Inleiding. Beste lezer,

Transcriptie

1 Schoolgids De Kapstok deel C 2017/2018

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Opbrengstgericht werken 4 2. Opbrengsten van onze school Verantwoording 2016/ Onze standaarden en ambities Totale uitstroom Uitstroom van niet kort-verblijf leerlingen Vergelijking uitstroom met OPP Examenresultaten 2016/ Aantal leerlingen naar hoger leerjaar Analyse van de opbrengsten Consequenties voor ons onderwijs Bestendiging Analyse van de bestendiging Consequenties voor ons onderwijs 18 2

3 Inleiding Beste lezer, Onze schoolgids is opgeknipt in drie delen, deel A, B en C. Dit is deel C. In dit deel vertellen wij u over ontwikkeling van de kwaliteit van onze school en de opbrengsten van onze school. Hoeveel leerlingen zijn bijvoorbeeld uitgestroomd in de afgelopen jaren? Waar gingen zij naartoe? Sluit dit aan op de verwachtingen die wij hadden? En zo ja, wisten zij hun vervolgplek twee jaar na het verlaten van onze school te bestendigen? Zo nee, hoe kwam dat? Welke consequenties heeft deze analyse voor de inrichting van ons onderwijs? In dit deel van de schoolgids leggen wij verantwoording af over de opbrengsten van ons onderwijs, in relatie tot het vooraf opgestelde ontwikkelingsperspectief voor iedere leerling. Wij willen eruit halen wat erin zit. Wij geven daarom antwoord op vragen als Waar zijn onze leerlingen naartoe gegaan na het verlaten van onze school? en Hoe verhoudt dit zich tot de verwachtingen en de schoolnormen die wij hadden? In deel A van onze schoolgids geven wij u korte, praktische informatie over onze school. Denkt u daarbij aan de bereikbaarheid van onze school, de schooltijden of de schoolvakanties. In deel B van de schoolgids geven wij u allerlei achtergrondinformatie over onze school. U vindt beide delen op onze website, Een fijn schooljaar toegewenst, in goede samenwerking! Namens het schoolteam, Thyrza Hylkema Gerard Groeneweg Sandy de Munck Mortier 3

4 1. Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken Wij werken opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken is het stellen van doelen, hieraan werken en vervolgens systematisch evalueren of de doelen zijn behaald. We kijken vanuit een breed perspectief naar de mate waarin we opbrengstgericht werken. Daarmee beginnen we op schoolniveau, vervolgens kijken we naar het groepsniveau en aansluitend kijken we naar de individuele leerling. Wij halen eruit wat erin zit! Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. De opdracht aan ons is om iedere leerling aan de hand van de kerndoelen en de daarin besloten kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen tot optimale ontwikkeling te brengen. Centraal staat dat wij eruit halen wat erin zit. In de toekomst zullen er landelijke standaarden komen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs, zodat wij onze schoolresultaten daar tegen af kunnen zetten. Op dit moment zijn die landelijke standaarden er echter nog niet. Daarom beoordelen we onze behaalde opbrengsten op grond van schooleigen standaarden en maken we duidelijk welke consequenties we verbinden aan de uitkomsten van deze evaluatie voor de inrichting van ons onderwijs. Resultaat op drie niveaus 1. Schoolniveau: Alle resultaten van alle leerlingen worden in kaart gebracht op het niveau van de schoolpopulatie. Die resultaten worden vergeleken met onze schoolnorm, de schoolstandaard. Uitkomst van die vergelijking leidt tot conclusies en soms ook tot aanpassingen in ons onderwijs. 2. Groepsniveau: De resultaten van iedere groep worden in kaart gebracht, gespecificeerd naar vakgebied. De resultaten van een betreffende groep worden vergeleken met de groepsstandaard. Bij grote diversiteit binnen de groep leerlingen, is het maken van een groepsstandaard niet altijd mogelijk. Ook op groepsniveau kunnen conclusies getrokken worden die kunnen leiden tot aanpassingen van het onderwijs is de betreffende klas. 3. Leerlingniveau: Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld, met daarin een uitstroomprofiel en een leerroute. Zowel tussentijds als bij verwijzing naar de uiteindelijke uitstroombestemming, wordt een vergelijking gemaakt met de bestemming die in het OPP werd ingeschat voor de leerling. Opbrengstgericht werken is een continu proces. De standaarden en bijbehorende ambities worden daarom na enkele jaren opnieuw vastgesteld. Op basis van de data die ons ter beschikking staan, zijn we in staat om steeds scherper te meten, conclusies te trekken en uiteindelijk betere resultaten te behalen voor de leerling, de groep en de hele schoolpopulatie. Hoe tonen we de toegevoegde waarde van ons onderwijs aan? Dit is voor ons de belangrijkste vraag die er is. Een vraag die wij onszelf voortdurend stellen. Het antwoord daarop geven wij in het volgende hoofdstuk: Opbrengsten van onze school. U vindt daarin onder andere de uitstroomgegevens van onze leerlingen, zowel einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Ook maken wij de vergelijking tussen de gerealiseerde uitstroom en de verwachting die in het OPP werd gesteld. Tevens maken wij een analyse van deze resultaten en verbinden wij daar consequenties aan voor de inrichting van ons onderwijs in het volgende schooljaar. 4

5 2. Opbrengsten van onze school 2.1 Verantwoording 2016/2017 Kwaliteitszorg is binnen onze school meer dan alleen maar een begrip. De opbrengsten van onze leerlingen kunnen we alleen maar meten als we onze kwaliteitszorg goed op orde hebben. Daarin zetten we steeds een stap verder. Alle scholen van Attendiz, ook de onze, werken binnen de kaders van het Attendiz Instituutsplan, een plan waarin de doelstellingen voor de periode 2016/2020 zijn vertaald. Dat instituutsplan vormde de leidraad voor ons eigen schoolplan 2016/2020. In ons schoolplan hebben wij concrete doelen geformuleerd, opgesplitst in een jaarplan voor elk betreffend schooljaar en gerelateerd aan de factoren in de kwaliteitskaarten die wij gebruiken. In deze paragraaf kijken we terug en blikken we vooruit! Wat hadden we ons voorgenomen en wat was daarvan het resultaat? We geven weer welke doelen wij onszelf afgelopen schooljaar stelden in ons jaarplan, welke doelen wij dit huidige schooljaar willen bereiken en hoe dit zich verhoudt tot de verantwoording die wij vorig jaar aflegden in deel C van onze schoolgids. Beleidsdoelstellingen schooljaar 2016/2017 De beleidsdoelstellingen die wij voor het afgelopen schooljaar formuleerden waren: Doelen m.b.t. het leerstofaanbod: 1. Implementatie nieuwe methode Strux. 2. We spelen in op de talenten en leerbehoeften van leerlingen door: Het onderwijsleerproces jaarlijks te evalueren en bij te stellen. Aandacht te besteden aan beroepskeuzes van leerlingen. Het invoeren van PBS op alle Kapstoklocaties. Het invoeren van het directe instructiemodel op alle Kapstoklocaties. Het invoeren van de ABCmethodiek op alle Kapstoklocaties. 3. We werken aan de doorgaande leerlijn van de AGL door het aankleden van leerlijnen en het maken van lesplanners, met extra aandacht voor ICT, Creatieve en Lichamelijke ontwikkeling. We richten de arrangementen verdiept, basis en intensief in. 4. We hebben in 2020 het werken op basis van 21st century skills geïntegreerd in de dagelijkse praktijk door: Het onderwijs bij De Kapstok boeiend en betekenisvol te maken. Doelen m.b.t. de onderwijstijd: 5. Vanuit data sturen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen binnen de verschillende vakken. 6. Vergroten van effectieve onderwijstijd per vakgebied. Doelen m.b.t. contacten met ouders/verzorgers: 7. De Kapstok organiseert voortgangsgesprekken met ouders/verzorgers en bevordert onderlinge contacten tussen school, ouders/verzorgers en jeugdhulpverlening. 8. De Kapstok brengt nieuwsbrieven uit. 9. De Kapstok neemt de rol van de ouders op in het stagebeleidsplan. 5

6 In hoeverre wisten wij deze doelstellingen te behalen? Doelen m.b.t. het leerstofaanbod: 1. Implementatie nieuwe methode Strux. De methode Strux is ingevoerd in de onder- en middenbouw van De Kapstok. Voor de vakken Voorbereiding op Arbeid (VoA) en Mens en Maatschappij is dit de methode waar we mee werken. Voor de vakken Engels, Nederlands, Rekenen en Wiskunde wordt Strux ter ondersteuning of aanvulling gebruikt op de methode Deviant. De stof is afgestemd op de advieslesurentabel en er zijn jaarplanners gemaakt. De eerste ervaringen zijn positief. 2. We spelen in op de talenten en leerbehoeften van leerlingen door: Het onderwijsleerproces jaarlijks te evalueren en bij te stellen. Het onderwijsleerproces is geëvalueerd en de resultaten van de evaluatie zijn meegenomen in het Attendiz reorganisatieplan betreffende De Kapstok. Met name de aansluiting bovenbouw (leerwerktrajecten) is in een doorlopende leerlijn gebracht. Aandacht te besteden aan beroepskeuzes van leerlingen. Op de teamvergaderingen, de CvB vergaderingen en de leerlingbesprekingen wordt aandacht besteed aan de beroepskeuze van de leerlingen. Het invoeren van PBS op alle Kapstoklocaties. De implementatie loopt. De Krabbenbosweg en Mota staan nog voor de komende periode op de planning. Het invoeren van het directe instructiemodel op alle Kapstoklocaties. De implementatie loopt. Vrijwel alle medewerkers hebben de cursus gevolgd. De praktijkbegeleiders worden hierin nog verder geschoold binnen de opleiding voor het Pedagogisch Didactisch Diploma. Het invoeren van de ABC-methodiek op alle Kapstoklocaties. Deze implementatie is afgerond. Alle collega s zijn geschoold. Schooljaar vindt er een herhalingscursus plaats, gecombineerd met coaching on the job. 3. We werken aan de doorgaande leerlijn van de AGL door het aankleden van leerlijnen en het maken van lesplanners, met extra aandacht voor ICT, Creatieve en Lichamelijke ontwikkeling. We richten de arrangementen verdiept, basis en intensief in. Voor ICT is het beleidsplan opgesteld. We werken aan een lessencyclus die gebruikt kan worden als doorgaande leerlijn. De leerlijn lichamelijke ontwikkeling is weggezet en de leerlijn creatief is voor de onder- en middenbouw in ontwikkeling. 4. Het onderwijs bij De Kapstok boeiend en betekenisvol te maken. Dit doen we door meer integratie van ICT. De collega s van De Kapstok worden geschoold in het gebruik van het digibord en gebruikmaken van handige tools, bijvoorbeeld Gynzy en Kahoot. 6

7 Doelen m.b.t. de onderwijstijd: 5. Vanuit data sturen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen binnen de verschillende vakken. Registratie van vorderingen en belangstelling wordt beter gevolgd. In schooljaar wordt dit binnen Attendiz opgenomen in ons nieuw in te voeren leerlingenvolgsysteem Presentis. 6. Vergroten van effectieve onderwijstijd per vakgebied. Afgelopen schooljaar zijn de leerkrachten van De kapstok geschoold op het Direct Instructiemodel en dit heeft een positief effect op de effectieve onderwijstijd. De praktijkbegeleiders worden hier in schooljaar verder in geschoold binnen de opleiding Pedagogisch Didactisch Diploma. Doelen m.b.t. contacten met ouders/verzorgers: 7. De Kapstok organiseert voortgangsgesprekken met ouders/verzorgers en bevordert onderlinge contacten tussen school, ouders/verzorgers en jeugdhulpverlening. Doel is behaald. Het beleid is dat ouders/ verzorgers van alle ontwikkelingen op de hoogte gehouden worden. Er wordt direct contact opgenomen bij bijzonderheden. Daarnaast is er met alle ouders minimaal twee keer per schooljaar uitgebreid contact over de voortgang. 8. De Kapstok brengt nieuwsbrieven uit. Doel is deels behaald. Mede door de grootte van de Kapstok is er vorig schooljaar niet op alle locaties structureel in een nieuwsbrief voorzien. Dit moet beter en dit doel blijft staan voor schooljaar De Kapstok neemt de rol van de ouders op in het stagebeleidsplan. Het stagebeleidsplan moet nog aangepast worden aan de nieuwe werkwijze van De Kapstok bovenbouw. In de praktijk worden ouders wel betrokken, maar dit is nu nog niet in het beleidsstuk vastgelegd. Beleidsdoelstellingen schooljaar 2017/2018 Welke doelstellingen willen we dit schooljaar bereiken? 1. In ons reorganisatieplan staat beschreven dat de leerlingen vanaf de middenbouw AGL stage lopen (BES; begeleide externe stage) in de bovenbouw (leerwerktrajecten). De derdejaars leerlingen komen een dag per week, de vierdejaars twee dagen per week. In de bovenbouw (leerjaar 5 en leerjaar 6) gaan de leerlingen, als dit gezien hun ontwikkeling mogelijk is, op zelfstandig externe stage (ZES). 2. Om externe stages mogelijk te maken is het gewenst dat zo veel mogelijk leerlingen in de middenbouw al een beroepskeuze kunnen maken. Aan het einde van het vierde leerjaar wordt er vanaf schooljaar actief gezocht naar externe stageplekken, waardoor de leerlingenaantallen na de zomer op de leerwerktrajecten meer in verhouding staan met het aantal personeelsleden. 7

8 2.2 Onze standaarden en ambities We meten onze kwaliteit door een stip op de horizon te zetten. Welke doelen willen we bereiken? En wanneer willen we die bereikt hebben? Kortom, wat zijn onze standaarden en ambities? Is het ons gelukt? Dan zetten we in op verdere verbetering. Is het ons niet gelukt, dan kijken we waardoor dit komt en passen we ons beleid hierop aan. Toch strekt de meting van kwaliteit binnen onze school verder dan alleen het stellen van standaarden en ambities. Minstens zo belangrijk is de meting van de veiligheidsbeleving. Jaarlijks voeren wij die meting uit onder onze leerlingen, vierjaarlijks betrekken wij daar ook hun ouders en onze medewerkers bij. Met behulp van SCOL, de Sociale Competentie Observatie Lijst houden we de sociaalemotionele ontwikkeling van onze leerlingen bij Leergebied overstijgende doelen In ons onderwijs hebben we een leerroute; de AGL. We baseren ons op de kerndoelen en de CED-leerlijnen. Deze geven richting aan de inhoud van ons onderwijs. Op grond hiervan nemen we een individuele maatregel of we wijzigen van arrangement. Eventueel kan het ontwikkelingsperspectief worden aangepast. Als er veel gelijksoortige individuele maatregelen nodig zijn, dan pakken we dit groepsgewijs aan. Doelen m.b.t. eindresultaten en eindopbrengsten: 1. Nederlands en Rekenen en Wiskunde 25% van de leerlingen beheerst 2F 75% van de leerlingen beheerst 1F 90% van de leerlingen beheerst op weg naar 1F 2. 55% stroomt uit naar een al dan niet gesubsidieerde arbeidsplek (Participatiewet) % stroomt uit naar vervolgonderwijs (BBL, mbo) 4. Maximaal 15% stroomt uit naar arbeidsmatige dagbesteding 5. 75% van de leerlingen behaalt de uitstroombestemming in het ontwikkelingsperspectief De vraag die we ons, naast de leergebied specifieke doelen, twee keer per schooljaar stellen is: wat heeft dit kind aan leergebied overstijgende doelen nodig om zijn of haar ontwikkelingsperspectief te behalen? Soms moeten we het onderwijs aan een leerling nog iets verder aanscherpen, omdat de onderwijsaanpak die hij ontvangt, niet passend is bij zijn behoeften. We signaleren deze leerlingen aan de hand van twee criteria: Er is sprake van onvoldoende vaardigheidsgroei. Er is sprake van een situatie van niet gedijen, van onvoldoende welbevinden en betrokkenheid. Voor een leerling die aan een van deze criteria voldoet, verzamelen we handelingsgerichte gegevens, bepalen we welk doel we willen nastreven en wat zijn onderwijsbehoeften zijn. 8

9 Resultaten m.b.t. eindresultaten en eindopbrengsten: 1. Nederlands en Rekenen en Wiskunde 33,5% van de leerlingen beheerst 2F; doel behaald 66,5 % van de leerlingen beheerst 1F; doel niet behaald 90% van de leerlingen beheerst op weg naar 1F; niet behaald Deze resultaten gelden voor de leerlingen die zowel voor rekenen als Nederlands op 1F, respectievelijk 2 F behaald hebben. Wij zien binnen onze doelgroep veel leerlingen met hiaten op een van deze vakken. Volgend schooljaar gaan we Nederlands, rekenen en wiskunde apart scoren. 9% van onze leerlingen een IQ <70. Houden we deze 14 leerlingen, waarvan we van te voren vastgesteld hebben dat ze niet op 1F zouden uitstromen, buiten de score-groep, dan komen we tot de volgende opbrengstpercentage dat 94% % van de leerlingen 1F beheerst % stroomt uit naar een al dan niet gesubsidieerde arbeidsplek (Participatiewet); doel behaald 3. 18% stroomt uit naar vervolgonderwijs (BBL, mbo); doel niet behaald 4. 10% stroomt uit naar arbeidsmatige dagbesteding; doel behaald 5. 74% van de leerlingen behaalt de uitstroombestemming in het ontwikkelingsperspectief; doel niet behaald Meting veiligheidsbeleving De veiligheidsbeleving is gemeten met een online vragenlijst via Vensters. De leerlingen van De Kapstok zijn verdeeld over twee groepen, namelijk Mota en de overige locaties. In totaal hebben 102 leerlingen de vragenlijst ingevuld (60 van Mota en 42 van de andere locaties). De lijsten zijn helaas door te weinig respondenten ingevuld, waardoor de betrouwbaarheid laag is. Het lage aantal respondenten wijten we aan het korte tijdsbestek waarbinnen de lijsten moesten worden ingevuld. De lijst moest via een link individueel worden ingevuld. Dit kost de leerkrachten veel tijd. Het gemiddelde cijfer per categorie van sociale veiligheid: - Aantasting sociale en fysieke veiligheid 9,6 - Ervaren sociale en fysieke veiligheid 7,6 - Welbevinden op school 6,9 Wij zijn zeer tevreden met de resultaten. Volgend jaar gaan we per leerwerktraject de resultaten meten, zodat we betere analyses per locatie kunnen maken. Ook gaan we meer aandacht besteden aan de afname, zodat we meer respondenten en betrouwbare resultaten krijgen Meting SCOL Iedere school is verplicht jaarlijks de sociale opbrengsten van de leerlingen te meten. Binnen Attendiz is hiervoor de SCOL aangeschaft. De SCOL is afgenomen bij de onder- en middenbouw van De Kapstok. Het gebruik van de SCOL is door de CVB geëvalueerd. Hieronder de belangrijkste uitkomsten: Pluspunten: Invullen gaat snel (5 à 10 minuten per leerling). De leerkrachtversie van de SCOL is betrouwbaar. Het is de bedoeling dat de SCOL binnen heel Attendiz gebruikt wordt. Voor leerlingen vanuit andere Attendiz locaties zijn dus al gegevens beschikbaar. 9

10 Minpunten: Attendiz maakt gebruik van de SO versie (leeftijd: 8-12 jaar). Deze is niet gevalideerd voor de Kapstok populatie (12-20 jaar). Er wordt van de invuller verwacht dat hij het gedrag van elke leerling af zet tegen wat in die leeftijdgroep normaal is. Bekend is dat leraren op den duur de doelgroep zelf als uitgangspunt nemen. Dat is immers voor hen 'normaal' gedrag en daar zetten ze elke leerling vervolgens weer tegen af. Het gevolg is dat de SCOL in het (V)SO een vertekend beeld geeft van de werkelijkheid. Voor zover ons bekend zijn er geen andere gevalideerde meetinstrumenten gericht op de sociale opbrengsten. Er zijn twijfels over de bruikbaarheid van de SCOL bij De Kapstok. De CVB van de Kapstok zoekt in samenwerking met de werkgroep SCOL van Attendiz een oplossing voor dit probleem. Tevens worden de ervaringen met de SCOL bij Attendiz nog geëvalueerd. Resultaten: Hieronder de resultaten van de afname van de SCOL bij de onder- en middenbouw van de Kapstok. De maximale score die gegeven kan worden op de SCOL is 5. De Kapstok hanteert een grensscore van 2.5. De ambitie is een score van 3 (75% van de leerlingen scoort 3 of hoger). De gebieden waar het zwakst op gescoord is zijn de verbeterdoelen voor de komende periode. In de grafiek hieronder worden de resultaten per klas en per categorie weergegeven. Zoals te zien is in de grafiek is het leren omgaan met ruzie een aandachtspunt voor de leerlingen op De Kapstok. 5 4 Omgaan met ruzie Opkomen voor jezelf 3 2 Een keuze maken Jezelf presenteren Een taak uitvoeren Samen spelen en werken Aardig doen 1 Ervaringen delen 0 AGL 1A AGL 1B AGL 2 AGL 3A AGL 3B AGL 4 10

11 2.3 Totale uitstroom schooljaar 2016/2017 In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de totale uitstroom in aantallen leerlingen onderscheiden in verschillende categorieën. In onderwijskundige eenheden kort verblijf en onderwijskundige eenheden lang verblijf. De eerste groep betreft scholen waar op basis van een samenwerkingsovereenkomst residentiele plaats bekostiging (RP) plaatsvindt. Totaal aantal leerlingen op 1 oktober j.l. 346 Kort verblijf leerlingen op 1 oktober j.l. (RP) 0 Overige leerlingen op 1 oktober j.l. 346 Schooljaar 2016/2017 Totaal aantal leerlingen dat de school dit schooljaar heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat korter dan zes weken de school heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat langer dan zes weken en korter dan 1 jaar de school heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat langer dan 1 jaar de school heeft verlaten Aantal kortverblijf leerlingen dat de school dit jaar verlaten heeft (RP)

12 2.4 Uitstroom van niet-kortverblijf leerlingen schooljaar 2016/2017 Uitstroom van leerlingen die langer dan 6 weken op de school verbleven, zowel tussentijdse als einduitstroom: Uitstroombestemming Aantal leerlingen Vso dagbesteding niet-arbeidsmatig al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële instelling Vso dagbesteding arbeidsmatig al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) 1 residentiële instelling Vso arbeid/praktijkgericht onderwijs al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) 13 residentiële instelling Vso vmbo bbl + kbl al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële instelling Vso vmbo gl + tl al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële instelling Vso havo al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële instelling Vso vwo al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële instelling Vso gecombineerde brugklas vmbo/havo al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi) residentiële instelling Vso gecombineerde brugklas havo/vwo al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi) residentiële instelling Praktijkonderwijs (pro) Vmbo bbl + kbl (inclusief en exclusief lwoo) Vmbo gl + tl (inclusief en exclusief lwoo) Havo Vwo Gecombineerde brugklas vmbo/havo Gecombineerde brugklas havo/vwo Vavo MBO niveau 1 8 MBO niveau 2 15 MBO niveau HBO Reguliere arbeidsplaats al dan niet met subsidie 68 Sociale werkvoorziening / Sociale werkplaats 1 Arbeidstrainingscentrum welke niet verbonden is aan een MBO (ATC) 19 Arbeidsmatige dagbesteding 15 Niet arbeidsmatige dagbesteding 1 Zorg zonder onderwijs 3 Vrijwilligerswerk 2 Niet bekostigd onderwijs Thuiszitter, niet meer leerplichtig 7 Thuiszitter met leerplichtontheffing Thuiszitter zonder leerplichtontheffing Buitenland Overleden Onbekend TOTAAL 12

13 Uitstroomniveau: Uitstroomniveau <1F 23 1F 82 2F of hoger 53 Leerroute Arbeid Totaal 158 Indien beschikbaar de IQ scores van de uitgestroomde leerlingen: > Geschat Geschat < Onbekend 6 Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 32 13

14 2.5 Vergelijking van de uitstroom 2016/2017 met het eerder gestelde OPP In deze paragraaf wordt het OPP in verband gebracht met de uiteindelijke uitstroom. Dit geldt zowel ten aanzien van einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Het gaat om leerlingen die langer dan zes weken op onze school verbleven en die in 2016/2017 zijn uitgestroomd. We willen weten hoeveel leerlingen zijn uitgestroomd op het niveau van de verwachte uitstroombestemming. Het betreft de verwachte uitstroombestemming die is opgenomen in het OPP twee jaar voorafgaand aan het moment van uitstroom. In het geval een leerling korter dan 2 jaar op school verbleef, houden we het bij binnenkomst op onze school opgestelde OPP van de leerling aan. Resultaat Onder het niveau dat was vastgesteld in het OPP Op het niveau dat was vastgesteld in het OPP Boven het niveau dat was vastgesteld in het OPP. Aantal Percentages leerlingen 25 16% % 16 10% Totaal % behalen van een entree-diploma belangrijk voor de toekomst van die leerlingen. In schooljaar zijn er 7 leerlingen die in januari 2017 geslaagd zijn voor de entreeopleiding van het ROC en 22 leerlingen in juni Van deze leerlingen stromen er 15 leerlingen door naar het ROC niveau 2. De overige 14 leerlingen stromen uit naar arbeid (al dan niet met een subsidie). 2.7 Aantal leerlingen dat is doorgestroomd naar een hoger leerjaar, overgang schooljaar 2016/2017 naar schooljaar 2017/2018 Een goede analyse van de uitstroom, zowel aan het einde als tussentijds, geeft ons allerhande informatie waarmee we ons onderwijs kunnen controleren en verbeteren. Als school houden we ook onze interne doorstroom goed bij. Wat leert ons de doorstroom van de groepen leerlingen gedurende de tijd die ze op onze school zitten? In de tabel hieronder geven we de cijfers. 2.6 Examenresultaten schooljaar 2016/2017 Wij bieden de arbeidsmarktgerichte leerweg aan. Aan het einde van de schoolloopbaan geven we een aantal leerlingen, die over de cognitieve en praktische vaardigheden beschikken, de mogelijkheid om een entreediploma te behalen. Dit heeft als doel dat deze leerlingen na dit schooljaar, of in de toekomst, de mogelijkheid hebben om een niveau 2 opleiding op het ROC/ AOC te volgen. Aangezien de niveau 2 opleiding landelijk erkend wordt als startkwalificatie, is het 14

15 Doorstroomtabel Schooljaar Aantal leerlingen dat is bevorderd naar het volgende leerjaar (inclusief uitstroom) Aantal leerlingen dat niet bevorderd is/gedoubleerd 2016/2017 totaal 348 leerlingen Het aantal leerlingen dat niet bevorderd is/gedoubleerd betreft voornamelijk de leerlingen die vanuit hun achterstand in mentale ontwikkeling nog niet in staat zijn om zelfstandig op externe stage te kunnen (ZES). Voor deze leerlingen is in veel gevallen dan ook al een verlenging van de TLV afgegeven. 2.8 Analyse van de opbrengsten Sinds het schooljaar is De Kapstok de VSO-AGL school van Attendiz. Dit houdt in dat we sinds afgelopen schooljaar in de transitie zitten van de invlechting van het onderwijs aan jarigen. We bedienen nu de doelgroep jarigen. Binnen deze nieuwe afdelingen onder- en middenbouw van de AGL-route zijn leerlijnen ontwikkeld die grotendeels (in ieder geval voor de kernvakken) afgelopen schooljaar al geïmplementeerd zijn. Daarnaast heeft er een doorontwikkeling van de AGL bovenbouw (leerwerktrajecten) plaatsgevonden, mede noodzakelijk gemaakt door de reorganisatie (we moeten het met minder mensen doen). Ten aanzien van de uitstroom naar (al dan niet gesubsidieerde) arbeid, zien we een lichte daling ten aanzien van vorig schooljaar (58% t.a.v. 60%). Deze daling is dusdanig klein dat we daar geen directe verklaring voor kunnen vinden. Een kleiner aantal leerlingen is uitgestroomd naar de Arbeidsmatige Dagbesteding. Dit jaar 9% tegen 15% van vorig schooljaar. De ene leerling die dit jaar naar een andere vorm van Dagbesteding is uitgestroomd betekent een continuering van de dalende tendens. Dit tegen onze verwachting in. Vorig jaar verwachten we juist dat dit percentage zou stijgen in de toekomst, gezien de verdichting van de problematiek. Deels is dit verschil te verklaren door de toename van de uitstroom naar onderwijs binnen een andere VSO-setting gekoppeld aan een ambulante of (semi)residentiele instelling (9%). Ons beleid is er dit jaar op gericht om eerder te verwijzen naar 2 e lijnsvoorzieningen. 4% van de uitstroomleerlingen zijn thuiszitters, niet meer leerplichtig. Ten aanzien van vorig schooljaar (toen 8%) is dit een verbetering. 2% van de uitgestroomde leerlingen zitten in een zorginstelling. Dit is dezelfde score ten aanzien van vorig jaar. Evenals vorig schooljaar zijn er geen leerlingen meer met de uitstroom onbekend. Toen al verklaarden we dit een gevolg is van het beter registreren van gegevens, dit zet zich op gelijkerwijze voort. 15

16 2.9 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs Door de reorganisatie is er minder volume van leerlingen met een forse personele krimp als gevolg en het sluiten van enkele locaties. De eerdere situatie waarin naast leraren ook technisch assistenten (en de aanverwante functies leraar-ondersteuner, ICT- en pedagogisch medewerker en medewerker huishoudelijke dienst) het onderwijs vorm gaven was formatief niet meer op te brengen. Het aantal mensen in de functies trajectbegeleider, technisch assistent (schaal 5,6 en 7) en de aanverwante functies leraar-ondersteuner, ICT- en pedagogisch medewerker en medewerker huishoudelijke zijn drastisch gedaald. Om de kwaliteit van de opleidingstrajecten te kunnen waarborgen zijn de functies naast de leraar vervangen door de nieuwe functie van praktijkbegeleider. De benoemde praktijkbegeleiders beschikken of studeren voor het pedagogisch didactisch diploma. Leraar Technisch assistent Leraar-ondersteuner ICT medewerker Pedagogisch medewerker Medewerker huishoudelijke dienst Leraar Instructeur/praktijkbegeleider Het onderwijs is nu ingericht in 5 beroepssectoren: - Techniek - Dienstverlening (horeca/zorg/ facilitair) - ICT/ Grafisch - Groen en Dier - Verkoop en Retail / administratie In de bovenbouw dragen de leerkrachten in een team met praktijkbegeleiders de primaire verantwoordelijkheid over de leerlingen binnen de beroepssectoren. De medewerkers in de nieuwe functie van praktijkbegeleider zijn verantwoordelijk voor de aanpak waarbij leerlingen via een intensief, planmatig, fasegewijs traject van interne naar externe stage worden begeleid. Onze praktijkbegeleiders beschikken over veel kennis van en ervaring in de beroepspraktijk en zijn heel gemotiveerd om onze leerlingen te begeleiden tot vakbekwame beroepsuitoefenaars. 16

17 In onze CVB hebben we vastgelegd dat een leerling doubleert, indien deze leerling aan het einde van het 4 e leerjaar niet in staat is om extern op stage te kunnen. In de meeste gevallen betreft het de leerlingen die in hun mentale ontwikkeling nog te ver achter lopen en daardoor de basale arbeidsvaardigheden nog onvoldoende beheersen. Het tijdig aanvragen van de herindicatie TLV wordt hierdoor vergemakkelijkt. De kerntaken van de instructeur/ praktijkbegeleider zijn: - Het ondersteunen van het onderwijs in de praktijkvakken - Invullen en uitvoeren van praktijkwerkzaamheden - De acquisitie van stageplekken en - Het onderhouden van de stagecontacten. De kerntaken van de leraar zijn: - Geven van kwalitatief goed onderwijs - Het begeleiden van de leerlingen - Ontwikkelen en vormgeven van het AGL-onderwijs - Het onderhouden van contacten met leerlingen, ouders/ verzorgers en jeugdhulpverlening - Binnen het cluster de eindverantwoordelijkheid dragen voor de leerlingen en het onderwijs - Coördinerende taken In het advieslesurentabel van de AGL (zie schoolplan) staat beschreven dat een leerling uit de leerjaren 3 en 4 een BES-stage (Begeleide externe stage) lopen op de leerwerktrajecten In het 5e en 6e jaar worden er respectievelijk 21 en 28 lesuren (van de 35) interne of externe stage gelopen Bestendiging Uitgangspunt is dat de leerroute behorend bij het gekozen uitstroomperspectief de leerling in voldoende mate toerust om met succes het onderwijs, al dan niet met extra ondersteuning, op de vervolgvoorziening te kunnen volgen. Dat betekent dat er van uit mag worden gegaan dat de leerling twee jaar na plaatsing in beginsel nog steeds op die plek zit, ofwel is doorverwezen naar een plek die in lijn ligt met de uitstroomplek. Als school spannen we ons in om ervoor te zorgen dat we zicht hebben op de eisen die de vervolgscholen stellen aan onze leerlingen. We proberen ons onderwijsaanbod daarop af te stemmen. Ook verzamelen we informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen. We doen dit jaarlijks in oktober. Dat doen we, mede vanwege de opbrengstbevraging van de Inspectie van het Onderwijs in november, tot twee jaar na verwijzing. In dit document worden daarom alleen zowel de bestendigingsgegevens van de leerlingen die een en twee schooljaren geleden zijn uitgestroomd getoond. In oktober/november worden de gegevens van de leerlingen die ruim een jaar geleden zijn uitgestroomd geanalyseerd. In onderstaand tabel staan gegevens opgenomen over andere leerling-cohorten dan tot dusver: het gaat om het cohort van een en twee jaren geleden. 17

18 Bestendiging leerlingen 1 schooljaar geleden Aantal Schooljaar 2015/2016, peildatum is 1 oktober 2017 Nog op (hetzelfde type) uitstroombestemming % Niet meer op (hetzelfde type) vervolgbestemming 19 15% Onbekend/anders 2 2% Totaal 124 Bestendiging leerlingen 2 schooljaren geleden Aantal Schooljaar 2014/2015, peildatum is 1 oktober 2017 Nog op hetzelfde type uitstroombestemming 98 77% Niet meer op hetzelfde type vervolgbestemming 12 9% Onbekend/anders % Totaal Analyse van de bestendiging De schoolstandaard van 80-20% voor een goede bestendiging zien we ook dit jaar weer gehaald voor de leerlingen die in schooljaar zijn uitgestroomd. De bestending voor het schooljaar is lager. Mogelijk is de conjunctuur hier nog verantwoordelijk voor. Het aantal onbekende leerlingen, na twee schooljaren, is groter dan in de voorgaande jaren. Ook nu stuitten we weer op jongeren die verhuisd zijn en waar we niet meer beschikken over de contactgegevens van de jongere zelf of van de nieuwe werkgever. Indien we de onbekende leerlingen niet meenemen in onze telling, dan behalen we de schoolstandaard 80-20% Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs De veranderingen en vernieuwingen binnen de AGL zijn grotendeels in dit schooljaar ingevoerd en zullen in het volgend schooljaar verder doorgevoerd worden. De analyses geven geen aanleiding om de huidige plannen te wijzigen. 18