Inleiding. Beste lezer,

Transcriptie

1 Schoolgids Corylus College deel C 2018/2019

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Opbrengstgericht werken 4 2. Opbrengsten van onze school Verantwoording 2016/ Onze standaarden en ambities Totale uitstroom Uitstroom van kortverblijf leerlingen Uitstroom van niet kort-verblijf leerlingen Vergelijking uitstroom met OPP Examenresultaten Aantal leerlingen naar hoger leerjaar Analyse van de opbrengsten Consequenties voor ons onderwijs Bestendiging Analyse van de bestendiging Consequenties voor ons onderwijs 18 2

3 Inleiding Beste lezer, Onze schoolgids is opgeknipt in drie delen, deel A, B en C. Dit is deel C. In dit deel vertellen wij u over ontwikkeling van de kwaliteit van onze school en de opbrengsten van onze school. Hoeveel leerlingen zijn bijvoorbeeld uitgestroomd in de afgelopen jaren? Waar gingen zij naartoe? Sluit dit aan op de verwachtingen die wij hadden? En zo ja, wisten zij hun vervolgplek twee jaar na het verlaten van onze school te bestendigen? Zo nee, hoe kwam dat? Welke consequenties heeft deze analyse voor de inrichting van ons onderwijs? In dit deel van de schoolgids leggen wij verantwoording af over de opbrengsten van ons onderwijs, in relatie tot het vooraf opgestelde ontwikkelingsperspectief voor iedere leerling. Wij willen eruit halen wat erin zit. Wij geven daarom antwoord op vragen als Waar zijn onze leerlingen naartoe gegaan na het verlaten van onze school? en Hoe verhoudt dit zich tot de verwachtingen en de schoolnormen die wij hadden? In deel A van onze schoolgids geven wij u korte, praktische informatie over onze school. Denkt u daarbij aan de bereikbaarheid van onze school, de schooltijden of de schoolvakanties. In deel B van de schoolgids geven wij u allerlei achtergrondinformatie over onze school. U vindt beide delen op onze website, Een fijn schooljaar toegewenst, in goede samenwerking! Namens het schoolteam, Joyce Bagchus 3

4 1. Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken Wij werken opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken is het stellen van doelen, hieraan werken en vervolgens systematisch evalueren of de doelen zijn behaald. We kijken vanuit een breed perspectief naar de mate waarin we opbrengstgericht werken. Daarmee beginnen we op schoolniveau, vervolgens kijken we naar het groepsniveau en aansluitend kijken we naar de individuele leerling. Wij halen eruit wat erin zit! Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. De opdracht aan ons is om iedere leerling aan de hand van de kerndoelen en de daarin besloten kennis-, vaardigheids- en attitudedoelen tot optimale ontwikkeling te brengen. Centraal staat dat wij eruit halen wat erin zit. In de toekomst zullen er landelijke standaarden komen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs, zodat wij onze schoolresultaten daar tegen af kunnen zetten. Op dit moment zijn die landelijke standaarden er echter nog niet. Daarom beoordelen we onze behaalde opbrengsten op grond van schooleigen standaarden en maken we duidelijk welke consequenties we verbinden aan de uitkomsten van deze evaluatie voor de inrichting van ons onderwijs. Resultaat op drie niveaus 1. Schoolniveau: Alle resultaten van alle leerlingen worden in kaart gebracht op het niveau van de schoolpopulatie. Die resultaten worden vergeleken met onze schoolnorm, de schoolstandaard. Uitkomst van die vergelijking leidt tot conclusies en soms ook tot aanpassingen in ons onderwijs. 2. Groepsniveau: De resultaten van iedere groep worden in kaart gebracht, gespecificeerd naar vakgebied. De resultaten van een betreffende groep worden vergeleken met de groepsstandaard. Bij grote diversiteit binnen de groep leerlingen, is het maken van een groepsstandaard niet altijd mogelijk. Ook op groepsniveau kunnen conclusies getrokken worden die kunnen leiden tot aanpassingen van het onderwijs is de betreffende klas. 3. Leerlingniveau: Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld, met daarin een uitstroomprofiel en een leerroute. Zowel tussentijds als bij verwijzing naar de uiteindelijke uitstroombestemming, wordt een vergelijking gemaakt met de bestemming die in het OPP werd ingeschat voor de leerling. Opbrengstgericht werken is een continu proces. De standaarden en bijbehorende ambities worden daarom na enkele jaren opnieuw vastgesteld. Op basis van de data die ons ter beschikking staan, zijn we in staat om steeds scherper te meten, conclusies te trekken en uiteindelijk betere resultaten te behalen voor de leerling, de groep en de hele schoolpopulatie. Hoe tonen we de toegevoegde waarde van ons onderwijs aan? Dit is voor ons de belangrijkste vraag die er is. Een vraag die wij onszelf voortdurend stellen. 4

5 Het antwoord daarop geven wij in het volgende hoofdstuk: Opbrengsten van onze school. U vindt daarin onder andere de uitstroomgegevens van onze leerlingen, zowel einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Ook maken wij de vergelijking tussen de gerealiseerde uitstroom en de verwachting die in het OPP werd gesteld. Tevens maken wij een analyse van deze resultaten en verbinden wij daar consequenties aan voor de inrichting van ons onderwijs in het volgende schooljaar. 5

6 2. Opbrengsten van onze school 2.1 Verantwoording 2017/2018 Kwaliteitszorg is binnen onze school meer dan alleen maar een begrip. De opbrengsten van onze leerlingen kunnen we alleen maar meten als we onze kwaliteitszorg goed op orde hebben. Daarin zetten we steeds een stap verder. Alle scholen van Attendiz, ook de onze, werken binnen de kaders van het Attendiz Instituutsplan, een plan waarin de doelstellingen voor de periode 2016/2020 zijn vertaald. Dat instituutsplan vormde de leidraad voor ons eigen schoolplan 2016/2020. In ons schoolplan hebben wij concrete doelen geformuleerd, opgesplitst in een jaarplan voor elk betreffend schooljaar en gerelateerd aan de factoren in de kwaliteitskaarten die wij gebruiken. In deze paragraaf kijken we terug en blikken we vooruit! Wat hadden we ons voorgenomen en wat was daarvan het resultaat? We geven weer welke doelen wij onszelf afgelopen schooljaar stelden in ons jaarplan, welke doelen wij dit huidige schooljaar willen bereiken en hoe dit zich verhoudt tot de verantwoording die wij vorig jaar aflegden in deel C van onze schoolgids. Beleidsdoelstellingen schooljaar 2017/2018 Het afgelopen schooljaar werd gestart met vele ambities. Zo was in de vorige versie van de schoolgids Deel C te lezen dat we meer planmatig wilden werken aan onderwijsondersteuning en leerlingenzorg. Bovendien kregen veiligheid voor leerlingen en medewerkers prioriteit en wilden we inzetten op maximale aandacht voor de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch handelen. Naar aanleiding van een bezoek van de Inspectie van het Onderwijs en de audit door Attendiz collega s, met behulp van de kwaliteitskaarten, is er begin 2018 besloten de vele doelstellingen meer te stroomlijnen. Daartoe hebben we vijf speerpunten geformuleerd: 1. Pedagogisch klimaat 2. Veiligheid 3. Opbrengsten: Afname en gebruik Sociale Competentie Observatie Lijst SCOL en het verbeteren van onderwijsresultaten 4. Commissie voor Begeleiding 5. Organisatie Hier volgt per speerpunt een korte toelichting 1 : 1. Pedagogisch klimaat Het Corylus College zette meteen in het schooljaar 2017/2018 effectiever in op de preventie van onveilige situaties en het zorgen voor een veilige sfeer. Hiermee was het team nog niet tevreden, we wilden meer uniformiteit in het schoolbeleid en beter borgen dat er in de hele school duidelijkheid is over wat er van elkaar en van leerlingen wordt verwacht. Een goed pedagogisch klimaat is de voorwaarde voor goed onderwijs en daarom is dat speerpunt nummer Veiligheid Leerlingen en personeel voelen zich weer veilig, na een wat onrustigere periode in het jaar daarvoor. Om de ingezette verbeteringen te volgen en de vinger aan de pols te houden is het nodig merkbare en meetbare zaken vast te stellen en er op te reflecteren. Daarom gaat het er bij het speerpunt Veiligheid om dat we gegevens uit de monitor sociale veiligheid, bestaande registraties van incidenten en de ervaren veiligheid van docenten in kaart brengen, analyseren en daar op reflecteren. 1 Voor meer informatie over doelen per speerpunt verwijzen wij naar het Verbeterplan. 6

7 3. Opbrengsten: Afname en gebruik SCOL en het verbeteren van onderwijsresultaten De opbrengsten van ons onderwijs op het gebied van sociaal emotionele vaardigheden en de resultaten op de kernvakken kunnen omhoog. De gegevens die het afnemen van de SCOL oplevert kunnen we hiervoor gericht inzetten, omdat zij duidelijkheid bieden over welke vaardigheden onderbelicht blijven en voor welke leerlingen en groepen dat geldt. Voor de onderwijsresultaten geldt hetzelfde; door deze geregeld in samenhang te analyseren kunnen we ingrijpen als blijkt dat de resultaten niet passen bij de gehanteerde school- en groepsstandaarden. We gaan het analyseren van opbrengsten en het besluiten tot hierop volgende acties inplannen en we doen dat niet alleen in de CvB maar met het hele team. 4. Commissie voor Begeleiding De CvB is van groot belang, zij is verantwoordelijk voor leerlingenzorg en voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij ondersteunen de docenten bij het handelen conform de ontwikkelingsperspectieven. De afgelopen jaren kende de CvB een wisselende samenstelling en daardoor is men toe aan een herijking. Dat betekent een nieuwe taakverdeling en duidelijkheid over ieders rol. 5. Organisatie Om de benodigde verbeteringen uit te voeren wordt veel van alle bij Het Corylus College betrokkenen gevraagd. Een professionele en veilige cultuur is noodzakelijk, reden om de organisatie zelf ook speerpunt in het verbeterplan te maken. Verschillende docenten werd gevraagd in werkgroepen plaats te nemen, maar uiteindelijk krijgen alle teamleden te maken met de ingezette verbeteringen. Deze vijf speerpunten zijn uitgewerkt in een verbeterplan, waarin bij elk speerpunt doelen op korte termijn (tot eind schooljaar 2017/2018), middellange termijn (schooljaar 2018/2019) en lange termijn (na schooljaar 2018/2019) zijn geformuleerd. Een speciaal ingestelde monitorgroep houdt bij wat de vordering is per speerpunt en let op de samenhang tussen de verschillende speerpunten. Voor het einde van het schooljaar is door de monitorgroep een tussenevaluatie uitgevoerd. In hoeverre wisten wij deze doelstellingen te behalen? In juni is de balans op gemaakt en vastgesteld dat het merendeel van de korte termijn doelen was behaald. In deze paragraaf beschrijven we beknopt wat er per speerpunt is bereikt. 1. Pedagogisch klimaat Er is voor gekozen om te gaan werken met Schoolwide Positive Behaviour Support. SWPBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past bij deze waarden en leert het de kinderen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna systematisch positief bekrachtigd. 7

8 Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. 2. Veiligheid In paragraaf 2.2 beschrijven we de gegevens die zijn verzameld en geanalyseerd in het kader van veiligheid. Deze analyses zijn in samenhang besproken met het team en vervolgens is nagedacht over prioriteiten en acties, voor zowel de korte termijn als voor de middellange termijn. De korte termijn doelen van dit speerpunt zijn daarmee behaald. 3. Opbrengsten: Afname en gebruik SCOL en het verbeteren van onderwijsresultaten Geconstateerd is dat voorafgaand aan de afname van de SCOL een instructie moet worden aangeboden, omdat er veel nieuwe collega's op Het Corylus College zijn komen werken. In teamvergaderingen is extra aandacht besteed aan sommige uitkomsten van de SCOL (zie hiervoor ook paragraaf 2.2.3). De resultaten van de SCOL en de Leerling-SCOL zijn ook besproken in de individuele evaluaties van het OPP en verwerkt in individuele doelen voor leerlingen. welke aanpassingen nodig zijn om te komen tot de gewenste kwaliteit. Er is extra ingezet op de ontwikkelingsperspectieven, deze zijn allemaal gecontroleerd op volledigheid en waar nodig gecompleteerd. Vervolgens vond een inhoudelijke verbeterslag van de (tussen)evaluaties van het OPP plaats. De resultaten op toetsen en de cijfers en observaties vanuit de klassen krijgen een prominentere plek. Op basis van de resultaten wordt bekeken of de leerling zich nog ontwikkelt conform het start OPP en dit wordt nu expliciet vastgelegd. 5. Organisatie Het team werd op verschillende manieren betrokken bij uitvoering van het verbeterplan. Op de studiedag van 26 april 2018 hebben leerkrachten zich aangemeld om op basis van hun eigen kwaliteiten en voorkeuren een rol te spelen in de uitvoering van de verbeteracties. De CVB bespreekt tijdens haar overleg de voortgang. Welke conclusies heeft de school getrokken voor de inrichting van het onderwijs in het huidige schooljaar, 2018/2019? Er is een begin gemaakt met een analyse van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. De cito-scores te bekijken. Met het team zijn de schoolstandaarden doorgenomen. De uitkomsten van de analyse of er wordt voldaan aan de schoolstandaarden, is met het team gedeeld en dit leidde tot een aantal voornemens. We sluiten nu beter aan bij de Attendiz brede manier van opbrengstgericht werken. 4. Commissie voor Begeleiding De CvB werd uitgebreid met extra inzet van een orthopedagoog. Er is een helder overzicht van taken en verantwoordelijkheden opgesteld. Met de mentoren is besproken 8

9 Door het werken aan verbeteringen en de uitgevoerde analyses zijn vele besluiten genomen. Een aantal concrete veranderingen zullen zichtbaar worden in de inrichting van het onderwijs: Het invoeren van SWPBS zal merkbaar zijn aan de manier waarop we met elkaar omgaan. De aftrap voor het werken met SWPBS is in juni 2018 gegeven maar de uitvoering van het hele traject, onder begeleiding van de Attendiz Academie, zal drie jaar in beslag nemen en steeds meer terug te zien zijn in ons onderwijs. Er komen meer lessen lichamelijke opvoeding, met daarin aandacht voor sociaal emotionele vaardigheden. De lessen worden uitdagender en aantrekkelijker (het intensieve en verdiepende arrangement worden verbeterd). De leerkrachten worden (extra) geschoold in activerende didactiek. Het lesaanbod in de onderbouw wordt uitgebreid met koken. We voeren het Onderwijs Jeugdhulp Arrangement in; dat betekent dat er iemand van de Jeugdhulp beschikbaar is op school. We gaan werken met RTTI, een werkwijze waarbij wordt getoetst om te weten waar de leerling staat, op welk niveau hij of zij de stof beheerst en wat hij of zij nog kan leren. We starten met de weekinfo voor het personeel om te zorgen dat iedereen weet wat er staat te gebeuren en het team wordt mee te nemen in de organisatie in de breedste zin van het woord. De medezeggenschapsraad en de leerlingenraad betrekken we bij de ingezette verbeteringen en ontwikkelingen. Middels een maandelijkse nieuwsbrief informeren we alle ouder(s), verzorger(s) door terug te blikken op de afgelopen maand en stand van zaken te vermelden rond ingezette acties. Beleidsdoelstellingen schooljaar 2018/2019 De uitvoering van het verbeterplan gaat voort. Daarnaast zijn er andere ontwikkelingen die aandacht vragen. In het jaarplan voor het schooljaar 2018/2019 hebben we de volgende doelen geformuleerd: Op basis van de overeenstemming over gedragsregels en het aanleren van gewenst gedrag, komen tot versterken van een pedagogisch klimaat dat zich kenmerkt door: - Duidelijkheid (we doen wat we zeggen en we zeggen wat we doen - Veiligheid - Positieve benadering Op basis van breed verkregen data over veiligheid komen tot een veilige leef- en leeromgeving voor leerlingen en medewerkers van het Corylus College. Binnen de CvB ontstaat helderheid over de taken, rollen en prioriteiten, waardoor de CvB binnen de school een sturende en zichtbare rol gaat krijgen. Duidelijkheid scheppen voor het team waar het de te varen koers in het verbeterplan betreft. Tijdpaden zijn helder, verwachtingen worden uitgesproken, werkgroepen en monitor groepen tonen hun eigenaarschap, communicatielijnen zorgen voor overzicht en harmonisatie op het gehele proces. 9

10 2.2.1 Schoolstandaarden en resultaten Op Het Corylus College kunnen leerlingen een VMBO diploma halen. Zij kiezen voor de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg of de theoretische leerweg. Leerlingen kunnen kiezen voor het profiel Zorg en Welzijn of Economie. Leerlingen van de leerroute theoretische leerweg kunnen ook het profiel techniek kiezen. Samenwerking tussen de VSO scholen bevorderen, delen van expertise, vernieuwingen in he V(S)O samen vorm geven. Opbrengst gericht samenwerken met andere VSO s stimuleren, ten behoeve van het versterken van de profielen, LOB en uitvoering LGO. Invoering en doorontwikkeling van het Onderwijs Jeugdhulp Arrangementproject binnen de school Optimalisering LOB/LGO aanbod, door met elkaar in gesprek te gaan leren van elkaars expertise en gebruik maken van elkaars netwerk. 2.2 Onze standaarden en ambities We meten onze kwaliteit door een stip op de horizon te zetten. Welke doelen willen we bereiken? En wanneer willen we die bereikt hebben? Kortom, wat zijn onze standaarden en ambities? Is het ons gelukt? Dan zetten we in op verdere verbetering. Is het ons niet gelukt, dan kijken we waardoor dit komt en passen we ons beleid hierop aan. Toch strekt de meting van kwaliteit binnen onze school verder dan alleen het stellen van standaarden en ambities. Minstens zo belangrijk is de meting van de veiligheidsbeleving. Jaarlijks voeren wij die meting uit onder onze leerlingen, vierjaarlijks betrekken wij daar ook hun ouders en onze medewerkers bij. Met behulp van de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL) houden we de sociaalemotionele ontwikkeling van onze leerlingen bij. Er wordt gewerkt in vier perioden, die elk worden afgesloten met een gemiddeld cijfer per vak. Er worden zowel methode gebonden als methode-onafhankelijke toetsen afgenomen. Aanvullend worden de cito kijk en luister toetsen (Nederlands, Engels en wiskunde) afgenomen. Momenteel wordt als schoolstandaard gehanteerd: een kwart van de leerlingen scoort hoger dan een 7,5 (en ontvangt daarom het verdiepte aanbod) drie kwart van de leerlingen scoort behorend bij het aanbod basis of intensief Afgelopen schooljaar is geanalyseerd hoe de prestaties van leerlingen op de kernvakken zich tot deze schoolstandaard verhoudt. Soms scoorden leerlingen gemiddeld hoog (bijna allemaal behoorden bij een verdiept aanbod), soms laag (meer leerlingen dan verwacht scoren behorend tot het intensieve aanbod). Na het bespreken van enkele opvallende resultaten is besloten tot een aantal acties, zoals beschreven in paragraaf 2.1. Bij binnenkomst en na twee jaar wordt er gekeken of het uitstroomniveau in het ontwikkelingsperspectief nog steeds passend is. Ons streven is dat minimaal 75 procent van de leerlingen minimaal het uitstroomniveau haalt. 10

11 2.2.2 Meting veiligheidsbeleving In maart 2018 is de monitor sociale veiligheid afgenomen. Er is voldoende respons geweest, waardoor in tegenstelling tot het vorig schooljaar - er sprake is van een representatief resultaat. De scores per thema zijn als volgt: Schooljaar: Aantasting sociale Ervaren sociale en Welbevinden en fysieke veiligheid fysieke veiligheid 2016/2017 9,0 5,3 5,6 2017/2018 9,0 6,8 5,8 In vergelijking met vorig jaar hebben de scores op ervaren veiligheid en welbevinden zich positief ontwikkeld. We streven naar minimaal een gemiddelde score van 8 en dat hebben we nog niet bereikt. De score van gemiddeld 9,0 op het onderdeel aantasting sociale en fysieke veiligheid is weliswaar goed, maar niet goed genoeg zolang uit antwoorden op sommige vragen te zien is dat een leerling zich soms onveilig heeft gevoeld Meting SCOL De SCOL wordt twee jaarlijks afgenomen. Afgelopen schooljaar is in teamvergaderingen extra aandacht besteed aan uitkomsten van de SCOL op de categorieën "aantasting" en "welbevinden". Leerlingen die op één of beide categorieën "soms" of "bijna nooit" scoorden zijn besproken in het team. Daarnaast hebben mentoren individuele gesprekken met deze leerlingen gehad. Op basis van deze gesprekken zijn maatregelen genomen. We hebben de volgende Schoolstandaard is voor de SCOL geformuleerd: Gevorderde standaard, 25% van de leerlingen scoort 3,5 en hoger. Voldoende standaard, 75% van de leerlingen scoort tussen 2,75 en 3,5. Minimum standaard, 90% van de leerlingen scoort lager dan 2,75. Komend schooljaar kijken we of deze standaard wordt behaald De studiestilteruimte en incidenten analyse Vorig schooljaar is een studiestilteruimte (SSR) in gebruik genomen. Het gebruik van deze ruimte wordt geregistreerd. Er is een rapportage opgesteld over de periode januari tot en met april Er is veel gebruik gemaakt van de SSR door leerlingen uit klassen waarin leerkrachtwisselingen en uitval van de leerkracht is geweest. Leerlingen die een relatief grote zorgbehoefte en onderwijsbehoefte hebben, maken relatief veel gebruik van de SSR. Sinds de start van de SSR is de rust in de school toegenomen. De registratie van incidenten gebeurde tot voor kort volledig in het logboek per leerling in SomToday. Sinds maart 2018 worden de incidenten volledig geregistreerd in IRIS. Er zijn in de periode maart tot mei 30 incidenten geregistreerd, waarbij 17 leerlingen zijn betrokken uit 8 verschillende klassen. Het gaat daarbij om incidenten variërend van tabaksgebruik tot verbaal of fysiek geweld. In grote lijnen zien we een overeenkomst tussen de incidentenregistratie van het gebruik van de SSR. De meeste leerlingen komen uit dezelfde klassen als de leerlingen die gebruik maken van de SSR. 11

12 2.3 Totale uitstroom In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de totale uitstroom in aantallen leerlingen onderscheiden in verschillende categorieën. In onderwijskundige eenheden kort verblijf en onderwijskundige eenheden lang verblijf. De eerste groep betreft scholen waar op basis van een samenwerkingsovereenkomst residentiele plaats bekostiging (RP) plaatsvindt. Totaal aantal leerlingen op 1 oktober j.l. 103 Kort verblijf leerlingen op 1 oktober j.l. (RP) Overige leerlingen op 1 oktober j.l. 103 Totaal aantal leerlingen dat de school dit 44 schooljaar heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat korter 1 dan zes weken de school heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat langer 0 dan zes weken en korter dan 1 jaar de school heeft verlaten Aantal niet kortverblijf leerlingen dat langer 0 dan 1 jaar de school heeft verlaten Aantal kortverblijf leerlingen dat de school dit n.v.t. jaar verlaten heeft (RP) 12

13 2.4 Uitstroom van niet-kortverblijf leerlingen Uitstroom van leerlingen die langer dan 6 weken op de school verbleven, zowel tussentijdse als einduitstroom: Uitstroombestemming Aantal leerlingen Vso arbeid/praktijkgericht onderwijs al dan niet verbonden aan een ambulante of 10 (semi-) residentiële instelling Vso vmbo bbl + kbl al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële 6 instelling Vso vmbo gl + tl al dan niet verbonden aan een ambulante of (semi-) residentiële 3 instelling Vavo 1 MBO niveau 1 MBO niveau 2 6 MBO niveau TOTAAL 44 Onder de groep uitgestroomde leerlingen zijn de geslaagden die naar het MBO uitstromen, een ander deel heeft de opleiding op een ander VSO met VMBO voortgezet en 10 leerlingen zijn naar een lagere type VSO uitgestroomd. Deze laatste groep is de helft kleiner dan vorig jaar, toen nog 20 leerlingen naar arbeid/praktijkgericht VSO uitstroomden. Uitstroomniveau: Uitstroomniveau Leerroute Vervolgonderwijs Leerroute Arbeid Leerroute Dagbesteding 2F 11 3F 12 Totaal 23 De IQ scores van de uitgestroomde leerlingen: > Geschat Geschat IQ Onbekend Bij hoeveel van deze leerlingen is sprake van een disharmonisch IQ profiel? (verschil PIQ en VIQ minimaal 15 punten): 13 13

14 2.5 Vergelijking van de uitstroom met het eerder gestelde OPP In deze paragraaf wordt het OPP in verband gebracht met de uiteindelijke uitstroom. Dit geldt zowel ten aanzien van einduitstroom als tussentijdse uitstroom. Het gaat om leerlingen die langer dan zes weken op onze school verbleven en die in 2017/2018 zijn uitgestroomd. We willen weten hoeveel leerlingen zijn uitgestroomd op het niveau van de verwachte uitstroombestemming. Het betreft de verwachte uitstroombestemming die is opgenomen in het OPP twee jaar voorafgaand aan het moment van uitstroom. In het geval een leerling korter dan 2 jaar op school verbleef, houden we het bij binnenkomst op onze school opgestelde OPP van de leerling aan. De uitstroom onder het niveau zoals dat was vastgesteld in het ontwikkelingsperspectief is nagenoeg gelijk aan vorig schooljaar (destijds 32%). Resultaat Aantal leerlingen Percentages Onder het niveau dat 13 30% was vastgesteld in het OPP Op het niveau dat 26 59% was vastgesteld in het OPP Boven het niveau dat 5 11% was vastgesteld in het OPP. Totaal % 2.6 Examenresultaten Bijna drie keer zo veel leerlingen dan voorheen deden eindexamen (25, het schooljaar daarvoor 9). Dat is een landelijke trend die ook bij Het Corylus College te zien is. Er hebben 25 leerlingen examen gedaan en 19 van hen slaagden in een keer, drie anderen na een herexamen. Er zijn dus 22 geslaagden. Vier van hen behaalden het BBL diploma, zes het KBL diploma en 9 het TL diploma. Op een leerling na die een leerwerktraject gaat volgen, gaan de gediplomeerden allen een vervolgopleiding doen bij het ROC of het AOC. Het gemiddelde slagingspercentage op Het Corylus College is 88 procent. Vorig jaar was dat 100 procent. Landelijke was het slagingspercentage voor het VSO in procent. 14

15 2.7 Aantal leerlingen dat is doorgestroomd naar een hoger leerjaar Een goede analyse van de uitstroom, zowel aan het einde als tussentijds, geeft ons allerhande informatie waarmee we ons onderwijs kunnen controleren en verbeteren. Als school houden we ook onze interne doorstroom goed bij. Wat leert ons de doorstroom van de groepen leerlingen gedurende de tijd die ze op onze school zitten? In de tabel hieronder geven we de cijfers. Doorstroomtabel Schooljaar 2017/2018 Aantal leerlingen dat is bevorderd naar het 59 volgende leerjaar Aantal leerlingen dat niet bevorderd 0 is/gedoubleerd In het schooljaar doubleerden nog 10 leerlingen, het afgelopen jaar geen een. 2.8 Analyse van de opbrengsten Afgelopen jaar is een flinke stap gezet in het gestructureerd en in samenhang analyseren van de resultaten van ons onderwijs. Dit is en blijft dan ook een belangrijk speerpunt in het verbeterplan. 15

16 Dat betekent dat we met het hele team volgen of we de schoolstandaarden en groepsstandaarden halen en wat we kunnen doen om dit te verbeteren. De uitstroom van 44 leerlingen (waaronder ook de gediplomeerden) is van dien aard dat voor deze groep het streven dat minimaal 75 procent van de leerlingen op uitstroomniveau uit het ontwikkelingsperspectief blijft niet behaald. De eindexamenresultaten van de leerlingen die op Het Corylus College bleven is goed te noemen. Hoewel het slagingspercentage lager is dan voorheen (in was dat 100 procent), is het niet te laag. Veel van de gediplomeerden gaan naar het MBO. Er is in het voorgaande schooljaar extra aandacht besteed aan de uitstroomniveaus die beschreven zijn in de ontwikkelingsperspectieven, niet alleen voor uitstromers maar voor alle leerlingen. De (schooleigen) norm hiervoor is dat minimaal 75% van de leerlingen het vooraf gestelde ontwikkelingsperspectief behaalt. Er is op basis van een overzicht eind mei 2018 vastgesteld dat 76 procent van alle leerlingen nog op niveau van het ontwikkelingsperspectief zit. Voor 14 procent is het verwachte niveau in het ontwikkelingsperspectief naar boven bijgesteld, voor 10 procent is het naar beneden bijgesteld. Deze gegevens willen we dit schooljaar nader analyseren, bijvoorbeeld om te onderzoeken of er verschillen zijn tussen instromers vanuit het SO en zijinstromers. Vier keer per jaar bespreken we hoe leerlingen zich ontwikkelen en wat dat betekent voor hun ontwikkelingsperspectief en voor ons onderwijsaanbod. De CvB gaat lesbezoeken afnemen om leerkrachten goed te kunnen ondersteunen en begeleiden. Om nog beter zicht te krijgen op de ontwikkeling van de bovenbouw leerlingen willen we ook leerlingenevaluatievragenlijsten afnemen en deze in samenhang met de SCOL analyseren. Omdat IRIS (het programma voor de incidentenregistratie) inmiddels geen ondersteuning meer levert voor het programma schakelen we over op SWISS. Onze ambitie is dat het gebruik van de studiestilteruimte in verband met een time out en het aantal incidenten komend schooljaar daalt, omdat we door te gaan werken met SWPBS meer duidelijkheid bieden over gewenst gedrag en dit gedrag bewust gaan aanleren. 2.9 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs In paragraaf 2.1 beschreven we al enkele veranderingen in onze manier van werken. Naar aanleiding van het voorgaande kunnen we daar het volgende aan toevoegen. 16

17 Bestendiging leerlingen 2 Aantal schooljaren geleden Schooljaar 2015/2016, peildatum is 1 oktober 2018 Nog op hetzelfde type 40 uitstroombestemming Niet meer op hetzelfde type 27 vervolgbestemming Onbekend/anders 3 Totaal Bestendiging Uitgangspunt is dat de leerroute behorend bij het gekozen uitstroomperspectief de leerling in voldoende mate toerust om met succes het onderwijs, al dan niet met extra ondersteuning, op de vervolgvoorziening te kunnen volgen. Dat betekent dat er van uit mag worden gegaan dat de leerling twee jaar na plaatsing in beginsel nog steeds op die plek zit, ofwel is doorverwezen naar een plek die in lijn ligt met de uitstroomplek. Als school spannen we ons in om ervoor te zorgen dat we zicht hebben op de eisen die de vervolgscholen stellen aan onze leerlingen. We proberen ons onderwijsaanbod daarop af te stemmen. Ook verzamelen we informatie om zicht te houden op de bestendiging van de verworven plaatsen. We doen dit jaarlijks in oktober. Dat doen we, mede vanwege de opbrengstbevraging van de Inspectie van het Onderwijs in november, tot twee jaar na verwijzing. In dit document worden daarom alleen zowel de bestendigingsgegevens van de leerlingen die een en twee schooljaren geleden zijn uitgestroomd getoond. In oktober/november worden de gegevens van de leerlingen die ruim een jaar geleden zijn uitgestroomd geanalyseerd. In onderstaande tabellen staan gegevens opgenomen over andere leerling-cohorten dan tot dusver: het gaat om het cohort van een en twee jaren geleden. Als het gaat om het cohort leerlingen van 2015/2016: vorig jaar zaten nog 62 leerlingen op dezelfde bestemming maar op 1 oktober 2018 geldt dat nog maar voor 40 leerlingen. Van de leerlingen van wie we weten waar ze verblijven is (60 procent) nog op de uitstroombestemming. Van het cohort 2016/2017 is in onderstaande tabel te zien waar zij in oktober 2018, een ruim jaar na uitstroom, verblijven. Bestendiging leerlingen 1 schooljaar Aantal geleden Schooljaar 2016/2017, peildatum is 1 oktober 2018 Nog op (hetzelfde type) 24 uitstroombestemming Niet meer op (hetzelfde type) 6 vervolgbestemming Onbekend/anders 1 Totaal 31 De meeste leerlingen hebben nog dezelfde bestemming als bij uitstroom Analyse van de bestendiging De bestendiging van leerlingen uit het cohort 2015/2016 is 3 nu na 2 jaar gezakt van ruim 80 naar 60 procent. Dat vinden wij niet wenselijk. Het is zonder navraag echter niet duidelijk waarom de bestendiging van dit cohort zo is afgenomen. Van het cohort leerlingen van vorig jaar is uitgaande van de groep waarvan dat bekend is- 80 procent op de uitstroombestendiging en daarmee voldoen we aan onze standaard. 17

18 2.12 Consequenties daarvan voor de inrichting van ons onderwijs Om goed zicht te krijgen op de betekenis van bestendiging zouden we graag preciezer in kaart brengen hoe het leerlingen vergaat tijdens hun vervolgopleiding. Bij de uitstroom naar MBO betekent dat dat we leerlingen langer dan 2 jaar moeten volgen om te kijken of zij erin slagen om hun vervolgopleiding met een diploma afsluiten. Ook om verminderde bestendiging na 2 jaar te duiden zal meer informatie moeten worden opgevraagd. Op basis van deze aanvullende analyses kunnen we nagaan of en wat de consequenties voor ons onderwijs behoren te zijn. 18