projectleider) Marijke Noome MSc (onderzoeker en verpleegkundige) Drs. Boukje Dijkstra (onderzoeker en IC-verpleegkundige) Lectoraat Acute Intensieve Zorg Inhoud Aanleiding project End-of-life
Nadere informatieSamenwerking op terrein van IC-zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost- Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn
Vastgesteld Rapport Samenwerking op terrein van IC-zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost- Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Bezoek aan Antonius Zorggroep te
Nadere informatieAnalyse online consultatie themacluster Acute Zorg
Analyse online consultatie themacluster Acute Zorg 27-06-2019 Tot dit cluster behoren de werkpraktijken: Cardiac Care, Intensive Care, Medium Care, Recovery, Ambulance en Spoedeisende Hulp. Aantal respondenten
Nadere informatieLeidraad Nieuwe Interventies in de Klinische Praktijk
Leidraad Nieuwe Interventies in de Klinische Praktijk Teus van Barneveld Directeur Kennisinstituut van Medisch Specialisten Symposium Evaluatie en Introductie Nieuwe Technologie in de Zorg, Amsterdam 16
Nadere informatieInvasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Nadere informatieConsensus based methodiek
Bijlage 9 Methode ontwikkeling Bij elke module staat aangegeven volgens welke methodiek deze is uitgewerkt: Consensus based methodiek Evidence based methodiek (EBRO) Evidence based methodiek (GRADE) Consensus
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Hordeolum en chalazion
Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Hordeolum en chalazion mei 2017 Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Hordeolum en chalazion Utrecht, 8 mei 2017 Inhoudsopgave 1 Samenstelling
Nadere informatieMarike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care
Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care ISBN 978-90-368-0903-0
Nadere informatie- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Nadere informatieHij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:
Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden
Nadere informatieNIV bij exacerbatie COPD
NIV bij exacerbatie COPD Petra Vos, longarts Guido Reijnen, longarts i.o. Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Doelen Voor welke patient is NIV op afdeling geindiceerd? Voor welke patient NIV op IC? Wie krijgt
Nadere informatieVoorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd.
Documentgebied: Document: Status: Titel: Voorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt 2016 Autorisator: Beheerder Auteur: Beheerder Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd. En
Nadere informatiesedatie Franske Keuter Coördinerend specialistisch inspecteur IGZ Projectleider Sedatie Heerenveen 17 september 2013 Sedatie 14-11-2012
sedatie Franske Keuter Coördinerend specialistisch inspecteur IGZ Projectleider Sedatie Heerenveen 17 september 2013 2 Sedatie 14-11-2012 1 context Behoefte zal alleen maar toenemen: aantal ingrepen buiten
Nadere informatieFORMULIER IV voor het beoordelen van een PATIËNT-CONTROLEONDERZOEK Versie oktober 2002, geldig t/m december 2005 Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier IV: beoordeling patiënt-controleonderzoek
Nadere informatieRichtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen
Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen Teus van Barneveld Directeur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten Regieraad: '51 ziekenhuizen is voldoende' Kwaliteitsinstituut
Nadere informatieANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009)
ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) DEFINITIES A Kind WGBO (bijlage 1): Kinderen tot 12 jaar hebben geen recht te beslissen over medische handelingen die henzelf aangaan.
Nadere informatieSamenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn
Definitief Rapport Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Bezoek aan Medisch Centrum Leeuwarden
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Wratten (verrucae vulgares/plantares)
Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Wratten (verrucae vulgares/plantares) Utrecht, 1 november 2016 Inhoudsopgave 1 Samenstelling werkgroep 3 2 Inleiding 4 2.1 Doel van de NHG-Behandelrichtlijn
Nadere informatieVastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda
Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Omschrijving Instelling Datum/tijd Plaats Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans
Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans april 2017 Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans Utrecht, 25 april 2017 Inhoudsopgave
Nadere informatieRibfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015
Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Casus M: motorrijder versus ander voertuig, van motor gevlogen, helm losgeraakt I: verdenking hematothorax, hoofdwond
Nadere informatieEvidence zoeken @ WWW
Evidence zoeken @ WWW Dirk Ubbink Evidence Based Surgery 2011 Informatie Jaarlijks: >20.000 tijdschriften en boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften Jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties
Nadere informatieCompagnoncursus. Martini Ziekenhuis. Juni 2012 Texel
Compagnoncursus Martini Ziekenhuis Juni 2012 Texel Intensive Care Martini Ziekenhuis Aantal bedden: 10 IC-bedden, uitbreiding tot 12 bedden verwacht in 2012 4 SDU-bedden 2 IC-BW bedden Personeel IC-verpleging/medewerkers:
Nadere informatieInstructie Intensive Care v (ingangsdatum instructie )
Instructie Intensive Care v20081001 (ingangsdatum instructie 1-1-2009) Contactgegevens Stichting DBC-Onderhoud Telefoon: 030-2739685 Fax: 030-2739553 E-mail Helpdesk: info@dbconderhoud.nl Internetadres:
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieElkerliek Ziekenhuis T.a.v. mevrouw prof. dr. E. de Bont, voorzitter raad van bestuur Postbus AB HELMOND
> Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Elkerliek Ziekenhuis T.a.v. mevrouw prof. dr. E. de Bont, voorzitter raad van bestuur Postbus 98 5700 AB HELMOND Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401
Nadere informatieHandhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen
Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Elise van Beeck Maatschappelijke Gezondheidszorg & Medische Microbiologie en Infectieziekten Erasmus MC Rotterdam Overzicht presentatie Introductie: waar is het
Nadere informatieAanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden
Aanbiedingsformulier voor kwaliteitsstandaarden Algemene informatie 1. Naam van de richtlijn: Richtlijn nierfunctievervangende behandeling, wel of niet? 2. Aanspreekpunt (welke partij?) voor de richtlijn:
Nadere informatieZorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof XH Diemen
Zorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof 11112 XH Diemen Datum: 18 april 2019 Betreft: Kwaliteitskader Spoedzorgketen Geachte heer Wijma, De afgelopen
Nadere informatieOntwikkeling van richtlijnen in stappen
Ontwikkeling van richtlijnen in stappen April 2017 Inleiding Evidence-based richtlijnen zijn de standaard op het gebied van richtlijnen. Deze richtlijnen bestaan uit aanbevelingen gebaseerd op bewijs uit
Nadere informatieVitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem
aan Factsheets indicatoren Vitaal Bedreigde Patiënt Publicatienummer: 2010.1201 (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Versiebeheer Wijzigingen 2009.1200 (feb 2009) Eerste versie 2010.1201 (mrt 2010) Bevindingen
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Nadere informatieAcute Zorg in Zeeland. De profieldiscussie toegelicht: Van EHBO naar de SEH van nu
Acute Zorg in Zeeland De profieldiscussie toegelicht: Van EHBO naar de SEH van nu Doel Is er nieuws onder de zon? Ecclesiasticus 1;9 Wat was het? Waar gaan we naartoe? Nieuws onder de zon? De patiënt vraagt
Nadere informatiePsychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit
Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in 2012 tot begin 2013 een thematoezicht
Nadere informatieWat is er toch gaande in de lucht!
Wat is er toch gaande in de lucht! J. J. (Hans) Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Afdeling Verloskunde Erasmus MC, University Medical Centre Rotterdam The Netherlands Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieVerzekeringsgeneeskunde en Wetenschap
Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,
Nadere informatieDirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010
Dirk Ubbink Evidence Based Surgery Workshop 2010 Jaarlijks: 20.000 tijdschriften 17.000 nieuwe boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties per dag!
Nadere informatieEvidence Based Nursing
Evidence Based Nursing - filosofie - Bart Geurden, RN, MScN Van verpleegkundige Diagnostiek naar evidence-based handelen Medische Diagnostiek >1900 Multi- Disciplinaire Problemen 1980- Verpleegkundige
Nadere informatieLandelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019
Consultenstage Deel 2: Nederlandse Internisten Vereniging Inhoud Consultenstage 3 Aanleiding 3 Begripsbepaling van de consultenstage 3 Leermiddelen 4 Eisen te stellen aan supervisie 4 Eisen te stellen
Nadere informatieProf. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn
Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,
Nadere informatieLeden van de Stuurgroep IC t.a.v. D. Gommers, voorzitter Stuurgroep IC
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Leden van de Stuurgroep t.a.v. D. Gommers, voorzitter Stuurgroep Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl
Nadere informatieZiN en kwaliteitsbeleid
ZiN en kwaliteitsbeleid Ineen Werkconferentie kwaliteit 24 april 2014 Prof Niek J de Wit, huisarts Lid advies commissie kwaliteit achtergrond Agenda Organisatie ZiN Visie op kwaliteit Kwaliteitsregister
Nadere informatieZoeken naar evidence
Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best
Nadere informatieDe 7 stappen van een CAT
De 7 stappen van een CAT Patiënt (praktijk) Vertaalslag (expert) Wetenschap (literatuur) 1 klinisch scenario trefwoorden 2 klinische vraag 3 literatuur search 4 kritisch beoordelen artikel 7 bottom line
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieNVIC Richtlijnen 2.0. Een revisie en update van de procedure richtlijnontwikkeling namens de commissie Richtlijnontwikkeling van de NVIC
NVIC Richtlijnen 2.0 Een revisie en update van de procedure richtlijnontwikkeling namens de commissie Richtlijnontwikkeling van de NVIC Definitieve versie vastgesteld op 7 november 2016 na laatste aanpassingen
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING In het eerste gedeelte van dit proefschrift worden verschillende coagulatie instrumenten tijdens laparoscopische ingrepen geëvalueerd ter voorkoming van bloedingen en gerelateerde
Nadere informatieRichtlijnontwikkeling Een praktische handleiding voor patiëntenvertegenwoordigers
Richtlijnontwikkeling Een praktische handleiding voor patiëntenvertegenwoordigers Ontwikkeld door: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) Versie
Nadere informatieNOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0
NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding De obstetrische
Nadere informatieVragen Medisch Specialist ambitie, vertrouwen, samenwerken
Vragen Medisch Specialist 2025 ambitie, vertrouwen, samenwerken 2 Visiedocument Medisch Specialist 2025 Colofon Het Visiedocument Medisch Specialist 2025 is een uitgave van de Federatie Medisch Specialisten
Nadere informatieDedicated Schakeljaar Vitale Functies
Dedicated Schakeljaar Vitale Functies 1. Inleiding Het schakeljaar vormt de verbinding tussen de studie geneeskunde en de vervolgopleidingen. De student leert te functioneren op het niveau van een beginnende
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Standaard Overspanning en burn-out (M110)
Totstandkoming en methoden NHG-Standaard Overspanning en burn-out (M110) Utrecht, November 2018 Inhoudsopgave 1 Samenstelling werkgroep 3 2 Inleiding 4 Doel van de standaard 4 Afbakening van het onderwerp
Nadere informatieVAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE
VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie
Nadere informatieECLS: Goede en minder goede indicaties. Diederik van Dijk
ECLS: Goede en minder goede indicaties Diederik van Dijk Extra Corporeal Life Support Bloedsomloop en ademhaling uit de muur Extra Corporeal Life Support De ultieme vorm van life support Maar ken uw beperkingen!
Nadere informatieNormering Chirurgische Behandelingen
Normering Chirurgische Behandelingen Versie 1.0 Januari 2011 I. Inleiding De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) is de beroepsvereniging van chirurgen in Nederland. In de NVvH participeren zeven
Nadere informatie3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Organisatie van Intensive Care
Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieNOTA ORGANISATIE 2E EN 3E LIJNS VERLOSKUNDIGE ZORG. Versie 1.0
NOTA ORGANISATIE 2E EN 3E LIJNS VERLOSKUNDIGE ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 22-03-2006 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording NVOG Algemeen Deze nota is opgesteld door vertegenwoordigers
Nadere informatieVeilige toepassing van medische technologie. Lessons (to be) learned
Veilige toepassing van medische technologie Lessons (to be) learned Inhoud 1. Belangrijkste resultaten 2. Op welke wijze kunnen ziekenhuizen een verbeterslag maken? Tabel 1: Nederlandse documenten veilig
Nadere informatieMultidisciplinaire richtlijn pediatrisch delier
Multidisciplinaire richtlijn pediatrisch delier J.N.M. Schieveld, E.R. de Graeff-Meeder, L.J. Kalverdijk, J.A.M. Gerver, H. Knoester, M. de Neef, W.G. Ista, M. de Hoog, E. Koomen, C.E. Catsman-Berrevoets,
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43550 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Brunsveld-Reinders, A.H. Title: Communication in critical care : measuring and
Nadere informatieKwaliteitsnormen. Blaascarcinoom
Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds
Nadere informatieHANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING
HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING VERSIE VOOR WERKGROEPLEDEN Versie juni 2013 VERANTWOORDING De handleiding indicatorenontwikkeling voor werkgroepleden is gemaakt door medewerkers van het Kennisinstituut
Nadere informatieJaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:
Jaarverslag Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2014-04-29 2-42 Inleiding Voor u ligt de MDS NICE jaarrapportage over het jaar. De cijfers in deze rapportage zijn gebaseerd op de records die zijn opgenomen in de
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Hidradenitis suppurativa
Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Hidradenitis suppurativa april 2017 Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Hidradenitis suppurativa Utrecht, 19 april 2017 Inhoudsopgave 1 Samenstelling
Nadere informatieLUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:
Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen
Nadere informatieSPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016)
SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016) Januari 2015 1. Inleiding Dit document bevat de spelregels
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Hyperhidrose
Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Hyperhidrose april 2017 Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Hyperhidrose Utrecht, 26 april 2017 Inhoudsopgave 1 Samenstelling werkgroep 3 2
Nadere informatieCase Based Discussion Formulier
Case Based Discussion Formulier Kandidaat Datum Beoordelaar Functie beoordelaar Patient probleem Patient gegevens leeftijd: M/V triage categorie: BEOORDELING Onvoldoende ondanks Voldoende met behulp van
Nadere informatieInhoudsopgave
1 Inhoudsopgave 04 06 10 19 30 38 43 54 61 66 71 2 78 79 80 82 83 90 91 99 113 115 116 120 124 125 3 Samenvatting met kernaanbeveling 4 5 Inleiding Aanleiding en doel Aanleiding 6 Doelgroep 7 8 De geldigheid
Nadere informatieGHB hulpvraag in Nederland
GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieEvidence based nursing: wat is dat?
Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen
Nadere informatieVerslag jaargesprek 2015 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) met het bestuur van het OLVG, locatie Oost te Amsterdam
Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518Adresgegevens (postadres) Utrecht 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl T DEFINITIEF VGR 1006024 1257872 Datum 8 februari 2016 8 februari
Nadere informatieAfspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen
Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen Versie 1.0, 15 oktober 2015 Achtergrond Patiëntbetrokkenheid bij richtlijnen krijgt de laatste jaren steeds meer vorm. In principe
Nadere informatieEindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige
Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive
Nadere informatie