Tabel Relatieve frequentie van de gedragsproblemen NPI in de groep «niet-dementerenden» (ND1) en dementerenden (D1)...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tabel Relatieve frequentie van de gedragsproblemen NPI in de groep «niet-dementerenden» (ND1) en dementerenden (D1)..."

Transcriptie

1 Inhoudsopgave 6 EVALUATIE VAN DE PSYCHOLOGISCHE EN GEDRAGSPROBLEMEN (NPI) LONGITUDINALE ANALYSE INLEIDING DEEL I : ANALYSE VAN DE GEGEVENS VAN DE POPULATIE Geëvalueerde populatie Sociodemografische gegevens Geslacht CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID FREQUENTIECRITERIUM CRITERIUM ERNST Leeftijd CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID CRITERIUM FREQUENTIE CRITERIUM ERNST Verblijfplaats CRITÈRIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID CRITERIUM FREQUENTIE CRITERIUM ERNST Regio CRITÈRIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID CRITERIUM FREQUENTIE CRITERIUM ERNST Conclusies Relaties met klinische gegevens Klinische diagnostiek CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID CRITERIUM FREQUENTIE CRITERIUM ERNST Conclusies DEEL II : LONGITUDINALE ANALYSE VAN DE GEGEVENS 2003 EN Longitudinale analyse van de NPI problemen in de globale populatie Evolutie van de psychologische problemen NPI EVOLUTIE VAN HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX FREQUENTIE X ERNST (FXG) Evolutie van de gedragsproblemen NPI EVOLUTIE VAN HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID Conclusies Longitudinale analyse van de gedragsproblemen van NPI in functie van de klinische diagnostiek Evolutie van de NPI score tussen 2003 en 2004 bij de «niet-dementerenden» (ND1) psychologische problemen EVOLUTIE VAN DE PSYCHOLOGISCHE PROBLEMEN MET HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX ERNST X FREQUENTIE Gedragsproblemen EVOLUTIE VAN AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID VAN GEDRAGSPROBLEMEN EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX FREQUENTIE X ERNST ( ) Evolutie van de NPI score bij de «Dementerenden» (D1) tussen 2003 en psychologische problemen EVOLUTIE VAN HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID ( ) EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX FREQUENTIE X ERNST (2003 EN 2004) IN FUNCTIE VAN DE VERBLIJFPLAATS EN DE REGIO Gedragsproblemen EVOLUTIE IN VOOR AANWEZIGHEID/ AFWEZIGHEID EVOLUTIE VAN DE INDEX FREQUENTIE X ERNST ( ) IN FUNCTIE VAN DE VERBLIJFPLAATS EN DE REGIO

2 Conclusies DEEL III : VERGELIJKENDE STUDIE VAN DE GEGEVENS 2002 EN Vergelijking tussen de gegevens van CERAD-BRSD (2002) en de NPI gegevens (2003) Dementerende populatie relatie tussen psychotische symptomen cerad-brsd 2002 en domeinen van NPI Relaties tussen «depressieve symptomen» CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI relaties tussen «inertie» CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Relatie tussen «prikkelbaarheid/agressivitéit» CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Verband tussen gedragsproblemen CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI verband tussen «vegetatieve symptomen» CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Conclusies DEEL IV : SYNTHESE VAN DE LONGITUDINALE STUDIE VAN DE GEDRAGS- EN PSYCHOLOGISCHE PROBLEMEN BIJ DEMENTIE Transversale analyse van de gegevens Longitudinale Analyse van de gegevens in 2003 en 2004 in de globale populatie analyse van de NPI gegevens 2003 en 2004 in de groep «niet-dementerenden» en «dementerenden» Vergelijking van de CERAD-BRSD 2002 en NPI

3 Tabel 6-1- Geëvalueerde populatie met de NPI in Tabel 6-2 Score «abberant motorisch gedrag» van de NPI 2004 bij mannen en vrouwen (Chi²) Tabel 6-3 Aanwezigheid of Afwezigheid van «motorische onrust» op de NPI 2004 bij mannen en vrouwen Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van «motorische onrust» op de NPI 2004 bij personen tussen 65 en 81 jaar en ouder dan 82 (Chi²) Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van «motorische onrust» op de NPI 2004 bij personen tussen 65 en 81 jaar en ouder dan Tabel 6-6- Ernst van «Depressie/Dysforie» bij NPI 2004 bij personen tussen jaar en 82 jaar en meer (Chi²) Tabel 6-7- Ernst van «Depressie/Dysforie» bij NPI 2004 bij personen van jaar en ouder Tabel 6-8- Ernst van «Ontremd gedrag/euforie» op de NPI 2004 bij personen van jaar en 82 jaar en ouder (Chi²) Tabel 6-9- Ernst van «Ontremd gedrag/euforie» op de NPI 2004 bij personen van jaar en 82 jaar en ouder6-11 Tabel 6-10 Aanwezigheid/Afwezigheid van «wanen» op de NPI 2004 bij personen thuis en in instellingen (Chi²) Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van «wanen» op de NPI 2004 bij personen thuis en in instellingen Tabel Aanwezigheid/afwezigheid van de problemen in de NPI 2004 van de personen in Lier en Verviers Tabel Verdeling van Aanwezigheid/Afwezigheid van problemen in de NPI 2004 bij personen in Lier en Verviers (globale populatie) Tabel Frequentie van problemen van de NPI 2004 van de personen in Lier en Verviers (Chi²) Tabel 6-15 De ernst van de NPI 2004 bij de personen in Lier en Verviers (U de Mann-Withney) Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van de problemen NPI 2004 bij dementerende en niet-dementerende personen (Chi 2 ) Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van gedragsproblemen van de NPI 2004 bij dementerenden en nietdementerenden Tabel Frequentie van problemen van NPI 2004 bij dementerenden en niet-dementerenden (U de Mann-Withney) Tabel Longitudinale analyse van de NPI in de globale populatie Tabel Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de psychologische problemen van de NPI van de globale populatie Tabel 6-21 Longitudinale studie van de gedragsproblemen in de NPI in de globale populatie Tabel Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de gedragsproblemen NPI in de globale populatie Tabel 6-23 Evolutie voor het criterium Afwezigheid/Aanwezigheid van de psychologische problemen op basis van NPI in de groep «niet dementerenden» (ND1) in 2003 en Tabel 6-24 Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de psychologische problemen NPI in de groep «niet-dementerenden» Tabel 6-25 Evolutie voor het criterium Aanwezigheid/afwezigheid van gedragsproblemen op basis van de NPI in de groep «niet-dementerenden» (ND1) 2003 en Tabel Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de gedragsproblemen op de NPI in de groep «niet-dementerenden» (ND1) Tabel Evolutie van de Afwezigheid/Aanwezigheid van psychologische problemen op de NPI in de groep «Dementerenden» (D1) in 2003 et Tabel 6-28 Evolutie van de Aanwezigheid (relatieve frequentie) van de psychologische problemen NPI in de groep «Dementerenden» Tabel Evolutie voor het criterium Aanwezigheid/afwezigheid voor de gedragsproblemen op de NPI in de groep «dementerenden» in 2003 en Tabel 6-30 Evolutie van de Aanwezigheid (relatieve frequentie) van de gedragsproblemen NPI Tabel 6-31 Correlatie tussen psychotische symptomen CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Tabel 6-32 Correlatie tussen depressieve symptomen CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Tabel 6-33 Correlatie tussen «Inertie» CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Tabel 6-34 Correlatie tussen «Prikkelbaarheid/agressiviteit» van CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI

4 Tabel 6-35 Correlatie tussen gedragsproblemen CERAD-BRSD 2002 en de domeinen van de NPI Tabel 6-36 Correlaties tussen de «vegetatieve symptomen» CERAD-BRSD 2002 en de domeinen NPI Tabel Relatieve frequentie van de psychologische problemen NPI 2003 et Tabel 6-38 Relatieve frequentie van de gedragsproblemen van NPI 2003 en 2004 in de globale populatie Tabel Relatieve frequentie van de psychologische problemen 2003 en 2004 in de groep «nietdementerenden» (ND1) en «dementerenden» (D1) Tabel Relatieve frequentie van de gedragsproblemen NPI in de groep «niet-dementerenden» (ND1) en dementerenden (D1) Figuur 6-1 Mediaan van de index score Frequentie x Ernst van de wanen in de globale populatie Figuur 6-2 Mediaan van de index score frequentie x ernst van hallucinaties in de globale populatie ( ) 6-26 Figuur 6-3 Medianen van de samengestelde index frequentie x ernst van eetlustproblemen in de globale populatie ( ) Figuur 6-4 Medianen van de score Frequentie x Ernst NPI Hallucinaties bij dementerenden ( ) Figuur 6-5 Mediaan van de score Frequentie x Ernst van de NPI Agitatie/agressiviteit bij de «dementerenden» ( ) Figuur 6-6 Medianen van de score Frequentie x Ernst NPI voor «Eetlust» bij dementerende personen ( )

5 6 EVALUATIE VAN DE PSYCHOLOGISCHE EN GEDRAGSPROBLEMEN (NPI) LONGITUDINALE ANALYSE INLEIDING Tijdens het verloop van het eerste deel van de Qualidemstudie (2000)1 heeft de Qualidem-equipe een gestandaardiseerd instrument geselecteerd CERAD-BRSD (Tariot et al, 1995) om de gedrags- en psychologische problemen bij dementie te evalueren.2 De betrouwbaarheid en de diagnostische waarde van het instrument CERAD-BRSD werd geëvalueerd in het kader van de eerste veldstudie (n=545)3. Het instrument differentieert de dementerenden van de andere groepen (normaal, depressief, MCI) met uitzondering van de depressieve en de vegetatieve symptomen. De CERAD-BRSD scores zijn gecorreleerd met de intensiteit van de cognitieve problemen (MMSE, Camcog), Met de graad van afhankelijkheid (AGGIR, Katz-Inami, FRAIL), het evolutiestadium (CDR-M) en de kwaliteit van leven (ADRQL). Ze zijn eveneens in relatie met de toename van de zorgbelasting van de mantelzorgers (SRS-schaal) en de subjectieve belasting van de verzorgers (kwaliteit van de zorgrelatie, Zarit Burden Schaal ZBI). De CERAD-BRSD vereist een afnameduur van 30 tot 45 minuten door gespecialiseerde evaluatoren. De lange versie is geschikt voor klinisch onderzoek. En een systematische evaluatie van alle problemen. Er bestaat een korte versie die goed correleert met de lange. Ten gevolge van de conclusies van het eindrapport van de fase I Studie Dementie UB/1240 (Qualidem 1) heeft de ondezoeksequipe voorgesteld het CERAD-BRSD instrument te vervangen door de NeuroPsychiatric Inventory-NPI (Cummings et al. 1994) voor de tweede fase van de studie. Deze nieuwe keuze werd hoofdzakelijk gemaakt door het feit dat de NPI courant gebruikt wordt voor de psychofarmacologische studies en weerhouden werd door het riziv in het kader van de terugbetalingsprocedure voor de anticholinesterase medicamenten. De NPI is een hetero-evaluatie-instrument. De gegevensverzameling is gebaseerd op een gestructureerd onderzoek met de verzorgers of de mantelzorgers. Het evalueert 12 domeinen die 1 Eerste intermediair rapport, pp ; Eindrapport, hoofdstuk 5, pp 3-5 ; CD-Rom Qualidem , / Comité de l Assurance/ Diagnostic, sévérité, stades évolutifs/stades évolutifs, évaluation, 25p. 2 Eindrapport, hoofdstuk 6, pp 4-16 ; 3 Eindrapport, hoofdstuk 6, pp ; CD-Rom Qualidem : Rapport final 2002/Rapport final-annexe/annexe 06-1 CERAD, 24 p 6-5

6 corresponderen met 12 gedragsproblemen die geobserveerd werden in verschillende types van dementie. Ieder domein bevat een aantal items die de specifieke symptomen illustreren. Deze domeinen zijn: - Wanen (9 items) - Hallucinaties (7 items) - Agitatie/agressiviteit (8 items) - Depressie/dysforie (8 items) - Angst (7 items) - Uitgelatenheid/euforie (7 items) - Apathie/onverschilligheid (8 items) - Ontremming (7 items) - Prikkelbaarheid/instabiliteit (7 items) - Motorische onrust (7 items) - Slaapproblemen (8 items) - Eetlustproblemen (8 items) De evaluatie van ieder van de problemen in ieder domein gebeurt op basis van 4 criteria: 1) de aanwezigheid of afwezigheid van de betrokken afwijking bevestigd of ontkend door verschillende items; 2) de frequentie van het probleem (zelden, soms, vaak en zeer vaak); 3) de ernstgraad van het probleem (licht, gemiddeld, zwaar); 4) belasting voor de formele of informele zorgverstrekker (helemaal niet, licht, behoorlijk, gemiddeld, eerder zwaar, zeer zwaar). Het instrument laat niet toe een globale score te berekenen. De analyse van de gegevens wordt in ieder domein uitgevoerd in functie van de vier evaluatiecriteria. De intensiteit van het probleem kan beoordeeld worden aan de hand van de gemiddelde index van de frequentie vermenigvuldigd met de ernst. Overeenkomstig het lastenboek van de studie dementie UB/1240 werden de gedragsproblemen in de veldstudie geëvalueerd twee momenten, met name in 2003 en 2004 met de NPI in het perspectief van een longitudinale evaluatie. Het eerste deel van dit hoofdstuk synthetiseert de analyses van de NPI gegevens die verzameld werden in de tweede evaluatie (2004)4. Deze analyse heeft betrekking op de socio-demografische gegevens (geslacht, leeftijd, verblijfplaats, regio) en de klinische diagnostiek (dement versus nietdement). Het beperkt zich tot de criteria : Aanwezigheid/afwezigheid, Frequentie en Ernst. 4 De gegevens van 2003 zijn onderwerp geweest van het intermediair rapport gepresenteerd aan het verzekeringscomitee van het resif. 6-6

7 Het tweede deel van dit hoofdstuk is gewijd aan de longitudinale analyse van de verzamelde gegevens van 2003 en Deze analyse heeft vooreerst betrekking op de globale populatie en onderscheid dan de dementerenden en de niet-dementerenden. Het beperkt zich tot de criteria aanwezigheid/afwezigheid en de index samengesteld door Frequentie x Ernst. De invloed van de socio-demografische gegevens wordt geobjectiveerd. Het derde deel heeft betrekking op de vergelijking tussen de verschillende gegevens van 2002 met de CERAD-BRSD en deze van de NPI in 2003 en Deze vergelijking is beperkt tot de frequentie, het enige evaluatiecriterium dat gemeenschappelijk is aan de twee instrumenten. Tenslotte beschrijft het vierde deel de synthetische resumé van de essentiële gegevens van de belangrijkste resultaten van deze studie. 6-7

8 6.2 DEEL I : ANALYSE VAN DE GEGEVENS VAN DE POPULATIE Geëvalueerde populatie In totaal werden 331 personen ouder dan 65 jaar geëvalueerd met de NPI in het tweede deel van de «Studie dementie UB/1240» (Qualidem 2). Deze populatie samengesteld voornamelijk uit vrouwen (79%) en verblijvend in instellingen (80%). De personen zijn gedomicilieerd in de regio Lier (70%) en Verviers (30%) (Tabel 1). Tabel 6-1- Geëvalueerde populatie met de NPI in 2004 Arrondissement Lier n= 231 (70%) Arrondissement Verviers n= 100 (30%) Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal Verblijfplaats Instelling Totaal (20%) (80%) 53 (16%) 178 (54%) 18 (5%) 82 (25%) Sociodemografische gegevens Geslacht CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID We stellen geen verband vast tussen het geslacht en de aan- of afwezigheid van psychologische of gedragsproblemen met uitzondering voor het domein «abberant motorisch gedrag» (Tabel 2 en tabel 3). Aanwezig in 14.8% van de totale populatie (n=331), wordt deze afwijking vastgesteld bij 17.3% van de vrouwen (n=260) tegen 5.6% bij de mannen (n=71). 6-8

9 Tabel 6-2 Score «abberant motorisch gedrag» van de NPI 2004 bij mannen en vrouwen (Chi²) Chi² dl p Chi² de 6, dl=1 p=,01410 V de Cramer, Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) Tabel 6-3 Aanwezigheid of Afwezigheid van «motorische onrust» op de NPI 2004 bij mannen en vrouwen FREQUENTIECRITERIUM Afwezig Aanwezig Totaal Mannen 67 4 (5,6%) 71 Vrouwen (17,3 260 Totaal (14,8%) 331 Er is geen significant verband tussen het geslacht en het criterium «Frequentie» van de verschillende geëvalueerde domeinen. Nochthans is er een neiging tot significantie voor de gegevens met betrekking tot de frequentie van wanen (p=.09), agitatie/agressiviteit (p=.09) en Depressie/Dysforie (p=.06). CRITERIUM ERNST Het criterium «Ernst» in de 12 geëvalueerde domeinen door de NPI is op geen enkele manier afhankelijk van de variabele geslacht Leeftijd CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID Enkel verband met de leeftijd werd geïdentificeerd met betrekking tot het criterium «Aanwezigheid/Afwezigheid» van de verschillende geëvalueerde domeinen, met uitzondering voor «motorische onrust» (Tabel 4 en Tabel 5). Dit is aanwezig in 14.8% van de globale populatie (n=331), en wordt vastgesteld bij 25.3% van de personen tussen 65 en 81 jaar (n=83), wat frequenter is dan bij de oudere personen (n=248). We noteren een neiging tot significantie voor het domein «Desinhibitie/Impulsiviteit». 6-9

10 Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van «motorische onrust» op de NPI 2004 bij personen tussen 65 en 81 jaar en ouder dan 82 (Chi²) Chi² dl p Chi² de Pearson 9, dl=1 p=,00186 Coef. de contingence, Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van «motorische onrust» op de NPI 2004 bij personen tussen 65 en 81 jaar en ouder dan 82 Afwezig Aanwezig TOTAAL (25,3%) en (11,2%)) 248 TOTAAL (14,8%) 331 CRITERIUM FREQUENTIE Er wordt geen enkel significant verband vastgesteld tussen de leeftijd en het criterium «Frequentie» van de verschillende domeinen. Er is nochthans een neiging tot significantie (p=.07) voor het item «motorische onrust». CRITERIUM ERNST Het criterium «Ernst» is voor 10 van de 12 domeinen van de NPI niet in correlatie met de leeftijd. Deze relatie wordt enkel vastgesteld voor 2 domeinen : «Depressie/dysforie» (Tabel 6 en Tabel 7) en «Ontremd gedrag/euforie» (Tabel 8 en Tabel 9). Tabel 6-6- Ernst van «Depressie/Dysforie» bij NPI 2004 bij personen tussen jaar en 82 jaar en meer (Chi²) Chi² dl p Chi² de Pearson V Cramer, , dl=2 p=,00839 Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) 6-10

11 Tabel 6-7- Ernst van «Depressie/Dysforie» bij NPI 2004 bij personen van jaar en ouder Licht Gemiddeld Belangrijk Totaal (31,2%) 3 (19,8%) 8 (50%) en + 26 (37,1%) 33 (47,2%) 11 (15,7%) 70 TOTAAL Tabel 6-8- Ernst van «Ontremd gedrag/euforie» op de NPI 2004 bij personen van jaar en 82 jaar en ouder (Chi²) Chi² dl p Chi² de Pearson V Cramer, , dl=2 p=,01701 Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) Tabel 6-9- Ernst van «Ontremd gedrag/euforie» op de NPI 2004 bij personen van jaar en 82 jaar en ouder Licht Gemiddeld Belangrijk Totaal (10%) 6 (60%) 3 (30%) et + 13 (65%) 5 (25%) 2 (10%) 20 TOTAAL Schematisch lijkt het alsof de ernst van «Depressie/dysforie» meer uitgesproken is in de leeftijdscategorie jaar dan in de 81+ categorie. Hetzelfde kan gezegd worden voor het item «Ontremd gedrag/euforie» Verblijfplaats CRITÈRIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID We stellen geen enkel verband vast tussen de verblijfplaats en het item aanwezigheid/afwezigheid van hallucinaties, depressie/dysforie, angst, ontremd gedrag/euforie, apathie/desinteresse, desinhibitie/impulsiviteit, prikkelbaarheidit/instabiliteitit, motorische onrust, slaap- en voedingsproblemen. Een significant gedrag wordt vastgesteld met «delirant gedrag» en een tendens naar significantie voor het item «Agitatie/agressiviteit» (p=.08). 6-11

12 Tabel 6-10 Aanwezigheid/Afwezigheid van «wanen» op de NPI 2004 bij personen thuis en in instellingen (Chi²) Chi² dl p Chi² de Pearson 5, dl=1 p=,02472 Coef. de contingence, Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van «wanen» op de NPI 2004 bij personen thuis en in instellingen Afwezig Aanwezig Totaal Thuis 59 6 (9,2%) 65 Instelling (21,4%) 266 TOTAAL (19%) 331 Aanwezig in 19% van de globale populatie (n=331), is het delirante gedrag meer geconstateerd (21.4%) bij personen in instellingen (n=266) dan bij personen (9.2%) die thuis verblijven (n=65). CRITERIUM FREQUENTIE Het verband tussen het criterium «Frequentie» en de items van de NPI 2004 en de verblijfplaats van de personen worden bestudeerd met de Mann-Withney-test. Het enige domein waar een signifcant verband is met de verblijfplaats is de frequentie van «Apathie/onverschilligheid» (U= ; p=.00055). De personen in een instelling (n=79) hebben een significant hogere mediaan (somme des rangs= ) dan deze van de personen thuis (n=21) (somme des rangs= ). Er is dus een grotere portie van personen in de eerste groep die een hogere frequentie heeft van gedragsproblemen dan degenen in de thuissituatie. CRITERIUM ERNST We stellen eveneens een significant verband vast tussen de verblijfplaats en het criterium «ernst» op het domein «Prikkelbaarheid/instabiliteitit» (U de Mann-Withney). De mediaan (=2.00 ; somme des rangs= ) van de personen in instellingen (n=67) is significant hoger dan deze (=1.00 ; somme des rangs=453.00) van de personen die thuis verblijven (n=16). 6-12

13 Regio CRITÈRIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID Onder de 12 domeinen van de NPI, zijn er 5 die een verband vertonen met het criterium Aanwezigheid /Afwezigheid en de «Regio». Het gaat om hallucinaties, angst, euforie, apathie en desinhibitie (Tabel 12 en Tabel 13). De aanwezigheid van problemen in de 5 domeinen is vaker geconstateerd in de subgroep van Verviers dan in deze van Lier. Tabel Aanwezigheid/afwezigheid van de problemen in de NPI 2004 van de personen in Lier en Verviers Chi² dl p Hallucinaties Chi² de Pearson 50,23212 dl=1 p=,00000 Coef. de contingence, Angst Chi² de Pearson 11,72270 dl=1 p=,00062 Coef. de contingence, Euforie Chi² de Pearson 10,95086 dl=1 p=,00094 Coef. de contingence, Apathie Chi² de Pearson 7, dl=1 p=,00639 Coef. de contingence, Desinhibitie Chi² de Pearson 6, dl=1 p=,01080 Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) Coef. de contingence,

14 Tabel Verdeling van Aanwezigheid/Afwezigheid van problemen in de NPI 2004 bij personen in Lier en Verviers (globale populatie) Afwezig Aanwezig Totaal Hallucinaties Lier (12,5%) 231 Verviers (15%) 100 Totaal Angst Lier (14,7%) 231 Verviers (31%) 100 Totaal Euforie Lier (5,6%) 231 Verviers (17%) 100 Totaal Apathie Lier (23,3%) 231 Verviers (38%) 100 Totaal Desinhibitie Lier (11,2%) 231 Verviers (22%) 100 Totaal

15 CRITERIUM FREQUENTIE Op het niveau van het criterium «Frequentie», zijn de medianen voor de personen in Lier significant hoger dan deze in Verviers voor de items «wanen, hallucinatie, apathie, motorische onrust en eetlustproblemen» (Tabel 14). Er is een tendens dat dit ook aanwezig is voor het item euforie (p=.09). In de subgroep Lier is er dus een grotere proportie van personen die frequentere problemen stelt op deze dimensies. Tabel Frequentie van problemen van de NPI 2004 van de personen in Lier en Verviers (Chi²) Som vd rangen Lier Som vd rangen Verviers U N N Actief Actief Verviers Lier Wanen 1897, , , , Hallucinaties 830, , , , Agitatie/agressiviteit 3378, , , , Depressie/dysforie 2404, , , , Angst 1424, , , , Euforie 241, ,500 70, , Apathie 3733, , , , Desinhibitie 735, , , , Prikkelbaarheid/instabiliteiti t van het gemoed 2397, , , , Aberrant gedrag 1140, , , , Slaap 777, ,000 90, , Eetlustproblemen 790, ,000 68, , Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) p 6-15

16 CRITERIUM ERNST Wat betreft de ernst van de problemen, de mediaan van de personen in Lier wat betreft het item Prikkelbaarheidit/instabiliteitit en Eetlust significant hoger dan deze in Verviers. Er is een tendens in die richting voor de domeinen : Hallucinaties en Agitatie (p=.07) (Tabel 15). De ernst van de gedragsproblemen is dus hoger voor de personen in Lier. Tabel 6-15 De ernst van de NPI 2004 bij de personen in Lier en Verviers (U de Mann-Withney) Som vd Som vd N Actief N Actief rangen rangen U Lier Verviers Lier Verviers p Wanen 1827, , , , Hallucinaties 805, , , , Agitatie/agressiviteit 3008, , , , Depressie/dysforie 2397, , , , Angst 1340, , , , Euforie 180, ,500 89, , Apathie 3062, , , , Desinhibitie 654, , , , Prikkelbaarheid/labi liteit 1935, , , , Aberrant gedrag 955, , , , Slaap 743, , , , Eetlustproblemen 888, ,500 56, , Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) 6-16

17 Conclusies De analyse van de gegevens met betrekking van 3 criteria (aanwezigheid/afwezigheid, frequentie en ernst) in de globale populatie laat toe het volgende te besluiten : - De geëvalueerde problemen in 11 van de 12 domeinen van de NPI zijn niet significant in verband te brengen met het geslacht. We stellen alleen maar een verband vast op het domein «motorische onrust» op het niveau aanwezigheid/afwezigheid. De vrouwelijke personen hebben vaker problemen dan mannen. - De geëvalueerde problemen in 11 van de 12 domeinen van de NPI, zijn niet in significant verband te brengen met de verschillende leeftijdscategorieën. We stellen alleen een relatie vast wat betreft het domein «Motorische onrust». De personen in de categorie jaar stellen vaker dit probleem dan die ouder dan 82 jaar. Op het niveau van het criterium «Ernst» noteren we dat voor «Depressie/dysforie» en «Euforie» er hogere scores zijn voor de leeftijdscategorie jaar. - Er is geen significant verband tussen de verblijfplaats (thuis/instelling) en het criterium Aanwezigheid/afwezigheid van de problemen in 11 van de 12 domeinen van de NPI. We constateren alleen op het vlak van «Wanen» frequentere problemen in de personen in instellingen. Ook voor het criterium «Frequentie» is het item «Apathie/desinteresse» vaker aanwezig in instellingen. De ernst van het criterium «Prikkelbaarheid/labiliteit» is meer uitgesproken in instellingen dan thuis. We stellen een significant verband vast tussen de variabele «Regio» en het criterium «Aanwezigheid/afwezigheid» van 5 van de 12 domeinen van de NPI (hallucinaties, angst, euforie, apathie en desinhibitie/impulsiviteit). Deze gedragsproblemen worden vaker vastgesteld in de regio Verviers. Daarentegen is de frequentie van 5 domeinen (wanen, hallucinaties, apathie en eetstoornissen) significant hoger bij de personen in Lier. De ernst van «Prikkelbaarheidit» en «Voedingsproblemen» is sigificant hoger in de groep Lier. 6-17

18 6.2.3 Relaties met klinische gegevens Klinische diagnostiek Op het niveau van de klinische diagnostiek kan de groep verdeeld worden in 64 personen die niet dementerend zijn en 228 dementerenden. CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID We stellen een verband vast tussen de klinische diagnose en het item Aanwezigheid/Afwezigheid van 8 van de 12 geëvalueerde domeinen. Het gaat om Wanen, Hallucinaties, Agitatie/agressiviteit, Angst, Apathie/desinteresse, Desinhibitie/impulsiviteit, Motorische onrust en Voedingsproblemen (Tabel 16 & Tabel 17). De afwijking in deze domeinen zijn dus vaker aanwezig bij dementerende personen. Het verband wordt niet vastgesteld bij de domeinen : Depressie/dysforie, euforie, prikkelbaarheidit en slaapproblemen. Het criterium aanwezigheid/afwezigheid van deze problemen in 4 domeinen wordt niet significant beïnvloed door de klinische diagnostiek dement versus niet-dement. Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van de problemen NPI 2004 bij dementerende en nietdementerende personen (Chi 2 ). Chi² dl p Wanen Chi² de 5, dl=1 p=,02048 Coef. de, Hallucinaties Chi² de 10,00070 dl=1 p=,00157 Coef. de, Agitatie/agressiviteit Chi² de 13,11638 dl=1 p=,00029 Coef. de, Angst Chi² de 4, dl=1 p=,02666 Coef. de, Apathie Chi² de 12,58490 dl=1 p=,00039 Coef. de, Desinhibitie Chi² de 8, dl=1 p=,00368 Coef. de, Motorische onrust Chi² de 9, dl=1 p=,00251 Coef. de, Eetlust Chi² de 4, dl=1 p=,02979 Coef. de, Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) 6-18

19 Tabel Aanwezigheid/Afwezigheid van gedragsproblemen van de NPI 2004 bij dementerenden en niet-dementerenden Afwezigheid Aanwezigheid Totaal Wanen Niet-dement 58 6 (9,4%) 64 Dement (22,4%) 228 Totaal Hallucinaties Niet-dement 63 1 (1,5%) 64 Dement (15,7%) 228 Totaal Agitatie/agressiviteit Niet-dement 57 7 (10,9%) 64 Dement (34,2%) 228 Totaal Angst Niet-dement 57 7 (10,9%) 64 Dement (23,6%) 228 Totaal Apathie Niet-dement 58 6 (9,4%) 64 Dement (31,5%) 228 Totaal Desinhibitie Niet-dement 62 2 (3,1%) 64 Dement (17,5%) 228 Totaal Motorische onrust Niet-dement 62 2 (3,1%) 64 Dement (18,4%) 228 Totaal Eetlust Niet-dement 61 3 (4.6%) 64 Dement (14,9%) 228 Totaal

20 CRITERIUM FREQUENTIE Op het niveau van het criterium «Frequentie» is de mediaan van de dementerende personen voor de domeinen «Agitatie» en «Voeding» significant hoger dan deze bij de nietdementerenden. Het significante karakter van de variabele «Hallucinaties» kan onvoldoende betrouwbaar geanalyseerd worden gezien het laag aantal personen (n=1) in de groep «nietdementerenden» (Tabel 18). Tabel Frequentie van problemen van NPI 2004 bij dementerenden en niet-dementerenden (U de Mann-Withney) Somme Rgs dement Somme Rgs Niet-dement U N Actief dement N Actief Nietdement Wanen 1845, , , , Hallucinaties xxxxxxx xxxxxx 0, , Agitatie/agressivite 3824, , , , Depressie/dysforie 2549, , , , Angst 1864, , , , Euforie 230,500 45, , , Apathie 3435, , , , Desinhibitie 916,000 30, , , Prikkelbaarheid/labili 2098, , , , Motorische onrust 983,500 51, , , Slaap 634, , , , Eetlustproblemen 761,500 18, , , Significante resultaten vetgedrukt (p <.05) p CRITERIUM ERNST Voor het criterium «Ernst» is er geen enkel significant verschil tussen de dementerenden en de niet-dementerenden (Mann-Withney-test) op het niveau van de verschillende problemen gedefinieerd door de NPI

21 Conclusies De analyse van de gegevens met betrekking tot de criteria aanwezigheid/afwezigheid, frequentie en ernst in de twee groepen «dementerenden» en «niet-dementerenden» laat toe het volgende te besluiten : -de «dementerende» personen vertonen significant meer problemen dan «dementerenden» voor 8 van de 12 domeinen NPI, te weten : Wanen, hallucinaties, Agitatie/agressiviteit, Angst, Apathie, Desinhibitie, Motorische onrust en Voedingsproblemen. Er is geen significant verband voor de domeinen Dépressie, Euforie, Prikkelbaarheidit en Slaap. -De frequentie van de problemen in de domeinen «Agitatie/agressivitei» en «Eetlustproblemen» zijn significant hoger bij de dementerenden -Er is geen enkel significant verschil voor het criterium «Erns» bij de dementerenden en niet dementerenden in de 12 geëvalueerde dimensies

22 6.3 DEEL II : LONGITUDINALE ANALYSE VAN DE GEGEVENS 2003 EN 2004 De longitudinale analyse heeft betrekking op een globale populatie van 195 personen, waarvan 166 dmenterenden en 26 niet-dementerenden. Het heeft betrekking op de twee evaluatiecriteria : «Aanwezigheid/Afwezigheid» van het betrokken gedragsprobleem en de samengestelde index «Frequentie x Ernst» (FxG). De 12 door de NPI geëvalueerde domeinen worden verdeeld volgens twee categorieën door het IPA (Finkel et al.). De psychologische problemen groeperen 5 dimensies : Wanen, Hallucinaties, Depressie, Angst et Euforie. De gedragsproblemen bevatten 7 dimensies : Agitatie/agressiviteit, Apathie/desinteresse, Desinhibitie/impulsiviteit, Prikkelbaarheid/labiliteit, Motorische onrust, Slaap et Eetlustproblemen Longitudinale analyse van de NPI problemen in de globale populatie Evolutie van de psychologische problemen NPI EVOLUTIE VAN HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID In 2003 en 2004 constateert men dat 83% van de personen geen problemen hebben gesteld in de dimensie «Euforie» en 77.4% in de dimensie «Hallucinaties». Deze proportie wordt gereduceerd tot 60.5% van de personen voor het domein «Angst» (Tabel 19). Voor de andere dimensies werd een afwezigheid van de problemen vastgesteld bij 68% van de personen voor «Wanen» en bij 63% van de personen wat betreft «Depressie/dysforie». 6-22

23 Tabel Longitudinale analyse van de NPI in de globale populatie Domeinen NPI Afwezig/NA Aanwezig Totaal WANEN Afwezig/NA (68,2%) 17 (8,7%) 150 Aanwezig (10,7%) 24 (12,3%) 45 (23%) Totaal (21%) 195 HALLUCINATIES Afwezig/NA (77,4%) 18 (9,2%) 169 Aanwezig (7,6%) 11 (5,6%) 26 (13,3%) Totaal (14,8%) 195 DEPRESSIE/DYSFORIE Afwezig/NA (63%) 24 (12,3%) 147 Aanwezig (12,3%) 24 (12,3%) 48 (24,6%) Totaal (24,6%) 195 ANGST Afwezig/NA (60,5%) 28 (14,3%) 146 Aanwezig (14,8%) 20 (10,2%) 49 (25,1%) Totaal (24,6%) 195 EUFORIE Afwezig/NA (83%) 11 (5,6%) 173%) Aanwezig (6%) 10 (5,1%) 22 (11,2%) Totaal (10,7%) 195 In 2003 constateert men problemen bij een kwart van de personen in het domein «Angst» (25,1%), «Depressie/dysforie» (24,6%) et «Wanen» (23%). De problemen van «Euforie» zijn maar aanwezig bij 11.2% van de personen en «Hallucinaties» bij 13.3% (Tabel 20). In 2004 is de verdeling van de problemen gelijkaardig bij de domeinen «Depressie/dysforie» (24,6%) et «Angst» (24,6%). We stellen een lichte vermindering vast voor de domeinen 6-23

24 «Wanen» (21%) en «Euforie» (10.7%) terwijl het domeien «Hallucinatie» daarentegen lichtjes stijgt (14.8%). Voor twee evaluaties (2003 en 2004) constateert men een constante aanwezigheid van de problemen bij een tiende van de populatie bij de dimensie «Wanen» (12.3%), «Depressie en dysforie» (12.3%) en «Angst» (10.2%). De proportie «Euforie» (5.1%) en «Hallucinaties» (5.6%) is zwakker (Tabel 21). De vergelijking tussen de gegevens van 2003 en 2004 maakt een lichte vermindering duidelijk, wat betreft «Wanen» in 2004 en een status quo voor de andere dimensies, behalve voor «Hallucinaties» die lichtjes stijgt met 1.5%. Tabel Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de psychologische problemen van de NPI van de globale populatie Psychologishe problemen NPI Aanwezigh Aanwez Aanwez eid igheid igheid 2003 et WANEN 12,3% 10,7% 8,7% - 2% HALLUCINATIES 5,7% 7,6% 9,2% + DEPRESSIE/DYSFORIE 12,3% 12,3% 12,3% 0% ANNGST 10,2% 14,8% 14,3% - EUFORIE 5,1% 6% 5,6% - Д 6-24

25 EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX FREQUENTIE X ERNST (FXG) - Wanen ( ) Op 195 personen geëvalueerd in 2003 en 2004, hebben 26 personen een positieve score in 2003 en 2004 voor frequentie en ernst. Bij deze 26 personen constateren we een significante evolutie van de index tussen 2003 en 2004 (t de Wilcoxon ; T= p=.004). Deze verandering gaat in de richting van een verbetering van het probleem in Ook hebben 66.67% van de personen een lagere score in 2004 (Figuur 1). Figuur 6-1 Mediaan van de index score Frequentie x Ernst van de wanen in de globale populatie Score global idées délirantes F*G Médiane 25%-75% Min-Max 6-25

26 - Hallucinaties ( ) In 2003 en 2004 hebben 13 personen een positieve score voor de criteria frequentie en ernst. Bij deze 13 personen constateren we een significante evolutie van de index FxG tussen (t de Wilcoxon ; T= p=.005). Deze verandering gaat in de richting van een verbetering van het probleem in % van de personen hebben een lagere FxG score in De medianen zijn respectievelijk 3 in 2004 en 6 in 2003 (Figuur 2). Figuur 6-2 Mediaan van de index score frequentie x ernst van hallucinaties in de globale populatie ( ) Score global hallucination F*G Médiane 25%-75% Min-Max - Depressie/Dysforie ( ) We stellen geen enkele evolutie vast, wat de index voor depressie en dysforie betreft tussen 2003 en 2004 bij de personen die problemen vertonen bij de twee evaluaties (n=25). - Angst ( ) Er is geen enkele evolutie op het niveau van de samengestelde index voor angst tussen 2003 en 2004 bij de personen die problemen vertonen tijdens de twee evaluaties (n=22). - Uitgelatenheid/Euforie ( ) Er is geen evolutie voor een samengestelde index voor uitgelatenheid/euforie tussen 2003 en 2004 bij de personen die bij twee evaluaties problemen vertoonden (n=10). 6-26

27 Evolutie van de gedragsproblemen NPI EVOLUTIE VAN HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID Tijdens evaluaties van 2003 en 2004 constateren we de afwezigheid van gedragsproblemen bij 2/3 van de personen in de dimensies «Slaapproblemen» (78.4%), «Eetlustproblemen» (75%) «Desinhibitie» (73,3%) en «Motorische onrust» (71,2%). Deze afwezigheid is meer gereduceerd in de dimensies «Prikkelbaarheid» (61%), «Agitatie» (55,3%) en «apathie» (54,3%) (Tabel 21). Tabel 6-21 Longitudinale studie van de gedragsproblemen in de NPI in de globale populatie Gedragsproblemen NPI AGITAITE/AGRESSIVITEIT Afwezig/NA 2004 Aanwezig 2004 Totaal Afwezig/NA (55,3%) 33 (16,9%) 141 Aanwezig (10,2%) 34 (17,4%) 54 (27,6%) Totaal (34,3%) 195 APATHIE Afwezig/NA (54,3%) 32 (16,4%) 138 Aanwezig (15,8%) 26 (13,3%) 57 (29,2%) Totaal (29,7%) 195 DESINHIBITIE Et Afwezig/NA (73,3%) 23 (11,7%) 166 Aanwezig (9,2%) 11 (5,6%) 29 ((14,8%) Totaal (17,4%) 195 PRIKKELBAARHEID Afwezig/NA (61%) 28 (14,3%) 147 Aanwezig (12,3%) 24 (12,3%) Totaal 48 (24,6%) (26,6%)

28 MOTORISCH ABBERANT GEDRAG Afwezig/NA (71,2%) 15 (7,6%) 154 Aanwezig (10,7%) 20 (10,2%) 41 (21%) Totaal (17,9%) 195 SLAAPPROBLEMEN Afwezig/NA (78,4%) 15 (7,6%) 168 Aanwezig (8,7%) 10 (5,1%) 27 (13,8%) Totaal (12,8%) 195 EETLUSTPROBLEMEN afwezig/na (75%) 13 (6,6%) 161 Aanwezig (11,2%) 12 (6,1%) 34 (17,4%) Totaal (12,8%) 195 In 2003 en 2004 zijn de problemen «Agitatie/agressiviteit» permanent bij 17.4% van de personen (Tabel 21). In 2004 zijn ze aanwezig bij 34.3% van de personen die een verhoging vertonen in vergelijking met 2003 (27.6%). De problemen in de domeinen «Apathie/desinteresse» zijn eveneens heel frequent vermits ze worden vastgesteld ij 29.2% van de personen in 2003 en 29.7% van de personen in De problemen «Prikkelbaarheid» betreft een kwart van de populatie. Ze nemen toe met 2% in 2004 (26.6%) in verglijking met 2003 (24.6%). In het domein «Motorische onrust» wordt een vijfde van de personen getroffen in 2003 (20.9%), maar dit vermindert met 2.9% in 2004 (17.8%). De minst frequente problemen in 2003 in vergelijking met 2004 hebben betrekking op «Eetlustproblemen» (17,3% et 12,7%), «Desinhibitie» (14,8% et 17,3%) en «Slaapproblemen» (13,8% et 12,7%) (Tabel 22). 6-28

29 Tabel Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de gedragsproblemen NPI in de globale populatie Gedragsproblemen NPI Aanwezigheid 2003 et 2004 Aanwezigheid Aanwezigheid AGITATIE/AGRESSIE 17,4% 10,2% 16,9% + 6,7% APATHIE/DESINTERESSE 13,3% 15,8% 16,4% + 0,6% ONTREMMING 5,6% 9,2% 11,7% +2,5% PRIKKELBAARHEID/ 12,3% 12,3% 14,3% +2,0% INSTABILITEIT MOTORISCHE ONRUST 10,2% 10,7% 7,6% - 2,9% SLAAPPROBLEMEN 5,1% 8,7% 7,6% - 1,1% EETLUSTPROBLEMEN 6,1% 11,2% 6,6% - 4,6% Д EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX FREQUENTIE X ERNST - Agitatie/aggressiviteit ( ) We stellen geen enkele evolutie vast op het niveau van de samengestelde index voor agitatie/agressie tussen 2003 en 2004 bij de personen die dit gedragsprobleem vertonen bij twee evaluaties (n=37). - Apathie/onverschilligheid ( ) We stellen geen enkele evolutie vast voor de samengestelde index tussen 2003 en 2004 voor de personen die dit probleem vertonen op twee evaluatiemomenten (n=31). - Desinhibitie/impulsiviteit ( ) We stellen geen enkele evolutie vast voor de samengestelde index voor desinhibitie tussen 2003 en 2004 voor de personen die dit probleem vertoonden tijdens de twee evaluaties (n=12). - Prikkelbaarheid/labiliteit ( ) Er is geen enkele evolutie op vlak van de samengestelde index voor prikkelbaarheid tussen 2003 en 2004 voor de personen die dit probleem vertoonden tijdens de twee evaluaties (n=26). - Motorische onrust ( ) We stellen geen enkele evolutie vast voor de samengestelde index van motorische onrust tussen 2003 en 2004 voor de 21 personen die dit gedrag tijdens twee evaluatiemomenten vertoonden. - Slaapproblemen ( ) Er is geen enkele evolutie op vlak van de samengestelde index voor slaapproblemen tussen 2003 en 2004 voor de personen die dit probleem vertoonden tijdens de twee evaluaties (n=12). 6-29

30 - Eetlustproblemen ( ) In 2003 en 2004 hebben 12 personen een positieve score in 2003 en 2004 voor het criterium frequentie en ernst. Bij deze 12 personen constateert men een significante evolutie voor de samengestelde index tussen 2003 en 2004 (t de Wilcoxon ; T= p=.003). Deze verandering gaat in de richting van een verbetering in Ook vertonen 83.33% van de personen een score F x G di lager is in De medianen zijn respectievelijk 4.00 in 2004 en 8.50 in 2003 (Figuur 3). Figuur 6-3 Medianen van de samengestelde index frequentie x ernst van eetlustproblemen in de globale populatie ( ) Score global appetit/tr. appetit F*G , Médiane 25%-75% Min-Max Conclusies Op niveau van de psychologische problemen, toont de analyse van de longitudinale gegevens van de NPI in de populatie tussen 2003 en 2004 het volgende : - We stellen wanen vast bij 23% van de personen in 2003 en 21% in Los van de lichte vermindering in 2004, toont de analyse van de samengestelde index een significante verbetering van dit gedragsprobleem bij personen die het vertoonden in 2003 en Hallucinaties worden vastgesteld bij 13.2% van de personen in 2003 en 14.8% in De analyse van de samengestelde index toont een significante verbetering van dit probleem in 2004 in vergelijking met Depressie komt voor bij 24.6% van de personen in 2003 en De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering tussen de twee evaluatiemomenten. 6-30

31 - Angst doet zich voor bij 25% van de personen in 2003 en 24.5% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering. - Uitgelatenheid/euforie doet zich voor bij 11.1% in 2003 en 10.7% in De samengestelde index toont geen enkele verandering. Angst, Depressie/dysforie en de wanen worden ieder jaar geconstateerd bij een kwart van de personen. Nochthans zijn deze dimensies niet permanent aanwezig gedurende de twee jaar bij een tiende van de populatie. Er is dus ieder jaar een belangrijke fluctuatie in het aantal personen die deze problemen vertonen in de dimensies op voorwaarde dat het aantal totale personen hetzelfde blijft. De twee meest markante veranderingen zijn «Wanen» (- 2% in 2004) en «Hallucinaties» (+ 1,6% en 2004). Op het niveau van de gedragsproblemen toont de analyse van de NPI in de globale populatie tussen 2003 en 2004 het volgende : - Agitatie doet zich voor bij 27.6% van de personen in 2003 en 34.3% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering. - Apathie doet zich voor bij 29.1% in 2003 en 29.7% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering. - Desinhibitie doet zich voor bij 14.8% in 2003 en 17.3% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering op de twee evaluatiemomenten. - Prikkelbaarheid doet zich voor bij 24.6% van de personen in 2003 en 26.6% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering. - Motorische onrust doet zich voor bij 20.9% van de personen in 2003 en 17.8% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering. - Slaapproblemen doen zich voor bij 13.8% van de personen in 2003 en 12.7% in De analyse van de samengestelde index toont geen enkele significante verandering. - De eetlustproblemen doen zich voor bij 17.3% van de personen in 2003 en 12.7% in In de subgroep van de personen die dit bij een evaluatiemoment vertonen zien we dat de samengestelde index een significante evolutie doormaakt in 2004 in vergelijking met 2003, in de zin van een verbetering. Agitatie/agressiviteit en Apathie/desinteresse zijn de twee meest frequente problemen in de globale populatie. We noteren dat Agitatie/agressiviteit permanent aanwezig is gedurende twee jaar bij 1/6 e van de populatie. Deze afwijking toont voor de rest een belangrijke fluctuatie vermits ze met 6.7% verhoogt in 2004 in vergelijking met De prikkelbaarheid/instabilteit is eveneens een frequent probleem dat een kwart van de onderzochte bevolking treft. 6-31

32 We constateren relatief belangrijke fluctuaties in het jaarlijks aantal personen die problemen vertonen in de verschillende domeinen. Deze fluctuaties gaan in de zin van een verergering (agitatie/agressiviteit, desinhibitie/impulsiviteit, prikkelbaarheid/labiliteit) of een vermindering (motorische onrust, eetlustproblemen, slaapproblemen). Samengevat zijn de gedragsproblemen belangrijker aanwezig dan de psychologische problemen. Hun jaarlijkse fluctuaties zijn veel meer uitgesproken Longitudinale analyse van de gedragsproblemen van NPI in functie van de klinische diagnostiek De populatie wordt onderverdeeld in twee groepen : - De groep ND1 bevat 24 personen die niet-dementerend zijn (normale personen en patiënten met MCI). - De groep D1 bevat 166 dementerende personen Evolutie van de NPI score tussen 2003 en 2004 bij de «niet-dementerenden» (ND1) psychologische problemen EVOLUTIE VAN DE PSYCHOLOGISCHE PROBLEMEN MET HET CRITERIUM AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID In de categorie psychologische problemen, constateren we dat 80% van de personen nooit problemen vertoond hebben in 2003 of 2004 wat betreft de dimensies «Hallucinaties» (95,8%), «Wanen» (87,5%) en «Euforie» (83,3%). Daarentegen zijn «Depressie» en «Angst» niet aanwezig bij 58.3% en 66.6% van de personen (Tabel 23). De psychotische symptomen zijn dus zeer zeldzaam bij de niet-dementerenden, terwijl daarentegen «Angst» en «Depressie» veel vaker geconstateerd worden. 6-32

33 Tabel 6-23 Evolutie voor het criterium Afwezigheid/Aanwezigheid van de psychologische problemen op basis van NPI in de groep «niet dementerenden» (ND1) in 2003 en 2004 Psychologische problemen NPI Afwezig/NA Aanwezig Totaal WANEN Afwezig/NA (87,5%) 0 21 Aanwezig (8,3%) 1 (4,2%) 3 (12,5%) Totaal 23 1 (4,2%) 24 HALLUCINATIES Afwezig/NA (95,8%) 1 (4,2%) 24 Aanwezig Totaal 23 1 (4,2%) 24 DEPRESSIE/DYSFORIE Afwezig/NA (58,3%) 2 (8,3%) 16 Aanwezig (12,5%) 5 (20,8%) 8 (33,3%) Totaal 17 7 (29,1%) 24 ANGST Afwezig/NA (66,6%) 3 (12,5%) 19 Aanwezig (12,5%) 2 (8,3%) 5 (20,8%) Totaal 19 5 (20,8%) 24 UITGELATENHEID/EUFORIE Afwezig/NA (83,3%) 3 (12,5%) 23 Aanwezig (4,2%) 1 (4,2%) Totaal 20 4 (16,6%) 24 In 2003 vinden we geen enkel probleem voor het domein «Hallucinatie». Het aandeel van de personen die «Wanen» en «Euforie» vertonen (12.5%) is zwak. Daarentegen is dit aandeel veel hoger in de dimensies «Depressie/dysforie» (33,3%) en «Angst» (20,8%) (Tabel 23). In 2004 werden de psychotische symptomen (Hallucinaties en Wanen) vastgesteld bij respectievelijk 8,2% en 12,5% van de personen. De problemen «Uitgelatenheid/Euforie» doet zich ook maar bij 12.5% van de personen voor. De dimensies «Depressie/dysforie» (29,1%), en «Angst» (20,8%), zijn duidelijk meer aanwezig. Het aanwezig blijven van de problemen in 2003 zowel als in 2004, is duidelijk hoger, wat de dimensie «Depressie/dysforie» betreft, vermits het aanwezig is bij 1/5 van de personen (20.8%). Dit fenomeen blijft afwezig voor de dimensie «Angst» (8,3%), «Wanen» (4,2%) en «Hallucinaties» (0%) en «Euforie» (0%) (Tabel 24). 6-33

34 De vergelijkende studie van de gegevens toont een significante verandering in 2004 in de richting van een verhoging van «Uitgelatenheid» (+12.5%). De verhoging wat betreft «Hallucinatie» (+4.2%) is niet significant. We stellen eveneens een significante verandering vast in 2004 in de richting van een vermindering van de problemen «Wanen» (-4,2%) et «Depressie/dysforie» (-4,2%). We stellen een status quo vast wat betreft «Angst» (Tabel 24). Tabel 6-24 Longitudinale aanwezigheid (relatieve frequentie) van de psychologische problemen NPI in de groep «niet-dementerenden» Psychologische problemen NPI Aanwezigheid 2003 et 2004 Aanwezigheid 2003 Aanwezigheid 2004 Д Chi 2 WANEN 4,2% 8,3% 4,2% - 4,1% S HALLUCINATIES 0% 0% 4,2% + 4,2% NS DEPRESSIE/ 20,8% 12,5% 8,3% - 4,2% S DYSFORIE ANGST 8,3% 12,5% 12,5% 0% NS UITGELATENHEID /EUFORIE 0% 0% 12,5% +12,5% S S : significante verhoging p<.05 ; S : significante vermindering p<.05 EVOLUTIE VAN DE SAMENGESTELDE INDEX ERNST X FREQUENTIE Gezien het te lage aantal personen kan deze analyse niet uitgevoerd worden voor de domeinen: wanen (n=1), hallucinaties (n=0), angst (n=2) en euforie (n=2). Voor de dimensie «Depressie/dysforie» (n=5), stellen we geen enkele verandering vast tussen 2003 en 2004, van de samengestelde index bij de niet-dementerenden Gedragsproblemen EVOLUTIE VAN AANWEZIGHEID/AFWEZIGHEID VAN GEDRAGSPROBLEMEN Tijdens de twee evaluaties van 2003 en 2004 stelt men een afwezigheid vast van deze problemen bij 95.8% van de personen in de dimensies «Desinhibitie» et «Motorische onrust». Deze afwezigheid is er ook voor de dimensies «Eetlustproblemen (83,3%) en «Slaap» (79,1%). Daarentegen is het zwakker voor de dimensies «Agitatie/agressiviteit» (70,8%) en «Apathie/desinteresse» (70.8%), maar vooral in de dimensie «Prikkelbaarheid» (62,5%). Men kan dus besluiten dat in deze 3 laatste domeinen een niet verwaarloosbare fractie van de dementerenden gedragsproblemen stellen (Tabel 25). 6-34

Tabel 8-5 Beschrijving van de globale populatie G3 ( )..8-11

Tabel 8-5 Beschrijving van de globale populatie G3 ( )..8-11 Inhoudsopgave 8 Evaluatie van de kwaliteit van leven (ADRQL). Longitudinale analyse van de gegevens 2002-2003-2004 8-4 8.1 INLEIDING...8-4 8.2 DEEL 1 : ANALYSE VAN DE GEGEVENS VAN 2004...8-6 8.2.1 Geëvalueerde

Nadere informatie

Figuur 5-22 Medianen van de globale CDR-M score van de personen van de groep NDWF2 nietdementerenden

Figuur 5-22 Medianen van de globale CDR-M score van de personen van de groep NDWF2 nietdementerenden Inhoudsopgave 5 EVALUATIE VAN HET EVOLUTIESTADIUM (CDR-M)...5-2 LONGITUDINALE ANALYSE VAN DE GEGEVENS 22, 23, 24...5-4 5.1 INTRODUCTIE...5-4 5.2 DEEL I TRANSVERSALE ANALYSE VAN DE GEGEVENS VAN DE POPULATIE

Nadere informatie

5 Ernstgraad van dementie

5 Ernstgraad van dementie Inhoudsopgave 5 Ernstgraad van dementie...5-3 5.1 Wat leren we uit de literatuur?...5-3 5.1.1 Evaluatie van de evaluerende stadia binnen dementies...5-3 5.1.1.1 De Functionele Schalen...5-4 5.1.1.2 De

Nadere informatie

Cognitieve problemen Functionele handicaps Psychologische en gedragsproblemen Populatie Evaluatie van de risicofactoren

Cognitieve problemen Functionele handicaps Psychologische en gedragsproblemen Populatie Evaluatie van de risicofactoren Inhoudsopgave 12INSTITUTIONALISERING VAN PERSONEN MET EEN VERHOOGD RISICOPROFIEL... 12-2 12.1 LITERATUURSTUDIE...12-2 12.3.1 Risicofactoren...12-2 12.1.1.1 Factoren gebonden aan pathologieën...12-2 Cognitieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 14. Synthese en Besluiten Qualidem II

Hoofdstuk 14. Synthese en Besluiten Qualidem II Hoofdstuk 14. Synthese en Besluiten Qualidem II In deze bijdrage worden de belangrijkste besluiten per hoofdstuk samengevat. Hoofdstuk 1 was de samenvatting van Qualidem I en wordt hier niet herhaald.

Nadere informatie

NHL symposium. Down & Alzheimer. dr. Alain Dekker Rijksuniversiteit Groningen Universitair Medisch Centrum Groningen

NHL symposium. Down & Alzheimer. dr. Alain Dekker Rijksuniversiteit Groningen Universitair Medisch Centrum Groningen NHL symposium Down & Alzheimer dr. Alain Dekker a.d.dekker@umcg.nl Rijksuniversiteit Groningen Universitair Medisch Centrum Groningen Wat is het verschil tussen dementie en de ziekte van Alzheimer? Dementie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Inhoudsopgave 7 Titel BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE VAN OUDEREN Inleiding Algemene beschrijving van de

Inhoudsopgave 7 Titel BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE VAN OUDEREN Inleiding Algemene beschrijving van de Inhoudsopgave 7 Titel... 7-7 7.1 BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE VAN OUDEREN... 7-7 7.1.1 Inleiding... 7-7 7.1.2 Algemene beschrijving van de onderzoekspopulatie...7-8 7.1.2.1 Leeftijd en geslacht...

Nadere informatie

Tabellen. Figuren 6-3

Tabellen. Figuren 6-3 Inhoudsopgave 6 Gedrag... 6-4 6.1 Gegevens uit de literatuur... 6-4 6.1.1 Literatuurstudie met betrekking tot psychologische en gedragsproblemen bij dementie... 6-4 6.1.1.1 Inleiding... 6-4 6.1.1.2 Instrumenten

Nadere informatie

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018 Britt Appelhof, psycholoog/ promovenda, Archipel Zorggroep Ans Mulders, specialist ouderengeneeskunde/ promovenda, Thebe Inleiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Dementie-gerelateerde gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom

Dementie-gerelateerde gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom Ede 15.09.2017 1 Dementie-gerelateerde gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom A. D. (Alain) Dekker Afdeling Neurologie en Alzheimer Research Centrum Universitair Medisch Centrum Groningen Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie 2001-2009 in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie 2001-2009 in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2001-2009 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering Evolutie van de schadefrequentie 2007-2016 in de BA motorrijtuigenverzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de

Nadere informatie

Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen

Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen CineMec Ede 29-5-2015 Dr. Martin Kat (ouderen)psychiater Amsterdam/Alkmaar psykat@hetnet.nl Med. Centrum Alkmaar Afd. Klin. Geriatrie Praktijk Amsterdam Experiment!

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2006-2015 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie 2001-2010 in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie 2001-2010 in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2001-2010 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie 2002-2011 in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie 2002-2011 in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2002-2011 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Kleinschaligheid binnen grootschaligheid

Kleinschaligheid binnen grootschaligheid Kleinschaligheid binnen grootschaligheid effekten bij verpleeghuisbewoners H.A. Dercksen, specialist ouderengeneeskunde Context onderzoek Lokatie het Zonnehuis van Zorgcombinatie Zwolle Oudbouw grootschalige

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de schadegevallen

Nadere informatie

APATHIE BIJ DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER EN PARKINSON. Rosa Drijgers Vitalis WoonZorggroep UKON jubileumsymposium 16 april 2013

APATHIE BIJ DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER EN PARKINSON. Rosa Drijgers Vitalis WoonZorggroep UKON jubileumsymposium 16 april 2013 Rosa Drijgers Vitalis WoonZorggroep UKON jubileumsymposium 16 april 2013 CASUS Mevrouw S. 78 jaar Verwezen door huisarts naar geheugenpoli Vergeetachtigheid Zit de hele dag op de bank, doet weinig meer

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Even voorstellen Psychische klachten: neuropsychiatrische symptomen (NPS) De laatste

Nadere informatie

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Congres Moderne Dementiezorg Sessie Vroegsignalering en diagnosestelling 28 november 2011 Prof. dr. Philip Scheltens Dr. Sietske Sikkes VU Medisch Centrum

Nadere informatie

Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis

Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart 2018 Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis Eenzaamheid bij ouderen Casus Ouderen en eenzaamheid Eenzaamheid herkennen

Nadere informatie

Confusion State Evaluation (CSE)

Confusion State Evaluation (CSE) Confusion State Evaluation (CSE) Robertsson B, Karlsson I, Styrud E, Gottfries CG. (1997) Confusional State Evaluation (CSE): an instrument for measuring severity of delirium in the elderly. Meetinstrument

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2005-2014 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Patiëntenprofiel. Algemeen

Patiëntenprofiel. Algemeen 90+ 80-89 70-79 60-69 50-59 40-49 30-39 20-29 10-19 0-9 Algemeen In 2004 kregen 134.224 verschillende verpleegkundige zorg van Wit-Gele-Kruisverpleegkundigen. Sommige worden kortdurend verpleegd, anderen

Nadere informatie

9 De Zorg voor mantelzorgers

9 De Zorg voor mantelzorgers Inhoudsopgave 9 De Zorg voor mantelzorgers...9-2 9.1 Literatuurstudie...9-2 9.1.1 Inleiding...9-2 9.1.2 De impact van dementie op de fysieke, mentale en soci-economische status van de verzorgende familieleden...9-2

Nadere informatie

Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom

Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom Een pilot studie naar de behandeling door PDS-therapeuten Methode studiepopulatie 285 patiënten (leeftijd 18-65 jaar, 74% vrouw), gediagnosticeerd

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

1 SYNTHESERAPPORT DEEL I

1 SYNTHESERAPPORT DEEL I Inhoudsopgave 1. SYNTHESERAPPORT DEEL I... 1-2 1.1 INLEIDING... 1-2 1.1.1 De feitelijke vereniging Qualidem...1-2 1.1.2 Studie dementie UB/1240... 1-3 1.2 ONDERZOEKSRESULTATEN 1999-2002... 1-4 1.2.1 Epidemiologie

Nadere informatie

! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)

! # #$ # # !% & '# (% %&'%) BIJLAGE C: Model van formulier voor verlenging: Aanvraagformulier tot VERLENGING van de terugbetaling van een specialiteit opgenomen in 223000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II Aanvraag

Nadere informatie

Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie. Department of Health Care and Nursing Science

Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie. Department of Health Care and Nursing Science Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie Achtergrond Toename aantal ouderen met dementie Verandering in zorgconcept Van oudsher: medisch-somatisch gericht Momenteel: veel aandacht voor welzijn en kwaliteit

Nadere informatie

Protocol 3 : Alternatieve zorg en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen. Presentatie van Instrumenten voor Gegevensverzameling

Protocol 3 : Alternatieve zorg en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen. Presentatie van Instrumenten voor Gegevensverzameling Protocol 3 : Alternatieve zorg en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen Presentatie van Instrumenten voor Gegevensverzameling 1 Protocol 3 Selectiecriteria P3 Gegevensverzameling Vragenlijsten Overzicht

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven bij verpleeghuisbewoners met. Britt Appelhof psycholoog, promovendus. UKON symposium, 11 april 2017

Kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven bij verpleeghuisbewoners met. Britt Appelhof psycholoog, promovendus. UKON symposium, 11 april 2017 Kwaliteit van leven bij verpleeghuisbewoners met dementie op jonge leeftijd Britt Appelhof psycholoog, promovendus UKON symposium, 11 april 2017 Introductie Doelen Methoden Resultaten Conclusie Kwaliteit

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC)

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC) Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC) overzicht Detectie van dementie - cognitieve screening in de eerste lijn - ADL evaluatie

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden). 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Clinical Patterns in Parkinson s disease

Clinical Patterns in Parkinson s disease Clinical Patterns in Parkinson s disease Op 28 november 2012 promoveerde Stephanie van Rooden aan de Universiteit van Leiden op haar proefschrift Clinical Patterns in Parkinson s disease. Haar promotor

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Empirisch bewijs van impact op lange termijn van TV-reclame

Empirisch bewijs van impact op lange termijn van TV-reclame Empirisch bewijs van impact op lange termijn van TV-reclame Over het gunstig effect van tv-reclame voor nationale merken, of het nu op korte of lange termijn is, werd in veel landen geschreven. Hoe zit

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 1 Inleiding De arbeidsongevallen van uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd aan de hand van 3 selectiecriteria

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie K.J. Kaland, AIOS klinische geriatrie, Parnassia Groot Haags Geriatrie Referaat 6 februari 2017 Gedragsproblemen bij dementie Behavioral

Nadere informatie

De registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling

De registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling De registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling Klinisch Centrum Acute Psychiatrie (KCAP) Den Haag Voorjaarscongres 1 april 2009 Martiniplaza Groningen Stephanie Bohnen, Remco de

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Probleemgedrag bij ouderen

Probleemgedrag bij ouderen Probleemgedrag bij ouderen https://www.youtube.com/watch?v=8sbtxdpcndg https://www.youtube.com/watch?v=5tu-1faasp8&t Definitie probleemgedrag Alle gedrag van de patiënt dat door deze patiënt en/of zijn

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor?

Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor? UMCG Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor? Verenso Jaarcongres 2011 Dr. S.U. Zuidema (Sytse) Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde UMC St Radboud Nijmegen Afdeling Huisartsgeneeskunde

Nadere informatie

Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase

Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase Validiteit van de delirium observatie screening schaal bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel in acute fase G. Roodbol MScN MANP, Dr. I. Tendolkar, Dr. R. Donders, Dr. W. Dol, Dr. J. Peters. Met

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000 VRAGENLIJSTEN DIE IN 2009

VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000 VRAGENLIJSTEN DIE IN 2009 Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Ervaringsfonds Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DIOVA) VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000

Nadere informatie

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten Proefschrift: S.U. Zuidema Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten met dementie Samenvatting Dementie is een ongeneeslijke aandoening met belangrijke effecten op cognitie, activiteiten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.):

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.): BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van een specialiteit ingeschreven in 2230000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Het doel van dit proefschrift is de neurobiologische karakteristieken van depressieve stoornis en van depressie bij de ziekte van Alzheimer te identificeren. Depressie komt voor

Nadere informatie

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer):

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer): BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december

Nadere informatie

PROTOCOL Ontwerpen van een soundscape

PROTOCOL Ontwerpen van een soundscape PROTOCOL Ontwerpen van een soundscape 2 INLEIDING Het doel van dit protocol is het opstellen van een soundscape voor ouderen met matige tot ernstige dementie, die gedrags- en gevoelsmatige symptomen van

Nadere informatie

2 OBJECTIEVEN EN PROTOCOL VAN QUALIDEM 2

2 OBJECTIEVEN EN PROTOCOL VAN QUALIDEM 2 Inhoudsopgave 2 OBJECTIEVEN EN PROTOCOL VAN QUALIDEM 2... 2-2 2.1 Inleiding en opdrachten... 2-2 2.1.1 Historiek en doelstellingen... 2-2 2.1.2 Structuur van het rapport... 2-3 2.1.3 Tussentijdse rapportage...

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

Dementie op jonge leeftijd

Dementie op jonge leeftijd Dementie op jonge leeftijd Stand van zaken in de wetenschap 357 hits PubMed presenile young onset early onset dementia Wat zijn de ervaren problemen en behoeften van jonge dementerenden en hun familie

Nadere informatie

Eenzaamheid bij Ouderen. Dr. Martin G. Kat Psychiater-psychotherapeut MCAlkmaar/Amsterdam psykat@hetnet.nl

Eenzaamheid bij Ouderen. Dr. Martin G. Kat Psychiater-psychotherapeut MCAlkmaar/Amsterdam psykat@hetnet.nl Eenzaamheid bij Ouderen Dr. Martin G. Kat Psychiater-psychotherapeut MCAlkmaar/Amsterdam psykat@hetnet.nl Eenzaamheid: definitie Het gevoel dat de contacten met anderen in aard en/of intensiteit minder

Nadere informatie

Wat, waar, voor wie en waarom?

Wat, waar, voor wie en waarom? COGNITIEVE DIAGNOSTIEK voor ERGOTHERAPEUTEN Assessmentinstrumenten voor cognitieve problemen Prof. dr. Patricia De Vriendt Wat, waar, voor wie en waarom? 1 Woonzorgcentrum Zorgprogramma voor de geriatrische

Nadere informatie

Depressie en comorbiditeit. Studies in de huisartsenpraktijk naar voorkomen en gevolgen voor de zorg.

Depressie en comorbiditeit. Studies in de huisartsenpraktijk naar voorkomen en gevolgen voor de zorg. Samenvatting Depressie en comorbiditeit. Studies in de huisartsenpraktijk naar voorkomen en gevolgen voor de zorg. Inleiding (hoofdstuk 1) Een depressie komt vaak tegelijkertijd voor met een chronische

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie